Grijze muizen, kleurrijke verhalen

Door Carolien Van Nerom, op Fri Jan 10 2025 07:05:00 GMT+0000

Als jonge muzikant worstelde Carolien Van Nerom met expressiviteit – tijdens haar opleiding als klarinettist vreesde ze dat haar introverte karakter in de weg zou staan van de ontroering bij een publiek. Maar kan je enkel door je emotioneel uit te drukken een muzikaal verhaal vertellen? Een zoektocht naar het scharnier tussen expressie en narrativiteit, met de Amerikaanse componist Philip Glass als gids, en een opvoering van diens Einstein on the Beach in 2019 in het Kaaitheater als keerpunt.

De knie verbindt de twee langste botten van het menselijk lichaam met elkaar. Het is een bijzonder complex gewricht, een verbindend gewricht. Zittend op de zetel die ook dienstdoet als slaapbank, kijk ik naar mijn linkerknie. Een moedervlek aan de binnenkant lijkt te benadrukken dat mijn knieën naar binnen wijzen.

Ik kan me niet meer herinneren waarom ik nu net dit kleedje wou aandoen. We kennen elkaar nog niet zo lang en het is nauwelijks warm genoeg om zonder panty’s buiten te komen. Ik word me steeds meer bewust van mijn knieën en het zweet dat begint te parelen in de plooien. Hij kijkt alsof mijn outfit een goede keuze was, dus ik probeer mijn knieën even te vergeten. We komen waarschijnlijk te laat op het concert.

In 1975 schreef de Amerikaanse componist Philip Glass Einstein on the Beach. Van de minimalistische opera wordt wel vaker gezegd dat hij ‘niet-narratief’ is – maar bestaat er wel muziek die geen verhaal in zich draagt? Glass rijgt de vier akten van Einstein on the Beach aan elkaar met wat hij zelf knee plays noemt; verbindingsstukken. De première werd onthaald op gemengde reacties en bij nieuwe opvoeringen krijgt het stuk nog steeds zeer uiteenlopende kritieken.


In het Brusselse Kaaitheater brengt ICTUS deze Einstein on the Beach. Het ensemble is nog niet begonnen. Nu moeten we in de donkere zaal naar onze stoelen zoeken. Een gevoel van gêne overvalt me terwijl ik over andermans benen struikel. Ik zit nog maar net neer en voel het velours licht prikken aan mijn blote benen wanneer de muzikanten op het podium verschijnen.

Zíj staan bij deze uitvoering centraal – niet de operazangers en de dansers, zoals dat gebruikelijk is. De score vraagt van de muzikanten uithouding, techniek en concentratie. De zangers hebben een makkelijk te onthouden zangtekst – la-fa-la-si-do-si of soms one-two-three-four – maar het stuk is allesbehalve eenvoudig.

Ik waardeer de keuze van het ensemble om de muzikanten, zangers en twee dirigenten zichtbaar te maken. Ze komen onder andere tot hun recht omdat er geen decorstukken worden gebruikt. Licht speelt wel een belangrijke rol: de intensiteit van het licht en de kleur in de spots nemen gradueel toe. De muzikanten en zangers dragen eerst nog zwarte tenues, maar ze verschijnen gaandeweg in steeds kleurrijkere kostuums. Het volume lijkt toe te nemen, zonder dat er muzikanten bij komen. Ondanks het zogenaamd ‘niet-verhalende’ in de composities van Glass, meen ik toch een plot te ontwaren die richting climax gaat.

Knee play 1

Mensen die muziek spelen, zijn slimmer. Je leest of hoort dat wel eens bij onderwijsspecialisten, neurowetenschappers of, tja, muzikanten. Ik behoor zelf tot die laatste categorie. Tegenwoordig ben ik misschien zelfs een goede muzikant. Maar dat was niet altijd zo. Ik had wel aanleg, maar de sprong tussen aanleg en expressieve muzikaliteit vergde wel wat inspanning. Het oefenen zorgt ervoor dat je voorbij de muziektheorie kan gaan – voorbij het louter lezen van een partituur of het bewegen van de vingers. Maar daar begint het eigenlijk pas.

Expressief spelen heeft veel te maken met emoties, maar niet alles. Wat als je immers een emotie wilt overbrengen die je minder goed kent?

Mijn eerste lessen klarinet als student aan het Koninklijk Conservatorium Brussel waren moeilijk. Ik kon de vinger niet leggen op wat er precies ontbrak om de muziek uit te drukken. Expressief spelen heeft veel te maken met emoties, maar niet alles. Wat als je immers een emotie wilt overbrengen die je minder goed kent? Ik herinner me nog een solo-klarinetwerk dat ik wilde brengen op een klasrecital. Fantasie van Jörg Widmann – veelzeggende titel. Van die fantasie had ik blijkbaar te weinig, want mijn leraar vond mijn spel niet sprekend genoeg. Misschien kon ik me niet vinden in de rapsodie, de snelle opeenvolging van thema’s en wisselende emoties? Ik heb een rustig karakter, te rustig misschien.


Ondanks de tour de force op het podium lijkt een aantal luisteraars in het Kaaitheater niet onder de indruk. De mensen achter me in de zaal zijn na een half uur nergens meer te bespeuren. Wellicht zijn ze gezamenlijk naar de lobby vertrokken om iets te drinken en nooit meer terug te keren. Ze missen de clou van het verhaal: Einstein on the Beach biedt je een moment om stil te staan in de meedogenloze voortgang van de tijd. Glass en Robert Wilson – librettist en regisseur van de eerste opvoeringen – noemden de opera graag ‘episodisch’. De losse scènes uit een rechtszaak, allerlei voertuigen, zoals een trein of een ruimtevaarttuig, hangen thematisch samen en doelen op één ding: vooruitgang. Daartussen komt Einstein als violist alsmaar virtuozer ten tonele. Ook hij gaat vooruit.

Mijn metgezel – een trompettist die een paar jaar op me voor zit aan het conservatorium – ben ik totaal vergeten, tot mijn gedachtegang wordt onderbroken door een hand op mijn knie. Alweer die knie. De aanraking brengt me terug naar de zaal met de blauwe stoelen en de muzikanten op het podium. Ik begin het einde van de opera te verwachten, maar het stuk gaat onvermoeibaar voort. Er is iets in de minimale wissels van muzikaal materiaal dat me aanspreekt – alsof er toch telkens een nieuw hoofdstuk wordt aangeboord.

Alweer die knie. De aanraking brengt me terug naar de zaal met de blauwe stoelen en de muzikanten op het podium.

Ik vraag me af of Albert Einstein de minimalistische muziek van Glass zou hebben kunnen smaken, mocht hij bij de première in 1976 nog onder de levenden zijn geweest. De man op wiens leven en werk de opera is geïnspireerd, was een genie die ver voor was op zijn tijd. Glass was dat op muzikaal vlak in de jaren 1970 ook, na een periode van bijzonder abstract experiment met de modernistische dodecafonie in Europa in de jaren 1960. Zouden pioniers elkaar zonder woorden herkennen? Ik stel me voor dat Glass van achter zijn synthesizer Einstein ziet zitten in het publiek en dat hun blikken kruisen: een klein knikje. ‘Yes, I see you over there, genius’ – ‘Likewise!’

Knee play 2

Lang bleef ik als beginnend muzikant naar expressiviteit graven in mezelf, maar de emoties die ik wilde uitdrukken kwamen niet over bij mijn publiek. Ik zocht op de verkeerde plaats. Pas met de Sonata Op. 120 no. 1 voor klarinet van Johannes Brahms kwam er een doorbraak – in mijn derde jaar! Mijn leraar leek eindelijk ook te horen welk verhaal ik wilde vertellen: een van ingehouden passie, balans en uitgestelde overgave. Misschien miste ik voordien een zekere maturiteit en zelfzekerheid, die pas met de jaren komen. Misschien besefte ik nog niet dat jezelf verliezen in andermans emoties niet de enige manier is om tot een verhaal te komen – maar dat dat ook kan via de verbeelding.

Mijn leraar leek eindelijk ook te horen welk verhaal ik wilde vertellen: een van ingehouden passie, balans en uitgestelde overgave.


Een ander scenario zou kunnen geweest zijn dat Einstein zijn vrienden volgt naar de lobby na een halfuur Einstein on the Beach. De opera zegt hem niets. Dan maar een long beach in de plaats. Einstein lijkt me iemand die had kunnen houden van de achttiende-eeuwse klassieke muziek – met haar focus op structuur en vorm –, eerder dan van de avant-gardistische muziek van Glass. Per slot van rekening hebben de duidelijke waarden en regels van de klassieke vormleer in de achttiende-eeuwse muziek wel wat gemeen met de filosofie van de wiskunde en de natuurkunde.

Einstein vormde niet alleen voor Glass een bron van inspiratie. Bohuslav Martinů, Tsjechisch componist, ontmoette Einstein in 1942 in de Verenigde Staten. Martinů schreef voor Einstein vijf Madrigal Stanzas in neoclassicistische stijl voor viool en piano. De helderheid en eenvoud van Martinů’s stanzas konden Einstein wel bekoren. Ook de muziek van Glass is doordrongen van een zekere eenvoud. De motieven worden op bijna wiskundige wijze herhaald in regelmatige patronen. Zou dat er dan toch voor zorgen dat Albert aandachtig in zijn stoel blijft zitten bij de opvoering van Einstein on the Beach? Mijn gevoel zegt van wel, maar gevoel is dan weer iets voor romantici zoals Beethoven, Mahler, of Brahms.

Knee Play 3

Tijdens mijn studies aan het conservatorium leek het alsof ik te braaf was wanneer ik emoties niet op een grote manier ‘doorleefde’. Het cliché wil dat klarinettisten grijze muizen zijn. Ik had vaak de indruk dat mijn karakter mijn expressiviteit in de muziek belemmerde omdat ik die lichaamsvreemde, sterke emoties niet kon opzoeken. Ik heb mezelf lang willen veranderen maar besefte dat een zekere introvertheid deel uitmaakt van wie ik ben. En dat betekent niet dat ik als muzikant geen verhaal kan vertellen.

Het cliché wil dat klarinettisten grijze muizen zijn.

Ik speel de gevreesde Fantasie van Widmann voor mijn leraar klarinet – opnieuw. Dit verhaal maken we samen, Widmann en ik, terwijl we de score van zwarte noten op wit papier loslaten.

Een figuur verschijnt uit het niets. Hoe is het mogelijk dat je niemand hebt horen binnenkomen? Je begint manisch te lachen want je begrijpt niet wat de figuur zegt en je moet jezelf een houding geven die de paniek verbergt die je overvalt. Een koppel voert een discussie met de dramatische intensiteit van een opera. De sopraan heeft misschien sterallures en dat zit de tenor duidelijk dwars – een geagiteerd duet. Op een bergwandeling richting besneeuwde toppen kom je toeristen tegen, maar ook de lokale wandelaars of boeren. Een koe verspert het pad. Je zit op een rollercoaster die plots tot stilstand komt. Eigenlijk is het uitzicht hier wel mooi …

Het klasrecital is een succes.


Ik wil mijn jas nemen, maar besef dat ik er geen bij me had. Ik was de zaal wel binnengelopen met iemand, maar mijn partner staat niet naast me recht om te vertrekken uit de zaal. De toeschouwers drummen samen op de trappen naar beneden. Met een vermoeide blik in hun ogen vinden ze opgelucht de route naar de exit. In de lobby vind ik hem met zijn gsm in zijn handen. Zijn ex belde. Ik had wel over haar gehoord. Vorig jaar wou ze op Erasmusuitwisseling gaan. De relatie liep af. Ik vraag hoe het gesprek verliep. Ik besef dat ik vooral onder de indruk ben van de performance van Einstein on the Beach. Ik zou jaloezie moeten voelen, maar het doet me weinig.

Knee play 4

Als ervaren muzikant herken ik vandaag waarom bepaalde uitvoeringen voor mij beter klinken dan andere. Als toeschouwer heb ik, net als bij de voorstelling van Einstein on the Beach van Glass in het Kaaitheater, het verhaal achter de muziek leren horen in de expressiviteit.

Het gebrek aan ‘grote emoties’ speelt me niet langer parten. De relatie met de trompettist liep op de klippen, maar niet op een grootse manier. Brahms, en Widmann en Glass toonden me hoe ik expressie kan kanaliseren in mijn spel, zonder die grootsheid van emoties zelf te moeten voelen. Ik verbeeld me het muzikale verhaal, niet dat van mezelf.

Wat is een goede muzikant? Een goede muzikant vertelt een goed verhaal.

Carolien Van Nerom schreef dit essay onder begeleiding van Evelyne Coussens in een mentortraject van De Nieuwe Garde.