Fuck sorry!

Door Roderik Six, op Tue Oct 06 2020 22:00:00 GMT+0000

Literair journalist en auteur Roderik Six draagt beleefdheid hoog in het vaandel maar wordt stilaan misselijk van de kruiperigheid die van al onze sorry’s druipt. ‘Mochten we nog petten dragen, we namen ze aan de lopende band af.’

‘Spijt maakt niets ongedaan, hoop brengt niets dichterbij.’ Het is een uitspraak van Doc, de diabolische arts die rondwaart in mijn roman Val (2015) en iedereen de verdoemenis in lokt. Hoewel het een mooi geformuleerd aforisme is, haast nietzscheaans, weet ik niet of ik het eens ben met mijn hoofdpersonage. De vraag is of je überhaupt in debat kunt treden met een verzinsel, ook al is het ontsproten aan je eigen brein. Dat lijkt me het equivalent van tegen jezelf schaken: hoe slaag je erin je eigen tegenzetten te verschalken? Hoe ontdoe je jezelf van je eigen voorkennis? En ook al kan je jezelf bedotten, wat ben je ermee om tegelijk als winnaar en verliezer uit de strijd te verrijzen?

Strikt genomen heeft Doc gelijk. Het verleden laat zich niet veranderen, en hoewel we ons best doen om de toekomst te sturen blijkt dat vaak hoogmoed. Altijd is er wel een factor die we niet in overweging nemen, altijd is de chaos ons een stapje voor. Spijt om een misstap wist die misstap niet uit. Spijt werkt niet als zonlicht op een ijspegel. Spijt helpt niet.

Veel meer dan door je successen, word je gevormd door je falen.

Wroeging wordt ook overschat. Hoe verkeerd je beslissingen ook waren, hoe fout je handelingen, hoe lang je waslijst aan misdragingen – ze hebben je gemaakt tot wie je bent. Veel meer dan door je successen, word je gevormd door je falen. Littekens geven je karakter. Wie ongeschonden aan de hemelpoort opdaagt, heeft niet geleefd.

Blijkbaar zijn we onwaardige schepsels die zich schuldig moeten voelen omdat we op andermans schepping rondwandelen.

Wie, net als ik, in de katholieke sfeer is opgegroeid, kent het concept van de eeuwige schuld, de inherente zondigheid van het menselijk bestaan. Nooit begrepen hoe het precies in elkaar zit, maar blijkbaar zijn we onwaardige schepsels die zich schuldig moeten voelen omdat we op andermans schepping rondwandelen – alsof je een aardbol met gazon bedekt en elke vijf voeten een bord plaatst met de tekst ‘Verboden het gras te betreden.’ De almachtige kan je dergelijke constructiefouten evenwel niet aanwrijven. Neen, elke week mag je mea culpa slaan en nederig knielen om je eigen dommigheid. Maar niet in het gras natuurlijk.

Verlossing of aflossing?

Bijna naadloos heeft het neoliberalisme het katholieke schuldbesef overgenomen. Nu moeten we niet meer op de knieën voor een wolkige god, maar dienen we slaafs de richtlijnen van de markt. Simpelweg bestaan is niet alleen onvoldoende, het is een ware zonde. We moeten productief zijn, bijdragen aan de economie, ons te pletter werken en o wee als we werkloos zijn, of ziek, of weigeren mee te hollen in de ratrace. Dan word je verketterd: werklozen moeten opgejaagd worden, armen hebben het aan zichzelf te danken, zieken zijn een juk en gepensioneerden moeten zelf maar zien hoe ze hun geprivatiseerd rustoord betalen.

Het neoliberalisme heeft naadloos het katholieke schuldbesef overgenomen. Nu moeten we niet meer op de knieën voor een wolkige god, maar dienen we slaafs de markt.

Daarnaast mag de burger zich een eindje gaan schamen voor de schadelijke gevolgen veroorzaakt door het neoliberalisme. Niet de grootvervuilers dienen zich schuldig te voelen over de vernietiging van de planeet. Het is de consument die zichzelf vliegschaamte moet aanpraten en zich angstig dient te voelen over nakende droogtes, overstromingen en de bijbehorende vluchtelingenstroom.

Bange, beschaamde burgers lopen namelijk gedwee achter rechts-populistische politici aan die pretenderen het volk te steunen maar er tegelijk alles aan doen om de zorgstaat te ontmantelen, klimaatmaatregelen te temperen en bedrijven gulle belastingkortingen toe te schuiven. De dappere zielen die zich daartegen verzetten via (school)stakingen of betogingen worden belachelijk gemaakt, met urine bekogeld en door oude commentatoren in de hoek gezet als betrof het stoute kinderen en niet de mondige, bezorgde vrijdenkers die zo broodnodig zijn in het maatschappelijke debat.

Het concept zonde wordt door religieuze en politieke machthebbers maar al te vaak misbruikt om te muilkorven.

Het concept zonde wordt door religieuze en politieke machthebbers maar al te vaak misbruikt om te muilkorven, om te zorgen dat kritische stemmen zichzelf censureren en opstandige geesten aan de schandpaal genageld worden. Dan is spijt misplaatst. Dan is zonde een verzetsdaad.

Een welgemeende...

We zijn verslaafd aan onze sorry’s. We excuseren ons te pletter. Turf ze maar eens, de excuses die we dagelijks uiten, de sorry’s waarmee we onze zinnen beginnen. Ik draag beleefdheid hoog in het vaandel maar de kruiperigheid die van onze sorry’s druipt, maakt me vaak misselijk. Impliciet etaleren we daarmee onze dienstbaarheid, onze onderdanigheid, onze drang om ons te onderwerpen aan de macht. Mochten we nog petten dragen, we namen ze aan de lopende band af.

Sorry dat ik stoor, sorry, mag ik iets vragen, sorry dat ik er even langs moet, sorry dat ik besta, dat ik adem, sorry dat de lucht die ik inadem vervuild is, sorry dat ik even vakantie neem, sorry dat ik je onzin onderbreek en sorry dat ik een mening heb; sorry dat ik zonder werk ben gevallen en hier al een uur aanschuif aan een loket, en sorry dat ik niet begrijp welke tien formulieren ik moet invullen, en sorry dat ik recht heb op een uitkering; sorry dat mijn land gebombardeerd is en ik hier op de stoep sta, en sorry dat ik gebruik heb gemaakt van mijn stemrecht, en sorry dat ik vredevol op straat kom, sorry dat jullie traangas moeten gebruiken, en sorry dat ik gesteld ben op mijn privacy, sorry dat mijn huidskleur je niet aanstaat, en sorry sorry sorry…

Wel.

Fuck sorry.

Al dat nodeloos gesorry holt de kracht van welgemeende excuses uit. Doc mag dan wel beweren dat spijt niets ongedaan maakt, spijt betuigen heeft wel een helend effect, zowel voor dader als slachtoffer. Makkelijk is het niet, erkennen dat je fout zat. Koppigheid lijkt wel in ons ingebakken – we bijten ons liever vast in ons grote gelijk dan terug te keren op onze stappen en te beseffen dat we de verkeerde weg waren ingeslagen. Het is een tegelijk nederig en groots gebaar dat veel sluimerende pijn kan vermijden.

Ik doe het veel te weinig. Tot mijn grote spijt.