La SAPE, beweging als tegenmonument
Door Roland Gunst, op Wed Mar 24 2021 23:00:00 GMT+0000Welke zwarte figuren of praktijken verdienen absoluut een plaats in ons collectieve geheugen? Kunstenaar Roland Gunst herkent in de bevrijdingsstrategie SAPE een inspirerend antwoord op koloniale machtsdynamieken. Luidt de vraag al te vaak of oude monumenten moeten blijven of verdwijnen? SAPE leert ons hoe we kunnen transformeren door continue beweging.
Centraal in mijn werk staat de zoektocht naar een hybride identiteit als nieuw mensbeeld, om etnische en genderverschillen te transformeren tot krachtige potentiële dynamieken die ons naar een gedeelde toekomst kunnen leiden.
Als student in de jaren 1990 zocht ik het artificiële licht en de luide muziek op van het uitgaansleven, om bewust de greep te verliezen op mijn identiteit en mijn lichaam. Het was een poging om mijn bestaan te deconstrueren tot een louter organische, intuïtieve vorm om zo herboren te worden. Ik ervoer dit als een rituele parade waarbij mijn lichaam zich overgaf aan een fluïde dansperformance, een cosmetische en kosmische trip die tot in de vroege ochtend zou duren. Het enige attribuut in dit ritueel was mijn minutieus uitgekozen kledij, waarmee ik een een ‘chariot of fire’ creëerde die me zou transporteren naar een utopische plek, waar ik me van de onderdrukking en het racisme zou kunnen bevrijden die ik dagelijks tegenkwam.
In de dansbars konden Congolezen een herboren en bevrijde identiteit performen die culturele, nationale en gendercategorisering vervaagde.
Het is pas recent dat ik mijn toenmalige verschijningen in nachtclubs herken als psychomotorische strategie om mijn lichaam en geest te bevrijden. In het onderzoek dat ik al enkele jaren voer naar transidentiteiten stootte ik op de traditie van de sapologie, een bevrijdingsstrategie van Congolese dandies tegenover de koloniale overheersers. In het gedrag en de verschijningsvormen van deze sapeurs kon ik mijzelf en mijn vroege, identitaire experiment perfect herkennen.
Publieke performance
In SPIRIT CAPITAL, een voorstelling die ik momenteel ontwikkel, onderzoek ik de geschiedenis en de methode van de sapologie en hoop ik een hedendaagse en toekomstige, hybride SAPE-identiteit te creëren. In de voorstelling bewegen zich twee vrouwelijke, uiterlijk identieke performers door de theaterruimte. Het scènebeeld evoceert de ‘tropical bungalow’, een woningtype dat door de koloniaal in Congo werd geïnstalleerd en was ingedeeld volgens het principe van ‘zoning’, het strikt scheiden van bewegingsruimte voor witten (de koloniale residenten) en zwarten (het lokale huishoudelijk personeel). De ‘boys’, de zwarte jongens die er werkten, begonnen het gedrag en de kledingstijl van de witte overheerser te kopiëren en zich op allerhande manieren eigen te maken. Het was het begin van een rijke traditie van sapologie. Deze vorm van cultureel kannibalisme vormde een tegencultuur tegenover het ruimtelijk, sociaal en raciaal indelen van lichamen.
Een ‘sapeur’ performt in de publieke ruimte zoals op de dansvloer, om telkens opnieuw een transformatie van de onderdrukte naar de bevrijde identiteit mogelijk te maken.
Sinds 1920 ontwikkelden zich la Sape-communities (voluit la Societe de Ambianceurs et des Personnes Elegantes) in Congo-Kinshasa en Congo-Brazzaville. In dans- en muziekbars konden Congolezen een herboren en bevrijde identiteit performen die culturele, nationale en gendercategorisering vervaagde. Door het performen van fluïde gendernormen kan de sapeur machtsverhoudingen herschikken of machtsconcentratiepunten verplaatsen.
Een sapeur performt in de publieke ruimte zoals op de dansvloer, om telkens opnieuw een transformatie van een onderdrukte naar een bevrijde identiteit mogelijk te maken. De dansvloer van de nachtclub verandert zo in een ruimte waar het verleden en de toekomst van een mens of gemeenschap kritisch onderzocht en geconstrueerd worden. Het is een ruimte waar identiteiten door repetitieve rituelen (on)gedaan kunnen worden gemaakt.
Lieu de mémoire
SAPE brengt drie dimensies of concepten samen die centraal staan in mijn breder onderzoekswerk: performatieve identitaire praktijken, fluïde identiteiten en het menselijk lichaam als belangrijkste ‘lieu de memoire’. Ze sporen samen in de ontwikkeling van een nieuw mensbeeld dat als antwoord dient op strategieën van onderdrukking door het kapitalistisch systeem.
Fluïde vormen hebben het het potentieel in om statische, onderdrukkende architecturen open te breken. Trauma kan helen via monumenten in beweging.
De vormen waarin ik dit onderzoek weergeef kunnen heel verschillend zijn, maar spelen zich af binnen de disciplines beeldende kunst, film en performance. Momenteel werk ik aan de voorstelling SPIRIT CAPITAL, die in augustus in Zuid-Afrika en in september in deSingel in première zal gaan. De titel verwijst naar een object uit de Congolese Luba-traditie: een houten hoofdsteun, met aan de basis meestal twee identieke, vrouwelijke figuren. Deze objecten dienen als ‘lieux de mémoire’ en worden beschouwd als geest- en geschiedeniscontainers. Ze zijn onderdeel van een complexe, reflectieve en historische infrastructuur binnen de Luba-gemeenschap.
Een ander belangrijk object uit de Luba-cultuur is het memory board, een mnemonisch instrument dat gebruikt wordt om geschiedenis te lezen, te interpreteren en te vertellen, en waarvan de lezing afhangt van wie het object activeert. In de voorstelling wil ik de scène transformeren tot een geritualiseerde plek die geactiveerd en gelezen wordt als een memory board. Alle aanwezigen worden uitgenodigd voor een ruimtelijke en mentale reis waarin historisch onderdrukte lichamen via bewegingen, woorden, geluiden, muziek en uiterlijke transformaties de ketens van de geschiedenis kunnen afwerpen en zich bevrijden.
Bewegende monumenten
Het principe dat organische containers zoals menselijke lichamen of andere beweeglijke structuren binnen de Luba-cultuur gezien worden als ‘lieu de memoire’, clasht volledig met de Westerse constructie van geschiedenis en herinnering. Het verleden en vaak ook anti-democratische ideologieën en autoritaire leiders worden hier via monumenten op niet-kritische en statische wijze verheerlijkt. Fluïde vormen houden echter het potentieel in om statische, onderdrukkende architecturen open te breken. Trauma kan helen via monumenten in beweging, die een constant (her)positioneren van identiteiten mogelijk maken.
Door het maatschappelijke afbakenen van identiteit als hermetische zuil is er geen ruimte voor experiment en blijven we gefixeerd op trauma’s uit het heden en verleden.
‘Lieux de memoires’ zijn ruimtes waarin de status quo niet zomaar aanvaard, maar onderhandeld wordt. Westerse monumenten waarvan de betekenis herbekeken moet worden, moeten daarom niet per se uit het stadsbeeld verdwijnen, maar kunnen gebruikt worden als memory board, om via verschillende lezingen nieuwe betekenissen te genereren. Het weghalen van monumenten maakt het daarentegen mogelijk om geschiedenis te vergeten en te manipuleren. Dit idee van beweeglijke monumenten is te herkennen in strategieën van bewegingen zoals Black Lives Matters, die symbolische ruimtes zoals koloniale monumenten op een spontane manier inpalmen of kapen.
In mijn beeldend werk kies ik vaak voor een nieuwe fluïde materie die het statische beton en steen kan vervangen. KWANGA of ‘het leven’ in het Kikongo (een Congolese taal) is de naam die ik gaf aan het Afro-Europese rubber dat ik in mijn werk gebruik als medium om deze visie van fluïditeit te materialiseren. Dit rubber is genoemd naar Congolees brood gemaakt van maniok, dat ook ‘Kwanga’ heet. Kwanga-rubber heeft de kenmerken van wit Congolees rubber. Net als vloeistoffen kunnen kwangastaven in elke vorm worden getransformeerd. Net als vaste stoffen zijn ze veerkrachtig. Ze kunnen altijd terugkeren naar hun oorspronkelijke vorm. Kwangastaven symboliseren voor mij een ruimte van correlatie tussen Afrikaanse en Europese culturele tradities. Rubber – ooit een symbool van koloniale overheersing – wordt een symbool van macht.
‘Lieux de memoires’ zijn ruimtes waarin de status quo niet zomaar aanvaard, maar onderhandeld wordt.
Door het maatschappelijke afbakenen van identiteit als hermetische zuil is er geen ruimte voor experiment en blijven we gefixeerd op trauma’s en gebeurtenissen uit het heden en verleden. Via beeldend werk, film en performance wil ik beweeglijke monumenten installeren waarin mensen zichzelf ruimte kunnen geven om te verkennen wie ze zijn en willen zijn en waar we samen naartoe kunnen transformeren. Met dit werk wil ik bovendien zichtbaarheid geven aan bestaande strategieën en tradities, zoals sapologie en gebruiken uit de Luba-cultuur, die breder als antwoord kunnen dienen tegen statische en ouderwetse machtsdynamieken.