Beste Tom Lanoye
Door Mathijs Tratsaert, op Wed Mar 27 2024 15:07:00 GMT+0000Het oeuvre van Tom Lanoye wordt dit jaar bekroond met de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren. Dichter Mathijs Tratsaert is het riedeltje van Lanoye als maatschappelijk betrokken schrijver moe gehoord. ‘Een geëngageerd schrijver? Daarvoor heb je je te weinig geëngageerd met je communale en institutionele bedding, die nu de mijne is.’
Beste Tom Lanoye,
Je won eerder deze maand de Prijs der Nederlandse Letteren, gefeliciteerd. Volgens het juryverslag is je werk ‘onvermoeibaar geëngageerd’ en ‘permanent reflecterend op de vraag hoe geëngageerde kunst eruit kan zien’. Die woorden hebben me de voorbije dagen zitten steken. Ik merk dat ik je ze niet kan gunnen en vraag me af waarom. Wat betekent dat precies, een geëngageerd schrijver zijn? Is het iets anders dan een geëngageerd verpleger zijn, of een geëngageerd schrijnwerker? Zo lijkt het wel, want er bestaan geëngageerde boeken, theaterstukken en columns, maar geen geëngageerde nierdialyses of dressoirs. De relatieve autonomie van wat wij produceren maakt dat ons engagement anders is dan dat van andere beroepsgroepen. Ik denk al een tijdje dat we ons te veel hebben teruggetrokken in dat verschil, en dat jij, ondanks je imago van links of progressief auteur, dat ook doet. Daarom blijven de woorden van de jury ronddraaien in mijn hoofd.
Ik laat mezelf soms wegdrijven in een alternatieve geschiedenis van de Vlaamse literatuur, een parallelle werkelijkheid waarin jij andere keuzes maakte. In plaats van te publiceren bij Mai Spijkers (ondertussen een miljonair, net als jij) richtte je een linkse, coöperatieve uitgeverij op die vandaag, mede dankzij het kapitaal dat jij en Brusselmans bijeen schreven, een centrum is van het literaire en intellectuele leven in Vlaanderen. Jullie geven een blad uit dat al drie decennia geldt als broedplaats voor linkse denkers en activisten en vormden zo een generatie politici die de literatuur nu beschermt tegen de homogeniserende werking van de markt. In mijn fantasie blader ik door heruitgaven van vergeten Vlaamse socialisten, marxisten en feministen en door de boeken van hedendaagse schrijvers en vertalers wier namen ik nooit zal kennen. Het had zomaar gekund, nee? Je kende de sociale geschiedenis van de vroege Vlaamse beweging en wist wat er op het spel stond, en enkele van je eerste boeken verschenen bij uitgeverij Kritak, een gemeenschap van progressieve auteurs die als fundament voor de coöperatie had kunnen dienen.
Er zijn geweldige jonge schrijvers aan het werk, maar ze verdwijnen in de arbeidsmarkt omdat er te weinig uitgeverijen, tijdschriften en instituten zijn om hen te ondersteunen.
Het is natuurlijk nooit te laat om je te engageren. Ik bedoel daarmee dus iets anders dan het aanvallen van conservatieve politici in een krant of laatavondshow. Het gaat voor mij over het werk doen en de offers maken om van je eigen omgeving, die stukjes van de wereld waarin jij bent ingebed, een meer communale, solidaire en menselijke plek te maken. Jij was decennialang als geen ander ingebed in de Vlaamse letteren. Die zijn nu desolaat en vermarkt. Er zijn geweldige jonge schrijvers aan het werk, maar ze verdwijnen in de arbeidsmarkt omdat er te weinig uitgeverijen, te weinig tijdschriften, te weinig instituten zijn om hen te ondersteunen. Ik denk niet dat dit de letteren zijn die jij en je vrienden van onze voorgangers hebben geërfd. Zou het kunnen dat jullie in de jaren 1980 met jullie boeken naar Nederland zijn getrokken omdat het hier te parochiaal, te verzuild, te beklemmend was? En jullie daarmee iets achterlieten dat eigenlijk hernieuwd had moeten worden, iets waar voor gezorgd moest worden? Waarom hebben jullie dat niet gedaan? De uitgeverijen hielden ermee op, het aantal tijdschriften slonk. Veel geld moet in Nederland zijn verdwenen en verdwijnt daar nog steeds. Ik vind de brokken van Vlaamse literaturen in tweedehandsboekenwinkels, bibliotheken en archieven. Volgens mij was het iets bijzonders, maar ik ben niet zeker want mijn geheugen bestaat uit diezelfde brokken.
Er is een mooie foto waarop jij naast Gerard Walschap, Hugo Claus en Walter van den Broeck zit. Over dat beeld schreef Matthijs de Ridder dat het een erflijn blootlegt: Walschap had zich losgeschreven van de katholieke zuil en daarmee de verzelfstandiging van de Vlaamse literatuur ingezet die Claus, Van den Broeck en jij verder realiseerden. De verzelfstandiging van de literatuur – dat klopt natuurlijk niet. De ideologische alliantie tussen de letteren en de media is vervangen door een mercantiele, en niemand vertegenwoordigt die alliantie in Vlaanderen beter dan jij. Daar ben je trots op, ik weet het. Voor mij is dat regime even doortrapt, gemeen, lasterlijk en lelijk als de oude literaire wereld was voor jou, de literatuur die jij in het gezicht spuwde in je vroege essayistiek. Maar ik ga jou niet in het gezicht spuwen. Ik voel dat ik dit schema van acties en reacties moet proberen te ontbinden, niet verderzetten.
De ideologische alliantie tussen de letteren en de media is vervangen door een mercantiele, en niemand vertegenwoordigt die alliantie in Vlaanderen beter dan jij.
En Tom, dat andere beeld, waarop jij en René in het Antwerpse stadhuis als een van de eersten in dit land jullie handtekening zetten onder een samenlevingscontract en zo het homohuwelijk mee mogelijk maakten, dat draag ik met me mee. Maar een geëngageerd schrijver? Nee, dat ben je niet voor mij. Daarvoor heb je je te weinig geëngageerd met je communale en institutionele bedding, die nu de mijne is. Ik ben aan het uitzoeken hoe dat moet, zorg dragen daarvoor. Misschien kunnen we het hier binnenkort over hebben, als je op het continent bent voor de ontvangst van je prijs. En neem de 60.000 euro die je krijgt zeker mee, dan beginnen we samen die linkse, coöperatieve uitgeverij.
Hartelijks,
Mathijs Tratsaert
Deze tekst verscheen eerder in het literaire nieuwsbrieftijdschrift Flemish Review de la Poëzie.