Beste Mike Tyson
Door Wilco Versteeg, op Thu May 02 2024 14:24:00 GMT+0000Docent en fotograaf Wilco Versteeg richt zich tot bokslegende Mike Tyson, die voor het eerst in negentien jaar weer de boksring betreedt. Het is schijn dat onze vakgebieden ver uit elkaar zouden liggen, schrijft Versteeg. ‘Uw wereld lijkt die van de cultuur een spiegel voor te houden.'
Beste Mike Tyson
Ik zal niet ontkennen dat het mij verheugt dat u de ring weer instapt. Dat het tegen de omhooggevallen influencer Jake Paul is, en dat er niks op het spel staat, mag de pret niet drukken. U, de laatste écht grote bokskampioen bij de zwaargewichten, die na een veelbelovende maar niet tot volle wasdom gekomen carrière op bijna zestigjarige leeftijd zijn kunsten nog eens gaat vertonen! Want dat u een kunstenaar bent, staat voor mij buiten kijf. Interessanter nog, u bent een foute kunstenaar.
Toch wordt u niet gecanceld. Dat is met foute figuren in mijn wereld, die van de cultuur en het hoger onderwijs, wel anders. Waardering voor het werk van Ezra Pound of Louis-Ferdinand Céline, maar ook van een ambivalente geest als Michel Houellebecq, dient geëxcuseerd te worden via het uitgekauwde onderscheid tussen de mens en de kunstenaar. Niemand vraagt een onderscheid te maken tussen de mens en de bokser. Wanneer twee individuen elkaar tegen het canvas willen slaan, lijkt het ietwat pompeus te eisen dat het ook nog eens nette figuren zijn die het soort balanceeroefeningen uitvoeren die in de huidige cultuurwereld de norm zijn. In mijn wereld heerst een haast decadente welgemanierdheid, een exquisiete gecultiveerdheid, een narcisme van het kleinste verschil die het geweld van hiërarchieën, ressentiment en geroddel aan het zicht onttrekt; in uw wereld geen slagen onder de gordel, maar openlijk, sterk gereguleerd geweld.
Boksen formaliseert geweld. Dat is nergens zo duidelijk zichtbaar als bij de performance in de ring. U bent een kunstenaar die zijn medium, het vlees van zijn tegenstander, naar zijn hand weet te zetten door een onnavolgbare techniek en een eigenzinnige kijk op uw vak. Buiten de ring bent u veroordeeld voor verkrachting, mishandeling en agressie. Toch bleef u na uw sportcarrière een culturele aanwezigheid, misschien wel omdat u een van de weinige celebrities bent die in de gevangenis heeft gezeten voor zijn daden. Heeft die straf u gezuiverd in de ogen van de schrijvers en filmmakers die u rolletjes hebben gegeven? Of is uw masculiniteit zo toxisch dat het andere tough guys afschrikt?
Na uw sportcarrière bleef u een culturele aanwezigheid, misschien wel omdat u een van de weinige celebrities bent die in de gevangenis heeft gezeten voor zijn daden.
Het boksen fascineert al meer dan een eeuw kunstenaars en schrijvers. Uw wereld lijkt die van de cultuur een spiegel voor te houden. Joyce Carol Oates, Budd Schulberg, David Remnick: niet de minsten hebben u proberen te duiden als de straatcrimineel die door de bokssport is gered maar door de faam diep is gevallen. Uw voortdurende aantrekkingskracht is een raadsel. Heeft het te maken met de volstrekte eerlijkheid die u lijkt na te streven? U schrijft onomwonden in uw autobiografie Undisputed Truth (2013): ‘I’m a convicted rapist! I’m an animal! I’m the stupidest person in boxing!’ In de prachtige documentaire Tyson (2008) spreekt u over het geweld dat u heeft gepleegd, over het machtsdenken dat uw relaties op de klippen heeft doen lopen en u in de bak heeft doen belanden. U vertelt over hoe u een vermogen van driehonderd miljoen dollar heeft verbrast om met een schuld van tientallen miljoenen achter te blijven, maar evenzeer over uw liefde voor uw postduiven. De documentaire is een onverbloemde reflectie op uw, naar eigen zeggen, verknipte persoonlijkheid.
Of word ik, en anderen uit de cultuursector, door u aangetrokken omdat politieke correctheid in uw vakgebied volledig ontbreekt? Onze werelden lijken ver uit elkaar te liggen, al is ook dat maar schijn. Geweld verbindt ons: zowel voor mijn beroep als voor mijn identiteit is geweld bepalend, ook al heb ik niet de minste neiging mijn vuisten te laten spreken. Als vierjarige verzamelde ik foto’s van auto-ongelukken uit de krant, en als dertienjarige keek ik op mijn kamertje live naar CNN voor het zoveelste bombardement in de Balkan. Loze tijd vul ik op met het herbekijken van oude bokskampen – ook de uwe. Bij het algoritme sta ik inmiddels bekend als een geweldfanaat, en krijg ik hooligangevechten aangeraden. Ik verslind het allemaal. Als conflictfotograaf leefde ik van het geweld van anderen, beleefde ik genot aan een geslaagd beeld van mishandeling of brandende mensen, en voelde ik spijt spectaculaire mutilaties te hebben gemist. Enkele van mijn meest dierbare beelden zijn haast te gruwelijk om aan te zien, ook voor mij, en toch bekijk ik ze regelmatig omdat ze het schandelijke geweld dat overal is in concreto zichtbaar maken, in het lijden van één mens. Als docent spreek ik regelmatig over representaties van geweld in de collegezaal, een plaats die in bijna alles tegengesteld is aan de ring waarin u tekeer gaat.
Word ik door u aangetrokken omdat politieke correctheid in uw vakgebied volledig ontbreekt?
De werelden van het onderwijs, van kunst en cultuur, spatten haast uit elkaar van de grensverleggende ideeën, radicale uitvindingen en een met panache beleden gelijkheidsideaal dat vandaag danig aangetast wordt. Toch ken ik bijna niemand die het er prettig vindt: misbruik en machtsstrijd worden aan het zicht onttrokken of met de mantel der liefde bedekt; er wordt op eieren gelopen om niemand voor het hoofd te stoten. Het lijkt een wereld van haast onbegrensde vrijheid, maar geïnternaliseerde regels bepalen welke onderwerpen beter onbesproken blijven. In uw wereld, daarentegen, worden de concurrentie en machtsverhoudingen zichtbaar gemaakt, scherpgezet. Uw wereld is een mise-en-scène van de naakte strijd op overleving in een systeem, en elke wedstrijd presenteert zijn eigen heldere tegenstelling: oud versus jong, straatvechter versus youtuber, zwart versus wit, getto versus wit privilege, een dader versus een patsertje. De beste wint, en daar heeft iedereen vrede mee.
Ik pleit niet voor culturele vuistgevechten om discussies te beslechten. Wel biedt uw wereld, net omdat ze zo’n andere relatie heeft tot geweld en vrijheid, een alternatief waar met open vizier gestreden wordt, waar tegenslagen zonder kinnesinne geïncasseerd worden, en waar zelfs in een knock-out een fatale schoonheid zit.
Alle succes tegen Jake Paul, en dat de beste moge winnen
Wilco Versteeg