Een platte band loopt leeg. Vermoeienis en DEI
Door Nicole Erin Morse, op Thu Jun 06 2024 23:30:00 GMT+0000Hoe houd je als genderqueer docent het hoofd boven water in de vaak hypocriete debatten rond diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI) aan je universiteit en daarbuiten? Nicole Erin Morse vindt in vermoeienis een affectieve houding waarmee die weerstand kan bieden. Vermoeienis is datgene wat opgebrand blijft branden en, anders dan ambivalentie, systematische onderdrukking blootlegt.
Read the English version here.
Op 26 maart stort in Baltimore, Maryland een brug in. Wanneer rechtse analisten de afschuwelijke ramp toeschrijven aan een ‘DEI-burgemeester’, antwoordt de burgemeester in kwestie, Brandon Scott, al grappend dat die afkorting staat voor ‘Deugdelijk Erkende burgemeester In functie’. Hij verkondigt ook: ‘We weten wat ze eigenlijk willen zeggen, maar ze hebben het lef niet om het n-woord te gebruiken.’
DEI staat voor ‘Diversity, Equity, and Inclusion’ en het is in snel tempo een favoriete schietschijf van rechts Amerika geworden. Is Scott zelf voor of tegen DEI? Zijn uitspraken omzeilen die keuze, ze omarmen noch verwerpen DEI. Online verschenen wel onmiddellijk memes van Scotts uitspraken. Inmiddels maken ze deel uit van de overvloed aan vluchtige digitale berichten waarmee mensen die begaan zijn met diversiteit, gelijkheid en inclusie duidelijk maken dat ze het helemaal gehad hebben met debatten over DEI.
Barthes ziet vermoeienis als een dynamisch antwoord op de aanhoudende druk om een duidelijk standpunt in te nemen.
‘Vermoeienis: de oproep tot een standpunt’, schreef Roland Barthes in zijn notities over ‘het Neutrale’ in 1978. Voor Barthes staat vermoeienis niet gelijk aan onverschilligheid. Hij ziet het als een dynamisch antwoord op de aanhoudende druk om een duidelijk standpunt in te nemen over modieuze politieke kwesties. Barthes schrijft dat vermoeienis creatief is, aangezien ‘nieuwe zaken worden geboren uit vermoeidheid, uit ergens je buik van vol hebben’.
In Scotts uitspraken doet vermoeienis creativiteit exploderen en is er een ‘“uitbarsting”, door een slag of door druk’, aangezien de burgemeester benoemt wat niet luidop mag worden gezegd: de aanvallen op zijn persoon zijn racistisch. Die ‘uitbarsting’ wordt gevolgd door ‘een traag, aanhoudend leeglopen’, waarbij de uitspraken memes worden en online circuleren. Ze worden wat Hito Steyerl ‘poor images’ noemt; sterk gecomprimeerde digitale bestanden die rondgaan, desintegreren en Scotts staat van ‘er de buik van vol hebben’ telkens weer herhalen.
In het spoor van Barthes, geïnspireerd door online humor en worstelend met mijn ervaringen als genderqueer docent die zelf wordt genoemd op Florida’s DEI-zwarte lijsten, stel ik dat vermoeienis een affectieve staat is met het potentieel om weerstand te bieden ten aanzien van de ogenschijnlijk nutteloze en frustrerende gevechten die vandaag over DEI gevoerd worden.
Opgebrand blijven branden
Vermoeienis is bijzonder geschikt in confrontatie met de oproep een standpunt in te nemen over DEI. DEI staat voornamelijk bekend als een kapitalistisch initiatief dat steeds populairder wordt in de Amerikaanse bedrijfswereld. Op basis van haar etymologische wortels verbindt Barthes vermoeienis (zowel fatigue als lassitude) aan labor en hij beschrijft het concept verder als ‘een last waaronder men wankelt’. Daaraan voegt hij toe: ‘Een algemeen beeld van inzinking, van iemands zijn dat verpletterd wordt’ (du tassement sous quelque chose).
Vermoeienis is vooral ook extremer dan ambivalentie. Ambivalentie – wat ik zou beschrijven als niet in staat of bereid zijn om te kiezen tussen voorgestelde opties – is een bekend affectief antwoord op de oproep om een stabiele politieke positie in te nemen uit een beperkt en teleurstellend aantal keuzes. Vermoeienis gaat verder dan dat. Het beantwoordt niet alleen aan de keuze die binnen handbereik ligt, maar aan de gehele context vanwaaruit de oproep om te kiezen voortkomt. In het geval van DEI heeft die context betrekking op eeuwen aan structureel racisme, misogynie, seksuele intimidatie, juridische ongelijkheid, homofobie, trans-antagonisme, validisme, klassisme en al het overige waaruit ons necropolitieke systeem van wegwerpbaarheid bestaat. Geen wonder dat we vermoeid zijn.
Een post die viraal ging op X (en snel een meme werd op andere platformen) geeft goed de vermoeienis weer die velen ervaren bij DEI op de werkvloer, vooral diegenen onder ons die herkennen hoe het de status quo versterkt. Gebruiker @necrobranson schrijft:
‘buik vol van conservatieven die DEI overschatten. Weten jullie wat DEI eigenlijk doet? Al wat DEI doet is PowerPoints maken. Dat is het. Dan tonen ze die PowerPoints aan de belangrijkste mensen in het bedrijf terwijl die bezig zijn op hun mobieltjes. Nadien negeren ze mijn e-mails. Dat is het. Niets anders.’
Er gebeurt niets anders en toch gaat de schertsvertoning verder, en worden zij die het systeem willen uitdagen voortdurend gedwongen om een standpunt in te nemen over DEI. Iedereen die de post deelt, bevestigt aldus dat DEI-werk geen bedreiging is voor de hegemonische orde, maar een soort put van nutteloze uitwisselingen waarin alle politieke activiteit en energie van de betrokkenen wegsijpelt. Memes als deze gaan rond en rond, en vertolken de uitputting die we voelen wanneer we nog maar eens voor de keuze worden gesteld tussen optie A en optie B – en niets daartussen.
Het is belangrijk te beseffen dat die keuze zelf vermoeiend is, omdat ze de verkeerde vraag stelt. Ze richt zich steeds weer op deze of gene interventie, en verhindert zo dat aandacht wordt besteed aan de onderliggende structuren van onderdrukking. Daarop reageren met vermoeienis leidt niet noodzakelijk tot een uitweg. Maar het geeft wel uiting aan de affectieve ervaring die je overkomt wanneer je je revolutionaire energie omgeleid ziet, afgeblokt en beëindigd, net als aan de politieke nood om stil te staan bij die beëindiging.
In het huidige burnout-taalgebruik zou vermoeienis datgene zijn dat is opgebrand en toch blijft branden.
Zoals Barthes schrijft, heeft vermoeienis ‘een paradoxale oneindigheid’, aangezien ze ‘het eindeloze proces van beëindigen’ opvoert; ze is ‘de aanraking van oneindigheid zelf’. Vermoeienis is dus meer dan slechts een einde. Het verlengt, geeft toe aan, vergezelt, breidt uit en verhevigt het proces van eindigen, en weigert dat eindigen toe te staan ooit stilletjes compleet te worden; het verzet zich tegen closure.
Ziek en moe, vermoeid, leeg, verpletterd. In deze vermoeienis zijn we niet slechts gevangen tussen twee vuren: pro- en anti-DEI. Volgens Barthes, die een levendige metafoor uit het werk van André Gide citeert, worden we ‘de platte band die leegloopt’. In het huidige burnout-taalgebruik zou vermoeienis datgene zijn dat is opgebrand en toch blijft branden. Barthes schrijft over vermoeienis dat het een voortdurend proces van uitputting is; het is ‘dat wat niet stopt zichzelf te ledigen’. De politieke kracht van vermoeienis zit zo in het uitbreiden, verlengen, voortduren van het leegloopproces. Vermoeienis stelt dat er nog steeds meer uitputting uit dit moment te halen valt. Zelfs wanneer al onze reserves van verzet zijn uitgeput, blijven we ledigen. En zo bevestigen we dat we in leven zijn.
Minderhedenbelasting
Net als zovelen die op de werkvloer terechtkomen en meteen verondersteld worden experts te zijn in DEI vanwege hun identiteit, ben ik lang vermoeid geweest door het concept. Ik zeg ‘lang’ maar eigenlijk was DEI iets waarvan ik tot enkele jaren geleden amper had gehoord. Volgens de Ngram Viewer van Google Books, dat de frequentie schat waarmee termen in ons taalgebruik voorkomen (in dit geval het Engels), leverde DEI in 2019 zelfs amper resultaten op in verhouding tot de woorden waaruit het is samengesteld:
Daartegenover toont Google Trends een scherpe toename in zoekacties naar DEI tussen 2019 en 2024:
Wat is er gebeurd na 2019? Belangrijk waren de protesten na de moord op George Floyd in de zomer van 2020. Protestanten van de Black Lives Matter-beweging riepen op om de financiering van de politie stop te zetten, waarna neoliberale instituten, van bedrijven tot het hoger onderwijs, in ijltempo DEI-initiatieven in het leven begonnen te roepen. Velen zagen dat als een cynische, tactische zet om Black Lives Matter te coöpteren en het momentum van de beweging te heroriënteren opdat de status quo bewaard zou blijven.
Aan mijn eigen universiteit begonnen DEI-comités en -activiteiten zich plots te vermenigvuldigen. Tot dan had ik altijd aan de constante druk weerstaan om me bij die initiatieven aan te sluiten. Onderzoek suggereert immers dat zulke comités alleen maar meer werk betekenen voor precies die mensen die ze zouden moeten ondersteunen, een fenomeen dat ‘de minderhedenbelasting’ of ‘de meerderheidssubsidie’ genoemd wordt. In 2012 onderzocht de Brits-Australische auteur en onderzoeker Sara Ahmed in On Being Included hoe institutionele diversiteitswerkers uitgeput worden door de institutionele betonnen muur waarop ze blijven botsen terwijl ze proberen precies dat werk te doen dat het instituut van hen verwacht.
Telkens wanneer mij gevraagd werd deel uit te maken van een DEI-comité (vaak door witte, cisgender, heteroseksuele mannelijke collega’s), antwoordde ik dat, als het werk toch zo belangrijk was voor hen, ze zich best lieten bijscholen, zodat ze dat werk zelf zouden kunnen verrichten. Ik was trots op mijn volharding en dacht dat ik voor de oproep om een positie over DEI in te nemen, een oplossing gevonden had. Geen vermoeienis, geen onhoudbare dienstverleningslast. ‘Waar kan een platte band om vragen’, schrijft Barthes, ‘behalve om met rust gelaten te worden!’
Maar in 2020 en 2021 werden meer en meer DEI-comités opgericht, en duidde het Gouverneursbestuur (de GOB) van Florida DEI aan als een strategische prioriteit. Het droeg diezelfde comités op om curricula door te lichten en DEI te incorporeren in onze academische leerpakketten. Zo werd het voor mij onmogelijk nog langer een DEI-mandaat uit de weg te gaan. Als een van de enige non-binaire faculteitsleden, en als een wit persoon die wou vermijden dat vrouwen van kleur al het werk zouden moeten doen dat door deze nieuwe comités gecreëerd werd, ging ik in twee DEI-comités tegelijk zetelen.
Voor noch tegen
DEI was overal, maar echte gerechtigheid bleef moeilijk te realiseren – misschien wel doordat de woorden ‘diversiteit’, ‘gelijkheid’ en ‘inclusie’ nu juist vaker opdoken. We werden verondersteld om ‘DEI-cursussen’ aan te duiden en een van de comités waarin ik zetelde moest een lijst opstellen met ‘DEI-leerdoelstellingen’ voor elke cursus in de majoropleidingen. Er werden bijeenkomsten over DEI gehouden.
Ondertussen ging de systematische onderdrukking verder. Op een gegeven moment zocht ik medewerkers aan voor een rekruteringscomité. Omdat het beleid stipuleerde dat in elk rekruteringscomité een vrouw en een persoon van kleur moesten zitten, werd ik gedwongen een beroep te doen op dezelfde Zwarte vrouwelijke faculteitsleden die al in alle andere rekruteringscomités zetelden. Hun werklast werd nog zwaarder dan ze al was. Het hoofd van de campuspolitie instrueerde de faculteit hoe ze bedreigingen kon identificeren, en zijn volledige presentatie bestond uit een video van een jonge Zwarte man die een psychische crisis doormaakte. Aangezien hij zelf Zwart was kon deze presentatie niet racistisch zijn, zo vertelde hij ons. In een verplichte training voor werknemers over lgbtq-mensen werd aan hetero- en cisgender faculteitsleden gevraagd om luidop de ergste dingen te delen die zij ooit over lgbtq-mensen gehoord hadden of zelf geloofden.
Ik was uitgeput door de vragen links en rechts om enthousiast deel te nemen aan DEI-activiteiten, en nu moest ik de energie opbrengen om voor DEI op te komen.
Dat hoeft allemaal niet te verbazen. Wat contradictorisch lijkt, is in feite allemaal deel van een coherente neoliberale ideologie. Al die frustrerende ervaringen maakten het voor mij buitengewoon moeilijk om DEI luidkeels mee te verdedigen toen Ron DeSantis, de gouverneur van Florida, in 2022 eiste dat het Statelijk Universiteitssysteem abrupt van koers zou veranderen en alle ondersteuning voor DEI zou ontbinden. Ik was uitgeput door de vragen om enthousiast deel te nemen aan DEI-activiteiten, en nu moest ik de energie opbrengen om voor DEI op te komen. Nota bene tegen hetzelfde staatsapparaat en dezelfde universiteitsadministratie die ons hadden aangemaand deel te nemen aan de praktijken die ze nu onder schot namen.
In december 2022 vroeg de overheid van Florida officieel aan alle scholen die waren aangesloten bij het Statelijk Universiteitssysteem hoeveel van hun staatsfinanciering naar DEI en ‘critical race theory’ (CRT) ging. Het informatieverzoek vroeg specifiek naar lijsten van posities, vakken, salarissen en andere details met betrekking tot universiteitsmedewerkers die DEI/CRT-werk deden. Ik zetelde in twee DEI-comités, gaf les over gender en ras, en leidde het Centrum voor Women, Gender and Sexuality Studies: ik was gealarmeerd. Maar ik was niet enkel bezorgd over mijn eigen situatie. DEI was tenslotte al enkele jaren het paradepaardje van onze universiteit – we hebben de meest diverse campus binnen het systeem. Ik vond dat iedereen bezorgd moest zijn. Dit voelde aan als een zwarte lijst.
‘Nee hoor’, vertelden administratief medewerkers me:
‘Er is niets om je zorgen over te maken. Het is geen zwarte lijst, niemand zal bij naam genoemd worden; alleen posities, salarissen en vakken worden opgelijst. De universiteiten zullen trouwens heel strategisch te werk gaan en zo min mogelijk DEI/CRT-activiteiten rapporteren. We ondersteunen DEI, we geloven erin (jij niet dan?) en we moeten in overeenstemming zijn met de wet. De overheid vraagt gewoon informatie.’
Om te verduidelijken hoe dat is uitgedraaid, deel ik een e-mail die ik op 18 januari 2023 naar de administratief verantwoordelijke stuurde:
‘Oeps’, zo luidde het antwoord op mijn explosieve ‘uitbarsting’ van vermoeienis:
‘Niemand had dit verwacht. En geloofde ik tenslotte niet in DEI? Door enkele vakken en individuen te slachtofferen, zou de universiteit haar overige DEI-initiatieven kunnen beschermen tegen een grondige doorlichting.’
Gouverneur DeSantis was natuurlijk geen oen. Het volgende informatieverzoek kwam er snel. Het was veel omvangrijker en verzocht iedereen die DEI-werk deed om e-mails, tekstberichten en socialemediacorrespondentie aan de staat te overhandigen. Om niets over het hoofd te zien vroeg de overheid ook naar details over het aantal trans studenten per campus die genderbevestigende gezondheidszorg ontvingen. Toen kondigde de gouverneur aan dat een van zijn legislatieve topprioriteiten voor 2023 zou zijn om DEI, CRT, gender studies en ‘andere discriminerende programma’s’ te verbieden. Met gemengde gevoelens stelde ik me kandidaat voor het DEI-comité van de Academische Raad – net voordat het verboden werd door de staat, werd ik verkozen.
Vermoeienis doet niet aan partijkiezen.
DEI is verworden tot een lege betekenaar die niet langer refereert aan wat het lijkt aan te duiden, zelfs niet voor neoliberale bedrijfsactiviteiten. Zoals burgemeester Scott al aangaf, gebruiken racisten DEI wanneer ze vermeend onschuldige maar onversneden racistische opmerkingen willen maken. Op vergelijkbare wijze kan DEI dienstdoen als een hondenfluitje voor seksisme, homofobie, transfobie en zoveel meer. Mensen zoals ik werden DEI in Florida’s informatieverzoeken. Memes hebben dat idee op campy wijze geparodieerd; Zwarte gebruikers op X hanteren de term ‘de DEI’s’ om naar Zwarte mensen in het algemeen te verwijzen.
De geuzennaam ‘de DEI’s’ aannemen is een door camp geïnspireerde strategie waarmee je verdergaat dan ambivalentie en tegelijk weigert te onderschrijven waar DEI ooit voor stond. In plaats daarvan toont het een geïntensiveerde drang je te identificeren met en deel te nemen aan DEI-initiatieven die werden opgedrongen aan gemarginaliseerde mensen. De band is plat: de programma’s waren grotendeels boter aan de galg. Ze hielden de status quo in stand, en nu worden ze aangevallen of zelfs volledig verboden.
Maar de opmerkingen van de burgemeester en de daaropvolgende memes verdedigen DEI niet. Ze laten het verder leeglopen. Ze dragen bij aan het eindeloze proces dat de lege betekenaar DEI verder ledigt, ze cultiveren affectieve vermoeienis die blootlegt dat er een systematische onderdrukking aan de basis ligt van de twee standpunten waartussen we geacht worden te kiezen. Vermoeienis kiest voor noch tegen DEI. Het doet niet aan ‘partijkiezen tussen kandidaten’ binnen de dominante structuur. Het is een ‘vurige, brandende daad’, die ‘het paradigma overklast’. Laten we, nu de band leegloopt, ervoor zorgen dat de lucht die ontsnapt de vlammen aanwakkert.
Vertaling: Remo Verdickt