Maskerade. De gezichten van Madonna

Door Dominique De Groen, op Wed May 31 2023 22:00:00 GMT+0000

Daagt Madonna de patriarchale blik op ouder worden uit of gaat ze erin mee? 'Madonna is de perfecte belichaming van de inherente dubbelzinnigheid van de maskerade', stelt Dominique De Groen.

Op 6 februari, tijdens de 65ste editie van de Grammy Awards, kondigde Madonna het optreden aan van Sam Smith en Kim Petras. Een historisch moment, aldus Madonna, want Petras was de eerste transvrouw ooit die er optrad. Maar de dag nadien gingen de headlines daar niet over. ‘Madonna unrecognizable at Grammys’, kopten de tabloids, en ‘Fans “so confused” by Madonna’s “new face” at Grammys 2023’, en ‘WHO'S THAT GIRL? Madonna looks unrecognizable during bizarre Grammy Awards speech’. In de artikels werd druk gespeculeerd over welke plastische ingrepen ze had laten uitvoeren. Een geërgerde Madonna wendde zich tot Instagram. ‘Once again’, schreef ze daar, ‘I am caught in the glare of ageism and misogyny that permeates the world we live in. A world that refuses to celebrate women past the age of 45.’ Sinds enkele jaren is Madonna’s Instagrampagina voor de tabloids en het grote publiek een onuitputtelijke bron van controverse, leedvermaak en verontwaardiging. De hypergestileerde, gefilterde, seksueel suggestieve foto’s die ze post, lokken steevast een stortvloed uit van speculaties over plastische chirurgie, moraliserende aanmaningen om zich ‘naar haar leeftijd te gedragen’, en onverbloemde walging voor haar schaarsgeklede ouder wordende lichaam.

Waarom lokt het spektakel van een oudere vrouw die zich zonder verhullende kleding vertoont, überhaupt zoveel controverse, handgewring en schijnheilige bezorgdheid uit?

Het vitriool neemt vaak de vorm aan van concern trolling: venijnige en betuttelende opmerkingen onder het mom van legitieme bezorgdheid. Er scheelt iets met haar mentale gezondheid, luidt het; ze is er zich niet van bewust hoe tragisch en wanhopig haar onvermogen is om zich naar haar leeftijd te gedragen; iemand moet dit oude besje met haar waanvoorstellingen tegen zichzelf beschermen. Madonna zelf schrijft in haar post strijdvaardig dat ze niet van plan is zich te beginnen verontschuldigen voor haar voorkomen en kledij, en besluit dat ze uitkijkt naar ‘many more years of subversive behavior – pushing boundaries – standing up to the patriarchy’. Kunnen we Madonna’s poses en schaarse tenues inderdaad lezen als subversief, als tactieken van verzet tegen het patriarchaat? En waarom lokt het spektakel van een oudere vrouw die zichzelf openlijk erotiseert en zich zonder verhullende kleding vertoont, überhaupt zoveel controverse, handgewring en schijnheilige bezorgdheid uit?

67 going on 20

De tragiek van de ouder wordende (vrouwelijke) ster die zich wanhopig vastklampt aan haar jeugd, is een troop zo oud als de entertainmentindustrie zelf. Mary Pickford, een van de eerste grote sterren van de stille film, werd dankzij haar engelachtige uiterlijk bekend met rollen als onschuldig jong meisje. Toen ze uiteindelijk, ver in de dertig al, op het punt kwam waarop ze onmogelijk nog tieners kon vertolken (een moment dat samenviel met de opkomst van de geluidsfilm, die veel acteursloopbanen deed sneuvelen), doofde haar carrière uit, raakte ze verslaafd aan alcohol en trok ze zich terug op haar landgoed in Beverly Hills. Toen ze op haar 67ste in verband met een zakelijke kwestie voor de rechtbank moest verschijnen en ze daar naar haar leeftijd werd gevraagd, antwoordde ze, onder ede: ‘I’m 21, going on 20.’ Pickford leek in haar belevingswereld bevroren te zijn als 21-jarige – alsof ze, wat er ook gebeurde met haar fysieke huls, in essentie nooit ouder kon worden dan haar beeltenis op het witte doek op het hoogtepunt van haar roem.

De angst voor het ouder worden leidt tot een soms haast dwangmatige zelfdisciplinering, waarbij vrouwen tekenen van veroudering obsessief opsporen en trachten uit te wissen.

Pickford gold als een van de inspiratiebronnen voor Billy Wilders film noir Sunset Boulevard (1950). Wilder overwoog zelfs haar te vragen voor de rol van Norma Desmond, een ooit gelauwerde actrice die er niet in was geslaagd de overgang te maken naar de geluidsfilm en die de vergane glorie van vergeten filmsterren belichaamt. De rol ging uiteindelijk naar Gloria Swanson, zelf een van de grootste sterren van de stille film, wier carrière ver over haar hoogtepunt was toen Wilder haar opnieuw voor het voetlicht bracht. In Sunset Boulevard leidt Norma Desmond een kluizenaarsbestaan in haar villa diep in de Hollywood Hills, waar ze in een eindeloze lus haar gloriedagen herbeleeft door haar oude films steeds opnieuw te bekijken. Urenlang staart ze naar de jongere, perfect uitgelichte versie van haar eigen gezicht: de externe manifestatie van haar zelfbeeld, dat net als dat van Pickford bevroren is in de tijd, steeds meer losgekoppeld van haar materiële lichaam.

Desmond is geobsedeerd door haar uiterlijk. In één montage onderwerpt een bataljon schoonheidsexperten haar gezicht en lichaam aan een lange reeks behandelingen, massages en crèmes, die haar fysieke verschijningsvorm terug moeten doen samenvallen met haar ideaalbeeld. Norma is een product van de Hollywoodmachine, waarin waarde (vooral aan vrouwen) wordt toegekend op basis van jeugd en schoonheid. Een carrière lang waren het haar looks die haar roem en bewondering opleverden, en net als bij zoveel andere vrouwen in de industrie begon dat alles rond haar veertigste onverbiddelijk weg te ebben. De film plaatst Norma’s narcisme, melancholie en snel escalerende waanvoorstellingen niet in het vacuüm van de individuele (vrouwelijke) psychologie, maar in de context van een mediacultuur waarin jeugd en conventionele schoonheid verpakt worden als handelswaar, en hun inwisselbare menselijke dragers botweg worden afgedankt wanneer ze te oud zijn geworden.

Een uitdrukking als ‘het tikken van de biologische klok’ illustreert hoezeer we het vrouwelijke lichaam zien als een entiteit die gedefinieerd wordt door chronologie en het dreigende verval.

Voor vrouwen, schrijft socioloog Eva Illouz in haar boek Why Love Hurts (2011), is het verstrijken van de tijd dramatischer en ingrijpender dan voor mannen. Zij zijn zich scherper bewust van hun leeftijd. Illouz duidt hiervoor enkele oorzaken aan. Ten eerste is er de rol van de schoonheidsindustrie en haar marketingmachine, die zich buitenproportioneel op vrouwen richt. De antiverouderingsmarkt, die in 2021 globaal zo’n 60 miljard dollar waard was, cultiveert een angst voor ouder worden, construeert de oudere vrouw als een onbegeerlijk doembeeld dat alleen presentabel kan worden gemaakt met de juiste producten. Die angst leidt tot een soms haast dwangmatige zelfdisciplinering, waarbij vrouwen tekenen van veroudering obsessief opsporen en trachten uit te wissen. Een tweede reden zijn de medische data en het culturele discours rond de afnemende vruchtbaarheid bij vrouwen van boven de dertig. Een uitdrukking als ‘het tikken van de biologische klok’ illustreert hoezeer we het vrouwelijke lichaam, veel meer dan het mannelijke, zien als een entiteit die gedefinieerd wordt door chronologie en het dreigende verval. Ten derde is de seksuele marktwaarde van vrouwen nog steeds heel erg gekoppeld aan hun uiterlijk en jeugdigheid, mede door de manier waarop vrouwen in de kapitalistische beeldcultuur worden opgevoerd en geseksualiseerd. Bijgevolg daalt hun ‘waarde’ naarmate ze ouder worden. Die van mannen, die sterker wordt bepaald door status (maatschappelijk, economisch, intellectueel enz.), groeit vaak net met de jaren. Ook wat uiterlijk betreft zijn mannelijke schoonheidsidealen minder innig verstrengeld met jeugd, getuige het archetype van de silver fox, de sexy, gesofisticeerde, elegante oudere man.

Eindeloze optimalisering

Als gevolg van deze mediacultuur voelen veel vrouwen zich onder druk gezet om gigantische hoeveelheden geld, tijd en (onbetaalde) arbeid te investeren in het onderhouden en perfectioneren van hun uiterlijk. In ‘Always Be Optimizing’, een essay uit haar bundel Trick Mirror (2019), beschrijft Jia Tolentino de ‘ideale vrouw’ als een vrouw die constant bezig is zichzelf op punt te stellen: een nooit aflatende sisyfusarbeid van haircare, make-up, waxen, scheren, epileren, fillers, botox, manicures en BBB-work-outs. Vrouwelijke lichamen consumeren een gigantisch arsenaal aan goederen om hun voorkomen te optimaliseren, wat in het laatkapitalisme geldt als een investering in het zelf. Het ‘ideale’, zichzelf continu verbeterende lichaam – gecodeerd als slank, strak, jong en wit (of raciaal ambigu, zoals de Kardashians, die het schoonheidsideaal in het afgelopen decennium meer dan wie ook hebben bepaald) – onderwerpt zich aan een strenge discipline, en is zowel consument als consumptiewaar.

Het jolijt waarmee onflatterende foto’s van Madonna werden gepubliceerd, droeg een niet mis te verstane boodschap uit: het ouder wordende vrouwelijke lichaam heeft geen plaats in de mainstream popcultuur.

De benadering van het lichaam als eindeloos project zien we ook bij Madonna. Al sinds de jaren 1980 staat zij erom bekend zichzelf telkens weer heruit te vinden, bij iedere albumcyclus te reïncarneren als een nieuwe persona, die vaak de esthetische en seksuele normen van dat moment ter discussie stelt en ondermijnt. Haar talent voor metamorfose, en haar opvatting van haar uiterlijk en imago als fundamenteel kneedbaar, kenmerken ook de manier waarop ze omgaat met ouder worden in de spotlights. Ten tijde van haar album Confessions on a Dancefloor (uit 2005, toen ze rond de veertig was) beoefende ze dagelijks een uur ashtanga-yoga, een uur pilates en een uur aerobics, en pleegde ze haar zakelijke telefoontjes op de stairmaster. Op een leeftijd waarop veel vrouwelijke popsterren stilletjes uit beeld verdwijnen, besloot zij haar lichaam niet weg te stoppen maar het, atletischer dan ooit, te etaleren in strakke glitteroutfits.

Uit de tienermagazines die ik halverwege de jaren 2000 verslond, herinner ik me de smalende, geschandaliseerde artikels over Madonna’s afgetrainde lijf. Het was, zo luidde de consensus, onnatuurlijk voor haar leeftijd. Af en toe verried haar lichaam haar: haar armen waren net iets te pezig, de aders te dik onder de huid van haar handen. Het jolijt waarmee onflatterende foto’s werden gepubliceerd, droeg een niet mis te verstane boodschap uit: het ouder wordende vrouwelijke lichaam heeft geen legitieme plaats in de mainstream popcultuur, en al zeker niet wanneer het seksueel suggestieve danspassen uitvoert in strakke turnpakjes. Madonna vocht, althans volgens deze media, een bij voorbaat verloren strijd. Het maakte immers niet uit wat ze deed: hoe ouder een vrouw wordt, hoe verder ze afwijkt van het vrouwelijke ideaalbeeld, waarvan jeugd en vruchtbaarheid nu eenmaal integraal deel uitmaken.

Gedeterritorialiseerd lichaam

Dat nauw gedefinieerde ideaalbeeld maakt dat de ouder wordende vrouw zich vervreemd kan beginnen te voelen van haar eigen lichaam. De fysiologische realiteit komt steeds minder overeen met een zelfbeeld dat vaak verstrengeld is geraakt met dominante representaties van vrouwelijkheid. Maar wat als die discontinuïteit ons zou verlossen van de eindeloze zelfoptimalisatie die dat ideaalbeeld afdwingt? Misschien kunnen we, in de terminologie van Gilles Deleuze en Félix Guattari, spreken van een deterritorialisering: een ontmanteling van traditionele codes en identiteitsconstructies ten voordele van flux en transformatie. Een gedeterritorialiseerd lichaam maakt zich los uit de kaders aan de hand waarvan het eerder werd begrepen en beoordeeld. Het ouder wordende vrouwelijke lichaam wordt gedeterritorialiseerd in die zin dat normatieve constructies van vrouwelijkheid – in termen van vruchtbaarheid of een eng opgevat schoonheidsideaal – niet langer van toepassing zijn, en dus ook niet kunnen worden gebruikt om het te controleren.

Misschien is het precies op het punt waarop Madonna zo ver gaat in haar maskerade dat ze dreigt te verglijden in pastiche en karikatuur, dat haar verzet zichtbaar wordt.

Bij mezelf en in gesprekken met vriendinnen merk ik enerzijds een angst voor het verlies van onze jeugdige looks, maar tegelijkertijd een vermoeden dat dat verlies op sommige vlakken een opluchting zou zijn. In een maatschappij die jeugd fetisjeert, gaat de teloorgang daarvan onvermijdelijk gepaard met statusverlies. Maar misschien kan dat verlies tegelijkertijd aanvoelen als een last die wegvalt, als een kans om jezelf heruit te vinden en te herdefiniëren volgens andere termen. Ouder worden kan ruimte vrijmaken voor andere manieren om de eigen lichamelijkheid te beleven en in te vullen, die minder nauw samenhangen met externe goedkeuring en meer met bijvoorbeeld plezier, vreugde of zintuiglijkheid.

Misschien kan ouder worden zelfs fungeren als een soort ‘gelijkmaker’ tussen conventioneel aantrekkelijke vrouwen en vrouwen die sowieso nooit hebben beantwoord aan het schoonheidsideaal. Het wist dat onderscheid tot op zekere hoogte uit, of maakt het op zijn minst minder scherp. In die zin kan het misschien aanleiding geven tot een uitdieping van vrouwelijke solidariteit. Ouder worden herinnert ons eraan dat we niet alleen een lichaam hebben, maar ook een lichaam zijn: een lichaam dat kwetsbaar is, dat constant aan het veranderen is en geen default state kent, dat onderhevig is aan verandering en verval – en wat dat betreft zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Zo’n besef kan niet alleen bevrijdend zijn, maar ook verbindend.

Trickster van middelbare leeftijd

Onderzoekster Kathleen Woodward beschrijft in Aging and its Discontents (1991) hoe oudere vrouwen zich aan de buitenwereld presenteren als jonger dan ze werkelijk zijn middels een resem tactieken die zij ‘maskerade’ noemt, een term afkomstig uit de psychoanalyse en de feministische kritiek. Theoretici als Luce Irigaray hebben het concept gebruikt om de strategieën te beschrijven waarmee vrouwen oppervlakkige kenmerken van vrouwelijkheid adopteren om niet alleen te voldoen aan maatschappelijke verwachtingen, maar ze ook te gebruiken in hun voordeel. In die zin functioneert de maskerade, zoals Woodward schrijft, tegelijkertijd als een conformering aan dominante sociale codes én als verzet tegen die codes.

De maskerade is pas subversief wanneer zij niet leidt tot een krampachtig conformisme aan het geïdealiseerde beeld van de jongere vrouw.

Madonna is de perfecte belichaming van de inherente dubbelzinnigheid van de maskerade. Ze ondermijnt de ongeschreven regels die dicteren wat ‘gepast’ is voor haar leeftijd, en verzet zich zodoende tegen een maatschappelijk discours dat oudere vrouwen afschrijft als onaantrekkelijk of onzichtbaar. Anderzijds zouden we kunnen argumenteren dat ze net meegaat in normatieve constructies van vrouwelijkheid en in de fetisjering van jeugd, aangezien haar Instagramfilters, make-up, plastische chirurgie en fitnessregime allemaal gelezen kunnen worden als deel van een poging om aan die standaarden te blijven voldoen. Maar misschien is het precies op het punt waarop Madonna zo ver gaat in haar maskerade dat ze dreigt te verglijden in pastiche en karikatuur, dat haar verzet zichtbaar wordt.

Net wanneer het lichaam absurd en nonsensicaal wordt, een (al dan niet bedoelde) parodie op het ideale vrouwbeeld, kan het ontsnappen aan zijn normatieve identiteit. Het lichaam dat door onsubtiele plastische chirurgie, extreme fitness en overmatige make-up excessief en grotesk is gemaakt – het gezicht vervormd en pillowy van de fillers en implantaten, de tanden zo wit en gelijkmatig en de huid zo glad dat ze unheimlich en alien worden –, clasht met de verwachting dat oudere vrouwen discreet zijn in hun verschijning. Het verwordt bovendien tot een parodie op het ideaal van constante zelfoptimalisatie, en op de neoliberale opvatting van het lichaam als een rationeel, economisch project. Dit lichaam verkeert in een constante flux – niet omdat het zich op een teleologisch traject naar een te realiseren ideaal bevindt, maar omdat het zichzelf heruitvindt in transformaties zonder richting of doel.

Ditmaal is Madonna’s transgressie misschien vooral geslaagd omdat haar transformatie imperfect is.

Het blijft natuurlijk opletten voor het conservatieve potentieel van de maskerade. De maskerade is pas subversief als zij niet leidt tot een krampachtig conformisme aan het geïdealiseerde beeld van de jongere vrouw, maar net tot een experimentele en vreugdevolle zoektocht naar wat het oudere lichaam is of kan betekenen. Weigeren ‘zich te gedragen naar haar leeftijd’ is potentieel transgressief, maar vervult dat potentieel pas als er openingen worden gemaakt naar andere manieren om zichzelf te tonen en te vieren, andere manieren om gemeenschap en solidariteit te ervaren, die niet terugverwijzen naar een teloorgegane jeugd.

Madonna heeft haar carrière gebouwd op het ondermijnen van stereotiepe beelden en het uitdagen van constructies van vrouwelijkheid. Door te spelen met symbolen en archetypes, van katholieke iconografie tot BDSM-esthetiek, daagde ze steeds de normerende identiteiten uit waarin vrouwen worden opgesloten – de maagd, de hoer, de moeder. Op dezelfde manier daagt ze nu de verwachtingen uit die aan oudere vrouwen worden opgelegd. Maar ditmaal is haar transgressie misschien vooral geslaagd omdat haar transformatie imperfect is; net omdat Madonna ogenschijnlijk probeert eruit te zien als een jonge vrouw, maar daar niet in slaagt. Ze ziet er jong noch oud uit, voldoet aan geen enkel ideaalbeeld, en brengt daarom ongemak teweeg. In haar huidige incarnatie zie ik haar als een soort dadaïstische trickster van middelbare leeftijd: haar lichaam als een levend experiment, dat we niet per se hoeven te begrijpen.