Muzieksubsidies: de stilte na de storm

Door Nico Kennes, op Wed Jul 20 2016 20:57:48 GMT+0000

Op 30 juni 2016 maakte Vlaams cultuurminister Sven Gatz de verdeling van de structurele subsidies bekend voor de periode 2017-2021. Zoals verwacht werden – zeker binnen pop & rock – enkele pijnlijke beslissingen genomen. De steigerende reacties binnen de sector waren dan ook begrijpelijk. Maar wat betekenen de gemaakte keuzes concreet voor het Vlaamse muzieklandschap?

Laten we nog kort even de ‘bigger picture’ beschouwen. Over de disciplines heen is er negatief nieuws voor 29 positief beoordeelde aanvragen van organisaties die voorheen al gesubsidieerd werden. Ook acht positief beoordeelde aanvragen van nieuwe organisaties krijgen geen subsidie. In totaal wordt 84,76 miljoen verdeeld over 207 organisaties. In 2016 kregen de organisaties die toen al actief waren 82,94 miljoen (met inbegrip van 80% van de provinciale middelen, die zullen worden overgeheveld naar Vlaanderen). De stijging leest dus een stuk minder indrukwekkend dan de minister zelf liet uitschijnen. Ze is zelfs onbestaande wanneer we ze vergelijken met de beschikbare middelen in 2013.

72_kennes_gitaar kapot.jpgKortom – Wouter Hillaert opperde het al in zijn overkoepelende analyse – ‘de ware samenvatting van deze ronde is niet dat er extra zuurstof komt, maar wel: ‘amper meer geld voor véél minder structuren’. Hoe ziet dat eruit voor de Vlaamse muzieksector?

Losing my religion

‘Het is een brute kaalslag’, riep Stijn Meuris in De Standaard. ‘We worden onverdoofd geslacht’, vond Davy De Laeter van Jeugd & Muziek in diezelfde krant. Het Belang van Limburg achtte de verdeling zelfs ronduit ‘demonisch’. En die emoties zijn begrijpelijk. Enerzijds omdat muziek zoveel mensen raakt. Anderzijds omdat zelfs de meest microscopische bezuiniging voor veel werkingen heel ingrijpende gevolgen kan hebben.

Maar alle gevoelsmatige analyses terzijde: ook objectief gezien is muziek de discipline die er hardst op achteruit gaat. In 2013 kregen 66 muziekorganisaties 19,49 miljoen (gemiddeld 295.258 euro). In 2017 krijgen 59 muziekorganisaties 17,09 miljoen (gemiddeld 289.710 euro). Dat blijkt uit cijferonderzoek van Kunstenpunt. Ter vergelijking: muziekorganisaties vroegen voor deze ronde samen 33.587.775 euro aan.

72_kennes_disciplines.png

En ook ten opzichte van de vorige ronde is muziek de discipline waarbinnen het toegekende subsidiebedrag het sterkst verminderd is. Terwijl alle andere disciplines – behalve beeldende kunst – in totaal meer geld krijgen dan voorheen, vangt muziek 684.000 euro minder dan in 2016. Tegelijk moeten bij deze cijfers wel een aantal kanttekeningen gemaakt worden. Ten eerste is die daling voor een groot deel te wijten aan het wegvallen van Jeugd & Muziek. Ten tweede wordt er ook muziek geprogrammeerd door een beperkt aantal organisaties die inzetten op ‘diverse disciplines’, zoals Het Bos en De Casino. Ten derde zijn de Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap niet opgenomen in deze cijfers, terwijl die met AB, Brussels Philarmonic, deFilharmonie, deSingel, het Kunsthuis en de Vooruit toch ook behoorlijk muzikaal zijn.

Pay to play

Nog opvallend is de functionele lezing van de beslissingen. In de meeste disciplines worden vooral organisaties die inzetten op ‘ontwikkeling’, ‘reflectie’ en ‘participatie’ – en bovenal op ‘diverse functies’ – met meer middelen ondersteund. Organisaties die inzetten op ‘productie’ en ‘presentatie’ vallen vaker uit de boot. Maar bij muziek blijkt het plaatje precies omgekeerd. Hier zetten de meeste structureel ondersteunde werkingen louter in op ‘presentatie’ (lees: voornamelijk de clubs en concertzalen) of op ‘productie’ (lees: de ensembles en orkesten).

De iets grotere beurs voor presentatie in muziek wordt verdeeld onder een slinkend aantal podia.

Op zich is lijkt dat een positieve evolutie voor de Vlaamse muzikanten. Vooral die presentatie-functie komt de bands en artiesten immers rechtstreeks ten goede, in de vorm van speelkansen. De iets grotere presentatiebeurs wordt echter verdeeld onder een slinkend aantal podia. Bovendien zitten ook onder de noemer ‘diverse functies’ presentatieplekken vervat. En in die categorie daalt de subsidie bijna dubbel zo zwaar dan dat ze stijgt voor organisaties die inzetten op ‘presentatie’.

Laten we even bekijken hoe die beperkte middelen – 17 miljoen – nu zijn verdeeld over de 59 muziekorganisaties. De donker oranje organisaties zetten in op ‘diverse functies’, de licht oranje podia en festivals focussen op ‘presentatie’, de ensembles en orkesten rechts bovenaan zijn voornamelijk bezig met ‘productie’, terwijl de organisaties rechts onderaan inzetten op ‘ontwikkeling’:

72_kennes_landschap_0.png

Klassiek

Het staat vast dat klassieke muziek nog steeds het grootste deel van de koek naar zich toe trekt. Afgezien van de grote Vlaamse kunstinstellingen blijft Symfonieorkest Vlaanderen de sterkst ondersteunde muziekwerking binnen het Kunstendecreet. Daarnaast mogen ook de verschillende Festivals van Vlaanderen zich tot de ‘gelukkigen’ rekenen.

Verder wordt de aanvraag van nieuwkomer Nadar Ensemble gehonoreerd met 144.500 euro. En ook B’Rock ziet zijn structurele ondersteuning stijgen van 200.000 naar 362.200 euro (van een geadviseerd bedrag van 600.000 euro). De subsidie aan Collegium Vocale, I Solisti del Vento, Il Gardellino, Matrix, Q-O2 en Huelgas Ensemble stijgt lichtjes, terwijl de enveloppes van De Bijloke, Ictus, Oxalys, Psallentes en Hermes stagneren.

72_kennes_1471 B-rock_(c)_Mirjam_Devriendt.jpgDaartegenover staat dat de experimentele muziekwerking Stichting Logos niet langer ondersteund wordt – naar verluidt omwille van een te beperkt netwerk. Il Fondamento (300.000 euro per jaar), Het Kamerorkest (200.000 euro), La Petite Bande (150.000 euro) en Octopus (75.000 euro) vallen terug op droog zaad. Le Concert Olympique kon tot en met 2014 nog beroep doen op een jaarlijkse projectsubsidie van 75.000 euro, maar krijgt opnieuw geen structurele ondersteuning.

Nu, sowieso was de verdeling van de subsidies voor klassieke muziek geen sinecure. Een hertekening van het landschap stond al enkele jaren voor de deur. En je zou kunnen stellen dat de afvallers het slachtoffer zijn van het overaanbod aan kwaliteitsvolle orkesten en ensembles in Vlaanderen. Maar toch is er drastisch gesnoeid in verhouding met de effectief toegekende middelen voor de begenadigde organisaties.

Wereldmuziek

De subsidies voor wereldmuziek zijn de jongste jaren ongeveer recht evenredig gedaald met de media-aandacht, en bijgevolg de speelkansen. Alleen artiestencollectief Choux de Bruxelles krijgt 9.000 euro meer dan in de vorige ronde. Managementkantoor Link Kultuurburo wordt niet langer ondersteund. Daar staat tegenover dat de leemte na het de gestaakte ondersteuning van het Zuiderpershuis goed werd opgevangen door De Centrale en Muziekpublique, die beide wel een werkingsenveloppe krijgen – die overigens in beide gevallen wel een stuk kleiner is dan gevraagd.

Folk

De Vlaamse folkmuziek zit min of meer in het zelfde schuitje: weinig speelkansen en amper media-aandacht. Folkpodium ’t Smiske viel bij de vorige ronde al uit de boot en wordt ook dit keer niet opgevist. Het gaat om een artistieke ‘voldoende’ voor 70.000 euro. Daarbij komt dat er voor de periode 2017-2021 ook voor Muziekclub ’t Ey (artistiek ‘voldoende’, zakelijk ‘nipt onvoldoende’) geen werkingsmiddelen beschikbaar zijn. Zo wordt ook in Belsele de artistieke leiding voor het dilemma gesteld: commercialiseren – transformeren van folkpodium tot ongesubsidieerd cultuurcentrum – of boeken toe.

72_kennes_ey.jpgNochtans werd daar in de Landschapstekening van de sector (2014) al voor gewaarschuwd. We citeren een passage op p. 16: ‘Binnen bepaalde genres worden de speelkansen bedreigd door het afkalven van risicovol en/of experimenteel programmeren, besparingen, een te grote druk op publiekscijfers en een cultuur van premières en exclusiviteit. Kleine, lokale initiatieven, die nochtans zuurstof bieden aan de ontwikkeling van het veld, worden te weinig ondersteund en dreigen te stagneren of te verdwijnen.’

Dat die analyse de minister niet is ontgaan, blijkt uit één van de talrijke veelbelovende passages uit zijn Strategische Visienota Kunsten van 1 april 2015, meer bepaald uit de passus op p. 61-62: ‘Genres zoals wereldmuziek en – ondanks de successen – ook nog steeds jazz hebben het moeilijker dan dance, pop & rock om aan bod te komen. Ik zal stimulerend optreden naar organisaties/podia die voor jazz of wereldmuziek inzetten op een sterke publiekswerking, een artistiek waardevol en afwisselend programma en een deskundige omkadering van artiesten.’ Helaas is dat voornemen slechts in beperkte mate waargemaakt.

Jazz

Vlaanderen telt een aantal belangrijke jazzpodia. Het verenigde nieuwe kunstencentrum Vrijstaat De Werf is daar ongetwijfeld één van. Maar omdat aan veel van die zalen slechts een gedeelte of zelfs helemaal niets van de gevraagde subsidie werd toegekend – denk aan Rataplan, die haar subsidie van 400.000 euro verliest – worden zij onrechtstreeks gedwongen minder risicovol te programmeren. JazzLab Series, Brussels Jazz Orchestra, BL!NDMAN, Champ d’Action, Gent Jazz en ook managementbureau Inside Jazz ontvangen wel een behoorlijke enveloppe.

Bij jazz worden de avant-garde en de gevestigde waarden bekrachtigd, de doorstroom van onderuit wordt beknot.

Toch lijkt de ambitie die de minister vooropstelde in zijn Visienota, ook hier niet helemaal te worden waargemaakt. ‘Ik wil ook kijken in hoeverre de bestaande initiatieven meer armslag kunnen krijgen en of er potentieel bestaat voor een grote jazzclub waar bestaande clubs kunnen instappen, een soort ‘Jazzlab plus’ met Europese uitstraling, met een (co)productiebudget en een rol als promotor van Vlaamse jazz in het buitenland’, lezen we op p. 61-62. Maar JazzLab Series krijgt voor de periode 2017-2021 een subsidie van 191.500 euro. Dat is – inclusief de verrekende provinciale middelen – precies hetzelfde bedrag als bij de vorige ronde. Meer armslag kan je dat bezwaarlijk noemen.

Samengevat: bij jazz worden de avant-garde en de gevestigde waarden bekrachtigd; de doorstroom van onderuit wordt beknot.

Pop & rock

Met de Vlaamse pop- en rockmuziek is het zo mogelijk nog erger gesteld. Binnen de organisaties die uitsluitend op muziek inzetten, krijgen De Kreun, Trix, Het Depot, 4AD, Handelsbeurs, Cactus, De Zwerver, Democrazy, Rock’o Co, Les Ateliers Claus, KRAAK, N9, Gentlemanagement, Les Ateliers Claus, Bestov! Bookings en Wolx meer, evenveel of slechts iets minder middelen dan voorheen. Bij de multidisciplinaire organisaties met aandacht voor pop & rock geldt hetzelfde voor Het Bos, Stuk, Beursschouwburg, Recyclart & De Casino. Er is in totaal slechts één nieuwkomer: Sfinks.

72_kennes_sfinks-flanders-1.jpgDaartegenover staat dat maar liefst 14 organisaties die zich specifiek (11) of onder andere (3) op pop- en rockmuziek richten, met een lege beurs eindigen. Zij worden niet langer structureel ondersteund (11) of stromen niet in (3). We zetten ze even op een rijtje, op basis het artistieke advies van de beoordelingscommissie en het zakelijk advies van het Agentschap Kunsten en Erfgoed:

  • HeartBreakTunes: alternatieve rock- & metalshows (voldoende, goed)
  • Zita Swoon: de band rond Stef Kamil Carlens (voldoende, goed)
  • Nijdrop: pop- & rockclub in Opwijk (voldoende, voldoende)
  • Petrol: clubavonden op het Zuid in Antwerpen (voldoende, nipt onvoldoende)
  • Kultuurkaffee: Brussels alternatief cultuurcentrum (nipt onvoldoende, goed)
  • Muziekodroom: Hasseltse pop- & rocktempel (nipt onvoldoende, nipt onvoldoende)
  • Jeugd en Muziek: educatieve organisatie in heel Vlaanderen (voldoende, volstrekt onvoldoende)
  • Keremos: management van o.a. Milo Meskens (nipt onvoldoende, onvoldoende)
  • VK: alternatieve concertzaal in Molenbeek (nipt onvoldoende, volstrekt onvoldoende)
  • dunk!festival: middelgroot postrockfestival met internationale allures (nipt onvoldoende, volstrekt onvoldoende)
  • Kunstencentrum België: concertzaal, exporuimte & cinema in Hasselt (volstrekt onvoldoende, voldoende)
  • WasteMyRecords: management van o.a. Bed Rugs & Echo Beatty (volstrekt onvoldoende, volstrekt onvoldoende)
  • Let’s Go Urban: Antwerpse jongerenorganisatie voor urban art (volstrekt onvoldoende, volstrekt onvoldoende)
  • Ultratop: de hitparade van België (volstrekt onvoldoende, volstrekt onvoldoende)

Natuurlijk zou je kunnen stellen dat dat Zita Swoon als band misschien eerder thuishoort bij de projectsubsidies; dat Ultratop te commercieel is voor het Kunstendecreet en dat de dossiers van nieuwkomers Let’s Go Urban en WasteMyRecords inderdaad nog iets te licht zouden kunnen wegen. Maar dan nog – zelfs met al die kanttekeningen – is het verlies voor de Vlaamse pop- en rockmuziek niet te overzien.

A Hard Day's Night

Vooral in Limburg was de verontwaardiging groot, toen bleek dat er maar 1,68% van de totale cultuursubsidies naar de provincie vloeien. Qua beknotting van de spreiding kan dat inderdaad tellen. Waar in Limburg gaat er in hemelsnaam nog alternatieve pop- & rockmuziek te horen zijn tijdens het concertseizoen? Af en toe – liefst niet te luid – in CC Hasselt misschien? Kunstencentrum België, waar behalve grote namen als Lee Ranaldo ook gewoon Belgisch volk als Aroma di Amore over de vloer komt, en vooral de Muziekodroom zijn muzikale bakens op de Limburgse vlakte. Zij worden nu gedwongen om hun muziekwerking drastisch af te bouwen of te commercialiseren.

72_kennes_ttenavg_nijdrop_foto_03.jpgDie verschraling treft ook het centrum van ons land, waar Kultuurkaffee, Nijdrop en VK Concerts de tol betalen. ‘Onze laatste hoop is om – bij gratie van het Brusselfonds – te overleven tot de volgende structurele ronde’, zegt Sara Corsius van VK Concerts. ‘Veel van onze artistieke plannen zullen we moeten opbergen, maar we gaan er alles aan doen om onze inhoudelijk sterke werking te bestendigen.’ Datzelfde Brusselfonds werd in 2014 ook al eens gehalveerd door minister Gatz. Maar vanaf 2017 zou er weer ruimte komen voor nieuwe initiatieven. Het uur van de waarheid is dus aangebroken. Dit is in ieder geval de uitgelezen kans om een culturele rots in de branding van Molenbeek een hart onder de riem te steken.

Een gelijkaardig verhaal hoor je bij de Nijdrop, terwijl er jammer genoeg niet zoiets bestaat als het ‘Opwijkfonds’. ‘Organisatorisch zal onze jeugdhuiswerking nu opnieuw compleet losgekoppeld moeten worden van onze muziekwerking’, duidt coördinator Mike Heyvaert. ‘Vervolgens moeten we nagaan of het überhaupt nog wel haalbaar is om te blijven inzetten op muziek.’ Voor 2017 zou Nijdrop nog kunnen aankloppen bij de provincie Vlaams-Brabant. Maar eens die middelen definitief worden overgeheveld naar Vlaanderen, is de Opwijkse muziekclub definitief aangewezen op de projectenpot.

You can't always get what you want

Ook HeartBreakTunes en Petrol zijn allicht hetzelfde lot beschoren. Maar als alle niet-gehonoreerde structurele werkingen plots moeten uitwijken naar de projectsubsidies, wat betekent dat dan voor de eigenlijke muzikale projecten? Bij de eerste projectronde van dit jaar werden slechts 27% van muziekaanvragen gehonoreerd, voor maar 17% van het totaal aangevraagde bedrag. Ook toen kwam muziek – na architectuur & vormgeving – als grote verliezer uit de bus.

Door zo stevig te snoeien in het Vlaamse clubcircuit, schrap je de eerste cruciale schakel in de carrière van de muzikanten.

Het antwoord laat zich raden: aan het eind van de rit zijn alweer de muzikanten de pineut. ‘Het is onbegrijpelijk’, vindt Tom Kestensvan GALM (Genootschap Auteurs Lichte Muziek), de belangenbehartiger van muzikale auteurs, componisten en uitvoerders. ‘Door zo stevig te snoeien in het Vlaamse clubcircuit, schrap je de eerste cruciale schakel in de carrière van de muzikanten. Op plekken als de Muziekodroom kunnen muzikanten rijpen. Het gros van de middelen zou juist naar die ontwikkeling moeten gaan. Wie gaat die taak nu overnemen?’ Volgens Kestens is er iets fundamenteels mis met de geest van deze subsidieverdeling.

No one knows

Laten we er – op zoek naar de geest van die beslissingen – de Visienota nog eens bijnemen, die ook voor de pop- & rockmuziek hoopgevend las: ‘Daarnaast wil ik een zo breed en divers mogelijk publiek regelmatig en op een betaalbare manier, liefst ‘live’, in contact brengen met een gediversifieerd muziekaanbod…’. Dat streven lijkt moeilijk verzoenbaar met het droogleggen van de helft van het Clubcircuit, zes grote ensembles en orkesten, het belangrijkste managementbureau voor wereldmuziek, de – op één na – enige ondersteunde folkclub en misschien wel het meest toegankelijke Jazzpodium?

72_kennes_muziekodroom.jpgDe minister gaf in diezelfde nota wel al aan dat de focus daarbij zou komen te liggen op het muziekaanbod dat vanuit een commerciële logica niet of moeilijker leefbaar is. En dat is op zich een legitieme keuze. Maar gaat dat dan niet op voor een groot deel van de werkingen die toch uit de boot vallen? Overigens levert ‘een beperkte subsidie indirect ook veel meer eigen inkomsten op’, weet Club-circuit-voorzitter Marc Steens. Het stopzetten van structurele overheidssteun betekent in vele gevallen dus ook de beknotting van de markteconomische leefbaarheid.

Ook Gatz' intentie om niet in te zetten op meer podia, ‘maar op het bewaken en behouden van het kwaliteitsniveau van de bestaande podia’, die in de visienota naar voren geschoven werd, was legitiem. Maar hoe kan het kwaliteitsniveau van de bestaande podia worden gegarandeerd zonder middelen van de overheid? Had ook de beoordelingscommissie – die voor muziek kennelijk het scherpst was van alle disciplines – daar meer rekening mee moeten houden? Had ze bij haar adviezen zelf al een onderliggende landschapsvisie moeten implementeren: een visie die de facto voorhanden was in de vorm van de Landschapstekening Muziek? Of was het aan de minister om, de adviezen indachtig, bij te sturen waar nodig? Vijgen na Pasen.

Nothing else matters

Samenvattend voor het hele muzieklandschap: er is een daling in het aantal gesubsidieerde muziekorganisaties; er is een daling in het totaalbudget voor muziek; de provinciale middelen zijn schijnbaar al weggesaneerd; de steun aan de grote organisaties blijft bestendigd; een aanzienlijk deel van de pop- & rockpodia wordt niet langer ondersteund; een aanzienlijk deel van de klassieke ensembles wordt niet langer ondersteund; de beloofde inspanningen voor jazz, folk- & wereldmuziek blijven uit.

De beslissingen van deze ronde geven blijk van vakkundig meetwerk. Daarbij zijn – dat moet gezegd – de adviezen van de commissie en administratie keurig in overweging genomen. Tegelijk is het pijnlijk om vast te stellen hoe weinig er naar de effectieve impact op het muzieklandschap is gekeken. Moeten muziekliefhebbers uit Hasselt binnenkort voor elk concert naar Brussel, Antwerpen of Leuven verkassen? Kunnen alle door muziek gepassioneerde jongeren maar beter economie gaan studeren, omdat het beroep ‘professioneel muzikant’ binnenkort al helemaal niet meer bestaat in Vlaanderen, nu zoveel ensembles sneuvelen? Is dat werkelijk het signaal dat we willen geven?

We moeten de hand ook voor een stuk in eigen boezem steken.

Het blijft een kille contradictie: ‘Flanders, State of the Art’ declameren, terwijl de middelen voor cultuur blijven wegzakken en een groot deel van de sector kreunt onder het juk van zijn verbrijzelde hoop. Toch moet de reactie op deze beslissingen verder reiken dan wat met-de-vinger-wijzen. We moeten de hand ook voor een stuk in eigen boezem steken. Want zolang de organisaties die er dit keer goed uitkomen stilzwijgen en berusten, terwijl de slachtoffers hun verontwaardiging voor dovemansoren uitschreeuwen, komen we geen stap verder. Waarom halen gesubsidieerde muziekorganisaties opgelucht adem, terwijl hun collega’s met de handen in het haar een setje ‘play for the hat’ moeten spelen?

Juist: omdat er ook bij de “gelukkigen” al amper genoeg manschappen aan boord zijn om het vooropgestelde werk naar behoren uit te voeren, laat staan dat er tijd is om zich te bekommeren om de gedupeerde collega’s. Misschien is die onvrijwillige apathie – terwijl elke zichzelf respecterende sector over een professioneel lobbyorgaan beschikt – wel mee verantwoordelijk voor een landschap met meer en meer blinde vlekken.

Stof tot nadenken, dus. Maar voor nu: laten we hopen dat het Brusselfonds, de provincie Limburg en de projectsubsidies nog iets kunnen betekenen voor de (ver)spreiding van onze dierbare muziek. My my, hey hey

Nico Kennes is muzikant en freelance cultuurjournalist.