Post-porn: een nieuw begin
Door Virginie Platteau, op Mon Jan 27 2014 11:30:05 GMT+0000Hebben we op pornografisch vlak ongeveer alles gehad? Wanneer de geblaseerde blootverzadiging toeslaat, duikt post-porn op. Deze strekking herdefinieert porno as we know it, door er met de nodige agressie en storende beelden de eenzijdigheid van aan te duiden. Kan dat, subversieve pornografie? Valt porno te bestrijden met meer porno?
‘Post-porn modernism’ is het product van de pro-seks feministische beweging van de jaren 1980 in Amerika, die zichzelf opwierp als een alternatief voor het zogeheten ‘abolitionist feminism’, dat elke vorm van vrouwelijke seksualisering verwierp. De Spaanse activiste en (porno)kunstenares María Llopis noemt het ‘meta-porno’: ‘Het brengt een complexere visie op seks, die ook de analyse van de oorsprong van onze lust behelst, en een directe confrontatie met het ontstaan van onze seksuele fantasmen. Post-porn is een kritiek op de moderne westerse pornografische “rede” die gekenmerkt wordt door misogynie en heteronormativiteit. Het probeert de heersende gemeenplaatsen te deconstrueren, vandaar de verwijzing naar (post)modernisme.’ ‘Post-porn modernism’omvat culturele eindproducten als performances, boeken, films, video’s, installaties en interventies in de publieke sfeer. In de VS en Groot-Brittannië is post-porn al een volwaardig academisch onderzoeksonderwerp.
Concreet gaat het om een verbreding van het ‘porno-veld’. Zo zijn er haast ontroerende beeldinstallaties over de seksualiteit van oudere vrouwen. Expliciete performances met jongens en meisjes die niet over een perfect gestroomlijnd lijf beschikken. Pakkende, maar serene getuigenissen van vrouwen over de seksuele revolutie in Egypte. Aanklachten tegen het buitensporig hoge aantal keizersneden in bepaalde landen. Een androgyne zangeres met een strak T-shirt waarop staat: ‘I believe in the radical possibilities of pleasure, babe.’ Een theaterstuk over kunstmatige inseminatie, waarbij de moeder-in-spe in een soort ritueel de beste keuze maakt uit drie kandidaat-donoren, een performance over eicelinvriezing, een ode aan de menstruatie …
De artistieke en inhoudelijke kwaliteit van alles wat zich onder de noemer post-porn schaart, loopt duidelijk uiteen. Het lijkt bij momenten een vergaarbak voor alles wat queer en weird is, maar wat ook vaak getuigt van grote artistieke scherpzinnigheid, ingegeven door een genotzuchtige vorm van activisme, of vice versa. Seksualiteit en intimiteit (wat je zeer zelden ziet in mainstreamporno) worden creatief ingezet als politiek wapen om de samenleving in vraag te stellen. Seks is politiek, lijkt telkens de baseline van post-porn. Maar biedt het een valabel alternatief voor de (al dan niet voorziene) bijwerkingen van mainstreamporno?
Het taboe is dood, leve het taboe
Seks is politiek, lijkt telkens de baseline van post-porn
Eén bijwerking is dat porno, door de overkill, steeds minder haar beloftes waarmaakt. Volgens P.C. Hooftprijswinnaar Willem Jan Otten (Denken is een lust, 1985) biedt porno mannen de mogelijkheid iets te hanteren wat in werkelijkheid voor hen onhanteerbaar is. Het geeft ze een gevoel van controle dat niets met vrouwenhaat te maken heeft, maar met het verlangen ‘je eigen lust te regisseren alsof het om een ander ging’. Pornografie bestaat bij gratie van objectivering. Het is de uitdrukking van een diep verlangen naar soevereiniteit, naar de illusie van overgave, terwijl men alles net sterk onder controle houdt. Ondanks de onweerstaanbare opwinding van porno, blijft er ook altijd iets aandoenlijks aan. Die zieligheid ligt in de schamelheid van de kitscherige enscenering en het effectbejag, welke hoogtepunten van libertijnse zelfbevrijding men er ook in wil zien. Uiteindelijk blijft het een surrogaat.
Vandaar dat porno in de kern iets teleurstellends heeft. Lust en verlangen beleven slechts een tijdelijk hoogtepunt in het overwinnen van de hoogst persoonlijke schaamte en de beperkte menselijke conditie, door een totale overgave aan fysieke processen. Het is instantconsumptie, maar altijd hyperzelfbewust. Die overwinning op de schaamte is op zich opwindend genoeg, maar heeft weinig te maken met het echt celebreren en bevredigen van lichamelijk verlangen. Daarvoor is porno te voorspelbaar. Hoe technisch vergezocht of onwaarschijnlijk creatief in zijn genre ook, uiteindelijk komt het altijd op hetzelfde neer: een vorm van penetratie in een per definitie geënsceneerde climax.
Wat is er geworden van die belofte van vrijheid die van porno uitging? Wie zich vandaag uitlaat over abjecte voorkeuren of fetisjen, wordt als conservatief bestempeld, net als wie bezwaren kan hebben tegen een lustpil voor vrouwen. Daarbij lijkt het echte taboe te verschuiven naar het emotioneel geraakt zijn, het getroffen worden door een irrationeel verlangen naar een ander, en dat bewust te doorleven, zonder het meteen te willen bevredigen.
We zijn nu bevrijde libertijnen, zonder god of gebod. Alleen is de vreugde na de verworven ‘vrijheid, blijheid’ van de jaren 1960 maar van korte duur gebleken. Vrijheid gaat vervelen wanneer er geen grenzen meer zijn om te overschrijden. In een genotseconomie waar seks zonder emotionele betrokkenheid zo toegankelijk is en als standaard wordt aangeboden, heerst in wezen een angst voor het echt libidineuze. Lees de romans van Houellebecq. De dwang van het seksuele genot heeft lusteloosheid tot gevolg, angst voor echte overgave aan de eigen emoties en die van de ander, angst voor intimiteit. Het is een verontrustende trend, onder meer in Japan, waar een groeiend aantal jongeren geen relaties meer aangaan en geen geslachtsgemeenschap meer hebben, omdat het te omslachtig is, teveel gedoe geeft. In plaats daarvan gaan ze wel sporten, gamen, of desnoods – als het niet anders kan – masturberen met internetporno.
Vrijheid gaat vervelen wanneer er geen grenzen meer zijn om te overschrijden
Ondanks alle bevrijding blijft er hunkering naar een norm, een (morele) afbakening die het verlangen kan aanwakkeren. Door het overaanbod dreigt inflatie, de grote beschikbaarheid en het gemak van de consumptie zorgen voor uitholling. Daarbij komt de mateloosheid, de gewenning, de oppervlakkigheid, de drang naar meer. Volgens Bataille behoudt de geslaagde transgressie immers het verbod om ervan te genieten. De transgressie van pornografie blijkt niet geslaagd, want het gebrek aan verbod en aan echte bevrediging maakt het verslavend. Seksverslaving als onderschat probleem komt aan bod in Steve McQueens film Shame of in de stroom aan zelfhulpgroepen en getuigenissen, ook van bekende personen, op sites als yourbrainonporn.org. Lang geleden beschreef Frans Kellendonk dit al in Mystiek Lichaam (1986):
‘Je kunt tien, twintig jaar in een gloed van geilheid leven, al je bloed vlak onder je huid, en dan ineens merken dat je vanbinnen bestorven bent, een bloedeloos kreng aan een vleeshaak. Je merkt dat je tijdens de liefde naar liefde snakt zoals de kettingroker tijdens het roken smacht naar zijn volgende sigaret. Seks zonder voortplanting, al is het maar de angst daarvoor, wordt een dwangneurose. Om van de fysica der lustbevrediging iets duurzaam opwindends te maken, moet er een beetje metafysica bij.’
Porn in the eye of the beholder
Een andere voorspelbare tegenreactie op de hyperseksualisering is een doorgedreven moralisering. Om de zoveel tijd wordt gewag gemaakt van nieuwe preutsheid, een herwonnen pudeur die zich bijvoorbeeld uit in nipplegate-schandaaltjes, of de censuur van Facebook op foto’s van kleine kinderen in hun blootje in een ploeterbad, of in het feit dat je nog amper monokini op het strand ziet. Zelfs kleine meisjes dragen tegenwoordig haast allemaal een bovenstukje bij hun zwembroek, wat weer een omgekeerd effect heeft: het verhullen van wat er nog niet is, en zo suggereren dat er iets is wat niet gezien mag worden. De doorgedreven seksualisering heeft tot gevolg dat naaktheid verschraald is en alleen nog met seks en porno in verband wordt gebracht, zelfs bij een half ontblote moederborst met een drinkend kind. Het is niet dat soort reactionaire pudeur dat ons grenzen zal teruggeven om intenser te genieten. Het zijn staaltjes van een plaatsvervangende, misplaatste schaamte die de naaktheid perverteert, terwijl eigenlijk alleen de blik hier pornografisch is.
Hoe vrijgevochten en grensverleggend sommige scenario’s ook lijken, ze getuigen van een levensgroot taboe op de geile vrouw
Paradoxaal genoeg geldt die moraliserende toon ook voor de waanzinnige verkoopsuccessen van licht consumeerbare SM-boeken zoals de onvermijdelijke en beter doodgezwegen Fifty Shades of Grey. Hoe vrijgevochten en grensverleggend sommige scenario’s ook lijken, ze getuigen van een levensgroot taboe op de geile vrouw. In de onderwerpings- en overmeesteringsfantasie is de vigerende gedachte immers dat de verantwoordelijkheid voor je lustgevoelens buiten jezelf ligt. Dat primaire lust niet bestaat.
Lust for life – real life
_Post-porn _wil de lust en het verlangen teruggeven aan de belever ervan. Dat gebeurt in zeer diverse manifestaties voor zeer diverse mensen, maar allemaal getuigen ze van activisme en een veelal intelligente, creatieve en vaak – maar niet altijd – feminiene omgang met seksuele beeldtaal. Porno wordt niet gediaboliseerd zoals in repressieve varianten van feminisme, die er impliciet van uitgingen dat in elke man een potentiële verkrachter schuilt. In de meest geslaagde vormen van post-porn is zelfs geen sprake van genderproblematiek, alles wordt omhelsd, zeker ook queerness en transgenderexpressies. Dit is geen blind hedonisme, maar een genotsbeleving die zich bewust is van de ruimere werkelijkheid buiten het eigen lijf.
Tegelijk stelt post-porn ook de porno-industrie in vraag, en dan vooral de manier waarop de hedendaagse verbeelding van onze seksualiteit een constructie van de media is. Porno onthult veel, maar niet noodzakelijk een waarheid over seks. Door de toeschouwer te verontrusten en van zijn stuk te brengen, probeert post-porn hem zelfbewust te maken van genormaliseerde attitudes en mechanismen van onderdrukking. In hoeverre zijn seksuele daden en identiteiten niet gewoon sociale constructies? Zo is er een mooie fotoreeks van wat close-ups lijken van openstaande gulpen van damesbroeken. Bij nader inzien blijkt het om V-vormige mannendecolletés te gaan, waar het borsthaar al dan niet welig uit piept. Dat je eerste blik zich vergist, zegt veel over de stereotiepe beeldentaal waaraan we blijkbaar onbewust gewend zijn.
Sommige exploten van post-porn lijken een haast hysterisch achterhoedegevecht te leveren, letterlijk en figuurlijk in de marge van de heersende seksuele beeldvorming. Toch kent het openbreken van het relatief enge, cleane en vaak erg commerciële beeld dat in porno gecultiveerd wordt, steeds meer bijval. Bij ons zijn er tot dusver geen kunstenaars die zich expliciet als post-porn profileren, al sluiten de acts van het Gentse muzikale fenomeen Kenji Minogue hier, wellicht onbedoeld, naadloos bij aan. Een nummer als ‘Nomnom’ speelt ook voortdurend met de suggestie van stereotiepe pornobeelden, tot letterlijke vleesbewerking toe, in een hilarische tekst die bulkt van de clichés en van Vlaamse schamelheid, op strakke elektrobeats. Het nummer ‘Danny’ – met een haast psychedelische, ingenieuze clip – suggereert ook ontsnapping aan de seksuele prestatiedruk, al is dat maar één mogelijke interpretatie van ‘Als je niet kan komen, wel kom dan niet’ (maar dan in het West-Vlaams, en in waanzinnige outfits). Ook tijdens hun liveoptredens trekken Conny Komen en Fanny Willen, zoals ze zich noemen, zich hoegenaamd niets aan van de druk om zo vrouwelijk en voordelig mogelijk op het podium te staan. Het zit hem in de details, zoals hun string met een vachtje boven een nogal lubberend spandexpakje. Post-porn van eigen bodem, met onderkoelde humor.
Post-porn stoort de gevoeligheden, moedigt de contradictie aan en wil dat je je ongemakkelijk voelt
Post-porn-artiesten experimenteren en creëren zelf hun expliciet seksuele artistieke inhoud. De socioculturele waarde daarvan heeft erkenning gevonden dankzij de Franse documentaire Mutantes (Féminisme Porno Punk), en in zekere zin ook binnen Roland Barthes’ kader over ‘plaisir’ en ‘jouissance’, wat het post-porn-toeschouwerschap een theoretische basis kan geven. ‘Reguliere’ porno valt dan onder datgene wat genoegen doet, euforiseert en volledig in lijn is met de heersende cultuur; ‘plaisir’. _Post-porn _stoort de gevoeligheden, moedigt de contradictie aan en wil dat je je ongemakkelijk voelt. Dit noemt Barthes de ‘jouissance’; een gevoel van vervreemding bij het genot, van discomfort. Door het expliciete van wat getoond wordt en vooral door je in te schakelen als een actieve toeschouwer die zich vragen gaat stellen en je niet louter te beschouwen als een geile consument die snelle bevrediging zoekt. Of de merites van post-porn evenveel maatschappelijke impact zullen hebben, dan wel het verlangen opnieuw naar waarde schatten, zal moeten blijken. Haar zeer verdienstelijke en artistiek interessante uitingen verdienen in elk geval een breed publiek, dat zich niet uitsluitend lichamelijk laat prikkelen.
Virginie Platteau is leerkracht Engels en Nederlands in Brussel.