Beste Béatrice Dalle

Door Harold Polis, op Wed Feb 09 2022 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vaste online correspondenten een brief. Harold Polis schrijft naar Béatrice Dalle, de actrice uit de eightieshit 37°2 Le matin. 'U staat voor mij symbool voor het einde van een bepaalde literaire cultuur. Het ontzag voor literatuur was ooit zo groot dat je er films kon over maken.'

Ik zag u toevallig op een foto van de begrafenis van regisseur Jean-Jacques Beineix op 13 januari jongstleden. Een aantal generatiegenoten van u troepten samen in de Sint-Rochuskerk in Parijs, aan de zijkant van het Louvre. Uw zwarte zonnebril, de spuuglok, het spleetje tussen de tanden. U viel meteen op. Ziedaar een voormalig schoonheidsideaal. U had het duidelijk lastig en werd ondersteund door Jean-Hugues Anglade, uw tegenspeler in de beroemdste film die u ooit hebt gedraaid, 37°2 Le matin.

Mijn eerste gedachte was oneerbiedig: twee oude mensen strompelen naar de begrafenis van een gezamenlijke vriend. 37°2 Le matin ging in première in 1986, een eeuwigheid geleden, toen de Koude Oorlog nog volop woedde en mensen hun boodschappenlijstje met een potlood schreven. Volgens de schoolboeken is die periode volledig afgesloten, omdat na 1989 alles in een andere plooi is gevallen. Die rigide kijk op de geschiedenis maakt van u iemand die zichzelf heeft overleefd, een oud-strijder, een restant, een dodo, een kermisattractie die vervlogen tijden oproept. Grootmoeder, vertel nog eens over de jaren tachtig…

Ik ken geen andere actrice die de danse macabre uit The Seventh Seal van Ingmar Bergman op haar onderarm heeft getatoeëerd. U neemt de cinema straks mee uw graf in.

Ik vermoed dat we beiden wel beter weten, Béatrice. Nogal wat grote verschillen tussen 1986 en vandaag zijn minder indrukwekkend dan ze op het eerste gezicht lijken. De Russen zijn nog altijd aan het bekomen van de Grote Patriottische Oorlog. De Amerikanen zijn er zich – ondanks alles, maar met Gods hulp – elke seconde van bewust dat de nulmeridiaan door hun bilspleet loopt. De Europeanen blijven op zoek naar zichzelf, meer dan honderd jaar nadat ze elkaar op industriële schaal begonnen uit te moorden. En dan heb je nog al die instituten, eigenschappen en identiteiten waarvan om de haverklap het einde wordt afgekondigd: het huwelijk, de liefde, de man, de vrouw, werken in loondienst, koken met volle boter of de cinema.

Om met dat laatste te beginnen: hoe vaak is de dood van de film al niet afgekondigd? Elke keer dat het medium veranderde, staken onheilsprofeten de kop op. ‘De cinema is een uitvinding zonder toekomst’, zou Louis Lumière naar verluidt zelf verklaard hebben in 1896, kort nadat hij een eerste keer de opname had getoond van Aankomst van een trein in het station van La Ciotat. Dit leert me alleszins dat het aanvoelen van het nakende einde van de film even oud is als het medium zelf. Aan u zal het niet liggen. Ik ken geen andere actrice die de danse macabre uit The Seventh Seal van Ingmar Bergman op haar (rechter)onderarm heeft getatoeëerd. U neemt de cinema straks mee uw graf in.

Zo goed als alle visuele trucs in 37°2 Le matin zijn vandaag volslagen mainstream geworden.

Het is zeker niet de stijl van 37°2 Le matin die de film gedateerd maakt. Het opgefokte kleurenpalet, de overdreven esthetiserende framing, de langgerekte beelden: zo goed als alle visuele trucs in de film zijn vandaag volslagen mainstream geworden. Ze staan om te beginnen als functie op elke smartphone. De ‘cinéma du look’ is niet alleen de basisvorm van ons narcisme geworden, maar levert ook de norm waaraan hedendaagse cineasten en tv-makers zich onbewust spiegelen. Zelfs in The Power of The Dog van Jane Campion, de grote favoriet bij de Oscars van dit jaar, wordt er wel heel kwistig met toeristische vergezichten gestrooid. Die esthetische overbodigheid gaat nooit meer weg, tenzij morgen de digitalisering verdwijnt en we weer met smalfilm moeten werken.

Aan de hand van de plot van 37°2 Le matin kan je echter op een verbluffende manier zien wat er wel is veranderd sinds 1986. Iedereen herinnert zich de scènes waarin u zeer waarheidsgetrouw de benen spreidt voor Jean-Hugues Anglade, maar die acrobatiek op olympisch niveau roept voor mij vooral vervelende persoonlijke herinneringen op: van zo’n vriendin kon ik alleen maar dromen. De ophefmakende seksscènes staan in de weg van wat deze film echt is: een variant op de mythe van Pygmalion, de prins die het ivoren vrouwenbeeld dat hij heeft gemaakt tot leven kust. In een populaire lezing van de mythe kan de perfecte vrouwelijkheid alleen bestaan dankzij mannelijke scheppingskracht.

Het is ondenkbaar dat je vandaag een blockbuster zou maken op basis van een scenario over een schrijversleven.

Zorg, het hoofdpersonage van 37°2 Le matin, is een gesjeesde schrijver die smoorverliefd wordt op Betty en greep op haar probeert te krijgen. Zorg ontvangt met de post de ene afwijzing na de andere, tot Betty haar geduld verliest en een van de afwijzende uitgevers fysiek aanvalt. Vervolgens duikt er bij Betty een psychose op, nog verergerd door het feit dat een positieve zwangerschapstest een vergissing blijkt te zijn. Betty steekt een oog bij zichzelf uit, wordt opgenomen en zakt weg in een catatonische staat. Zorg is ten einde raad en besluit om Betty te vermoorden. Hij versmacht haar met een kussen. Op het eind van de film begint Zorg opnieuw te schrijven, waarmee hij de laatste wens van Betty in vervulling doet gaan.

Los van het feit dat deze plot al in 1986 volslagen ongeloofwaardig was, ken ik geen vergelijkbare film waarin literatuur zo’n dramatische rol krijgt toebedeeld. Sunset Boulevard (Billy Wilder) blijft de onovertroffen schrijversfilm, maar dateert van 1950. Andere klassieke schrijversfilms, zoals An Angel at My Table (opnieuw Jane Campion), The Hours (Stephen Daldry) of Barton Fink (Coen Brothers), zijn ook al enkele decennia oud. Literatuur is gewoon out. Het is ondenkbaar dat je vandaag een blockbuster zou maken op basis van een scenario over een schrijversleven. Laat staan dat je een mannelijk hoofdpersonage zijn geliefde zou laten doden om te ontsnappen aan een writer’s block. Het idee alleen al.

Ik ben als eeuwige fan nog altijd aan het wachten op die ene film waarin u als actrice cinema weer verzoent met de literatuur.

Meer nog dan het iconische beeld van een uitzonderlijk aantrekkelijke vrouw met gestifte lippen en een strategisch aangebrachte tache de beauté, staat u voor mij symbool voor het einde van een bepaalde literaire cultuur. Het ontzag voor literatuur was ooit zo groot dat je er films kon over maken. Schrijven kon zelfs verkocht worden aan een breed publiek als een oerbron van erotische kracht. Ik heb er geen enkel probleem mee dat die naïeve, hoogromantische overschatting van literatuur als heidense natuurgodsdienst geen volle zalen meer trekt. De verbrokkelde lees- en schrijfcultuur die ervoor in de plaats komt, zal hoe dan ook van kleinere omvang zijn en zal hopelijk ook minder voorspelbare resultaten opleveren.

Uw carrière als vrijbuiter in de wereld van de cinema is niet rimpelloos verlopen, Béatrice. U hebt een notoir slechte smaak voor mannen. U blijft koketteren met de marginaliteit, verslaving, misdaad, gevangenissen en slechte metal. U gedraagt zich als een wanhopige adolescent van 58 jaar oud. En toch ben ik als eeuwige fan nog altijd aan het wachten op die ene film waarin u als actrice cinema weer verzoent met de literatuur. Als er iemand dat klaar zou kunnen spelen, dan bent u het wel.

Met vriendelijke groet,
Harold Polis