Waar blijft die eco-consequente cultuursector?
Door Joris Blanckaert, op Tue Sep 19 2017 12:00:00 GMT+0000Twee jaar geleden, in aanloop naar de klimaattop in Parijs, lanceerde de verzamelde cultuursector een open klimaatbrief, waarmee ruim 450 culturele actoren prat gingen op ‘de verantwoordelijkheid om onze organisaties zo veel als mogelijk klimaatneutraal te maken en eco-efficiënter te werken’. Wat is van dat engagement intussen terechtgekomen? Vooral de inconsequenties vallen op.
In zijn Strategische Visienota Kunsten wil de Vlaamse minister van cultuur Sven Gatz subsidies toekennen ter ondersteuning van doorbraaktrajecten, voor kunstenaars die inzetten op een internationale carrière. Daarnaast wordt ook voorzien in tussenkomsten voor internationale reis- en verblijfskosten, voor een buitenlands publiek presentatiemoment en buitenlandse residentietoelagen. Internationale profilering wordt nadrukkelijk aangemoedigd.
En dus reizen we. We gaan massaal de hort op. Naar Berlijn, Darmstadt en Luzern, de ijkpunten voor hedendaagse muziek. Naar Avignon, Aix en Edinburgh, om onze theaterproductiviteit te tonen. Venetië, Kassel, Londen en vele andere plaatsen om het visuele werk te kijk te zetten. Of nog beter: naar New York, de referentie voor zowat alles, en een garantie voor aandacht in de Vlaamse media. We vliegen naar Wenen voor een masterclass van twee uur, naar Oslo voor een lezing van twintig minuten - iets wat ook in academische middens een doodgewone zaak is - en naar Lyon en Hamburg voor een auditie.
Luchthavenkiekjes
In 2015 lanceerde de cultuursector via het Pulse Transitienetwerk Cultuur zijn open klimaatbrief, om de Belgische overheden op te roepen tot het uiterste te gaan in de strijd tegen de klimaatverandering. Meer dan 450 culturele organisaties en artiesten beloofden zich als sector ook zelf te engageren om het COP21 klimaatakkoord enthousiast te ondersteunen en mee te implementeren: ‘Want meer dan alleen de optelsom van uitstootcijfers en koolstofbesparende ingrepen zijn het ook gedragsveranderingen en nieuwe culturele patronen die een transitie naar een duurzame samenleving mogelijk maken.’
Internationale profilering geldt als ideaal voor de cultuursector, maar Belgische peren verschepen voldoet niet aan de duurzaamheidscriteria?
En er volgen vele initiatieven. Er wordt gedanst en gezongen voor het klimaat, en in diverse steden ontstaan lokale Greentrack-netwerken rond duurzaamheidsinitiatieven van de culturele sector. Daarin bepleit men een vermindering van het energieverbruik, zuinig omspringen met water en duurzame mobiliteit. Catering en horeca-poten moeten voluit biologische en 'kortste keten’ kaarten promoten, met lokale kazen en bieren, stadshoning en groenten van de nabije zelfoogst-boerderij. Hiermee willen culturele spelers het goede voorbeeld geven in een spilzieke en klimaat-onbewuste samenleving.
Dat is inconsequent. Internationale profilering en expansie gelden wel als ideaal voor de cultuursector, maar Belgische peren verschepen naar Canada voldoet niet aan de duurzaamheidscriteria? Hoe moet een ambitieuze landbouwer dat precies begrijpen?
In zijn drang om te leren, beleven en verspreiden, reist de culturele sector de planeet rond. Voorstellingen in Adelaide, concerten in IJsland, een showcase in Austin, een filmfestival in Toronto, het levert een massale aankoop van vliegtuigtickets op. Daar heeft zeker mee te maken dat die vliegtuigtickets overgesubsidieerd zijn in vergelijking met het spoor - ook de accijnsvrije kerosine geniet als het ware van een tax shelter, de fiscale toverhoed die ook de culturele sector verovert. Er bestaan weliswaar alternatieven als bypass voor een afwezig beleid, maar ik vermoed dat slechts een fractie van de vliegtuigreizen ook daadwerkelijk gecompenseerd worden via bijvoorbeeld Treecological.be. De vele kaasschaafrondes nopen de sector tot verregaande kostenreductie.
Belangrijker dan compensatie is mede daarom de gedragsverandering die de open brief van 2015 aankondigde. Een gedragsverandering die niet enkel ingrijpt in de marge van de kilogrammen uitstoot - energie, voeding - maar vooral ook in de tonnen, en dan heb ik het over auto’s, vrachtwagens, en vooral: dat vliegtuig.
Van een sectorbrede gedragsverandering is absoluut nog geen sprake
Er bestaan al voorbeelden van ensembles die de trein verkiezen zodra de reistijd minder dan een bepaald aantal uren bedraagt - muziekinstrumenten op het vliegtuig is vaak ook zo’n gedoe - maar van een sectorbrede gedragsverandering is absoluut nog geen sprake, getuige de talloze trotse luchthavenkiekjes op Instagram en Facebook (‘back from’ hier en ‘off to’ daar), gretig gedeeld door organisaties, gezelschappen, artiesten en hun entourage.
Samen duurzaam
Als de culturele sector meer wil zijn dan enkel een mening in de wildgroei van meningen die dagelijks door de sociale media razen, als hij haar autoriteit in debatten zoals het klimaatdebat wil (terug)krijgen, dan moet hij heel consequent proberen zijn.
Wachten op een wijziging van het beleid hoort daar niet bij, en is in de huidige context wellicht ook vruchteloos. Onze gezamenlijke regeringen hebben zich in het recente verleden veeleer meesters getoond in klimaatboekhouding dan in duurzaam klimaatbeleid. De Kyoto-norm werd enkel gehaald dankzij een massale aankoop van schone lucht uit het buitenland, en het is nog maar de vraag hoe er zal omgegaan worden met de implementatie van de beloftes in Parijs.
Waar ons beleid consequent is in zijn neoliberale keuzes, kan de cultuursector consequent zijn in zijn duurzame keuzes. Het zal zeker niet meer zijn dan een druppel op een steeds heter wordende plaat, maar zoals het genoemde Pulse Transitienetwerk het in haar visietekst van juni 2016 verwoordt: cultuur heeft als producerende sector een voorbeeldfunctie in de publieke ruimte.
Waar ons beleid consequent is in zijn neoliberale keuzes, kan de cultuursector consequent zijn in zijn duurzame keuzes
Dat is vaak niet zo moeilijk - duurzame oplossingen voor spijs en drank zijn ondertussen bekend, en ze blijken aan te slaan. Ook de deur wat vaker toehouden en de podiumlichten doven tussen twee repetitiesessies spaart al wat kilowatts uit. Maar op het vlak van mobiliteit wordt het moeilijker, en dan vereist een oplossing creativiteit. Laat dat net de kwaliteit zijn die in de sector ruimschoots voorhanden is.
Bij het creëren houdt een artiest veelal rekening met de voorziene omstandigheden bij de presentatie van zijn werk: de dimensies van het podium, de technische mogelijkheden van de theaterzalen, de akoestiek van de concertlocatie, het beschikbare budget en bijhorende beperkingen op het aantal artiesten op het podium, enzovoort. Het bedenken van oplossingen voor die randvoorwaarden stimuleert de creativiteit. Waarom zou ‘mobiliteit’ geen bijkomende voorwaarde kunnen zijn? Reisvoorstellingen moeten met de trein: ziedaar een uitdaging van jewelste voor een theaterproductie of orkestpartituur.