Een klein pleidooi voor textielgeletterdheid
Door Lena Vercauteren, op Wed Jan 18 2023 23:00:00 GMT+0000'In digitale tijden, waar het materiële op de achtergrond geraakt, kan een herwaardering van textielkunst ons heel wat leren', schrijft Lena Vercauteren over de expo Makersgeheimen #2 in het TextielMuseum. Dit essay schreef die in het kader van Week van de Kunstkritiek, een workshop door rekto:verso, HART en het Frans Masereel Centrum.
‘The effort to overthrow the hegemony of the fine arts by merging them with the applied arts tended to benefit painting rather than embroidery; to modify masculinity rather than to transform femininity.’ – The Subversive Stitch, Rozsika Parker
In het TextielMuseum van Tilburg lopen eind september 2022 drie tijdelijke tentoonstellingen. De expo's bieden bijzonder veel informatie over de verschillende aspecten van textiel, haar productie en haar culturele achtergrond. In het bijzonder vertellen ze iets over de culturele impact van textiel en hoe geconnecteerd de verschillende productieprocessen zijn met een historische, culturele en/of economische context.
Het is echter pas in de derde tentoonstelling, Makersgeheimen #2, dat ik geconfronteerd word met mijn eigen (vooringenomen) perspectief op textiel als kunstvorm. Ondanks mijn poging om altijd verder te kijken dan wat Kunst met de grote K zou zijn, blijk ik de materialiteit van textielkunst meestal te vergeten. De tentoonstelling doet me in die zin beseffen dat ik niet altijd weet hoe de betekenis van textielkunst binnen de toegepaste kunsten te lezen.
Anders leren lezen
Makersgeheimen #2 komt voort uit het TextielLab, een project van het TextielMuseum waarvoor textielkunstenaars samenwerken met experten van het museum om creatieve technologische ideeën, zoals speels wollen ondergoed, te verwezenlijken. Het is de tweede editie van het project, met een nieuwe lichting textielkunstenaars die in het TextielLab hebben gewerkt. De tentoonstelling besteedt aandacht aan de verschillende ontwikkelingsfases en eventuele inspiratiebronnen in het maakproces, die ook door de makers in video’s worden toegelicht. De afgesloten donkere ruimte staat in schril contrast met de andere heldere, educatieve ruimtes. Geen plastic bakje met kleurstofkorrels die je kan proeven, zoals bij Kleurstof, de eerste van de drie expo’s, maar een artistiek gecureerde ruimte. Dit creatieve textielonderzoek confronteert je met de artistieke status die je textiel zelf toedicht. In Makersgeheimen #2 is ook dat onderzoek een kunstvorm.
Het naaien, breien en herstellen van kleren zag ik niet eerder als artistieke of politieke praktijk.
Ik moet toegeven dat mijn interesse in textiel zich vaak beperkt tot de praktische kant. Leren naaien, breien en herstellen heeft me dan wel in contact gebracht met de kleren die ik draag, ik heb er nooit over nagedacht als artistieke of politieke praktijken. Het waren lange tijd handelingen die ik kon aanleren en wel of niet goed uitvoerde in plaats van creatieve activiteiten die spel en expressie toelieten en leunden op een complexe geschiedenis.
Mijn interesse in het TextielMuseum, dat ik bezocht na De Pont in Tilburg, een museum voor hedendaagse kunst, kwam voort uit een nieuwsgierigheid naar ambacht. De overgang van het ene museum naar het andere ervaarde ik instinctief als een overgang van het ‘kunstzinnige’ naar het ‘informatieve’. Ik wandel anders, met een andere blik, door het TextielMuseum dan door De Pont. Tot ik in de exporuimte kwam van Makersgeheimen #2 en het ambachtelijke samenkwam met het artistieke. Ik ging spontaan anders wandelen, maar moest ook de tentoonstelling anders ‘lezen’. Niet enkel als kunst, niet enkel als onderzoekspresentatie, maar een combinatie van beide.
Herwaardering
De ‘Schone Kunsten’ bevatten over het algemeen geen textielkunst, uitgezonderd van oude Vlaamse tapijten. Deze relatieve onzichtbaarheid van textiel in de kunsten heeft te maken met haar socio-culturele context. In het boek The Subversive Stitch (1984), een herwaardering van de wederkerige relatie tussen vrouwen en borduurwerk toont kunsthistorica Rozsika Parker aan dat handwerk net door de associatie met ‘vrouwenarbeid’ lager op de culturele ladder belandde. Tot in de 20ste eeuw, toen verschillende kunstenaressen uit het dadaïsme, het constructivisme en verschillende politieke bewegingen het oppikten om zich af te zetten tegen de door mannen gedomineerde (kunst)productie. Precies omdat technieken zoals borduren zo vaak geassocieerd worden met vrouwelijkheid en de private sfeer, zijn ze volgens Parker zo populair in tegenculturen. Het publiek maken van het private heeft namelijk vaak een rebels kantje.
In Makersgeheimen #2 is textiel niet alleen een materiaal dat boodschappen kan dragen, maar een medium dat een boodschap in zich draagt.
Parker merkt daarbij op dat een loutere opname van de toegepaste kunsten, zoals textielkunst, binnen de ‘Schone Kunsten’ niet voldoende is voor een (her)waardering van de toegepaste kunsten. Textielkunst vraagt een ander perspectief van de kijker en dus ook een andere leesmethode. Maar hoe geraak je aan zo’n nieuwe bril? Een herwaardering moet niet alleen de socio-culturele geschiedenis van textiel zichtbaar maken, maar ook haar onderscheidende element: de materiële specificiteit.
Die brede blik was uiteindelijk wat Makersgeheimen #2 zo bijzonder maakte. De expo toonde niet alleen de ‘resultaten’, in finale staat of als work in progress, zoals bij een traditioneel gecureerde tentoonstelling. Ze liet ook per project modules zien, inclusief inspiratiebronnen, creatiefases en gebruikt materiaal. De leden van Studio Melonit praatten over de motivatie achter hun textielonderzoek naar modern wollen ondergoed; een antiek aandoend item dat nu via breitechnieken en via een creatief kleurrijk patroon, de 21ste eeuw wordt binnengeloodst. Een andere deelnemer, Fransje Gimbrère, zocht in haar werk Linum naar complexe technieken voor textielbewerking waardoor het vlakke eindproduct visueel toch een 3D-kwaliteit kreeg. Voor het eindproduct werd er echter beroep gedaan op een klassieke techniek: linnenbinding. Innovatie en traditie gaan hier dus hand in hand.
Textiel is, binnen het systeem van massaproductie, een statisch middel geworden. Eens het verandert, zien we het als ‘kapot’ en onbruikbaar.
Door dat kruispunt van innovatie en traditie, van alledaags ambacht en creativiteit, kunnen textielkunst en artistiek textielonderzoek onze denkpatronen rond textiel en stof veranderen. In Makersgeheimen #2 is textiel niet alleen een materiaal dat boodschappen kan dragen, maar een medium dat een boodschap in zich draagt. Textielonderzoek, zoals het in het TextielLab uitgevoerd wordt, betreft dan niet alleen technische maar ook creatieve innovatie, waarbij de technieken zelf een volwaardige kunstvorm zijn. Dat de expo de vruchten van TextielLab als autonome objecten toont in het eerste deel, maar het textielonderzoek wel uitvoerig toelicht in het tweede deel, maakt die boodschap ook toegankelijk voor een breder publiek.
Het ter discussie stellen van onze beperkende blik op textiel begint immers bij hoe het werk aan de bezoeker getoond wordt. Makersgeheimen #2 bevond zich redelijk afgesloten van de andere tentoonstellingen. Het zou waardevol zijn projecten als deze een meer centrale plek te verlenen. Maar vooral moeten we methodes zien te vinden voor het herwaarderen van materialiteit. Zo wordt textielkunst in zijn waarde gelaten en serieus genomen als toegepaste kunstvorm. Zoals Rozsika Parker benadrukt: het gaat niet over doelloze integratie, maar over transformatie van wat kunst inhoudt.
Textielgeletterdheid
Zo'n verandering in denk- en kijkpatronen is niet enkel voordelig voor de status van de toegepaste kunsten. Een grotere ‘textielgeletterdheid’ zou er ook voor kunnen zorgen dat de huidige exploitatieve productieprocessen aan zichtbaarheid winnen. In onze laatkapitalistische consumptiemaatschappij zijn we van de vele materiële processen van textielproductie vervreemd geraakt. Textiel is, binnen het systeem van massaproductie, een statisch middel geworden. Eens het verandert (bv. de stof wordt dunner, er zit hier en daar een gat), zien we het als ‘kapot’ en onbruikbaar. Door die logica wordt de noodzaak gecreëerd om permanent nieuwe dingen te kopen. Kennis van textiel en hoe ermee om te gaan kan echter het (creatieve) hergebruik van oude kledingstukken stimuleren. Veel klassieke technieken, zoals quilten, dragen betekenis en waarde net omdat ze oude materialen herwaarderen. Met welke betekenis zouden we textielwerk opladen als we deze technieken weer zouden aanleren?
In de projecten van Makersgeheimen #2, en in veel textielkunst tout court, genereert de materialiteit zelf betekenis. In digitale tijden, waar het materiële op de achtergrond geraakt, kan een herwaardering van textielkunst ons heel wat leren. Om tot dat punt te komen, moeten we textiel opnieuw leren lezen.
De tentoonstelling Makersgeheimen #2 loopt nog tot 18 juni 2023 in het TextielMuseum in Tilburg. De andere twee expo’s, Damast Design en Kleurstof, zijn al afgelopen.