De vliegende Afrikaan

Door Hugues Makaba Ntoto, op Mon Apr 30 2018 22:00:00 GMT+0000

Van Jamila Woods en hiphopduo Shabazz Palaces tot de Belgische rapper Baloji: Amerikaanse en Europese muzikanten met Afrikaanse roots putten uit de emanciperende kracht van het Afrofuturisme om hun zwarte identiteit opnieuw te claimen.

Wie wil weten wat het betekent om Amerikaan te zijn, vraagt ook hoe het is om zwart te zijn in Amerika, een land waarin het zwarte lichaam altijd een anomalie is geweest. Gebrandmerkt en getekend door de trans-Atlantische slavenhandel geeft de zwarte verbeeldingskracht het land een nieuwe invulling, uit zelfbehoud en uit liefde voor de eigen gemeenschap. Het Afrofuturisme biedt ruimte aan de zwarte ervaring en herstelt het zwarte lichaam – beroofd van identiteit en menselijkheid – in zijn waarde. Heden en toekomst krijgen zo nieuwe vormen.

Zwarte sciencefiction en magisch realisme vormen een canvas voor generaties artiesten van wie de identiteit tussen Europa en Afrika laveert.

Zwarte sciencefiction en magisch realisme vormen ook een canvas voor generaties artiesten van wie de identiteit tussen Europa en Afrika laveert, met affiniteiten met de zwart-Amerikaanse cultuur. Het toont de rekbaarheid en de diversiteit van zwarte identiteitsbeleving in de eenentwintigste eeuw, los van historische of culturele contexten.

Hemel op aarde

Barack Obama staat bekend voor zijn goede muzieksmaak, met een voorkeur voor jazz en hiphop die hij als president graag met de wereld deelde. Naast iconische namen als Billie Holiday en Miles Davis vermeldde de playlist die het Witte Huis in 2016 op de wereld losliet ook Chance the Rapper, op dat moment een prille twintiger met drie mixtapes. Verder bevatte de lijst artiesten als Noname, Vic Mensa en Mick Jenkins, allemaal uit de dynamische hiphopscene van dat moment in Chicago.

Eerder die zomer had Jamila Woods, net als Obama uit Chicago afkomstig, haar eerste soloplaat uitgebracht. HEAVN is onlosmakelijk verbonden met de problematiek van politiebrutaliteit en raciale profilering die de VS zo pijnlijk kenmerken. De plaat is een uitloper van Woods’ rol als associate creative director bij de non-profitorganisatie Young Chicago Authors, dat jongeren uit Chicago de kans geeft zich creatief te ontwikkelen in woordkunst.

HEAVN dobbert op het brede spectrum van r&b en soul en omhelst de tragiek en poëzie van de Afro-Amerikaanse muzikale traditie. Woods beoogt in de eerste plaats een liefdevolle lofzang op Blackness, zwarte vrouwen en haar stad Chicago. De titeltrack van het album onderstreept het idee van zelfbehoud door de schepping van een hemel hier op aarde.

In een interview met de Amerikaanse website Blavity zei Woods daarover: ‘Heaven is always this thing that you have to wait for. You have to hope to attain it later or it's a pacifying thing. But "can we actually have a better a place now?" was the question I began with, with that song.’

Zingend het water in

In de titeltrack van HEAVN verwijst Woods naar een alternatieve versie van The Myth of the Flying African. Die vertelt het verhaal van de collectieve zelfdoding van tot slavernij gedwongen Igbo in 1803, iets meer dan een halve eeuw voor het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog. Volgens het relaas rebelleerden de Igbo aan de kust van Georgia tijdens een verscheping naar Dunbar Creek bij St. Simons Island.

Tijdens de revolte strandde het kustvaartuig aan de oever van de kreek. Vleugels groeiden uit de ruggen van de tot slaaf gemaakte Igbo, die terugvlogen naar het Moederland. Volgens een andere versie verkozen de Igbo de verdrinkingsdood boven een leven als slaaf: zingend in hun eigen taal gingen ze het water in en verdronken zichzelf.

Je kan de geschiedenis niet veranderen, maar je kan haar wel anders verbeelden.

Die laatste versie ligt aan de basis van de video voor Beyoncés ‘Love Drought’ op het album Lemonade. De roep om vrijheid en gelijkheid voor zwarten loopt als een rode draad doorheen de burgerrechtenbeweging, en er is altijd haast bij. ‘I think every day is gonna be my last’, zong Nina Simone in het nummer ‘Mississippi Goddam’ uit 1964.

Ze schreef het nummer na de racistische terreuraanslag op de Afro-Amerikaanse 16th Street Baptist Church in Birmingham (Alabama), waarbij vier jonge, zwarte meisjes het leven lieten, en de moord op Medgar Evers, een zwarte burgerrechtenactivist uit Mississippi. In haar autobiografie blikt Simone terug op het nummer: ‘It was my first civil rights song and it erupted out of me quicker than I could write it down.'

Dat verlangen naar vrijheid weergalmt met eenzelfde urgentie in de muziek van Jamila Woods en tijdgenoten zoals Solange Knowles of Janelle Monáe. Je kan de geschiedenis niet veranderen, maar je kan haar wel anders verbeelden. Gebeurt dat in de vorm van muziek, beeldende kunsten of literatuur, dan legt dat de kiem voor een nieuwe kijk op het heden en de toekomst. De mythe van de vliegende Afrikaan doet dat, en HEAVN doet dat ook.

Aliens in het Beloofde Land

Jamila Woods' inwaartse meditatie contrasteert met het canvas dat Quazarz, een van de alter ego's van Ishmael Butler (van het alternatieve hiphopduo Shabazz Palaces) schetst op Quazarz: Born on a Gangster Star en Quazarz vs. The Jealous Machines. Beide projecten introduceren een buitenaardse bezoeker die in de Verenigde Staten terechtkomt en zich verwondert over deze bevreemdende en gevaarlijke plek. De bestemming van de interstellaire reiziger Quazarz is Amurderca, een land verdorven door sensatie, geld en de illusie van verbondenheid die sociale media ons voorhouden.

Het personage ontstond toen Butler een manier zocht om te reflecteren over het politieke en culturele klimaat in de Verenigde Staten zonder zich gevangen te voelen in de tijdsgeest. In ‘Gorgeous Sleeper Cell’ evoceert hij de compulsieve drang om voor het slapengaan de smartphone gauw even te checken. Hij vraagt zich af wat er eerst was: ‘the rapper or the trap?’ Eerder klonk al het refrein: ‘Everybody rappin’, everybody trappin’ (‘trappin’ is het verhandelen van drugs). De passage verraadt een wantrouwen van de commodificatie van hiphopcultuur.

Ishmael Butler is niet aan zijn proefstuk toe. In de eerste helft van de jaren 1990, de gouden jaren van de jazzrap, maakte hij deel uit van hiphopgroep Digable Planets. In een interview met het Amerikaanse magazine Spin vertelt hij dat het genre een jonge generatie verbindt met de muziek waar hun ouders naar luisterden. Digable Planets en anderen eren de kracht van de jazz via een verfrissend huwelijk tussen sampling en live-instrumenten. Het is in diezelfde periode dat de term Afrofuturisme voor het eerst in zwang komt.

De abstracte wereld van Shabazz Palaces is duidelijk schatplichtig aan jazzpionier Sun Ra, bij uitstek een artiest die vanuit zijn zwarte verbeeldingskracht een nieuw universum schiep.

Dit Afrofuturistische dubbelproject is een natuurlijke evolutie voor Ishmael Butler en zijn medereiziger, multi-instrumentalist Tendai Maraire. Het duo uit Seattle stuurde sinds 2009 een reeks merkwaardige ep’s en albums de wereld in. In het universum van Shabazz Palaces vormt hiphopmuziek de grondlaag voor onvoorspelbare geluidsexperimenten. Op Quazarz: Born on a Gangster Star en Quazarz vs. The Jealous Machines rapt Butler met de flair van een spirituele leider en ongedwongenheid van de jazzrapbeweging uit de jaren 1990. Zijn verkenningsmissie kent rustmomenten in bezwerende composities als ‘Déesse du Sang’ of de romantische mijmeringen in ‘Effeminence’.

De abstracte wereld van Shabazz Palaces is duidelijk schatplichtig aan jazzpionier Sun Ra, bij uitstek een artiest die vanuit zijn zwarte verbeeldingskracht een nieuw universum schiep, los van de heersende koloniale of witte lens. De huidige interesse voor Afrofuturisme bij mainstreamartiesten als Beyoncé of Kendrick Lamar en indieartiesten als Petite Noir of Benjamin Clementine, maar ook in film en literatuur, bewijzen dat het niet om een vluchtige trend gaat.

64 bits en malachieten

In 2015 bracht Baloji, Belgisch rapper met Congolese origine en voormalig lid van de Luikse formatie Starflam, 64 Bits & Malachite uit. De titel van de ep verwijst naar het mineraal malachiet, waarvan grote reserves bestaan in de Congolese provincie Katanga en die in onze smartphones en computers terechtkomen.

In de video voor ‘Capture’, het laatste nummer op de ep, gaan twee figuranten verkleed als astronauten op zoek naar het standbeeld van de ontdekkingsreiziger en journalist Henry Morton Stanley. De beelden worden afgewisseld met shots van Kinshasa en inwoners van de stad. In de bridge zingt de Congolese zangeres Muanza in het Lingala over het lot van de Congolezen die het leven laten voor smartphones vervaardigd met hun bloed.

De twee figuranten horen in werkelijkheid bij het kunstenaarscollectief Kongo Astronauts. Sinds 2013 gebruikt dit collectief van artiesten in Kinshasa beeld, muziek en performances om de stedelijke en rurale vraagstukken en uitdagingen van postkoloniaal Congo te verkennen en becommentariëren.

‘Capture’ is in vorm en inhoud een ode aan Congo en zijn inwoners. Baloji’s werk raakt aan thema’s als geschiedenis, cultuur en identiteit. Niet enkel de teksten, maar ook de muziek – een organische mengeling van Congolese rumba, hiphop, funk en elektronische muziek – tonen zijn brede etnische en culturele bagage. Vergelijkbaar met de jazzrap van weleer verenigt hij de muziek van een Congolese generatie ouders en grootouders met de klanken uit de leefwereld van hun zonen en dochters, opgegroeid in Belgische dorpen en steden.

Baloji herdefinieert wat het betekent om Afrikaan en zwart te zijn in de eenentwintigste eeuw.

Mogelijk is dit een van de redenen waarom hij zo moeilijk in een hokje te plaatsen is. Zijn muziek en visuele beeldtaal weerspiegelen een Afro-Europese dubbele identiteit en beleving. Tegelijkertijd heeft Baloji zijn plaats binnen een nieuwe generatie artiesten – zowel in Afrika als in de diaspora – die herdefiniëren wat het betekent om Afrikaan en zwart te zijn in de eenentwintigste eeuw.

Verbeelding boven uitsluiting

Eind vorig jaar verscheen het onderzoek Burgers met Afrikaanse roots: een portret van Congolese, Rwandese en Burundese Belgen, met een aantal opmerkelijke resultaten over de identiteitsbeleving van inwoners van Afrikaanse origine. Zo bleek onder meer dat ondanks een hoge opleidingsgraad bij Afro-descendenten, het werkloosheidscijfer bij hen viermaal hoger ligt dan bij andere Belgen. Ook vond bijna drie kwart van de respondenten dat de koloniale geschiedenis te weinig onderwezen en besproken wordt in België. Het onderzoek concludeerde dat ‘de structurele marginalisering van Afro-descendenten en de miskenning van deze doelgroep door de overheid bijdraagt tot het creëren van een gevoel van uitsluiting’.

Het onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting roept tal van nieuwe vragen op over het structurele racisme waar Afro-descendenten mee geconfronteerd worden, met een weerslag op hun identiteitsbeleving. Welke rol is er bijvoorbeeld weggelegd voor Afro-Belgische kunst? Toegang tot het internationale muziekcircuit bijvoorbeeld vereist een minimum aan nationale belangstelling, en die is er amper.

Baloji

De rijke Afro-Belgische en Afro-Europese culturele kruisbestuiving en identiteitsvorming, vaak geworteld in gedeelde ervaringen van marginalisering, lijken misschien uitzonderingen of rariteiten. Dat is een gevolg van ons koloniaal verleden, behandeld als een voetnoot maar loodzwaar voor het zwarte individu in Europa en elders. De veelkleurige fusion van Baloji is in die zin een uitzondering.

De verbeeldingskracht van het Afrofuturisme is zo sterk dat ze zelfs de werkelijkheid kan beïnvloeden.

Jamila Woods wil een liefdevolle plaats maken voor zwart Amerika en effent de weg voor jonge schrijvers van kleur die in haar voetsporen zullen treden. Shabazz Palaces onderzoekt de contradicties die de Verenigde Staten in stand houden en drukt binnen het Afrofuturistische collectief Black Constellation ook zijn stempel op de art scene van Seattle.

De verbeeldingskracht van het Afrofuturisme is zo sterk dat ze dus zelfs de werkelijkheid kan beïnvloeden. Die werkelijkheid, zoals ook blijkt uit het onderzoek rond Belgen van Afrikaanse origine, vraagt om een inclusievere Belgische samenleving, met ruimte voor nieuwe ideeën rond identiteit en cultuur, en met meer respect voor de waardigheid van zwarte medeburgers. Anders gezegd: een toekomst waarin de zwart-Europese verbeeldingskracht de ruimte krijgt om mee het verhaal van de eenentwintigste eeuw te schrijven.