Participatie 4: naar een bloeiend landschap
Door Ciska Hoet, op Mon Jul 25 2016 07:26:11 GMT+0000De vorige drie delen van dit vierluik zoomden in op de definitie van participatie, de ingediende plannen vanuit het veld en het commissiewerk. Wat valt daaruit te leren? Enkele suggesties voor een rijk en bloeiend participatielandschap.
Wie alle dossiers waarin op participatie werd ingezet naast elkaar legt, stelt vast dat er een nieuw participatielandschap tevoorschijn komt, beplant met ontkiemende krachten, bloeiende trajecten, veelbelovende plannen en hier en daar een dorre tak. Maar als we deze nieuwe functie belangrijk vinden, moeten we ons afvragen hoe we dat nieuw ontstane landschap tot verdere bloei kunnen brengen. Op basis van onze analyse hier blijkt immers dat de wortels van deze nieuwe functie niet altijd even diep gaan en bij slecht beheer al snel weer zouden kunnen uitdrogen.
Een slecht voorteken is alvast de spanning tussen de niet altijd even visionaire, maar met mooie subsidiebedragen beloonde kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap, en de dynamische, maar afgetopte kleinere organisaties. De regering polariseert het veld door minder goed geadviseerde grote spelers op te vissen, goed beoordeelde organisaties veel minder te geven dan hun adviesbedrag, en kleintjes met een voldoende te laten afvloeien. Op die manier krijgen de grote spelers geen (financiële) aanmaning om het qua participatie volgende keer beter te doen.
Tegelijkertijd wist niemand van de best scorende organisaties het budget binnen te rijven waarvan de commissie oordeelde dat het nodig was om hun plannen te realiseren. Consolidatie in plaats van innovatie loert zo om de hoek. Het nieuwe participatieve landschap dreigt al meteen vleugellam gemaakt te worden. Het weghalen van de schotten opende de deur voor vernieuwing en interessante synergieën. Maar als het beleid geen ruimte geeft voor avontuur en experiment, is er weinig nodig om die deur weer dicht te doen slaan.
Nochtans heeft participatie veel potentieel voor de sector. De kracht van deze functie schuilt niet alleen in het feit dat de kunsten midden in de wereld staan en emanciperend te werk gaan, maar ook in de nieuwe verhalen, kaders en vormen waarmee al die diverse deelnemers het veld kunnen besmetten. Wie zich wil ontdoen van neokoloniale trekjes, zal immers moeten toestaan dat de participanten de sector mee beïnvloeden en moduleren. Dat is voor sommigen misschien wat eng, maar het betekent vooral dat we ons onder meer via participatie kunnen verheugen op een frisse, zich vernieuwende sector die zich laat uitdagen door andere artistieke ideeën en normen.
Noodzakelijke voorwaarde is wel dat deze functie gelijkwaardig benaderd en ingezet wordt, en niet als het kleine broertje. Het zou alvast de goede kant opgaan mocht er werk gemaakt worden van meer solidaire partnerschappen. Organisaties die participatie als kern hebben, kunnen heel wat betekenen voor andere kunstenorganisaties – en omgekeerd – maar ook over de functies heen kunnen nieuwe creatieve relaties zuurstof geven aan het veld. Laat die kruisbestuivingen maar komen!
Naar een heldere definitie
Verder moet de verwarring over de definitie van participatie weggewerkt worden. Zowel de organisaties als de commissies zijn vragende partij voor duidelijker richtlijnen. Vrijwel allemaal zijn ze het erover eens dat louter toeleiden onvoldoende is, en dat een voorstelling die het publiek actief betrekt daarom nog geen voorbeeld is van een participatief project. Anderzijds heerst het gevoel dat de huidige criteria onvoldoende rekbaar zijn om alle waardevolle participatieve projecten te honoreren.
Toeleiden en goedkope tickets zijn onvoldoende, maar tot waar kunnen we nog wél over ‘goede’ participatie spreken?
Het ligt bijvoorbeeld niet voor de hand dat een participatief traject altijd begeleid moet worden door een professionele kunstenaar. Want wanneer is iemand dat precies? Pas wanneer die persoon er een hoofdinkomen uit haalt? Voor wie deelnemers mede-eigenaar maakt van het artistieke parcours, is ‘professioneel kunstenaar’ sowieso al een problematische omschrijving. En hoe mager het ook mag klinken, soms kan je als organisatie al heel zinvol voor participatie kiezen door louter je repetitieruimte ter beschikking te stellen van jong talent uit de buurt. Evengoed kunnen blits ogende co-creatieve processen ongewild uitmonden in een paternalistisch geheel, waarbij blanke middenklasses aan divers geweld uitleggen hoe echte kunst er uitziet. Zinvolle participatie is in de eerste plaats een contextuele vraag.
Maar voor een helderder definitie kan het misschien soelaas bieden om terug te grijpen naar het verschil tussen deelnemen en deelhebben dat ontstond onder minister Anciaux. Er tekent zich immers een spectrum af met aan het ene uiterste ‘fundamentele participatie’ (deelhebben), waarbij de deelnemer eigenaar is van het artistieke proces. Aan het andere uiterste is er ‘instrumentele participatie’ (deelnemen), die vooral grotere en diversere doelgroepen naar het aanbod wil leiden. Het is precies binnen dit spectrum dat organisaties vandaag opereren, en het is dus ook over dit spectrum dat de discussie moet gaan. Toeleiden en goedkope tickets zijn onvoldoende, maar tot waar kunnen we nog wél over ‘goede’ participatie spreken? Het zou al een mooi begin zijn mochten de organisaties hun participatieve praktijken kunnen definiëren aan de hand van het continuüm tussen beide uitersten.
Hoeveel is participatie waard?
En dan is er nog de eeuwige angel van de diversiteit. Niet alleen wordt die term al te vaak verengd tot etnisch-culturele diversiteit, we mogen ons stilaan gaan afvragen of het plaats maken voor kunstenaars met een beperking of een andere artistieke traditie nog wel onder ‘participatie’ moet vallen. Kunstenaars die klaar staan om een rol te spelen in de sector, moeten niet eerst nog gekneed en geëmancipeerd worden voor ze die rol mogen opnemen. Wat dat betreft is het dus geen kwestie meer van methodieken ontwikkelen en gesprekken voeren, maar wel van ruimte maken voor divers talent binnen de functies ontwikkeling, productie, presentatie en reflectie.
Een laatste, en niet minste, reden waarom participatie kwetsbaar is, is wellicht weinig verrassend: geld. Steven Vandervelden van STUK besloot ons interview niet voor niets met de uitspraak dat hij vooral hoopt dat er voldoende budget zal worden gegarandeerd om te kunnen blijven zoeken. Maar dat was nog hoopvol vóór de bekendmaking van de subsidiebudgetten. Participatieve processen zijn bij uitstek arbeidsintensieve en trage trajecten die niet altijd direct meetbare resultaten opleveren. Binnen het huidige politieke klimaat zijn ze daarmee een vogel voor de kat. ‘Wij zetten graag in op meer participatie en educatie’, merkt Marieke De Munck van Vooruit op, ‘maar de overheid lijkt niet te begrijpen hoeveel tijd en geld dat kost. En er wordt al zoveel onbetaald werk gedaan door kunstenaars en cultuurwerkers.’
Zeker de organisaties die op participatief vlak weliswaar ambitieus waren, maar nog in de kinderschoenen staan, dreigen na deze teleurstellende subsidieronde eerst te moeten snoeien in hun participatieve plannen. De vele organisaties die planden een participatie-medewerker aan te nemen, zullen hun begroting alleszins moeten herzien. En hoewel ze het enkel over de projecten en beurzen heeft, sluit dit aan bij Eline Van Hoyes grootste verzuchting over haar werk als commissielid: ‘Al die tijd, al die energie, al de nuance die we aan de dag hebben gelegd bij de beoordeling. Om dan uiteindelijk vijf frank te verdelen.’ Fuck participatie? Laat ons hopen van niet.
Heb je hier zelf ook ideeën over? Kom je er op 2 september live mee bemoeien op het Grote Participatiedebat tijdens het TheaterFestival.
Ciska Hoet is theaterwetenschapper en directeur van RoSa.
Met grote dank aan An Van den Bergh (Demos), Wouter Hillaert en Kunstenpunt.
Met de medewerking van: Unie der Zorgelozen, Brussel Behoort Ons Toe, Eastman, Theater M, Globe Aroma, LOD, Muziekpublique, Ultima Vez, kleinVerhaal, Rataplan, Zomer van Antwerpen, Kloppend Hert, Amaj, Antigone, Villanella, Yellow Art, BRONKS, Het KIP, aifoon, MET-X, De Veerman, Laika, BUDA, RASA, HETGEVOLG, MATRIX, Campo, Cie Tartaren, De Bijloke, Musica, Victoria Deluxe, KVS, Theater Tartaar, Manoeuvre, Zonzo Compagnie, w wh at*, WIT.H, Luxemburg, Jeugd en Muziek, De Centrale, Zinneke, Kaai, Recyclart, deSingel, Tutti Fratelli, Kunstencentrum België, PlatformK, bij’ De Vieze Gasten, De Batterie, Concertgebouw, ART BASICS for CHILDREN, Kunst in Zicht, kunstZ, Antwerpen Averechts, Madam Fortuna, STUK, AB, Stad Genk, ARSENAAL/LAZARUS, Vooruit, NTGent en HETPALEIS