Dik en queer: de nalatenschap van FaT GiRL (1994-1997)

Door Louise Souvagie, op Tue May 31 2022 22:00:00 GMT+0000

Uit het onvermoeibare activisme van een collectief van dikke lesbiennes ontstond in 1994 FaT GiRL: A Zine for Fat Dykes and the Women Who Want Them. Drie jaar lang bewezen hun publicaties en activiteiten dat queer en dik activisme het best samen strijden tegen de normatieve tijdlijn van before, after en happily ever-after. En vooral ook dat FaT GiRLs ontzettend sexy zijn.

Voor de grote body positivity-beweging Instagram overnam, zagen we het dikke lichaam ofwel in het nieuws wanneer het ging over medische problemen, ofwel in porno. De porno-industrie heeft vet altijd verheerlijkt, weliswaar als een subcategorie, een fetisj.

De activistische jaren 1970 leverden de eerste echte maar weinig inclusieve fat activists op. Langzamerhand ontstonden er anti-dieetorganisaties en fat-positieve initiatieven. In 1987 richtte de Amerikaanse burgerbeweging NAAFA (National Association to Advance Fat Acceptance) het magazine Dimensions (1987 – 2002) op, dat zware lichamen op een positieve manier verbeeldde door dikke vrouwen als gelukkig, aantrekkelijk en gezond weer te geven. Al snel veranderde Dimensions echter in een softpornografisch blad omwille van hun focus op fat admirers. De redactionele insteek van de artikels was dan wel sociaal-maatschappelijk, maar het stigma rond dik ging niet op de schop. Dimensions zette immers in plaats van dikke mensen fat admirers centraal. Met beschouwingen over hun schaamte probeerde Dimensions in de eerste plaats het taboe rond het verlangen naar dikke lichamen te doorbreken.

In die trant bracht het magazine ook artikels over concepten zoals feeding, het seksueel genot dat voorkomt uit het ‘voederen’ van een zwaarlijvig persoon. Kortom, Dimensions maakte de dikke vrouw tot lijdend voorwerp: een (lust)object. Modellen poseerden niet naakt maar in lingerie. Ondanks zijn slechts mildpornografische content en zijn status als bekendste blad binnen het fat admiration-genre, kon je Dimensions enkel verkrijgen via het internet of in seksshops die zich specialiseerden in kinks en fetisjisme. Het dikke lichaam – en het begeren van dat lichaam – bleef dus taboe.

‘FaT GiRL is a Political Act’

Die taboesfeer moest eraan geloven, toen in 1989 een groep activisten tijdens een conferentie voor zware vrouwen in Londen het Fat Dykes Statement neerlegde. De tekst was kort maar krachtig en betekende een doorbraak in de visibiliteit van het dikke lichaam. In de nasleep van het Fat Dykes Statement ontstonden nieuwe initiatieven rond fat activism met een steeds diverser publiek zoals het kleinschalige Fat News in Groot-Brittannië.

Al die verschillende acties leidden ook tot de oprichting van het eerste fanzine dat de meerlagige identiteit van de dikke lesbienne bezong: FaT GiRL: A Zine for Fat Dykes and the Women Who Want Them. Het zine, dat tussen 1994 en 1997 werd uitgebracht door een fluïde collectief van zelfverklaarde fat dykes uit de San Francisco Bay Area, was een waar hoogtepunt voor de fat dyke-cultuur.

FaT GiRL toonde zich openlijk hongerig, ‘in your face’, kinky, slim, onbeschaamd en zo zwaar mogelijk.

De FaT GiRLs manifesteerden zich in velerlei vormen: van uitgesproken butch met een superheldencape tot wulps in een rolstoel. Het collectief verzamelde getuigenissen over de hedendaagse realiteit van dikke lesbiennes en vierde de diversiteit binnen hun gemeenschap in rondetafelgesprekken en interviews. De makers van FaT GiRL hanteerden, hun tijd ver vooruit, identitaire strategieën als startpunt voor fat en queer activisme en omschreven hun zine als een ‘Political Act’. Tussen 1994 en 1997 hielden ze rondetafelgesprekken over dik zijn, met een intersectionele insteek. Dikke mensen hadden het niet enkel over dik zijn, maar ook over andere lagen van hun identiteit, zoals gender, leeftijd, afkomst, etc.. Bij het begin van een gesprek vroeg het collectief de deelnemers om zichzelf voor te stellen en aan te geven op welk moment hun dik zijn politiek werd. De kerngedachte van Fat Girl was immers dezelfde als die van het tweedegolffeminisme van de jaren 1970: the personal is political.

De dikke lesbienne bedreigt de heteronormatieve visie op schoonheid, maar ook haar uitdagende gedrag verontrust. In die zin toonde FaT GiRL zich openlijk hongerig, ‘in your face’, kinky, slim, onbeschaamd en zo zwaar mogelijk. FaT GiRL was onverzadigbaar en gaf toe aan vraatzucht, een christelijke zonde. Het expliciet seksuele beeldmateriaal ondersteunde de ambitie van de dikke lesbienne om sexy te zijn. Op de foto’s en illustraties genieten ze van vettig eten en van elkaar. Ze bijten van burgers alsof het fetisjobjecten zijn terwijl ze zichzelf begeerlijk etaleren. In die zin flirten ze met de stempel van fetisjisme – en slagen er net daarom in die stempel vrolijk te ontwijken.

Queer maten en queer tijd

De drie jaargangen van FaT GiRL getuigen van een uitzonderlijk moment in de queergeschiedenis, waarop bruggen geslagen werden naar de fat pride-bewegingen. Het collectief achter het fanzine plaatste het cultureel gecontesteerde lichaam van de fat dyke, de dikke lesbienne, centraal. Queerness en zwaarlijvigheid vielen plots overduidelijk samen. De queergeschiedenis evolueerde van de dichotomie tussen homoseksualiteit en heteroseksualiteit naar een rijkdom aan schakeringen op het spectrum van gender en seksualiteit. Ook fat activism hield aanvankelijk vast aan een rigide tegenstelling, die tussen obesitas en gezondheid, maar stapte daar gaandeweg van af: dik zijn stond niet langer gelijk aan een ongezond leven, net zoals slank zijn niet langer samenviel met een perfecte gezondheid.

FaT GiRL maakte in de jaren 1990 plaats vrij voor het dikke lichaam, maar de bloei van fat activism kwam aan het begin van de 21ste eeuw brutaal tot een einde.

Ook Robyn Longhurst, onderzoeker menselijke geografie, trekt parallellen tussen queer en dik zijn, aan de hand van het concept ‘uit de kast komen’. In een kast zitten klinkt benauwend — vooral als je een te dik lichaam hebt. Het besef van die lichamelijkheid is groter bij zware personen die het gewend zijn om een kermisattractie te moeten overslaan of een extra stoel te boeken in het vliegtuig. Een dik en/of queer persoon kan zich volgens Longhurst in of uit de kast bevinden. Zwaarlijvigheid mag zichzelf dan wel aan de buitenwereld tonen en een zichtbare eigenschap zijn, het spoort ook aan om te verzwijgen: dikke mensen minimaliseren fysieke klachten, benoemen niet altijd het gebrek aan gepaste kledij en verbergen eetstoornissen. Dik zijn raakt ook aan de seksuele beleving: verlangen naar een zwaar persoon of verlangen als een zwaar persoon houdt je ook in de spreekwoordelijke kast, omwille van stigmatisering of een gebrek aan zelfvertrouwen.

Om te begrijpen waarom dik zijn queer zijn betekent, moet je erkennen dat we nog steeds in een compulsief heteroseksuele maatschappij leven. Queertheoreticus Eve Sedgwick bekritiseert het heteronormatieve karakter van geschiedenis: haar tijdlijn beweegt zich nog steeds naar het gekende einde toe: de volmaakte happily-ever-after van man en vrouw. Met andere woorden verleent onze westerse kijk op geschiedenis bepaalde normatieve identiteiten — wit, hetero, cis, able-bodied en dun — nog steeds voorrang ten koste van anderen — bruin, zwart, queer, trans, disabled en dus ook: dik.
Leven volgens ‘queer tijd’ is die visie bevragen, nieuwe koppelingen maken tussen verleden en heden. Als lesbienne kan dat betekenen dat je een nieuwe vorm van samenzijn omarmt. Dat je ingaat tegen de dominante visie op queer zijn als experiment of ‘fase’ en bijgevolg als een ‘before’ van de heteronormatieve ‘after’. Als dik persoon is leven volgens queer tijd eveneens weerstand bieden aan een normatieve tijdlijn: niet de ‘before’ incorporeren, de persoon voor een transformatie, maar de ‘after’, het succesvolle eindresultaat. Het is ook ingaan tegen de veronderstelling dat je minder lang zal leven wanneer je niet streeft naar een lager gewicht of BMI. Met andere woorden: wanneer je niet dieet. Volgens die redenering zijn dikke lichamen ongezond, niet geschikt om lang te leven.

Future fatgirls

FaT GiRL en haar bondgenoten maakten plaats vrij voor het dikke lichaam in de loop van de jaren 1990, maar de bloei van fat activism kwam aan het begin van de 21ste eeuw brutaal tot een einde. Na jaren van aanzwellende bezorgdheid over onze opzwellende lichamen creëerde een genadeloos rapport van het WHO over de stijgende obesitascijfers een globale angst voor de zogenoemde obesitasepidemie. De problematisering van het dikke lichaam was plots een wetenschappelijk feit: dik stond gelijk aan ongezond. De maatschappij beschouwde het niet nastreven van een lager gewicht of het tevreden zijn met een zwaar lichaam als moreel verwerpelijk gedrag.

Wat FaT GiRL kon, hebben de fat influencers van vandaag ook begrepen.

Maar tijden veranderen: terwijl onderzoek uit de tweede helft van de 20ste eeuw het diëten ondersteunde, spreekt hedendaags onderzoek de dieetcultuur steeds vaker tegen. Zo tonen recente ontwikkelingen aan dat de meeste diëten niet of niet lang werken. Dikke mensen sterven vaak nog sneller, maar net omdat medisch personeel tot voor kort hun kwaaltjes wegwuifde als bijwerkingen van hun gewicht. Ook is bewezen dat discriminatie drastische gevolgen heeft voor zowel fysieke als mentale gezondheid.

Maar er is ook hoop. De fat community vond elkaar op sociale media en verbeeldt zichzelf via Instagram in al haar verscheidenheid. Wat FaT GiRL kon, hebben de fat influencers van vandaag ook begrepen: door een veelheid aan conventionele ideeën rond ideale en afwijkende lichamen op tegenstrijdige wijze weer te geven, kan je het gemarginaliseerde zware lichaam heruitvinden. De fanzine maakt daarin ook opnieuw een opmars, zoals het recent gepubliceerde FAT IS BEAUTIFUL, waarin baanbrekende teksten uit het fat activism naast persoonlijke getuigenissen staan en de Venus van Willendorf een fotografisch zelfportret getiteld A real Venus body flankeert.

Dit stuk is opgedragen aan Cat Pausé, een belangrijke fat activiste die het leven liet op 25 maart 2022.