Sunnyside: de tijd van genieën is voorbij
Door Robin Kramer, op Mon Apr 09 2018 22:00:00 GMT+0000Kan je als kunstenaar nog gewoon ‘je eigen ding doen’, wars van de rest van de wereld? In de filmdocumentaire Sunnyside (2017) schetst Frederik Carbon het meditatieve leven van twee bejaarde artiesten. De één is architect, de ander geluidskunstenaar. Outsiders zijn ze, kunstenaars die binnen een microkosmos creëren. Sunnyside portretteert een aflopende romantiek: niet zonder aanstekelijk plezier, niet zonder verbittering.
Een boom valt in het bos. Het bos bevindt zich op een heuvel in Californië, dichtbij Sunnyside Drive, waar twee eigenzinnige kunstenaars op leeftijd als buren naast elkaar leven in ogenschijnlijke harmonie.
De eerste, architect Daniel Liebermann, leeft in zijn gefaalde laatste bouwproject, omringd door prullaria als een schrijfmachine om de Board of Architects van zijn rug af te krijgen, en de catalogus Fallingwater van zijn voormalige meester Frank Lloyd Wright. De tweede, geluidskunstenaar Henry Jacobs, spendeert zijn dagen met het opnieuw beluisteren van oude geluidsbanden en met douchen, mediteren en badderen – ontzettend veel douchen, mediteren en badderen.
Sunnyside (2017) is het debuut van de Belgische cineast Frederik Carbon, een film die net als de subjecten die erin geportretteerd worden, barst van creativiteit en levenslust, maar die tegelijkertijd ook de leegte ruimte geeft. Verstild maar nooit vervelend brengt Carbon in beeld wat de Egyptenaren horror vacui noemden.
Dit is een film die zich in zijn vorm, over de hele lengte, laat inspireren door zijn inhoud.
Dit is een film die zich in zijn vorm, over de hele lengte, laat inspireren door zijn inhoud. En dat is bijzonder knap gedaan. Als Liebermann op zijn bed ligt, zien we hem van bovenaf, zoals hij ongetwijfeld ook zichzelf ziet – een kunstenaar die nooit de ijkpunten van zijn leermeester heeft weten te behalen. Zien we Jacobs, dan stralen de shots een bepaalde warmte uit: we dansen mee met zijn aanstekelijke opgewektheid.
Zo lees je in film voortdurend de chaotische charme van zijn onderwerp – of onderwerpen. Carbon ordent zijn beeldelementen bijzonder effectief, door ze als het ware eerst naar de omgeving te laten luisteren. Daardoor blijft er ruimte om vragen te stellen.
Hoge dromen, diep gevallen
Interessante vragen zijn het, zonder dat Sunnyside ze zelf noodzakelijk wil beantwoorden. Wat is kunst waard zonder toeschouwer, bijvoorbeeld. Of misschien zelfs: wat is kunst waard in het licht van de dood? Syd Barrett, ooit de leadzanger van Pink Floyd, maakte aan het eind van zijn leven talloze schilderijen in zijn ouderlijk huis in Cambridge. Als er een schilderij af was, fotografeerde en verbrandde hij het.
Eenzelfde sentiment, al zij het minder doelbewust, is te bespeuren bij Jacobs. De geluidskunstenaar wordt in de documentaire geportretteerd als een seculiere versie van de iurodstvo, een dharma bum die zich bezighoudt met concepten als warmte en kou, horizontaliteit en verticaliteit. Als hij naar zijn oude opnames luistert, is er een zweem van melancholie van zijn gezicht te lezen, maar nooit verdriet of verbittering.
Liebermann daarentegen wordt tragischer met elk bewijs dat hij tegen diezelfde tragiek in het geweer brengt. Als hij vanonder een dekentje - gezeten tussen zijn vroege successen en recente mislukkingen - vertelt dat zijn carrière voorbij is, en dat het hem allemaal niet uitmaakt wat de Board of Architects van hem vindt, merk je ondertussen des te beter hoezeer hij daar juist onder lijdt.
De unaniem geprezen kunstenaar bestaat niet meer. Cultuurkritiek is een veelkoppig monster geworden.
Als de dochter van zijn buurman zijn ramen komt lappen, vraagt hij haar of ze erg vies zijn – hij ziet het niet meer, wat troebel is en wat helder. Dit is tekenend: zoals hij voor de helderheid van zijn ramen afhankelijk is van anderen, is hij dat ook voor de puurheid van zijn kunst. Liebermann is een man van monolithische dromen, van iets maken dat blijft staan.
Zijn buurman daarentegen weet niet eens meer wanneer of waarom hij zijn geluidscollages heeft opgenomen. Het verschilt dus per kunstenaar, per mens eigenlijk, in hoeverre de ander van belang is. Zelfs op een heuvel in Californië, met niet meer dan een flipphone als noodzakelijke technologische vernuftigheid, kan Daniel Liebermann niet aan een gevoel van mislukking ontsnappen.
Eilanden in de digitale archipel
De tijd van genieën is voorbij. De unaniem geprezen kunstenaar bestaat niet meer. Voor elke vijfsterrenrecensie wacht er een Facebook-reactie, een tweet of een stuk op een weblog. De nuance is een gegeven geworden: cultuurkritiek is een veelkoppig, chtonisch monster dat bijna geautomatiseerd dualistisch van aard is – een beetje zoals er in Star Wars altijd een Jedi en een Sith tegelijkertijd op moet staan om de force uit te balanceren. Dat is één van de gevolgen van het internet.
Een ander, misschien nog wel belangrijker gevolg, is dat het door die chronische wijdlopigheid van de kritiek steeds moeilijker wordt om puur met kunst bezig te zijn. Een goede kunstenaar is iemand die zich laat inspireren, die zich volvreet met de geschiedenis van zijn of haar discipline – al is het maar om ze vervolgens op oorspronkelijke wijze weer uit te spugen.
Maar bij het maken zijn er oogkleppen nodig, een rotsvast vertrouwen in het zelf. Een kunstenaar is de som van zijn of haar preoccupaties, en het zijn die obsessies die niet alleen door het internet als suf of onbelangrijk bestempeld kunnen worden, maar misschien nog wel erger: veel breder vertegenwoordigd zijn dan je dacht.
Misschien hangt artistieke verzadiging af van de mate waarin wij de buitenwereld toelaten?
Dat ontmoedigt. En het is die ontmoediging die we zien als Liebermann de brieven vanuit de buitenwereld opent. Jacobs echter creëert los van alles om zich heen. Hij is een eiland van een man, en de vreugde die daarbij vrijkomt is aanstekelijk. Misschien dat artistieke verzadiging, mocht zij überhaupt bestaan, dus wel degelijk afhangt van de mate waarin wij de buitenwereld toelaten.
Technologie als vergrootglas
Steeds meer van die buitenwereld is een digitale buitenwereld. Dat is een onvermijdelijk deel van het moderne leven geworden. Toch wil ik niet te sceptisch zijn over de vooruitgang van de technologie. Vijftig jaar geleden werden televisies buiten gezet omdat men bang was ‘de wereld in huis te halen’, twintig jaar daarvoor was er de massahysterie na de radio-uitzending van The War of the Worlds, omdat men in grote delen van Amerika geloofde dat er daadwerkelijk een invasie van aliens gaande was. We hebben het allemaal overleefd.
Technologie is een vergrootglas, geen caleidoscoop – ze vervormt niet zozeer de verlangens die inherent zijn aan het menszijn, maar verlengt ze. Mensen doen goede dingen en slechte dingen, dus zijn er goede en slechte hoeken van het internet.
Maar hoe aanweziger de technologie, des te groter ook het verlangen om te verdwijnen. En wat Sunnyside laat zien, is dat we wel aan de buitenwereld kunnen ontsnappen, maar niet aan onszelf. Voor elke relativering op Facebook, elk waardeoordeel op Twitter is er een stemmetje in je eigen hoofd dat zegt dat je niet goed genoeg bent. Daar valt niet aan te ontsnappen, en dat is de hele documentaire lang te merken aan Liebermann.
De bejaarde Liebermann is een oud-medewerker van de beroemde architect Frank Lloyd Wright. Die maakte een voorlopig einde aan zijn carrière na de gruwelijke moord op zijn geliefde Martha Borthwick en haar twee kinderen. Zijn comeback, jaren later, was zijn ontwerp van het Imperial Hotel in Tokyo. Toen de stad in 1923 slachtoffer werd van een aardbeving, bleef het Imperial Hotel als enige gebouw overeind staan. Dat is wat kunst is: iets proberen te maken dat blijft staan als de rest omvalt.
A heap of broken images
Na een laatste douche en een redevoering over de horizontaliteit als ‘voorbode van de dood’, leren we als kijker dat Henry Jacobs is overleden. Liebermann blijft alleen achter. Als we hem over het strand volgen, mompelt hij dat hij misschien zijn roeiboot tevoorschijn zal halen om een stuk te gaan varen. Daarvoor had hij al zijn wens uitgesproken om misschien te verhuizen, in een onbedoeld hilarische scène waarin hij zegt erover na te denken het land te verlaten. Vervolgens noemt hij Maine en Idaho als eventuele kanshebbers.
Deze documentaire is een meanderende en meditatieve duiventil van invalshoeken
Dus zelfs op een heuvel in Californië, afgesloten van alles en iedereen, blijft de drang om te ontsnappen, om nóg iets beters te zoeken, de kop opsteken. Misschien dat we alleen écht kunnen ontsnappen zoals Jacobs dat heeft gedaan: horizontaal. ‘You only know / A heap of broken images’, schrijft T.S. Eliot in The Waste Land, waarmee hij zowel het gedicht an sich voortstuwde als op zijn eigen werk reflecteerde.
In Sunnyside zegt architect Liebermann op een gegeven moment, over de spullen in zijn huis, als gevolg van zijn dwangmatige verzamelwoede: ‘It’s an array of things which have some connection. It’s like a painting.’
Deze documentaire is een meanderende en meditatieve duiventil van invalshoeken; over puurheid en perfectie, de horror van de leegte en de schijn van structuur, maar uiteindelijk ook over de onontkoombaarheid van de warmte van onze medemens. De chaotische charme van Sunnyside zorgt voor een film die niet verveelt en het zich tegelijkertijd kan veroorloven om de kijker tot extra reflecties te verleiden.