Hoe cultuur vormgeven na corona? Vijf lessen uit de tweede Tuesday Talk
Door Redactie rekto:verso, op Thu May 14 2020 22:00:00 GMT+0000Als gevolg van de coronacrisis staat de cultuursector voor cruciale maanden. En dus faciliteren rekto:verso, Kunstenpunt en State of the Arts elke dinsdagavond een online debat rond een prangende vraag. Voor onze tweede Tuesday Talk op 12 mei luidde die vraag: hoe cultuur vormgeven na corona? We vatten de belangrijkste antwoorden voor u samen.
#TerugNaarNormaal of #BeterNaCorona? Welke lessen moeten kunst en cultuur uit de coronacrisis trekken en welke rol spelen ze in de samenleving die we na de lockdown heropbouwen? In deze Tuesday Talk lezen we de huidige situatie in een sociaaleconomische context, en vragen we ons af hoe de kunsten daarin overleven en welke existentiële rol ze nadien moeten vervullen. Of zoals moderator Wouter Hillaert het verwoordt: ‘Als er een refresh button is, zou het dan helpen om die aan te klikken?’
Bekijk het Engelstalige gesprek van Rachida Aziz (activist, schrijver, bezieler Le Space), Agnes Quackels (co-directeur Kaaitheater), An Vandermeulen (coördinator Globe Aroma) en Christophe Meierhans (theatermaker, lid Extinction Rebellion) over wat de cultuursector kan doen in coronatijden, en hoe ze zich daarna moet herdefiniëren.
Of lees de vijf belangrijkste lessen.
1. Corona legt een systeemcrisis bloot
Terwijl de Vlaamse regering met zijn economische herlanceringscomité snel Het Nieuwe Normaal wil voorbereiden, vraagt Rachida Aziz zich af of we niet eerst de fundamenten daarvan moeten bevragen. In april schreef ze met Christophe Callewaert een opiniestuk over de clash tussen health en wealth, een dilemma dat ze toelichtte met de woorden van Nobelprijswinnaar economie Paul Romer: ‘We zitten gevangen in het trauma: de economie vermoorden of meer mensen vermoorden.’
‘Corona is het symptoom van een systeemcrisis’, zegt Aziz. ‘Hoe we daarmee omgaan, zal deze maatschappij diepgaand beïnvloeden.’
‘Corona is het symptoom van een systeemcrisis’, zegt Aziz. ‘Hoe we daarmee omgaan, zal deze maatschappij diepgaand beïnvloeden. Een gesprek daarover ontbreekt echter, want de regering beslist zelf hoe we verder moeten. Haar exitstrategie is bedoeld om de huidige economie weer op te bouwen, een neoliberaal kapitalisme dat gebouwd is op uitbuiting en goedkoop werk.’
Dat een nationale regering zeker de macht heeft om echte veranderingen teweeg te brengen, heeft Christophe Meierhans tijdens deze crisis geleerd. ‘Dat is een positief aspect ervan: de crisis heeft de overheid weer in het centrum geplaatst en haar verantwoordelijkheid onderstreept.’
Maar die overheid moet wel structurele verandering beogen, stelt Aziz: ze moet ingrijpen in een kapitalistisch triagesysteem dat bepaalt welke mensen tellen en welke niet.
‘Eigenlijk brak de hel vorige zomer al los, met bosbranden in Australië, Brazilië en Sub-Saharaans Afrika, stormen in de Bahama’s, pogroms in India. Die catastrofes raakten alleen othered bodies in Zuiden van de wereld. Nu zo’n ramp ook ons treft, zien we hetzelfde triagemechanisme in werking treden. Ook hier worden mensen in compartimenten opgedeeld: zo mag een zieke in een woonzorgcentrum volgens de regering niet naar het ziekenhuis gebracht worden. Daar is geen debat over gevoerd. We zijn al 500 jaar gewend aan een systeem dat patriarchie, racisme, slavernij en ontmenselijking van zwarten voortbracht. Na eeuwen van exploitatie bereikt dat nu zijn culminatiepunt. #MeToo, Time’s Up, Black Lives Matter tonen hoe geëxploiteerde lichamen hun stem opeisen. Al die bewegingen doen ons nu in een systeemcrisis van het kapitalisme belanden. Voor kunst en cultuur is de vraag hoe we met die crisis moeten omgaan. Wat is onze verantwoordelijkheid in health en wealth?’
2. Zeg geen exitstrategie, wel Open Up-strategie
De term ‘exitstrategie’ is misleidend, stelden ook co-directeurs van het Kaaitheater Agnes Quackels en Barbara Van Lindt in een open brief naar hun publiek. ‘We zijn er nog lang niet aan toe om deze crisis achter ons te laten. We moeten immers zoeken naar perspectieven voor een wereld mét dit virus, een nieuw terrein waarin we ons anders zullen bewegen. Is een Open Up-strategie niet gepaster?’
In de Tuesday Talk licht Quackels toe wat zo’n strategie voor de kunsten kan betekenen. ‘Ze stelt niet alleen de vraag naar de kunst zelf, maar ook naar de diepgaande reflectie daarrond en wie daaraan mag deelnemen. Een Open Up-strategie zoekt nieuwe perspectieven en andere manieren om met de wereld om te gaan. Ze vraagt niet om een eenmalig festival – dan zou je opnieuw in een neoliberale logica belanden – maar om duurzame samenwerkingen op de lange termijn waarin ook kleine organisaties een rol spelen. Als instelling moet je zo’n verlangen naar ruimte, tijd en budget vertalen: het gaat er niet om stemmen te gebruiken om te steunen wat jij belangrijk vindt, maar ook om hen mee de agenda laten bepalen.’
‘Onzichtbaar zijn lijkt vandaag een catastrofe voor een instelling, maar misschien is het net gezond om soms te ‘slapen’.’
Quackels formuleert alvast één structureel voorstel voor zo’n strategie. ‘Onzichtbaar zijn lijkt vandaag een catastrofe voor een instelling, maar misschien is het net gezond om soms te ‘slapen’. In de toekomst zouden we evengoed periodes van grote activiteit kunnen afwisselen met periodes van totale onzichtbaarheid.’ Die logica doet denken aan het Amsterdamse Veem Huis voor Performance, dat slechts 100 dagen per jaar opent om de kwaliteit te waarborgen binnen het beperkte subsidiekader.
Maar onzichtbaarheid hoeft geen inactiviteit of leegstand in te houden. ‘Onzichtbaarheid gaat, meer dan over het produceren van kunstobjecten, over het creëren van een cultuur’, zegt Christophe Meierhans. ‘De kunstpraktijk zelf verdwijnt in zekere zin, omdat ze geïnvesteerd wordt in andere domeinen.’ An Vandermeulen wijst erop dat ook een cultuursector die op volle toeren veel infrastructuur onbenut laat. ‘Sommige kantoren staan leeg, maar ook de podia zelf en de plaatsen waar het publiek ‘s avonds wacht, blijven overdag ongebruikt. Nochtans hebben veel mensen overdag ruimte nodig, om bijvoorbeeld te slapen of een telefoon op te laden. Die lege ruimte zou ik graag herdenken.’
3. Creëer nieuwe verhalen
Welke existentiële rol kunnen de kunsten verder opnemen in een maatschappij tijdens en na corona? De belangrijkste rol van kunst is volgens Meierhans het creëren van nieuwe verhalen. ‘Wanneer onze manier van leven door elkaar geschud wordt, kunnen we het belang van verbeelding opnieuw scherpstellen. Zeker nu we in gesloten cirkels leven, is het belangrijk om de blik open te breken. Wat vinden we waardevol, wat noemen wij een goed leven? In een tijd die onze beweging en consumptie inperkt, moeten we zulke vragen opnieuw stellen.’
‘Wanneer onze manier van leven door elkaar geschud wordt, kunnen we het belang van verbeelding opnieuw scherpstellen. Zeker nu we in gesloten cirkels leven, is het belangrijk om de blik open te breken.’
Waarin kunnen nieuwe verhalen verschillen van de oude? Volgens Meierhans moet het collectief opnieuw het centrum van het kunstenveld vormen. ‘Het dominante discours is nog steeds dat van het briljante individu en de individuele ondernemer, terwijl het collectief slechts de uitweg is bij schaarste. Dat aspect van de kunstproductie wil ik herbekijken. Daarom noem ik mijn eigen praktijk niet langer kunst, maar wel activisme. Ik doe hetzelfde – schrijven, acties bedenken – maar dan los van enig auteurschap of enige originaliteit. Als activist zet ik mijn artistieke knowhow en skills op een concretere manier dan via reflectie of het creëren van beelden.’ Al waarschuwt Quackels voor instrumentalisering als die vlieger voor alle kunstenaars zou opgaan: ‘Kunst kan ook politiek zijn zonder als dusdanig gelabeld te worden.’
Opvallend eensgezind zijn de sprekers wel over de sociale richting van die nieuwe verhalen. ‘Een nieuw narratief moet een gemeenschappelijk narratief zijn’, vindt Aziz. ‘Laten dus beginnen met het zoeken van die gemeenschappen. En daarbij ook kijken naar plaatsen ver weg van subsidies en officiële organisaties, waar kunst bloeit in de marge. Bij Le Space hebben we geen vast pand meer, maar zo ontstaan de wildste ideeën, zoals een kunstproject gelinkt aan een gemeenschappelijke tuin, die we later kunnen delen met de buurt. De decentralisering verandert onze dynamiek.’
4. Stap uit de cultuurbubbel
Decentralisering, de zoektocht naar een nieuwe ‘wij’: ook dat is een belangrijke les om uit deze crisis te trekken, vindt Aziz. ‘Het eerste wat deze cultuursector zou moeten doen, is uitbreken uit dat sectoridee en cultuur definiëren als essentieel deel van een gemeenschap. Kijk naar de open brief die 300 kunstenaars op 11 mei aan premier Wilmès schreven. Zij vroegen noodmaatregelen voor de sector als sector. Nu, ik betwist niet dat we in de onmiddellijke behoeften van kunstenaars moeten voorzien. Maar in feite vragen de kunstenaars een eenmalige lening van een woekeraar, want achteraf zouden ze in dit beleid gewoon opnieuw in de rij staan om te bedelen. Zolang we niet het feit bevechten dat het gevraagde geld ook geld uit onze eigen zakken is, stellen we het probleem alleen uit. Laat ons dus nadenken over hoe we die voorstellen om onze mentale, fysieke en materiële gezondheid te waarborgen kunnen brengen op een collectieve manier. Dit moment geeft ons de kans daartoe. Cultuurhuizen moeten nu bepalen hoe ze het komende decennium willen aanpakken. Dit is hét moment om dat als deel van de samenleving te doen, en niet alleen als sector.’
‘Het eerste wat deze cultuursector zou moeten doen, is uitbreken uit dat sectoridee en cultuur definiëren als essentieel deel van een gemeenschap.
‘Cultuur is als sector ook niet zo onderscheidend’, voegt Quackels toe, ‘want we volgen dezelfde regels als andere sectoren. Ook hier is het mantra dat onbetaald werk van kunstenaars de enige manier is waarop we kunnen werken. We moeten beseffen dat zo’n argument gebruikt wordt om kinderarbeid en slavernij te legitimeren. Onze organisaties zouden nu cruciale beslissingen voor de toekomst moeten nemen, maar soms vraag ik me af of deze crisis daarvoor wel lang genoeg duurt.’
5. Begin vandaag
Niet wachten tot morgen, dat is ook de boodschap van An Vandermeulen. Met Globe Aroma bleef ze tijdens de coronacrisis aan het werk. ‘Onze taak is het faciliteren van een kunstpraktijk, maar we kijken ook altijd naar de obstakels rond die praktijk. Soms betreffen die huisvesting of juridische problemen, vandaag de coronacrisis.’ En dus ging Globe Aroma mensen zonder een huis, voedsel of internet uit de nood te helpen. ‘Daarvoor werken we doorgaans al samen met sociale organisaties, maar op hen stond al grote druk, dus zochten we in Brussel zelf een centrum om in hun basisbehoeften te voorzien. Zo hebben we samen met organisaties als Petit Rien, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en Brussels Boxing Academy de Beursschouwburg heropend.’
‘Onze taak is het faciliteren van een kunstpraktijk, maar we kijken ook altijd naar de obstakels rond die praktijk. Soms betreffen die huisvesting of juridische problemen, vandaag de coronacrisis.’
‘Mensen en organisaties met wie we nooit hadden gepraat, leren we nu beter kennen’, merkt Vandermeulen. En dat gesprek kan ook de kunstpraktijk beïnvloeden. ‘Deze samenwerking opent deuren om specifieke obstakels aan te pakken, maar creëert ook mogelijkheden om anders met een publiek om te gaan. Veel kunstorganisaties hebben een publiekswerker om zich met mensen te verbinden. Nu hebben ze eindelijk zelf de tijd om andere manieren uit te dokteren. Als ze hun kennis en skills integreren in een nieuwe context, ontstaat vanzelf een nieuw narratief, dat ook hun programmatie kan beïnvloeden. Brusselse organisaties zoals Beursschouwburg behandelen nu al thema’s als gemeenschap, zorg en liefde in hun programma. Maar het culturele doel van een organisatie is nauw verweven met haar sociale of humanitaire inzet. Als je nieuwe samenwerkingen creëert, zal de kunst vanzelf volgen.’