Het financiële slagveld genaamd corona
Door Wouter Hillaert, op Mon Mar 16 2020 23:00:00 GMT+0000‘Ik heb géén inkomen meer. Nul. Niets.’ Deze noodkreet van een zanger-cabaretier is lang niet de enige tussen de 425 reacties die al binnenkwamen bij het digitale meldpunt van kunstenaarsplatform State of the Arts. Ook in de cultuursector blijkt corona niet louter een gezondheidskwestie, maar vooral een financiële aderlating. Cultuurwerkers rapporteren nu al gemiddeld 4.400 euro per persoon aan verloren inkomsten.
Heel terecht voorzag de Vlaamse regering vrijdag meteen een noodfonds voor de horeca, met een forfait van 4.000 euro voor ondernemingen die verplicht zijn moeten sluiten, en 2.000 euro voor winkels met verplichte weekendsluiting. Ook na 3 april wordt er zo nodig 160 euro per dag beloofd. Daarnaast is er 100 miljoen vrijgemaakt voor crisiswaarborgen voor bedrijven die door de crisis schulden opbouwen die ze niet meer kunnen betalen.
Voor de cultuursector beperken de ingrepen van overheidswege zich voorlopig - naast algemene compensatiemaatregelen voor alle sectoren - tot een ballonnetje vol begrip van minister-president Jambon in De Zevende Dag en zijn eerdere oproep aan de bevolking om uit solidariteit betaalde tickets voor geannuleerde evenementen niet te recupereren. ‘Als iedereen nu zijn geld gaat terugvragen, komen de cultuurhuizen in de problemen.’
‘Waarom moet de burger in de bres springen, en niet de overheid?’
‘Een druppel op een hete plaat’, vindt freelance geluidstechnicus Daan Kerkhof. ‘Waarom moet de burger in de bres springen, en niet de overheid? Geen geld voor cultuur en de evenementensector, maar wel voor negen ministers van volksgezondheid?’ Zelf zag Kerkhof veertien binnen- en buitenlandse concerten afgelast. ‘In plaats van een kleine 9.000 euro bruto kan ik voor de maand maart slechts 600 euro factureren.’
Solidariteit heeft haar grenzen
De solidariteit van toeschouwers blijkt overigens onberekenbaar, horen we bij Els De Bodt van jeugdtheater hetpaleis. ‘Er zijn inderdaad mensen die ons laten weten dat ze geen geld terug hoeven te krijgen, anderen kiezen voor een waardebon, maar er zijn er ook veel die met de nodige gêne en verontschuldigingen toch gewoon hun geld terugvragen.’
Het Concertgebouw roept zijn publiek intussen zelfs actief op om in solidariteit met artiesten geen compensatie te vragen. ‘De financiële middelen die we zo behouden, zal het Concertgebouw integraal investeren in de kunstenaars die het zwaarst zijn getroffen door het jobverlies. We beseffen wel dat deze middelen niet toereikend zullen zijn.’
In Gent hoopt Franky Devos van Vooruit op een gelijkaardige gezamenlijke boodschap van de Gentse cultuurhuizen richting hun publiek, om hun ticketgeld aan de geannuleerde artiesten te schenken. ‘Ik stel me voor dat we dat steunbedrag dan onder die artiesten verdelen, met aandacht voor ieders situatie. Wellicht kan een gesubsidieerd gezelschap als Ontroerend Goed het verlies net iets beter opvangen dan een jonge muziekband?’
Dus ja, het coronavirus spreekt wel degelijk de onderlinge solidariteit aan. Alleen blijkt de economische werkelijkheid in de cultuursector een stuk complexer dan 12 of 20 euro wegschenken aan een muziekclub, een kunstencentrum of een ensemble. Die organisaties hebben ook nog vele andere verloren inkomsten of al gemaakte kosten, waar een publiek géén impact op heeft. Jambons recente besparing van 6%, bijvoorbeeld.
‘Het zijn de mensen met de laagste lonen die de eerste slachtoffers zijn.’
Bij al die gecontacteerde kunstorganisaties en -instellingen klinkt wel steeds hetzelfde signaal: ‘Waar we ons vooral zorgen over maken, zijn de freelancers aan het einde van de keten. Velen werken al in precaire omstandigheden, maar ook nu betalen zij weer het gros van de rekening. Het zijn de mensen met de laagste lonen die de eerste slachtoffers zijn.’
Hoe ziet dat er in de praktijk uit? En hoe komt het geld bij de kunstenaars zelf terecht? Via een rondvraag bij producerende en presenterende kunstorganisaties volgen we doorheen deze longread de vallende dominosteentjes tot bij de artiesten en freelancers. Een afdaling in een steeds diepere put…
50 jaar tegenover drie dagen
Collegium Vocale zou tot Pasen zijn vijftigste verjaardag groots vieren met twintig concerten van Bachs Johannes- en Mattheüspassie in evenveel concerthallen over heel Europa, met respectievelijk 43 en 91 musici. Eén voor één vielen die prestigieuze opvoeringen van hun referentiewerk als dominosteentjes om: eerst Oostenrijk, dan Duitsland, daarna Nederland en België, als laatste Frankrijk. Op drie dagen cancelde corona de hele tournee.
Voor toehoorders van Brussel tot Moskou betekent dat in de praktijk een vrije avond, voor het ensemble zelf en alle betrokken musici een dikke streep door hun rekening. Op een jaarlijkse omzet van 4 miljoen was dit project begroot op 1 miljoen.
‘De precieze verliezen zijn we nog in kaart aan het brengen’, aldus Sophie Cocquyt. ‘Maar de meeste kosten waren natuurlijk al gemaakt: gages voor de repetities, instrumentenhuur, 75% voorschot op de vliegreizen, verblijfkosten, visa voor Rusland voor 90 man… Wat kunnen we daar nog van recupereren? Zullen de concerthallen toch nog een deel van onze uitkoopsom compenseren? En hoe reageren onze grote sponsors, als we nergens optreden?’
Uitstellen is niet echt een optie: dit najaar heeft Collegium Vocale al een andere grote verjaardagstournee gepland, en passies spelen met Kerst noemt Cocquyt vijgen na Pasen. ‘Onze musici stonden er zelf op om de generale van vrijdag dan maar te filmen en als fiere video op onze website te plaatsen, maar dat is slechts een klein doekje voor het bloeden. Na maanden voorbereiding voelt deze situatie compleet surrealistisch.’
‘Alle lonen compenseren betekent dat het ensemble zo goed als zeker failliet gaat.’
Alle betrokken musici zien hun inkomsten dus noodgedwongen geschrapt. Ze kunnen ook geen aanspraak maken op de gewoonlijke compensatieregeling bij vele muziekensembles als die zelf concerten skippen: pakweg 50% van de voorziene gage bij annulering twee maanden voor het concert, 75% bij één maand voor datum, 100% in de laatste twee weken… ‘In dit geval spreken we over overmacht, dus geldt die regeling jammer genoeg niet’, aldus Cocquyt. ‘Eén sopraan zei me zelfs dat ze twee keer verliest: ze nam voor deze tournee verlof zonder wedde bij de school waar ze lesgeeft, waardoor haar vervangster nu thuis zit met haar loon.’
Producenten zonder reserves
Bij vele andere producerende organisaties hoor je hetzelfde verhaal. Brussels Jazz Orchestra moest vijf concerten, vier repetitiedagen én alle voorziene gages schrappen, maar heeft nog goede hoop op nieuwe speeldata later dit jaar. ‘Eens die vastliggen, overwegen we om onze muzikanten nu al uit te betalen voor die concerten, zodat hun cashflow niet in gevaar komt’, legt Koen Maes uit. ‘Maar alles compenseren, met enkel uitgaven en geen inkomsten, betekent dat het ensemble zo goed als zeker failliet gaat.’
Individuen zijn jammer genoeg de pineut, concludeert hij. ‘Gelukkig geven onze meeste muzikanten ook les en kunnen ze nog terugvallen op dat loon. Twee zelfstandigen in hoofdberoep uit onze kernbezetting heb ik geïnformeerd over het speciale overbruggingsrecht dat de Vlaamse Gemeenschap voor hen voorziet. Maar het blijft voor al onze artiesten en freelance technici een pijnlijke zaak.’
Ook bij jeugdtheatergezelschap Studio ORKA, dat met zijn voorstelling Pied de Poule net begonnen was aan een zo goed als uitverkochte tournee van twee maanden, werden alle contracten met vier acteurs, een muzikant en enkele technici per direct opgezegd. ‘Geld om hen door te betalen is er gewoonweg niet’, verklaart Herwig Onghena. ‘Dat maakt van deze crisis zo’n schok. Aangezien verreweg de meeste uitgaven in de podiumkunsten naar lonen gaan, zijn artiesten altijd het eerste slachtoffer als er inkomsten wegvallen.’
Vanuit de getroffen acteursploeg klinkt weliswaar begrip. ‘Als alle uitkoopsommen wegens overmacht niet betaald worden, heeft ORKA nu eenmaal niet de financiële marge om ons ingeschreven te houden’, zegt één speler. ‘Maar in plaats van een volwaardig loon val ik nu dus terug op een werkloosheidsuitkering. Dat is 700 euro netto minder per maand. En voor zelfstandige acteurs is het nog veel moeilijker. Stel dat dit twee maand duurt...’
Mike Naert van Het Depot gaat daar al bijna van uit. Van de 21 concerten en evenementen die de Leuvense muziekclub heeft moeten schrappen, zijn de meeste meteen verplaatst naar juni of september, de minder drukke maanden bij clubs. ‘Als al die verschuivingen lukken, zullen er bij ons en onze artiesten dus niet meteen grote verliezen te noteren vallen.’ De helft van het Depot-personeel is intussen immers al tijdelijk werkloos verklaard, en deze week volgen er nog enkele werknemers. Zij krijgen dan wettelijk gezien nog 70% van hun loon.
‘Alles verplaatsen is één grote fictie.’
‘Maar de grote vraag is hoelang dit zal aanhouden’, waarschuwt Naert. ‘We kunnen niet blijven concerten verplaatsen. De ticketverkoop voor de rest van dit voorjaar is intussen ook al plat gevallen: mensen wachten af. Laat ons dus hopen dat dit niet te lang duurt, en dat alles daarna terug aanzwengelt. Anders zal de impact meteen vermenigvuldigen.’
Bovendien is evenementen verplaatsen zeker niet voor elke sector even evident. ‘Voor ons en veel andere podiumkunstenorganisaties is dat een gigantisch gepuzzel met beschikbaarheden van spelers en vrije momenten bij presentatieplekken’, zegt Onghena van ORKA. ‘Bovendien zullen uitgestelde voorstellingen altijd in de weg komen zitten van eerdere plannen voor die periode, dus moet je als gezelschap keuzes maken. En dat zullen programmatoren óók doen. Alles verplaatsen is één grote fictie.’
Dat stellen ook meerdere individuele artiesten. ‘Uitstel lijkt te willen zeggen dat er op termijn geen inkomensverlies is, maar dat worden dan allemaal data waarop ik geen andere optredens kan spelen.’
‘Wij zien een jaar werk zomaar in rook opgaan, dit is een ramp’
Een heel festival verplaatsen is nog veel minder evident. Toch bekijkt het Klarafestival, dat nu niet kan plaatsvinden, momenteel alle opties. ‘Wij zien een jaar werk zomaar in rook opgaan, dit is een ramp’, zegt Greet De Grave. ‘Een festival is een puzzel die je legt met artistieke lijnen, verschillende beschikbare zalen, tournees van artiesten. Die puzzel kan je moeilijk opnieuw leggen, iedereen heeft al andere boekingen.’
Een precieze inschatting van de verliezen heeft het Klarafestival nog niet rond, maar één zaak lijkt De Grave wel duidelijk. ‘Ik denk dat er een heel zware periode aankomt voor iedereen. We zijn een creatieve sector, dus moeten we nu creatief zijn. Solidariteit wordt een codewoord, we zullen met z’n allen kijken wat mogelijk is.’
Weken repeteren, productie weg
Gevallen waarin freelance medewerkers aan geannuleerde producties toch vergoed (kunnen) worden, lijken alvast schaars. Zo is er De Studio: ‘Wij respecteren de lopende arbeidscontracten en aangegane engagementen met freelancers’, belooft het kunstencentrum op zijn site. Freek Mariën, maker van The Wetsuitman met Het Kwartier en De Studio, toont zich daar alvast heel dankbaar voor. ‘Maar de auteursrechten voor voorlopig zeven geschrapte voorstellingen in cultuurcentra ben ik wel kwijt. Die 600 euro is voor mij de grootste aderlating. Na 3 april verliezen we alles.’
Ook hetpaleis betaalt wel de grote ploeg freelancers voor De bevrijding van het edelhert, een productie die vrijdag in première had moeten gaan voor de geplande drie weken. ‘Ook ons eigen personeel kunnen we tot 3 april nog wel een volledig loon garanderen, maar daarna moet de situatie herbekeken worden’, aldus Els De Bodt. Voorlopig raamt ze het verlies al op 100.000 euro. ‘Maar reken maar het dubbele als we ook in de paasvakantie dicht moeten blijven.’
Bij de commerciële buren van hetpaleis, in de Stadsschouwburg aan het Theaterplein, hebben de tientallen spelers van de musical Mamma Mia! minder geluk: ze zien 30 geplande optredens in rook opgaan, net als hun vergoeding. Eén muzikant noemt momenteel een verloren inkomen van meer dan 6.000 euro. Intussen liet producent Deep Bridge wel al weten dat de productie opnieuw wordt opgestart in augustus.
‘Wij hebben tweeënhalf maand voor niets gerepeteerd’
Kleinere ongesubsidieerde spelers hebben het nog veel moeilijker om het hoofd boven water te houden. Neem theatergezelschap Tableau Nr 1, dat vrijdag in het Fakkeltheater in première zou gaan met Een handafhakking in Spokane. ‘Wij hebben tweeënhalf maand voor niets gerepeteerd’, meldt een van de acteurs. ‘Acht afgelaste voorstellingen in maart en april geven nul return, en een speelreeks volgend seizoen kunnen we ook vergeten: noch ons verkoopbureau, noch programmatoren kunnen ons werk komen bekijken.’
Noodgedwongen heeft Tableau Nr 1 de productie dan maar volledig afgevoerd, na verloren investeringen van bijna 10.000 euro in decor, belichting en de huur van repetitieruimte. ‘Ons geld is gewoon op. Onze twee gastacteurs betalen we uit eigen zak nog een deel terug, maar zelf houdt ons viertal hier niets aan over.’
Eén kwetsbaar web
Het legt het bijzondere karakter van de hele artistieke live sector perfect bloot: tegenover langdurige investeringen in creaties staan veel (en steeds) kortere periodes waarmee die terugverdiend moeten worden door ze te delen met een publiek. Als er dan iets misloopt, zijn de effecten meteen groot.
‘In het gesubsidieerde veld ken ik heel weinig spelers met genoeg reserve om zulke schokken op te vangen’, aldus Leen Laconte van Overleg KunstenOrganisaties (oKo), de werkgeversorganisatie in de kunsten. ‘Dat maakt de schade ook in deze sector zo immens: de meeste van onze 207 organisaties zijn eerder klein en hebben geen of bijna geen buffer.’
‘Als drie weken drie maanden worden, stevenen we af op een ramp.’
In de gesubsidieerde kunsten volstaan inkomsten immers vaak enkel om - met het nodige risico-ondernemerschap - uiteindelijk op nul uit te komen. ‘Verlies van inkomsten zorgt dus voor een grote impact’, legt Laconte uit. ‘Heel veel kosten worden gemaakt vóór het evenement plaatsvindt: personeelskosten, productiekosten, juridische kosten... Wanneer zich overmacht voordoet, kunnen zij nergens op verhaald worden. En gezien de sociale en maatschappelijke opdracht van de kunstensector lukt het ook niet om de uitzonderlijke tekorten van deze weken later te recupereren door hogere ticketprijzen.’
Zelfs in grote instellingen gaat de rekenmachine dus meteen in het rood, en niet alleen door de geschrapte voorstellingen. ‘Bij Vooruit zorgen het café en vooral de zaalhuur voor 48% eigen inkomsten’, legt Franky Devos uit. ‘Nu het café en de zalen dicht moeten, moet je dat dus direct verhalen op de bedrijfsvoering, door voor een deel van je personeel meteen tijdelijke werkloosheid aan te vragen. Donderdag volgt nog een ander deel. Als drie weken drie maanden worden, stevenen we af op een ramp.’
Uitzonderlijk aan deze crisis is immers dat ook alle belendende sectoren waarmee de kunsten ageren, in de klappen delen. Niet alleen de gesloten horeca, maar ook het onderwijs, de bibliotheken, de luchtvaartsector. Vooruitbetaalde hotelkosten lijken nog wel ten dele gerecupereerd te kunnen worden, maar verder is het heel moeilijk om andere sectoren te responsabiliseren.
Alleen de overheid lijkt de schade te kunnen verhelpen.
Wie moet immers opdraaien voor de geannuleerde schoolvoorstelling van een gesloten theatergezelschap voor een gesloten klas in een gesloten cultuurcentrum? Deze overmacht treft iederéén. Alleen de overheid lijkt de schade te kunnen verhelpen.
Vele jobkes, alles kwijt
Bovenal geldt die nauwe verwevenheid voor de artiesten zelf. Als alle getuigenissen bij het meldpunt van State of the Arts één zaak heel duidelijk maken, dan wel hoe divers hun activiteiten zijn: voor velen vaak een optelsom van kleine tijdelijke opdrachten in niet alleen musea of schouwburgen, maar ook woonzorgcentra, cafés, academies, ziekenhuizen, kunsthogescholen, ontmoetingscentra, noem maar op. Veel van die inkomsten lossen nu in één keer op. Hier enkele veelzeggende getuigenissen:
‘Alle projecten waar ik zeker al een jaar aan heb zitten werken, vallen in het water. Met ons platform Backlight Collective hadden we tot 20 maart onze eerste expo en evenement. Ik had nog twee expo’s in schoolverband die ook afgelast zijn. Tegelijk werk ik samen met Het Entrepot en Stad Brugge aan het Urban Art Festival Brugge op 10 en 11 april: ook gecanceld. Net in het jaar waarin ik me als kunstenaar wou ontplooien… Ik kan de komende weken zelfs mijn atelier niet in, en ook de winkel waar ik in de weekends werk als jobstudent, is dan dicht.’
‘Ik zie geen andere uitweg dan mijn freelance activiteiten helemaal stop te zetten.’
‘Ik maak vooral artwork voor muzikale events. Sinds het verbod zijn er geen nieuwe opdrachten meer binnen gekomen. Verder maak ik brochures voor een immokantoor, één van mijn belangrijkste inkomsten. Normaal zijn dat vijf tot tien brochures per maand aan 75 euro per brochure, deze maand heb ik er nog niet één gemaakt. Ik ben ook dj en daar ligt natuurlijk ook alles stil. En ik klus bij als assistent-producer: ook nul nieuwe aanvragen. Ik zie geen andere uitweg dan mijn freelance activiteiten helemaal stop te zetten en een vaste baan te zoeken.’
‘Ik heb geen inkomen meer, door de verplichte sluiting van de dansschool waar ik werk, en het uitstellen van twee optredens in woonzorgcentra in Gent. Hoogst onzeker of we die later nog opnieuw zullen kunnen spelen, want alle dansers opnieuw samen krijgen zal moeilijk zijn. Dit kost me 1.850 euro.’
‘Al mijn activiteiten zijn afgelast: onze concerten, muziektrainingen, kleutermuziek-sessies, babymusic, meetings voor mijn nieuwe compositie, repetitie met mijn solisten voor de komende creatie: 75% minder inkomsten, een verlies van 10.000 euro.’
Het mogen in sommige gevallen geen grote bedragen lijken, ze maken voor veel artiesten wel algauw een maandloon. Dat was ook al de conclusie van Loont passie?, een onderzoek van 2016 naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars: zij zijn ‘multi jobs holders’ waarvan het netto mediaan-inkomen in alle kunstdisciplines onder de mediaan van alle Vlaamse belastingplichtigen ligt. Voor bijvoorbeeld een kwart van de beeldend kunstenaars ligt dat inkomen zelfs onder het leefloon.
En niet alleen acteurs, filmmakers of muzikanten, ook de hele creatieve sector errond deelt mee in de klappen. Theaterfotograaf Koen Broos speelde onder meer een première kwijt bij Transparant en repetities bij LOD, naast nog enkele andere jobs, en verliest zo de omzet van een volledig maandloon. Ook mensen die leven van schrijfopdrachten over cultuur en omkaderende inleidingen geven in cultuurcentra, zien al hun opdrachten verdampen. Eén freelance podiumcriticus noteert met de nodige ironie: ‘Mijn enige vervanginkomen haal ik nu uit artikels over deze situatie, maar die kun je niet blijven schrijven.’
Ook veel freelance technici en light- en soundbedrijfjes rapporteren grote verliezen, zoals deze lichttechnicus, volgspotter, tour- en stagemanager die opvoeringen van Daens, ‘40-‘45, Belle Perez en De Romeo’s geannuleerd zag. ‘Ik leef van deze job, mijn partner ook, dus nu zijn we beide verplicht thuis te blijven: zelfstandig, geen inkomen en twee kinderen onderhouden, huis en twee auto’s afbetalen... Samen hebben we momenteel nul komma nul inkomen, terwijl dat ongeveer 20.000 euro bruto had moeten zijn.’
‘Samen hebben we nu 0,0 inkomen, terwijl dat bruto 20.000 euro had moeten zijn.’
Verplaatste concerten brengen weinig soelaas, klinkt het ook. ‘Dan nog verliezen we twee keer: die concerten worden nu verschoven naar het najaar, dat eigenlijk ook al vol zit, waardoor we voor die producties vervanging moeten zoeken en het voorziene bedrag niet meer kunnen ophalen. Mja, ik zie het niet meer zitten voor ‘t moment!’
Maart nog maar het begin?
Dat deze corona-crisis er bij cultuurwerkers vaak stevig inhakt, ligt overigens niet alleen aan hun gespreide opdrachten die overal tegelijk wegvallen, maar voor sommigen ook aan precies deze periode van het jaar. Verschillende getuigenissen geven aan dat maart en april ‘goede maanden’ zijn, die andere luwere maanden helpen compenseren.
‘Maart is Jeugdboekenmaand, het piekmoment voor lezingen in scholen, bibliotheken en culturele centra: hét moment dat ons jaarinkomen als schrijver of illustrator maakt. En dat valt nu volledig weg. Gelukkig proberen de meeste organisatoren die lezingen in de mate van het mogelijke wel te verzetten naar momenten later in het jaar, waardoor mijn verlies ‘beperkt’ blijft tot 4.000 euro bruto. Tegelijk werd echter ook de boekenbeurs in Bologna afgelast, met rampzalige gevolgen voor het aantal mogelijke vertalingen komend jaar.’
‘Deze periode was nu net de drukste tijd van mijn jaar, en had de rustigere maanden april en mei moeten opvangen. Ik verloor in één klap 15 concerten en 5 kinder-muziektheatervoorstellingen, samen 5.000 euro. En dan hou ik mijn hart vast voor wat nog komen gaat!’
‘Als klanktechnicus en productie-engineer vervallen voor mij plots alle activiteiten en inkomsten. Sommige worden verschoven naar een later tijdstip, maar dat laat mijn agenda vaak niet meer toe. Maart was een drukke en goed verdienende maand, maar nu kijk ik toch tegen een inkomstenverlies van bijna 4.000 euro aan. April is ook een goede maand, hopelijk valt die ook niet weg.’
Uit vele getuigenissen blijken de annuleringen al veel verder te lopen dan 3 april. Zeker buitenlandse optredens die wegvallen, reiken tot in mei. En ook in eigen land heeft de onzekerheid over de duur van deze crisis nu al financiële gevolgen op zich. Dat melden bijvoorbeeld eventbedrijven zoals Amai Producties: ‘Elke opdracht tot 3 april is afgelast, maar ook boekingen voor april en mei staan al onder druk, want niemand durft nog bevestigen. Sommigen beginnen ook al te cancelen. We spreken nu al over een verlies van 4.000-5.000 euro bruto, maar dat zal oplopen tot 15.000-20.000 euro.’
‘Annulaties blijven binnenlopen, zelfs al voor eind april en mei.’
Eenzelfde verhaal horen we bij boekingskantoor VOX voor muziekbands: annulaties blijven binnenlopen, zelfs al voor eind april en mei. Zulke verloren uitkoopsommen rekenen zich ook meteen door in de persoonlijke inkomsten voor die bookers en managers. ‘Wij werken voornamelijk op commissie’, aldus Dieter Craeye, ‘Maar nu zijn er zoveel concerten en relevante festivals afgelast, plus release-tours uitgesteld, dat wij aanzienlijke bedragen aan bookingscommissies mislopen. Een vangnet is er niet.’
Veel erger vindt Craeye echter de artistieke gevolgen voor artiesten. ‘Tours, plannen en strategieën kunnen de prullenmand in. Zo stonden we met John Ghost begin april als één van de zeldzame Belgische bands op twee zéér hoog aangeschreven festivals in Nederland. We hadden daar met band, label en management máánden naartoe gewerkt. Zullen onze bands ook nog op hun volgende edities van 2021 terecht kunnen, wanneer er alweer 100 andere artiesten staan te popelen om daar te mogen spelen? Doodzonde! Bij veel artiesten staat de moed hen in de schoenen en is er mentaal oplapwerk nodig. Ik hou écht mijn hart vast voor de festivalzomer.’
1,75 miljoen verlies bij 400 cultuurwerkers
Van alle 425 cultuurwerkers die tot maandagavond de vragenlijst van State of the Arts invulden (waarvan de helft uit de muzieksector), gaven er bijna 400 een concreet cijfer voor hun persoonlijke gederfde inkomsten. Samen tikken hun verliezen aan tot 1.757.454 euro, of gemiddeld 4.400 euro. De mediaan ligt op 2.500 euro.
Alleen al binnen de muziek leren eerste cijfers van Sabam dat er momenteel maar liefst 2.822 muziekgerelateerde evenementen geannuleerd zijn voor de periode tot 4 april - en wellicht is nog niet alles gemeld. Geëxtrapoleerd naar artistieke budgetten betekent dat volgens Sabam dat er maandelijks tussen 8 en 12 miljoen aan artistieke inkomsten voor muzikanten verloren gaat. Ook in de podiumkunsten schat Sabam dat er nu maandelijks 400.000 euro uit het amateurs- en beroepscircuit verdampt. Daarbovenop zou er elke maand 3,3 miljoen euro aan auteursrechtelijke inkomsten verloren gaan.
Kunstenpunt telt daarbij ook nog een kleine 250 geschrapte dans- en theatervoorstellingen en evenveel concerten van Vlaamse organisaties in het buitenland, gemeten tussen half maart en half april.
‘Onmogelijk om deze crisis op eigen houtje het hoofd te bieden.’
‘Die cijfers zijn ronduit dramatisch’, zucht Tom Kestens van GALM, het Genootschap van Artiesten Lichte Muziek. ‘We moeten het hoofd koel houden, maar die verliezen leren wel dat het voor de sector onmogelijk wordt om deze crisis op eigen houtje het hoofd te bieden. Het wordt belangrijk dat de overheid de cultuursector meeneemt in de economische noodmaatregelen.’
Elk zijn statuut
Wat zo’n miljoenenverlies concreet betekent voor het inkomen en de eventuele opvangmogelijkheden voor muzikanten en andere artiesten is natuurlijk heel verscheiden. Veel hangt af van hun precieze statuut, en die statuten zijn in de kunsten heel divers. Sommigen hebben een vast werknemerscontract, anderen een tijdelijke overeenkomst als acteur of muzikant, nog anderen een dagcontract als suppoost of technicus.
Verder zijn er artiesten met een speciale voordeelregeling in geval van werkloosheid (het zogenaamde ‘kunstenaarsstatuut’), veel freelance cultuurwerkers met interimcontracten, maar ook BVBA’s en zelfstandigen in hoofd- of bijberoep. Allemaal verliezen ze meer of minder bij deze uitzonderlijke situatie, maar de een is wel beter beschermd dan de ander.
Voor vele vaste werknemers zullen heel wat gesloten cultuurhuizen noodgedwongen moeten kiezen voor de piste van ‘tijdelijke werkloosheid door overmacht’. Zij zullen terugvallen op 70% (in plaats van normaal 65%) van hun gemiddeld loon, bekostigd door de RVA, met een plafond van 2.754 euro per maand.
‘Nu die inkomsten wegvallen, betekent dat besparen op uitgaven als eten en drinken.’
Zelfstandigen in hoofdberoep kunnen beroep doen op het speciale overbruggingsrecht dat de Vlaamse Gemeenschap tijdens deze crisis voorziet - maar gezien de hoge financiële drempel voor dat statuut, zijn zij in de cultuursector zeker niet in overtal. Als hun activiteit voor een volle maand onderbroken wordt, hebben ze recht op 1.291 euro zonder gezinslast, en 1.614 euro met gezinslast. Ook voor kortere periodes zijn er compensaties.
Zelfstandige kunstenaars in bijberoep hebben - naast het recht op verminderde sociale bijdragen - in het beste geval een deeltijds loon achter de hand, niet zelden in het onderwijs. Maar alleen daarvan kan lang niet iedereen rondkomen, getuigt één danseres. ‘Het deel dat ik vast verdien als docent op school, gaat volledig op aan huishuur en verzekeringen. Met mijn danslessen als zelfstandige betaal ik maandelijks m’n wagen af, en van de centjes van mijn optredens leef ik. Nu die inkomsten wegvallen, betekent dat besparen op uitgaven als eten en drinken. Wat met belastingen en sociale zekerheid? Als alleenwonende vrouw is het leven heel duur!’
Freelancers met een ‘kunstenaarsstatuut’ kunnen dan weer terugvallen op uitzonderingsregels in de werkloosheid, maar meerdere kunstenaars in deze situatie maken zich door alle gemiste opdrachten zorgen over het behoud van dat statuut: zullen zij nog wel aan het vereiste minimumaantal artistieke werkdagen komen? Iemand getuigt: ‘Om mijn artiestenstatuut te behouden, moet je wel drie contracten per jaar en negen dagen in de maand werken, of 156 dagen op 18 maand. Als deze situatie zich doorzet naar april, wordt dat onzeker.’
Een muziekproducent stelt zich gelijkaardige vragen na 14 verloren dagcontracten. ‘Benieuwd wat dat zal betekenen voor de VDAB, die zesmaandelijks checkt of ik wel nog voldoende werk om “met rust gelaten te worden”.’ Zal ook de overheid deze uitzonderlijke corona-tijden mee in rekening nemen voor de statutaire situatie van kunstenaars?
Financiële bommen
Ondanks die verschillende steunmaatregelen om alle inkomensverlies wat te verlichten, melden toch nog veel cultuurwerkers: ‘totaal geen inkomen meer’, ‘alles kwijt’:
‘Door het afgelasten van zowel lesmomenten als repetities en concerten werd mij als dirigent, uitvoerend muzikant en leerkracht instrument en notenleer – allemaal op freelance basis bij muziekateliers en orkesten – letterlijk elke activiteit met inkomsten verboden. Eén vereniging stond me toe de individuele lessen van drie personen wel te laten doorgaan op hun eigen vraag. Inkomsten: -94%, of een verlies van 1.868 euro. Uitgaven: onveranderd.’
‘Mijn man en ik bedenken artistieke concepten voor events. Al onze events van de komende weken (bedrijfsfeesten, huwelijken en een groot vierdaags project) zijn gecanceld. Na een moeizame start van het event-jaar is dit voor ons bedrijf en de vele freelance artiesten die we tewerkstellen, een nachtmerrie. Wij verliezen 13.500 euro en hebben momenteel geen enkele vorm van inkomsten meer, tot de events terug opgestart worden. Wat met de zware lasten die intussen wel betaald moeten blijven worden? Zo huren we bijvoorbeeld een atelier waar we kostuums en decorstukken maken, als onderdeel van onze woning. Dat atelier kunnen we momenteel ook niet betalen, waardoor huisvesting ook onzeker wordt.’
‘Al mijn geplande uitvoeringen bij meerdere producties werden geannuleerd. Als kleine zelfstandige trompettist heb ik elke euro nodig om alle rekeningen te kunnen betalen. Voor mij persoonlijk is dit een ramp, met nul inkomsten tot mei.’
’Er blijft werkelijk niks meer over! Ik heb deze maand en volgende maand géén inkomsten als freelancer!’
‘Elke geplande reis voor vernissages en finissages van tentoonstellingen, lezingen en onderzoeksresidenties is geschrapt voor de komende weken. Mijn solopresentatie op Art Brussels werd uitgesteld, terwijl alle investeringen al gemaakt zijn. Een opdracht voor een nieuw werk werd gecanceld, en twee verkopen van werk staan on hold. Een directe financiële bom van 15.000 euro, en dit is nog maar het begin.’
‘Momenteel zijn alle jobs, zowel techniek als verhuur, afgelast of verplaatst. Met als gevolg een lege agenda tot 18 april. Er zijn de komende maand GEEN inkomsten meer.’
‘Al mijn concerten zijn afgelast, al mijn lezingen ook, al mijn lessen geannuleerd, alle evenementen die ik zou presenteren eveneens. Mijn agenda kleurt bloedrood, het is een slachting. Hopelijk kunnen enkele afspraken verschoven worden naar het najaar, maar dat zal lastig blijken. Ik probeer nu songs te schrijven en fiets af en toe een rondje, want mijn conditie moet op peil blijven. Het probleem is dat maart, april en mei eigenlijk de maanden zijn waarin ik mijn financiële reserves moet opbouwen voor de zomer. Hoe ik het dan ga aanpakken, weet ik nog niet. Mijn inkomsten bedroegen 5.000 euro. Er was één organisatie zo vriendelijk om een annuleringsvergoeding van 50% te betalen over het afgesproken honorarium, waardoor mijn inkomsten voor deze maand nu 375 euro zullen zijn.’
‘Alle video-opnames van concerten, events en festivals zijn gecanceld. Vooral Tomorrowland Winter is zuur: tien dagen werk in één keer weggevaagd. Daarnaast vielen er nog een tiental opdrachten weg, samen 12.000 euro. Er blijft werkelijk niks meer over! Ik heb deze maand en volgende maand GEEN inkomsten als freelancer!’
‘90% van de audiovisuele sector bestaat uit zelfstandigen die niet kunnen rekenen op een uitkering.’
‘Alle filmopnames in heel Vlaanderen zijn stilgelegd. Dat betekent dat alle lichtploegen, grippers, acteurs, opnameleiders, cateraars, productieassistenten, geluidsmensen, cameraploegen, scenaristen... zonder werk vallen tot wanneer het virus is gaan liggen. Er kan ook niets terug opgestart worden zonder bevestiging vanuit de overheid. 90% van de audiovisuele sector bestaat uit zelfstandigen die niet kunnen rekenen op een uitkering. Dit betekent dus een financiële ramp voor velen. Zelf verlies ik op drie weken tijd 8.000 euro, en dan reken ik materiaal en onkosten nog niet mee. Wat als dit langer blijft voortduren en er meerdere projecten afzeggen?
Voor Robrecht Vanderbeeken van ACOD Cultuur zeggen deze getuigenissen niet alleen iets over corona, maar ook over het kunstenveld zelf. ‘Deze sector is helaas een koploper in de liberalisering van de arbeidsmarkt, waardoor heel wat cultuurwerkers met ‘flexibele’ contracten werken. Tot deze groep behoren ook de individuele kunstenaars die al een hakbijl van 50% op de projectsubsidies moesten incasseren. Het zijn zulke precaire statuten die opnieuw het grootste slachtoffer blijken.’
Kortlopende contracten: nog veel onduidelijkheid
Veel van deze kunstenaars en cultuurwerkers hebben wellicht nog geen stappen kunnen zetten om hun specifieke rechten nader te onderzoeken, maar in elk geval zullen ze nu lang niet allemaal op een vervanginkomen kunnen terugvallen.
Wat bijvoorbeeld met geschrapte inkomsten uit het buitenland? Zo had Agentschap vzw van beeldend kunstenaar Kobe Matthys (Agentschap vzw) de komende weken een lezing en een workshop in Göteborg, en nog een performance in Tabakalera in Spanje. ‘Allebei werden ze geannuleerd, maar het is moeilijk om vanuit verschillende landen compensatiemaatregelen te verwachten. Samen met nog een andere performance en een tentoonstelling in de komende weken lopen we zo een bedrag van 7.500 euro mis.’
Ook bij de grote groep freelancers die voor hun kortstondige opdrachten werken via interim-arbeid en SBK’s als Amplo of Smart, blijkt er nog veel onduidelijkheid. Nochtans stelt Amin Dridi van Amplo dat ook zij in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. ‘Mensen die via ons gecontracteerd zijn voor korte opdrachten als werknemer op interimbasis, of met een projectcontract voor wat grotere opdrachten, hebben dezelfde rechten als klassieke werknemers, en kunnen dus ook een uitkering krijgen van 70% voor hun gemiddelde inkomsten.’
Op de website van de RVA verscheen daar maandag ook een infoblad over: ‘Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht is van toepassing op arbeiders en bedienden en ook uitzendkrachten tijdens de duur van hun uitzendarbeidsovereenkomst, maar niet op studenten.’
Wel vraagt Dridi zich af of iedereen zich de moeite van het papierwerk zal getroosten. Een ander groot vraagteken blijven geannuleerde opdrachten die wel al mondeling bevestigd waren, maar nog niet contractueel opgemaakt waren via Amplo. Afspraken zonder handtekening, dus. ‘Die situatie komt natuurlijk vaak voor in een sector als deze, waar veel week per week of maand per maand bekeken wordt. Kunnen die gevallen ook nog in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid door overmacht? Daarover stalken we al een paar dagen de RVA.’
‘Met andere woorden: de freelance werknemers-kunstenaars zijn de sigaar.’
Servaas Le Compte van Artist United is veel sceptischer over de mogelijkheden om als freelance werknemer met kortlopende contracten een tijdelijke werkloosheid toegezegd te krijgen. Hij verwijst daarvoor naar de FAQ op de site van het Departement Cultuur, waar bij vraag 8 gestipuleerd staat dat ‘er geen sprake is van tijdelijke werkloosheid in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, enkel in geval van opschorting.’
‘Geannuleerde contracten, bijvoorbeeld door overmacht als epidemies, bieden dus geen basis om die tijdelijke werkloosheid aan te vragen’, stelt Le Compte. ‘Bovendien is onze ervaring dat de RVA zowat dagelijks van mening verandert over wat er kan en niet kan. En zelfs als er wél een nog een geldig contract is, blijft er veel onduidelijkheid én een loodzware administratieve verplichting en onzekerheid: je moet de hele procedure voor tijdelijke werkloosheid telkens opnieuw doorlopen voor elke tijdelijk contract. Met andere woorden: de freelance werknemers-kunstenaars zijn de sigaar.’
Daarom doen Artists United en De Acteursgilde de volgende oproep voor alle politici: ‘Verleen de mogelijkheid van tijdelijke werkloosheid zonder enige twijfel of onduidelijkheid ook aan kunstenaars en technici die werken met tijdelijke of eendagscontracten. Anders dreigen zij die van project per project aangenomen worden, zonder enige vorm van steun in de grootste problemen te komen.’
In Nederland pleitte een meerderheid van de Tweede Kamer voor een steunpakket voor de cultuursector.
Ook oKo en de vakbonden lobbyen daarvoor, aldus Leen Laconte. ‘We vragen garanties aan de RVA om tijdelijke werkloosheid wegens overmacht te aanvaarden voor alle reeds afgesloten arbeidsovereenkomsten, ook als ze nog niet in uitvoering zijn. Normaal gezien moet dat kunnen, maar de RVA moet soepel willen zijn. En het moet overal gelijk toegepast worden.’
Intussen lopen bij Amplo ook steeds meer vragen binnen vanuit de film- en animatiesector. ‘Sinds zondag worden nu ook daar maatregelen genomen die ervoor kunnen zorgen dat bijvoorbeeld animatiestudio’s moeten sluiten’, aldus Dridi. ‘Maandagmorgen liep de eerste paniekerige telefoon daarover al binnen om 7u10.’
Naar een noodfonds?
Alles bij elkaar leest het als een verwoestende orkaan die over de creatieve sector is gewerveld. Hoe de financiële schade bij zowel cultuurhuizen, producenten als freelancers toch beperken?
OKo wil investeren in een grondige inventaris en pleit ervoor om de gevolgen voor alle soorten spelers in kaart te brengen. ‘We zijn daarover in gesprek met organisaties als Cultuurloket en Kunstenpunt’, aldus Leen Laconte.
Naast State of the Arts wil ook GALM nog meer cases en cijfermateriaal verzamelen om beleidsadviezen op te baseren. ‘Zeker als je ziet hoeveel muzikanten nu zwaar getroffen worden, zullen we de komende uren en dagen direct communiceren naar het beleid. Maar we bekijken ook wat we binnen de sector zelf kunnen doen’, aldus Tom Kestens. ‘We zijn daarover volop in overleg met de beheersvennootschappen Sabam, PlayRight en Simim. Daar is een verhoogde staat van paraatheid. We zitten in problem solving mode, zowel voor klanten als leden en vennoten.”
Maar het luidst klinkt de roep om een ‘corona-noodfonds’ voor cultuur. Niet alleen bij oKo en ACOD Cultuur, ook bij zowat één derde van de getuigende cultuurwerkers bij State of the Arts. ‘De lockdown was een goede beslissing om risicogroepen te helpen’, schrijft iemand. ‘Maar moet diezelfde visie niet ook gelden voor de precariteit en de fragiliteit van de situatie van kunstenaars?’
In verschillende andere Europese landen is zo’n noodfonds al aangekondigd, ook voor zelfstandigen en freelancers. In Noorwegen krijgen zij een tijdelijk inkomensbescherming van 80% op hun gemiddelde inkomen van de laatste drie jaar. In Portugal is diezelfde groep betaald ziekteverlof beloofd, vanaf dag één van de quarantaine. Bij inkomensverlies krijgen ze minimaal 438 euro en maximaal 1097 euro, afhankelijk van hun bijdragen aan de sociale zekerheid.
‘Wie weet worden de kunsten deze weken wel zo hard gemist dat er daarna een enorme energie vrijkomt?’
Ook in Nederland pleitte een meerderheid van de Tweede Kamer voor een steunpakket voor de cultuursector, en gaat cultuurminister Van Engelshoven (D66) daarover het gesprek aan met het veld. ‘Ik laat ze niet vallen’, zei ook haar Duitse collega Monika Grütters donderdag al. ‘Niet alleen de economie is compensaties waard, ook het culturele landschap zelf, dat door alle afgelastingen zwaar getroffen is.’ Meer specifiek wil ze bestaande subsidie-instrumenten versterken en ook bijkomend budget vrijmaken voor negatieve gevolgen die nog kunnen komen.
Wanneer volgen Vlaanderen en/of België?
Kunstenaar Kobe Matthys probeert er vooral de moed in te houden. ‘Wie weet worden de kunsten deze weken wel zo hard gemist dat er daarna een enorme energie vrijkomt? Als kunstenaars mogen we niet bij de pakken blijven zitten. Misschien kunnen we tijdens deze crisis wel nieuwe kanalen uitvinden, van balkonfestivals en concerten via streaming tot kunstvitrines?