Beste jongeren-van-nu
Door Gaea Schoeters, op Thu May 03 2018 22:00:00 GMT+0000Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week port Gaea Schoeters de schoolgaande jeugd aan om in opstand te komen tegen het idee dat ze geen lange zinnen of klassiekers van voor 1900 meer zou kunnen lezen. ‘Dat bedenken alleen Belgen en Nederlanders, die hun eigen culturele erfenis zo laag inschatten dat ze die als ballast beschouwen.’
Zwanger van denkbeelden en vast van plan het volk toe te spreken, richt ik me tot jullie, omdat er, betreffende de zaak waarover ik het wil hebben, al te vaak over – en niet tégen – jullie wordt gepraat. Ik neem aan, maar verbeter me indien ik het mis heb, dat jullie prefereren deel te nemen aan de debatten die rechtstreeks van belang zijn voor jullie toekomst en ontwikkeling, in plaats van pas bij de zaak te worden betrokken wanneer de besluiten reeds genomen en dus onomkeerbaar zijn.
Gelieve mij er tevens van op de hoogte te brengen indien ik over de kern van de zaak zou dwalen; dan kan ik in een volgend schrijven aan Charles Darwin berichten dat zijn evolutietheorie niet klopt, want dat een voltallige generatie vrijwillig en volmondig kiest voor achteruitgang en degeneratie in plaats van voor ontwikkeling.
Al zou men natuurlijk kunnen stellen dat wat ik degeneratie noem eigenlijk een nieuwe vorm van evolutie is, maar ik te ouderwets, ja zelfs te reactionair ben om dat te in te zien – een these die Alessandro Baricco in De Barbaren heeft opgeworpen, maar waarmee ik het grondig oneens ben.
Als leraren-in-spe geen klassiekers meer moeten lezen, hoe kunnen ze dan ooit nog de liefde voor de letteren aan jullie overbrengen?
Volgen jullie nog? Hooguit enkelen wellicht. Gezien mijn te lange zinnen, complex woordgebruik, irritante namedropping en onnodige uitweidingen – ‘Een uitweiding is hier noodig, en zelfs wil ik eens uitweiden over uitweidingen. Het valt een schryver soms niet gemakkelyk, juist doortezeilen tusschen de twee klippen van het te-veel of te-weinig, en deze moeielykheid wordt te grooter als men toestanden beschryft, die den lezer verplaatsen moeten op onbekenden bodem.’ – zou, althans volgens de statistiek, de meerderheid onder jullie al lang moeten hebben afgehaakt.
Want de helft begrijpt niet wat ik schrijf, en de andere helft kan het geen reet schelen. Ik weiger dat voor waar aan te nemen. Daarvoor is mijn geloof in de mens, alle bewijs van het tegendeel ten spijt, nog steeds te groot. Dus vraag ik u: lees door. Het is in uw belang. – En ‘vergeef mij mijn tussenzinnen, – de parenthèses in de tussenzinnen zelfs, let er zelfs niet eens op of ik de draad weer juist aanknoop waar hij brak, – Het leven bestaat in tussenzinnen, – het mijne althans.’ –
Recent is in Nederland besloten dat leraren Nederlands in hun opleiding geen literatuur van voor 1880 meer moeten lezen. Als leraren-in-spe al geen klassiekers meer moeten lezen, hoe kunnen ze dan ooit nog de liefde voor de letteren aan jullie overbrengen?
Moet toch niet, klinkt het dan. Haal ‘die oude troep’ gewoon van de leeslijst; de verplichte lectuur van, ik zeg maar iets, Multatuli, werkt de ontlezing alleen maar in de hand. Scholieren oubollige romans dwangvoederen doet hen zeker kotsen van literatuur.
We leven in een cultuur van haast en snelheid, van korte zinnen.
Zelfs literatuurprofessor Marita Mathijsen, een groot pleitbezorger van het lezen van klassiekers – onder het motto ‘studenten moeten zich niet aanstellen maar lezen’, iets waar ik het absoluut mee eens ben – liet recent in De Volkskrant weten dat ze van mening is veranderd: 'Jongeren beleven geen plezier meer aan klassiekers uit de Nederlandse literatuur. Ze vinden romans van Couperus en Multatuli langdradig en vervelend. Hertalen en inkorten is de enige manier om literaire pareltjes van de vergetelheid te redden. Zelfs Reve en Mulisch worden nog nauwelijks gelezen. Het heeft geen zin studenten op te leggen wat ze moeten lezen. Ik heb mijn dochter ook nooit gedwongen spruitjes te eten. We leven in een cultuur van haast en snelheid, van korte zinnen. Je kunt niet verwachten dat lezers van nu de tijd nemen voor alle uitweidingen en bijzinnen in literatuur uit vroegere eeuwen. Ze gaan ook niet meer te voet naar Parijs.’
Als ik als auteur zoiets lees, word ik fysiek onwel.
1.
Inkorten? Hertalen? Dat is zoiets als zeggen: reis niet naar Egypte om de piramiden te zien, bekijk ze op Google Earth. De warmte, de geur, de grootsheid, de zanderige woestijnwind, de klank van de taal van de gids, de textuur van de stenen… het is allemaal niet van wezenlijk belang voor je ervaring. Seks? Overschat. Laten we het beperken tot functionele voortplanting in een labo. Lekker eten? Waarom zou je? Genot is irrelevant, je kan dezelfde voedingswaarden net zo goed als poedermaaltijd innemen.
Klassiekers inkorten of hertalen? Dat is zoiets als zeggen: reis niet naar Egypte om de piramiden te zien, bekijk ze op Google Earth.
Zouden jullie je al die dingen zonder slag of stoot laten ontzeggen? Ik denk het niet. Waarom dan wel de schoonheid van de letteren? Is de vorm van het boek, de zinsbouw, de woordkeuze geen deel van het door de auteur geschapen kunstwerk? Wat redden we in zo’n classics-for-dummies? Het verhaaltje? Dat is zoiets Bachs Johannespassie inkorten tot twee aria’s, daar een beat onderzetten en zeggen dat je klassieke muziek gered hebt.
2.
Spruitjes moet je leren eten. Laat kinderen kiezen, en ze eten elke dag chicken nuggets en choco. Willen we naast een generatie met fysieke obesitas ook een generatie met intellectuele anorexia kweken? En vooral: willen jullie dat zijn? Zowat alles wat de moeite waard is, kost inspanning. Of het nu topsport, een lief versieren of boeken lezen betreft. En oefening baart kunst: veel lezen vergroot je taalgevoel. (Kortom, als jullie nu al de draad kwijt zijn in mijn verhaal, is dat omdat jullie te weinig lezen.)
3.
Kunst is niet hetzelfde als spruitjes eten. Aan het niet eten van spruitjes is nog nooit iemand gestorven – hoewel: wie nooit groenten eet, krijgt scheurbuik. Het verwerpen van negentien eeuwen culturele ontwikkeling daarentegen vormt een ernstige bedreiging voor onze beschaving en democratie.
Waarom, vroeg hoogleraar Nederlands Marc Van Oostendorp zich in een reactie boos af, moet alles wat zweemt naar kennis of cultuur verdwijnen uit het onderwijs? Lezen, citeert hij Betje Wolff en Aagje Deken – geen zorg, ook zij verdwijnen straks uit het curriculum – leert je nochtans ‘verstandig denken en doen’.
Literatuur vormt kritische geesten, die zich niet zomaar door populistische oneliners laten inpakken.
Ook daarmee ben ik het eens. Lezen verruimt je wereldbeeld, ontwikkelt je empathie voor wat vreemd is en leert je omgaan met de complexiteit van de wereld: niet op elke vraag bestaat een eenduidige antwoord. Literatuur vormt kritische geesten, die zich niet zomaar door populistische oneliners laten inpakken. Wie goed is in begrijpend lezen, laat zich niet door demagoochelarij om de tuin leiden. Zo bekeken is geletterdheid de veiligheidspal van onze democratie.
4.
Geletterdheid is een indicator voor de ontwikkeling van derdewereldlanden. – Willen jullie werkelijk weer ongeletterd worden? En enkel korte zinnen kunnen lezen? – Net als het recht op onderwijs. – Willen jullie dat zomaar opgeven? – Ook hier is gestreden voor onderwijs, voor kennis, voor beschaving. Elke letter is bevochten.
In heel wat landen kunnen auteurs niet schrijven wat ze willen, of hoe ze willen. Kunstenaars hebben zich verzet tegen regimes die hun vrijheid wilden inperken, in inhoud en in vorm. Willen we heel die erfenis weggooien, of inruilen voor een samenvatting van Romeo & Julia? Uit luiheid? Want ik kan me niet voorstellen dat jullie dommer zijn dan jullie leeftijdsgenoten uit 1596.
5.
Want dat zou het betekenen, alles van voor de 20e eeuw schrappen. Frankrijk: weg met Zola, Balzac, Stendhal, Flaubert, Baudelaire... Proust kan nog effe blijven, maar wel samengevat tot een anekdote over Madeleine-koekjes. Duitsland: Goethe, Schiller, Hölderlin: vuilbak. Rusland: ciao Dostojevski. De Angelsaksen: Dickens, Bronte, Dracula, Alice in Wonderland… door het raam. En van Shakespeare alleen nog de hertaling.
Ik zeg je: dat halen ze daar niet in hun hoofd. Dat bedenken alleen Belgen en Nederlanders, die hun eigen culturele erfenis zo laag inschatten dat ze die als ballast beschouwen. Zelfs in tijden waarin het nationalisme electoraal scoort op basis van een culturele identiteit, is de meerderheid van de jongeren blijkbaar niet bereid zich de moeite te getroosten de eigen literatuur te lezen. Hoeveel Vlaamse componisten ken je? Hoeveel schilders? Keuterboeren zijn we, keuterboeren willen we blijven.
Zelfs in tijden waarin het nationalisme electoraal scoort op basis van een culturele identiteit, is de meerderheid van de jongeren blijkbaar niet bereid de eigen literatuur te lezen.
Ik wil dat niet geloven. Iets in mij weigert te geloven dat jullie niet in staat zijn te genieten van kunst die niet op kattenbrokkenmaat hapklaar gemaakt is, en schoonheid te vinden in de negentien eeuwen die achter ons liggen. – De liefdespoëzie van Catullus hielp mij als tiener meermaals aan een lief. Goethe lijmde mijn gebroken hart. Choderlos de Laclos deed me (onkuis) dromen. Dostojevski leerde me denken. En van Zweig en Musil hoopte ik dat ze me zouden leren schrijven. –
Evenmin geloof ik dat jullie achterwaarts het moeras willen inkruipen en opnieuw vinnen en kieuwen krijgen. Dat jullie onwetend en on(der)ontwikkeld willen zijn en willen blijven. Dat jullie dom gehouden willen worden door populistische partijen die er baat bij hebben dat jullie geen vragen stellen die antwoorden in volzinnen verlangen, maar genoegen nemen met een holle oneliner. Net zoals ik niet geloof dat jullie willen dat er over jullie hoofden heen over jullie toekomst wordt beslist.
Dus ik vraag jullie: sta op en laat je stem horen. Eis degelijk onderwijs. Dat meer is dan de kortste weg naar een loon en een bedrijfswagen. Eis enthousiaste leraren, die jullie de liefde voor kunst bijbrengen, of het nu muziek, schilderkunst of literatuur is. En die jullie niet zien als halve idioten die enkel de versie voor dummies aankunnen.
Als het te moeilijk is, eis dan dat ze jullie tools aanreiken om het te begrijpen. Als je het lelijk vindt, eis dan dat ze jullie helpen de schoonheid ervan te zien. En als het te saai is, vraag hen dan jullie het geduld bij te brengen ervan te genieten. Al is het maar omdat ik niet aan Darwin wil melden dat jullie de beschaving vrijwillig de rug toekeren.
Dank,
Gaea