Geachte Mevrouw van Leeuwen, beste Joke

Door Barbara Baert, op Thu Jun 24 2021 12:14:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze zes vaste online correspondenten een brief. Barbara Baert haakt deze keer in op een opiniestuk in De Standaard van auteur Joke van Leeuwen (°1952) naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag op 8 maart 2021. Barbara Baert gaat met haar in gesprek over het begrip ‘enthousiasme’. Vanuit genderstandpunt heeft het begrip een onthutsend literair-iconografisch parcours afgelegd.

Ik las uw opiniestuk in De Standaard van 5 maart 2021. De redactie gaf de titel: ‘De heilige of de hoer, altijd hetzelfde verhaal.’ U hekelt daar het paternalisme ten aanzien van succesvolle vrouwen. U geeft voorbeelden. In de directe rede. Ik lijst hier enkele gelijklopende reacties op. Uit een welbepaalde periode van mijn leven.

Xxx xxxxxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xx xx xxxxxxx xxx xxxx x-xxxx “xxxxxxxxx”, xx xxxx xx xx xxxxx xxxxxx xxx xxxx xxx xxxxxxxxxxxxxx xxxxxx. Xxxx xxxxxxx. xxx xxx xxx xxxxxx xxxxxxxxx?</span<

Xxx xxxxxxxxxx xxxxxxx xxx: “xx xxxxxx xx xxxxxxx xxxxxxxxxx…!” xxx xxxx xxx xxxxxx xxxxxxxxx?

Xxx xxxxxxxxxx xxxxxxx xxx: “xxxx! xxx xx xxxx!” xx xxxxx xxxx xx xx xxx xx xxx xxx xx xxxx xxx xxxx xxxx xxx xx xxxxxxx xxx xxxx xxxxxxx. Xxx xxx xxx xxxxxx xxxxxxxxx?

Xxx xxxxxxxxxx xxxxxxx xxx: “xx xx xxxx xxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxx, xx. Xxxxxxxx xxxxxxx!” xxx xxxx xx xxx xxx xx xx xx xxxx xxxxxxxxx xx xxxxxxx xxxxxx xxx xx xxxxxxxxx?

Verschoning, Joke!

Ik heb de woorden verdonkeremaand.
Deze directe rede, verstikt achter blinde repen van zwart velours, is te belastend voor de lichtvoetigheid van mijn brief. Bij elke grillige opstoot van het dedain verdring ik de woorden naar de diepste krochten van mijn geheugen. Dubbelzinnige appreciatie laat zich wegen. De energie raakt uit balans. Dus ook de woorden. De pikorde is bij hoon onmogelijk: terugsneren in de stem of wegdeemsteren in het stilzwijgen. Het noopt tot niets. En het meisje immer te lankmoedig: verbijsterd-beleefd-ze-bloost-ze-glimlacht. De verkleinwoorden zullen nooit sfiorare worden. Vernietigende meteorieten blijven zij.

(Maar Joke, kras ondertussen gerust naar eigen wil over de zwarte balken. De ongenaakbare reacties worden nu zichtbaar, zwart geolied onder je nagels. En het ergste verkleinwoord smaalt: xxx Xxxxxxxxxxx.)

'Soms is het geheugen een mes.'

(pauze)

Op een dag gebeurde dit, Joke.

Dinsdag 18/10/ 2016
Lezing 45’ voor breed publiek
(hartelijk applaus)
(moderator – man - komt op)
Veel dank voor deze… (aarzeling, welk compliment zal ik nu eens geven?)
enthousiaste lezing…(glimlach)...

Het was een fijne lezing en een uitzonderlijk authentiek contact met het publiek. Maar waarom begreep ik – en het publiek samen met mij – dat de kwaliteit van enthousiasme hier devaluerend was? Laat ons deze herinnering eens samen uitbenen. Laat ons dit beheersen en omvormen tot het Verhaal. Laat ons de weg vrij maken voor wat hunkert om te helen in Motief. Ja, zelfs de troostende Blinde Beelden lonken al. En laat ons de nietsvermoedende, vriendelijke moderator genereus omarmen, Joke!

We blazen samen de zwartbestofte stemmen weg. Achter de blinde fluwelen notenbalken zingt Hooghartigheid steeds lager en haar toonvastheid ontbindt onder het gewicht van de tijd. Hoor maar, achter de ventilatieroosters van het geheugen fluisteren de Grote Mythen. Zij zullen de bittere smaak die ons al te vaak achtervolgt verdrijven. Met geurige mirre, met het gestolde bloedkoraal, met de glinsterende carneool, met het verheerlijkte ambergrijs uit de canopische vaas van Selket, met de blauwe schijn van de opaal, met het edele ebbehout, met het fraaie parelmoer. Ja, Joke, we zullen ons samen warmen aan de ivoren huid van het Verhaal. En we zullen binnenin het Motief, zelfs binnenin één woord – enthousiasme – verdwijnen om het ginds in de diepe spelonk te begrijpen. Dat gaan wij samen doen. Gezwind. In het ‘nu’. Op de vleugels van het gegrepen moment.

(Ovidius vertelt)

Een beeldhouwer, Pygmalion genaamd, leeft op het eiland Cyprus. De Cypriotische vrouwen kunnen hem niet bekoren. Ze leiden een te lichtzinnig leven. In zijn atelier mijmert hij over de ideale vrouw en op een dag besluit hij zijn ideaalbeeld in ivoor te snijden. Pygmalion wordt verliefd op zijn creatie; zo levensecht is ze. Hij kust zijn volmaakte vrouw en koopt sieraden, rijglaarsjes en kostelijke gewaden voor haar. Op een dag legt hij zijn handen op haar borsten. En zie, het ivoor lijkt zachter te worden. Het meisje is van vlees en bloed! Hij voelt haar aders kloppen onder zijn duim. Het meisje voelt zijn kussen en bloost. Wanneer zij haar ogen opent, ziet zij tegelijk het licht van de hemel en haar minnaar.

Vanaf de periode van het humanisme wordt de mythe van Pygmalion een geliefkoosd thema. De renaissancekunstenaar houdt van het onderliggende idee dat de artiest gespiegeld is aan God zelf. Hij kan zijn kunst tot leven brengen. Want kunstenaars bezitten het genius van de entheos: het Griekse principe dat de artiest vervuld is van het goddelijke. Tijdens de achttiende eeuw, de eeuw van de Verlichting, wordt het onderwerp pas echt een publiekssensatie. Kunstcritici zoals Diderot strooiden met lof voor de zoetige creatie van beeldhouwer Étienne-Maurice Falconet. Het verhaal wordt nu ook vertolkt op het podium. Het is voor regisseurs, choreografen, dansers en acteurs immers een interessante uitdaging om het moment suprême – de metamorfose van het beeld in een meisje van vlees en bloed – ex vivo uit te voeren. Vrouwen worden artistiek betrokken bij de Grote Mythe. Actrices komen letterlijk tot leven in de blos van het Motief.

Cahusac plaatst enthousiasme tegenover het genie. En het genie is altijd mannelijk.

In 1775 brengt de Comédie Française Pygmalion van Jean-Jacques Rousseau ten tonele. Mademoiselle Raucourt vertolkt de rol van het meisje. Haar vertolking werd echter niet gesmaakt. Critici, onder wie Rousseau zelf, vonden dat ze zichzelf te veel identificeerde met haar rol (!?). Raucourt werd paradoxaal te veel begeestering verweten! Te veel entheos! Kwalijk enthousiasme! Kwaadsprekers schilderden haar zelfs af als een nymfomane. Ze moest nochtans alleen maar tot-leven-komen? Voel je de bui al hangen, Joke? Ik laat Jean-Louis de Cahusac, de auteur van het lemma enthousiasme voor de befaamde Encyclopédie van Diderot en d'Alembert finaal aan het woord. En wat zegt Cahusac? Hij plaatst enthousiasme tegenover het genie. En het genie is altijd mannelijk.

Hier gebeurt het, moedige Joke.

De vrouw wordt het enthousiasme ontnomen als artistieke en intellectuele kwaliteit. Meer nog, haar begeestering wordt verduisterd in de seksuele sfeer. Het feminiene enthousiasme wordt nymfomanie verweten of een fureur utérine. Elke vrouw kon door de ziekte van het ‘ontembare vuur’ gegrepen worden. Uitbundige lichaamstaal en galopperende retoriek worden verbannen naar de achterzijde van haar genius. Want het genie bedient zich van de lijfelijke beheersing binnen een beteugelde mannelijke rede.

(Zou het meisje van Pygmalion, daar, bij het langzaam sluiten van de gordijnen, na dit wrede schouwspel, eindelijk spreken – de verschroeiende meteoriet als kaatsbal – en zowaar de eerste zin uit uw recentste roman Mijn leven als mens formuleren: ‘Gisteren ben ik doodgegaan, onverwacht en banaal?’)

(pauze)

Wat zou er gebeuren, beste Joke, als het meisje uit het Verhaal, hier en nu, terwijl u dit leest, stopt met blozen. Met vaste stem Zichzelf een eigentijdse naam aanmeet en met opgeheven hoofd het podium verlaat? Wat zou er gebeuren als het meisje haar eigen schepper – hij die haar naakt en ruw uit het witste marmer kapte, vervolgens zorgzaam polijstte tot een glanzende muze, en tenslotte zijn maagdelijk bezit dacht te beminnen, maar haar in feite verstikte met het geniusstof uit zijn atelier – zwijgend en glimlachend in de kou laat staan, en haar begeestering blijft koesteren, zoals de weergaloze Madame de Staël in haar De l’Allemagne (1810) doet?

On accuse souvent l’enthousiasme sincère de ce qui ne peut être reproché qu’à l’enthousiasme affecté; plus un sentiment est beau, plus la fausse imitation de ce sentiment est odieuse. Beaucoup de gens sont prévenus contre l’enthousiasme; ils le confondent avec le fanatisme, et c’est une grande erreur.

De gesloten mond van de vrouw schreeuwt het dedain, de tot niets nopende hoon weg. Voor iedereen die volgt. Voor jou en mij, Joke.

Is dit niet de interpretatie van de Pygmalion-mythe door Auguste Rodin? Zij die wegkijkt? De vorm nog in ontwerp? De schepping ruw genoeg voor een prikkende schaafwonde bij de toeschouwer? Het kijken begrijpt nu. Geen zoete blos in marmer. Het instrument van de beeldhouwer is nog onverbloemd. De gesloten mond van de vrouw schreeuwt het dedain, de tot niets nopende hoon weg. Voor iedereen die volgt. Voor jou en mij, Joke.

Auguste Rodin, 'Pygmalion et Galatée' (1889)

Ja. Rodins marmer gromt diep vanuit de spelonken.
In de groeve delven wij de oorspronkelijke hechting tussen het Griekse woord entheos en de gelijkheid tussen de geslachten weer op.
In het magma van de aarde bestaan geen verkleinwoorden.

Nu kunnen we onze herinneringen achter de zwarte notenbalken doorstaan in het Verhaal en de Kunsten, Joke.
We gaan onze nagels hieraan niet meer vuil maken.
Het meisje wordt vrouw. Ruw. Ongepolijst.
De pose vindt haar vranke lichtvoetigheid terug.
De weerbarstige blos is gaan liggen.
En u, Madame de Staël en ik schrijven in ambergrijze inkt:

L’enthousiasme ne nous abandonnera pas (…), il nous rappellera ces moments où, pleins d’énergie, nous avions senti que notre cœur était impérissable, et nos derniers soupirs seront peut-être comme une noble pensée qui remonte vers le ciel.

Met enthousiaste groeten,

Barbara Baert

P.S. In uw opiniestuk vermeldt u ook de auteur uit Genova. Volgende maand richt ik mij tot zijn muze. Zoals u weet een kunsthistorica.