Past the deadlines
Door Caroline D'Haese, op Wed May 18 2022 22:00:00 GMT+0000'Ik zag dit werk ontstaan in vier verschillende fases en heb dus herinneringen van over zeven jaar die met elkaar in discussie gaan over wat me nu aansprak in welke vorm en waarom.' Caroline D’Haese levert voor Dance&Dare haar hoogstpersoonlijke impressie van het lange traject van dansvoorstelling TH LNG GDBY.
Ik heb de eigenlijke deadline om dit stuk in te dienen niet gehaald.
Deels omdat ik het te goed wou schrijven, maar vooral omdat ik persoonlijk in woelig water verzeild geraakt ben. En ik telkens wanneer ik wilde schrijven vanachter mijn scherm gehaald werd om mijn eigen long goodbye thuis aan te pakken.
TH LNG GDBY, waarover ik het wil hebben, werd ontwikkeld door mijn collega en vriend Tuur Marinus over een periode van ongeveer zeven jaar. Ik wil het schrijven als eerbetoon aan zijn doorzettingsvermogen voor dit onderzoek (een deadline niet halen is natuurlijk niet echt een eerbetoon). Maar ook om zijn stuk, als dat zou kunnen, aan al is het maar één toekomstige extra voorstelling te helpen.
Ook al haalt u het maar tot één zin in dit schrijfsel, dan best deze: ik ben eigenlijk helemaal ondersteboven blij bij het zien van dit stuk in zijn finale vorm.
Dat ik een uitdaging vind in dit schrijven, komt ook omdat ik het hele voortraject vanaf de zijlijn volgde en zeven van de negen dansers alumni zijn van vakken die ik een paar jaar geleden aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen doceerde. Tuur en ik waren daar toen collega-docenten en onderzoekers.
Twee van de dansers werden ondertussen collega’s. We dansen samen in voorstellingen van het gezelschap Nat Gras. (Ok, ik ben daar wel wat fier op dat ik als 42-jarige docent van hen, nu met deze nieuwe generatie dansers het podium kan delen.) Eén van de dansers zit ook nog eens in een voorstelling van mij. En voor nog één van de dansers heb ik een speciaal plekje in mijn hart ontwikkeld. Hoe moet ik hier in godsnaam aan beginnen.
Want ook al haalt u het maar tot één zin in dit schrijfsel, dan best deze: ik ben eigenlijk helemaal ondersteboven blij bij het zien van dit stuk in zijn finale vorm. Ik wil hier geen recenserende toon aanslaan (dat is ook niet de opzet van de cursus Dance&Dare). Ik zie deze tekst vooral als een schriftelijke blijk van appreciatie aan Tuur en zijn team zodat ze kunnen herlezen hoe hun zeven jaar arbeid voor TH LNG GDBY stevig geland is.
Ik zag dit werk ontstaan in vier verschillende fases en heb dus herinneringen van over zeven jaar die met elkaar in discussie gaan over wat me nu aansprak in welke vorm en waarom.
Ik bekijk mijn notities. Het is een min of meer chronologische opsomming van scènes. Ik maakte die meteen na de première in Brugge, in de Magdalenazaal.
Ik neem er een paar uit.
3D darkness / 3 types of colored costumes / laughing balls / emerging lights / full circles / individual circles / double tempo / red light shifts = great / 3D singing in light / carpet rolling / front duo singing / softness under the feet / snails / standing / elegance of light / wideness of space / realness of performers / hairbands, socks, hats = on and off / voice of the audience / singing bellies / promenade rolling / dip after silence bit / attitude versus invisible dancers / opening and closing constellations.
Het is zo vreselijk fijn als je een stuk ziet van je collega-kunstenaars en het straf werk vindt. Geen ongemakkelijke conversaties in de foyer. Gewoon strooien met enthousiasme.
Hier heb ik dus eigenlijk zo goed als niets meer aan. Het is ondertussen een maand en een relatie-einde geleden en ik ga het moeten stellen met mijn herinnering van die avond en de drie andere keren in de afgelopen zeven jaar dat ik versies van TH LNG GDBY zag.
Het is zo vreselijk fijn als je een stuk ziet van je collega-kunstenaars/-vrienden en het straf werk vindt. Geen ongemakkelijke conversaties in de foyer. Gewoon strooien met enthousiasme. En dan toch twee kleine kanttekeningen op tafel kunnen leggen omdat het stuk dat niveau van verfijning behaalde.
Maar hier heeft de lezer weinig aan. Wat heeft immers gemaakt dat ik zo ondersteboven ging tijdens het kijken naar TH LNG GDBY?
Ik ga terug in de tijd duiken.
De eerste presentatie van Tuur was vijf-zes jaar geleden in een muffig vergaderlokaaltje in de Singel. Hier zou hij, vanachter een berg boeken, het stuk dat zich in zijn hoofd aan het vormen was aan de hand van andermans geschreven gedachtes proberen te schetsen. Het was intrigerend dit schuchtere academische puzzelen te proberen volgen en vooral een denkproces eruit geperst te zien worden, zelfs in deze fragmentarische versie. Het zette je aan tot actief meedenken over de leemtes heen.
De tweede fase was een drie-/viertal jaar geleden tijdens een eerste presentatie van de voortgang van zijn onderzoek. Ik kon ondertussen de thematiek onthouden: een onderzoek naar collectiviteit binnen choreografie. Het werd voorgesteld in de Gele Zaal, een performance-ruimte van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.
Als één van dansers uitvalt, trekt het hele choreografische laken scheef.
Het werd een soort lecture performance, van achter een houten spreektafeltje waaronder nog steeds de stapel boeken als een soort noodzakelijke backbone lag. Ze waren van op de tafel naar onder de tafel verplaatst, het spreken was luider en de vertaalslag helderder. Bijzonder vond ik dat er nadien ook een aantal scènes live getoond werden waarin negen dansers (als ik het me goed herinner) de denkkaders in choreografische puzzelstukken omgezet hadden. Ik herinner me nu ook plots dat ik al beeldmateriaal gezien moet hebben in de eerste voorstelling ervan, filmopnames van repetities. Schetsen van het werkproces. Soorten (ver)weefpatronen die vertaald gingen worden naar (of door?) dansers.
Nu Tuurs gedachtes helderder klonken, zag je erna in de lichamen de struggles én de potentie van het stuk. Bewegingsfrases die, mits drastisch geoefend, fenomenaal konden worden, stunteligheid die grappig bleek en lichamen die worstelden met het omzetten van theorie naar een omgeving vol echte zwaartekracht, echte beperkingen: spieren die moe werden, vergeetachtige hoofden. Live-muziek die soms doorliep en soms stopte omdat er nog oefening nodig was. Vele toevalligheden van dit toonmoment zouden het vergelijkingskader worden waartegen ervaringen van het toonmoment jaren later dramaturgisch afgetoetst zouden worden.
Het stuk was goed op weg om te doen wat het gezegd had: bewegingsmateriaal ontwikkelen dat enkel bestond dankzij het collectief. Als één van dansers uitvalt, trekt het hele choreografische laken scheef.
Ze waren plots nog op twintig werkdagen van een première. Plots zeven jaar later. Midden in de 40 dagen creatietijd, na ruwweg 2190 dagen onderzoek.
De derde vorm waarin ik de voorstelling zag, was een try-out in Corso waar we met collega-podiumkunstenaars rond het stuk feedback samenpuzzelden. Hiaten in de dramaturgie nailen is iets waar ik bijzonder enthousiast van kan worden, zeker bij een stuk waarvan je voelt dat alles aanwezig is om de eindmeet te halen. Ik voelde me daar opnieuw in mijn element komen in deze artistieke tribe in Antwerpen. (Ik denk dat ik daar trouwens beslist heb dat ik voor mezelf een soort nomadische pendule tussen stad en platteland moet blijven bewaken om het als mens, kunstenaar en moeder te trekken). Voor de makers was dit een noodzakelijk en kwetsbaar moment waarin hun gezamenlijk opgebouwde universum (Tuur spreekt van ‘geloof’) ineens tegen wereldlijk licht wordt gehouden.
Ik hoop dat het niet te heftig was. Ze waren plots nog op twintig werkdagen van een première. Plots zeven jaar later. Midden in de 40 dagen creatietijd, na ruwweg 2190 dagen onderzoek.
‘Hey Tuur. ik wou toch nog eens zeggen dat ik er enorm van genoten heb gisteren. Ik vind het super boeiend werk. Dus ik hoop dat je met veel goesting en courage verder gaat aan je volgende twintig dagen... je hebt echt zoveel al gedaan en ik kijk er enorm naar uit om te komen kijken in februari. Voila dat wou ik toch nog een keer zeggen. En dat de feedback niet te veel je omsmijt en vooral binnenkomt als een collectieve enthousiasme over dit werk’ (Voicebericht 23 december 2021)
Tuur verrichtte jaren onderzoek en ik zag vrijdag een première in Brugge van choreografie die tegen de haren instrijkt.
De groep maakt met haar mond en adem de soundtrack van en tijdens de voorstelling. Embodied craftmanship op een niveau om van achterover te vallen.
Choreografie als textuur. Als patronen en ritme. Als collectieve effort. Het resoneert als iets wat een start van een tweede Vlaamse Golf zou kunnen zijn. Op zichzelf. Weg van het pedestrian, minimalisme, hybride, naakt gaan op scène van pakweg de afgelopen 40 jaar. TH LNG GDBY gaat voor extreme gedetailleerdheid in choreografische patronen. Extreem respect voor het vakmanschap van de dansers, lichamelijk vakmanschap dat kunst wordt. Het multitasken van de dansers op scène. Want naast het fysieke werk maakt de groep ook nog eens met haar mond en adem de soundtrack van en tijdens de voorstelling. Embodied craftmanship op een niveau om van achterover te vallen.
Negen dansers liggen als ‘kering en inslag’ in een soort raster ten opzichte van elkaar op de grond. Op de buik. Christusgewijs de voeten gekruist en armen open. Negen lichamen in drie lijnen geschrankt met elkaar op de grond. Ze houden elkaar uit alle macht vast aan enkels en polsen. Sommigen hebben een 80’s zweetband aan, anderen hebben blijkbaar van nature een glad voorhoofd en hoeven geen extra schuifband voor dat vel tegen de vloer schuivend. Ze duwen, verduwen de buurlichamen. Hierdoor verschijnt en verdwijnt de hele tijd de negatieve ruimte tussen de lichamen.
Ze dragen samen een gigantisch dik wit tapijt het podium op. Ze rollen met drie lichamen in elkaar geplakt als stout gemengde playdough kleurtjes, de groep opent en sluit zich als een stofstructuur.
Geen enkele beweging uit dit stuk lijk je als individu te kunnen uitvoeren. Symbiose als summum. Collectief. Community. De woorden krijgen tastbaarheid in dit stuk.
We vroegen ons af of klungelig zijn dan het omgekeerde van perfectie is. Of spel of onvoorspelbaarheid dat ook niet kunnen zijn.
Ik apprecieer het wankelen tussen menselijkheid en machinemadeness in dit stuk.
De anonimiteit van de performer als individu en het verlangen van de kijker die te kunnen zien. Hoe kousen aandoen dan het meest identiteitsverhullende gebaar wordt uit de hele voorstelling. Hoe je tijd krijgt om te kijken. Te horen. Te zoeken.
Een live-gecreëerde soundtrack in het begin is nu wat klassieker in deze finale versie omdat (nooduitgang?) licht verklapt van waar de dansers de soundscape maken.
Van welke danser is de eerste stem? Doordat ik ze ken; zijn dat kleine geneugten waarin ik mezelf graag verlies.
Hun blik blijft rusten op het publiek voor aanvang van de eindscène. Sommigen herkennen me. Warme blikken. Korte blikken. Blikken van erkenning.
Misschien zit daarin nog het strafste van dit hele parcours. Hoe in twintig dagen alle gaten dichtgereden werden.
Tijdens de try-out een paar maanden voor deze première staken er nog behoorlijk wat angels uit. De ‘arbeid’ van de dansers was te hard komen bovendrijven, als kijker kreeg je met hen te doen. Dat kon niet de bedoeling zijn? Ik voelde de nood om hen als personen meer te kunnen zien (omdat ze nu eenmaal bijna de hele tijd met hun buik op de grond liggen). De kledij was nog te gewoontjes. De muziek was er nu bijna de hele tijd, en veel kijkers verwezen naar het eerste toonmoment vier jaar geleden; waar stilte (toen weliswaar onopzettelijk) deel uitmaakte van het stuk en hoe de muziek nu weer nodig was om ons als publiek mee trekken. Er werd gediscussieerd over humor die onder het stof geraakt was. Doordat ze het nu zo goed konden uitvoeren, was die kant eraf gevallen. We vroegen ons af of klungelig zijn dan het omgekeerde van perfectie is. Of spel of onvoorspelbaarheid dat ook niet kunnen zijn.
En misschien zit daarin nog het strafste van dit hele parcours. Hoe in twintig dagen alle gaten dichtgereden werden. Hoe ondanks diverse problemen en mogelijke oplossingen er voortgeweven werd aan het patroon dat er lag. Hoe alle losliggende draden opgepikt werden, herpakt en doorgetrokken. TH LNG GDBY haalde zijn deadline.