Zo licht als een veertje

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Op 4 november concerteerde de 67-jarige pianist Chick Corea samen met John McLaughlin in de Elisabethzaal in Antwerpen. Geruggensteund door een uitgelezen band brachten ze fusion, impressionistische klavierstukken en stevige jazz. Corea's muziek en sprankelende geest zijn blijkbaar nog altijd springlevend, en nu en dan wekte zijn concert herinneringen aan twee memorabele opnames uit de jaren 1970. Ook toen al werd de speelse lichtvoetigheid van deze muzikant door sommigen geroemd en door anderen niet altijd naar waarde geschat. Maar is er iets mis met toegankelijke jazz?

Het Antwerpse concert werd een historisch moment toen de als toeschouwer aanwezige Herbie Hancock de groep tijdens een bisnummer kwam vergezellen, waardoor er plots maar liefst drie oudgedienden uit de gloriedagen van Miles Davis samen op het podium stonden. Ze maakten er een memorabele jam van, nerveus toewerkend naar een opwindende climax. Grote muzikanten als Hancock, Corea en McLaughlin hoeven zich blijkbaar maar voor elkaars talent open te stellen om de magie van het moment te plukken. Maar improvisatie vraagt metier en tegenwoordigheid van geest. En wat soms zo vloeiend en simpel lijkt, is vaak heel wat moeilijker dan het op het eerste gezicht lijkt. Voor muzikanten die niet over een speelse lenigheid beschikken, is het bijgevolg een te duchten opgave. Voor muzikale genieën als het trio dat de Elisabethzaal plat speelde, gelden echter andere regels.

Chick Correa. Foto: Guy Van de PoelEXOTISCHE FUSION

De speelse lenigheid die nodig is om een concert tot een hoger niveau te tillen, was ook al terug te vinden bij de groep muzikanten die Chick Corea eind 1971 rond zich verenigde, en die zichzelf 'Return to Forever' (RTF) doopten. Bassist Stanley Clarke, fluitist Joe Farrell en het Braziliaanse echtpaar Flora Purim en Airto Moreira (respectievelijk voor zang en percussie) speelden niet alleen heerlijke jazz, hun muzikale idioom bestond ook uit fusion en Afro-Cubaanse ritmes.

Fusion is een genre in de jazz dat aan het einde van de jaren 1960 ontstond uit een hunkering om jazz en rock met elkaar te combineren. Jazzmusici hoopten met elektrisch versterkte instrumenten en rock- en funkritmes een groter publiek aan te spreken. Tovenaar Miles Davis had daar oren naar en maakte met Bitches Brew in 1970 de bekendste fusionplaat. Corea speelde mee op die plaat, en maakte op dat moment deel uit van Davis' vaste groepsbezetting.

Op de eerste twee opnames van Corea's eigen groep RTF is echter nog geen klassieke fusion te horen. Corea opteerde aanvankelijk veeleer voor een fusie van jazz met Afro-Cubaanse en Spaanse muziek. In feite was die combinatie nog zo vreemd niet: tijdens het laatste decennium van de negentiende eeuw, toen ragtime en jazz ontstonden, werd immers ook de Afro-Cubaanse muziek populair. Smeltkroes New Orleans bracht elementen van beide genres samen en deed er onder meer de beat uit Afrika en de blues bij. Latin jazz blijft trouwens nog altijd invloedrijk. Onder meer Dizzy Gillespie heeft het genre bepaald, en vandaag horen we het nog in de muziek van de kranige oudjes van de Buena Vista Social Club.

LICHTVOETIG

Return to Forever neemt in de geschiedenis van de fusion een eigen plaats in, onder meer omdat Corea's vroegere band het genre benaderde met een bijzonder speelse lichtvoetigheid. Vreemd genoeg is het ook precies dat wat hen vaak is verweten. Fusion is een hybride vorm van muziek waaraan critici zich sowieso vaak storen: voor de een is het niet jazzy genoeg, voor de ander is het te soft.

Beide verwijten verwoorden eigenlijk een misplaatst wantrouwen tegenover toegankelijke jazz. Flora Purim zingt in 'Light as a Feather', een puike lounge die zweeft op de tonen van de tenorsax van Joe Farrell en de groove van piano en bas: 'Clear days feel so good and free / so light as a feather can be'. Een bevlogen improvisatie is inderdaad ook zo licht als een veertje, vatbaar voor elk zuchtje wind. Vergelijk het met de ontvankelijkheid van geest van de beste muzikanten: tijdens hun creatiespel kan alles. Corea zit achter het klavier en speelt vrijelijk; probeert dit, dan dat, zonder zich te strak te binden. Die onthechtheid van geest staat haaks op de geborneerdheid van mindere goden.

Om de muziek van RTF te typeren, bezigen naslagwerken en kritieken de termen 'licht', 'lichtvoetig' of 'toegankelijk' in willekeurige volgorde. Over het algemeen is men wel lovend, maar achter die terminologie schuilt niet zelden een denigrerende toon. Men verwijt Chick Corea een te catchy aanpak, alsof de kritiek enkel doorwrochte jazz naar waarde durft te schatten, alsof lichtvoetigheid per definitie monkelend onthaald dient te worden. Dat discours hoor je trouwens ook wel eens over bijvoorbeeld Mozart, toch niet de minste. Het kan dan ook geen toeval zijn dat Corea in 1996 met Bobby McFerrin twee pianoconcerto's van het genie uit Salzburg opnam, persoonlijke behandeling incluis.

Luchtig klinkt RTF vooral door de Fender Rhodes van Chick Corea. Hij kwam met het toetseninstrument in aanraking toen hij in de jaren 1960 Miles Davis' band vervoegde en Davis hem op een avond beval om achter het klavier plaats te nemen. Dat bleef niet zonder gevolgen: Corea zette de piano naar zijn hand. Ooit schreef hij over die periode: 'The viewpoint about making that music that way at that time though was: you take anything and make music out of it' . In het beklijvende 'Crystal Silence' op de debuutplaat van RTF zette Corea's Rhodes met zijn warme klanken de toon: de piano dialogeert met de ingehouden sopraansax, en verder weerklinkt enkel wat ingetogen percussie, als belletjes in de wind. Het geeft een delicate soundscape, een desolaat landschap amper boven het vriespunt, maar met een heldere zon aan de kim: materiaal voor de best geëquipeerde landschapschilder. Chick deed het in zijn eentje achter het klavier — misschien het compleetste van alle instrumenten — en borstelde het ene overtuigende beeld na het andere in een strakke tonaliteit. Dit is niet het tempo waarin de westerse wereld draait. De muziek van RTF kreeg een wat oneigentijds karakter, waarin de spirituele zoektocht van Corea evident was.

EIGEN UNIVERSUM

Waarom wordt een immens publieksbereik zo vaak gelijkgeschakeld met oppervlakkigheid? Men lijkt er van uit te gaan dat het gewrochte meer kunde vergt, alsof kunst serieus moet zijn om van enig statuur te kunnen spreken. Maar het vraagt juist meesterschap om geestdriftige muziek te brengen die nooit gechargeerd of zwaar op de hand is, zonder nietszeggend te worden.

Hoe dat kan, leert het denderende slotstuk van RTF's debuut: 'Sometime Ago — La Fiesta'. Stanley Clarke zet solo op contrabas een klein concerto neer, vol gemoedsschakeringen en een fameuze spanningsboog. Na de inleiding begint de eigenlijke song. Op een aanstekelijk bossa-achtig ritme zingt Purim: 'Sometime ago I had a dream / It was lasting, it was free'. De swingende song maakt dan plaats voor een korte rust, verzorgd door de piano. Dan kan la fiesta losbarsten en krijgt RTF big band-allures, allegro appasionato. Piano en sopraansax spelen een uitgekiende melodie, funky bas en uitbundige drums ondersteunen. Tweemaal volgt op een roezige improvisatie de herneming van het thema. Het is een exuberante sessie van een zeldzaam hoog niveau.

Al was het originele RTF een kort leven beschoren met een plaat in New York (Return to Forever) en eentje in Londen (Light as a Feather), toch vormen zij een op zich staand universum. Zelfs na 36 jaar blijven de fraîcheur, de punch en de geluidskwaliteit van beide platen opvallen, en soms voert Corea ons daar tijdens zijn concerten naar terug. Zijn kwikzilveren frasen, nu eens speels humoristisch, dan weer hermetisch, blijven lenig. De man wisselt dan wel sneller van band of genre dan zijn schaduw, maar ook die kameleontische attitude is debet aan het lichtvoetige spel van de meester. Zowel het muzikale beeld als de open attitude die erachter steekt, deinen heen en weer op het vloeiende komen en gaan zonder eindpunt, gelijkend op Herakleitos' Panta rhei.

Chick Corea bewees in Antwerpen dat hij ook vandaag nog is zoals de zeevogel op een van zijn platenhoezen, die rakelings boven een oceaan keilt: vrij, licht en veerkrachtig.

Return to Forever, Return to Forever (ECM, 1972)

Chick Corea and Return to Forever, Light as a Feather (Polydor, 1972 — heruitgebracht als Verve Master Edition in 1998)