Wat met Rechts?

Door Wouter Hillaert, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Vanuit twee actuele voorstellingen die zich expliciet verhouden tot het Vlaams Belang, zet Wouter Hillaert een boompje op over de mogelijkheden van podium om met 'rechts' om te gaan. Een minder categorieke confrontatie, zo stelt hij, zou de concrete podiumpraktijk meer in overeenstemming brengen met de dure theorieën die nu vaak over haar maatschappelijk belang verkocht worden.

Aan wie dit aanbelangt,

Hoe 'moeilijke' kunst verdedigen tegen allerlei belagers die haar willen afschaffen? Een hottere vraag is er vandaag niet, vind ik. En het verwondert me dan ook mateloos dat het sinds die tijgersprong van een paar Vlaams Belanghartigers op de 'elitaire' stadstheaters — nu precies een jaar geleden — zo ijzingwekkend stil bleef in theaterland. Geen grote rondetafels, geen gezamenlijke strategieontwikkeling, en vooral heel weinig onderlinge zelfbevraging. Een paar debatten, dat wel. Waar echter steevast hetzelfde riedeltje werd afgedraaid. Debatten waarin het maatschappelijke belang van theater vanzelf gelijkgeschakeld werd aan het medium zelf ('theater is altijd politiek'), of aan het complexe karakter ervan ('theater is sowieso elitair, wij zijn voorgangers'). Ik vraag me af of we daarmee het brede debat gaan winnen, als straks het politieke spectrum bij de gemeenteraadsverkiezingen mogelijk nog wat meer naar rechts trekt, en 'de hoge kunst' nog hoger op de wip komt te staan. Dan zal zo'n riedeltje algauw klinken als het geschetter van het orkest op de Titanic.

Maar goed, ik wil hier graag positief en zelfs constructief denken. Dat draag ik mee uit de jeugdproductie Sjostakovitsj van Prima La Musica, die momenteel door Vlaanderen toert. De muzikale monoloog van tekstschrijver en regisseur Stef De Paepe doet in een uurtje wat het hele veld nog niet lukte in één jaar. Hij paart een kritische analyse van de populistische kunstvisie van het Vlaams Belang aan een simpele, constructieve verdediging van 'moeilijke kunst'. En wat de voorstelling nog interessanter maakt, voor ik er dieper op inga, is dat ze niet apart staat in haar toespelingen op het Belang. Ook in de Philipotte Van Belle-performance van Walter Bart en Jeroen Versteele (NTGent) wordt Filip Dewinter — zelfs openlijk — opgevoerd. En ondertussen stelt Monty al een tijdje zijn foyer open voor tweewekelijkse bijeenkomsten waarop de brede Antwerpse cultuurscène brainstormt over het opzetten van een gezamenlijke 'beweging' in de laatste rechte lijn naar de gemeenteraadsverkiezingen. Ze wil los van enige partijpolitiek een gunstig denkklimaat creëren rond 'burgerzin' en 'rechten en plichten tegenover de maatschappij'. Is dit alles toeval? Nee. Al dan niet in reactie op het wolvengehuil van het Vlaams Belang op de kunst, maar hoe dan ook in een zoektocht naar hoe theater echt maatschappelijk kan werken, spelen plots diverse makers — impliciet of expliciet, wel of niet binnen een breder kader — met dezelfde vraag. Ze is zo oud als Zwarte Zondag, maar de antwoorden lijken nieuw. Wat met rechts? Of anders: wat met links?

IN HET ALGEMEEN BELANG

Sjostakovitsj heeft het niet openlijk over dat soort vragen, dat is er al zo goed aan. De productie schetst in essentie het levensverhaal van de Russische titelcomponist (1906-1975) in zijn vertroebelde relatie met Vadertje Staat. 'Hier mag geen muziek meer gespeeld worden', zo opent acteur Yves De Pauw rechttoe rechtaan tegen een publiek vanaf zes jaar. Achter hem ligt een scènebreed wit doek over de twintig strijkers van Prima La Musica, als in een doods museum. Dimitri 't-is-in-de-sjakosj' Sjostakovitsj legt uit dat koning Kristalin (zijnde Stalin) niet houdt van muziek of schilderijen, 'en van toneelstukken al helemaal niet'. Toch zal Dimi 's nachts voortdurend door de geheime politie GEPOL van zijn bed gelicht worden, om de patriarch in slaap te komen spelen. De toespelingen van De Paepe op het hedendaagse populisme zijn vrolijke knipoogjes, maar je kan ze moeilijk misverstaan. Wat Kristalin 'De Winter-koning' van kunst verwacht, is dat ze helpt indommelen. Dimi's muziek vindt hij meer 'een treurig potteke yoghurt', 'een rauwe biefstuk die niet verteert'. Ze is dan ook van buitenlands bloed! En een aanfluiting van zoveel belastingsgeld! Maar wat Kristalin in Dimi's muziek écht misprijst, is dat ze het volk op slechte gedachten brengt. Terwijl ze juist zou moeten opvrolijken, nobel als een leeuw. 'En ik, Kristalin, zeg wat het volk denkt. In het belang, Dimi, in het algemeen belang. Geef het volk toch wat het wil!'

Ook al zitten al deze verwijzingen in Sjostakovitsj verspreid verstopt binnen een spits, historisch-biografisch sprookjeskader, samen tekenen ze een karikatuur: Kristalin als de gevaarlijke Vlaams Belanger die in de naam van het volk elke autonome, experimentele, multiculturele en verontrustende kunst aan censuur wil onderwerpen. (Ik verlaat hier even het spoor Sjostakovitsj.) Bert Anciaux schetste na de VB-attaque op de stadstheaters geen ander draakbeeld. 'Dit is een aanval op het hart van de democratie. Het Belang organiseert de boekverbranding!' Wat ik me afvraag: snijdt dat hout? Enkel een spaander, als je het cultuurprogramma van de partij bekijkt op haar site. 'Het Vlaams Belang meent dat het huidige cultuurbeleid in Vlaanderen de Vlamingen onvoldoende laat deelnemen aan één of meerdere facetten van ons Vlaamse en Europese cultuurleven. De Vlaamse cultuuroverheid moedigt te nadrukkelijk "het experiment" aan. Het Vlaams Belang stelt een dusdanig cultuurbeleid voor dat alle kunst en cultuur evenveel aandacht geeft en even gemakkelijk ontsluit voor alle belangstellenden. Toch willen wij ook benadrukken dat de creatieve vrijheid zo groot mogelijk moet zijn.' Met wat kwade wil, en met abstractie van voorhistorische strijdpunten als 'meer volkse eigenheid' en 'een zuiverder Nederlands', kan je dit programma makkelijk lezen in de lijn van Anciaux' eigen goede betrachtingen.

Of gaat het hier om een pseudo-democratisch masker, waarachter het Vlaams Belang zijn ware Kristalin-gelaat verbergt? Spierenrollende uitspraken als die van VB'ers Eric Arckens ('draai de subsidiekraan van de KVS dicht') en Bob Hulstaert ('Zet het Toneelhuis op droog zaad') laten inderdaad weinig ruimte voor misinterpretaties. En er zijn daarnaast veel sterkere signalen dat vooral multiculturele en sociaal-artistieke organisaties zwaar te lijden kunnen krijgen onder een eventuele rechtse machtsovername. Maar toch kan niemand ontkennen dat, zo het Vlaams Belang een draak is, ze vandaag vele koppen heeft. En dat niet al die koppen zomaar te modelleren vallen naar de karikatuur Kristalin. Sterker nog, ik vraag me af of dat 'ware gezicht van de extreemrechtse cultuurpolitiek', zoals Jan Goossens dat herkende na de tieten-discussie rond Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen, niet veeleer een drakenkop is die wij er zelf graag van maken. Omdat zo'n gedrocht ons in staat stelt om er weer ons grote, zelfbevestigende zwaard tegen te heffen: '(wij) kunstenaars stellen lastige vragen, strijken tegen de haren in, nodigen uit tot debat' (verdedigde Johan Reyniers de kunst in een open brief tegen de VB-attaque — terwijl zijn eigen Kaaitheater-programma die verontrusting mijn inziens zelden waarmaakt).

Nee, dan heb ik meer oren naar Guy Cassiers, die met zijn ro theater in Rotterdam werkelijk te maken kreeg met nieuw rechts aan de macht. Hij zag in 2002 eerst een hoop populistische clichés uitgestrooid worden, met als doel geld uit de kunsten weg te halen voor veiligheid. Maar het ro theater bood daartegen prompt de hele speelreeks van Lava lounge gratis aan, zodat de brede Rotterdamse bevolking zelf eens poolshoogte kon komen nemen. En de toestand in maart 2005? 'De discussie over de subsidies is geluwd. Maar er is een veel gevaarlijkere evolutie bezig: de andere politieke partijen nemen de ideeën van Leefbaar Rotterdam over.' De draak heeft vele koppen gekregen, ook in Vlaanderen. Ze valt al lang niet meer samen met het donkerbruine blok uit de tijd van Antwerpen '93, dat in de jaren daarna in meerdere theaterstukken smalend verketterd werd. Vandaag is de toestand vergelijkbaar met die ene passage uit de film Godzilla: terwijl de verzamelde drakenridders zichzelf op de borst staan te kloppen omdat ze een antwoord hebben gevonden op mama Monster, barsten achter hun rug al haar kindereitjes open. Zo ook met rechts. Het gaat niet enkel meer om de tafelspringers van het Vlaams Belang, maar om verrechtsing tout court. Niet om één vijandige politieke partij, maar om een groeiend publiek ongenoegen over 'samen-leving' en kunst. Dáár schuilt het gevaar en de uitdaging voor de theatersector.

LINKS DENKEN IS STAR DENKEN

Een mooi antwoord op dat versplinterende 'vijand'beeld vind ik de Philipotte Van Belle-denktank van NTGent. In echo op Filip Dewinters duistere 'Marnix van Sint-Aldegonde'-denktank met Hilbrand Nawijn over het gemeenschappelijke erfgoed van Vlaanderen en Nederland, ontwikkelden Walter Bart en Jeroen Versteele er zelf ook één. Letterlijk dan: het kleine, ijzeren ding ziet eruit als een duo-ruimtecapsule, en je kan er knusjes met twee in om samen te discussiëren over wat Vlaanderen en Nederland zoal bindt. Meerdere mensen deden dat ook: makers, toeschouwers én Vlaams Belangers. Hier dus geen grote woorden over de inherent verontrustende aard van kunst, maar concrete actie: klein, acuut, interactief, direct inspelend op maatschappelijke toestanden. Meer nog. Wat het Philipotte Van Belle-initiatief zo interessant en actueel maakt, is dat het eens niet van het (één)koppige draakbeeld van het Vlaams Belang vertrekt, maar uitnodigt om de koppen net bijeen te steken. Wat Bart en Versteele doen, is de rechtse agenda doordrijven, en die recupereren op eigen terrein. Het is jaren andersom geweest. Deze makers dagen linkse en andere culturelen uit om mee te reflecteren in een vreemd lichaam en er zo hun houding tegenover te vinden. Dat noem ik lastige vragen stellen, of uitnodigen tot debat.

Bart en Versteele stapten voor hun voorbereiding trouwens zelf ook uit hun vaste kaders. Ze maakten zich niet alleen eventjes lid van het NSV om er een lezing te gaan bijwonen over 'het kwaad', maar gingen zelfs praten met Dewinter. Over zijn denktank, over Vlaanderen en Nederland, over denken op zich. Het resultaat is te zien in een filmpje dat deel uitmaakt van Barts uiteindelijke lezing/performance over het denktankproject. Een praatgrage Dewinter laat er onder meer volgende uitspraak in optekenen: 'links denken is star denken in de lijn van Marx' bijbel, terwijl rechts denken gelijk staat met vrij en open denken'. Hoogst hilarisch, natuurlijk. Maar vooral interessant. Het soort denken dat Dewinter zichzelf toeschrijft, spiegelt perfect die 'uitdagende reflectie' waar ook kunstenaars steevast hun maatschappelijke belang mee legitimeren. En dat zegt veel. Links of rechts denken is een achterhaalde kwestie geworden, net zoals Stalin in perceptie niet langer verschilt van extreemrechts, en ook politiek links en rechts steeds meer door elkaar lijken te vloeien. Iedereen denkt nu 'open'. En de Philipotte Van Belle-denktank voorop, als de uiterste consequentie van het feit dat 'wat-we-begrijpen-als-rechts' vandaag een beest met vele gezichten geworden is. Die je dan ook maar beter straight in the face kan kijken.

Alleen, met welk resultaat? Barts lezing/performance rond Philipotte Van Belle (de vrouw van Marnix van Sint-Aldegonde, zo leren we) doet uiteindelijk niet zoveel meer dan op alle mogelijke manieren het eigen project in het licht zetten. Er is een ironisch filmpje over de filosofie achter de aluminium denktank ('doorsnede 1,60 meter: de ideale denkafstand tot je partner'), er zijn linguïstische uitweidingen over de woorden 'denken' en 'tank', er is een lofrede op Marnix, er is de vermelding van het aantal denktankers die hun kans al hebben gewaagd. Maar over wat die dan uitgewisseld hebben, of wat het project inhoudelijk heeft opgeleverd, wordt met geen woord gerept. Doodjammer. Bart en Versteele willen de luchtbel rond Dewinters denktank doorprikken, maar blazen er zelf een nieuwe. Veel vorm, weinig inhoud. Toch zeker in de eerste versie van de performance. Die eindigde op een soort buitenmanifestatie waarbij het publiek uitgenodigd werd om de opgerolde denktank-invulbladen via heliumballonnen te verspreiden over de Gentse bevolking, terwijl het voor de opmerkzame ziel gewoon om NTGent-reclame ging. In de tweede versie werd die kemel niet meer geschoten, en richtte Bart zijn pijlen al iets meer uitgesproken op Dewinters reductie van de Vlaams-Nederlandse identiteit tot taal en geschiedenis. Maar er blijft iets wringen: dat de makers daar zelf niks tegenover stellen, behalve hun voorzichtige ironie.

'Rechts' benaderen zonder geheven zwaard, is niet vrijblijvend. Zijn thema's recupereren op je eigen terrein, geen spel. Het vraagt om een persoonlijke inzet. Dat Bart en Versteele niet meer willen dan 'burgers aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid aangaande hun identiteit', begrijp ik. Die publieke uitnodiging lijkt ook dé uitdaging. En het was lang geleden dat ik na een voorstelling nog zo'n spontane dwang voelde om erover in debat te gaan, echt. Maar ongewild is dit Philipotte Van Belle-initiatief toch weer een manifestatie geworden van het grote 'Linkse Onvermogen' om tegenover 'rechts' een weerwoord te ontwikkelen. Je ziet het overal. Kunstenaars kunnen dat breed maatschappelijke verschijnsel ook niet ombuigen, maar waar het soms moedig geprobeerd wordt, gebeurt dat juist zo ontmoedigend. Zoals op de Koken is politiek-avond van NTGent, waar tussen Barts denktanklezing en de tiramisu de Hollandia-film De bitterzoet getoond werd. Deze machtige prent naar een scenario van Dennis Potter toont hoe een rechts, gefrustreerd huisvadertje (Bert Luppes) plots inziet waar zijn xenofobe chagrijn eigenlijk op slaat, als jonge duivel Fedja Van Huêt ze voor hem doordenkt tot een tirade voor de totale anschluss. 'Nee, nee, dat wil ik niet', krabbelt het personage van Bert Luppes terug. Hier, in deze recuperatie van 'rechts', zat dus duidelijk wél een inzet. Maar de veertig insiders die kapitaalkrachtig genoeg waren om die avond 25 euro neer te tellen voor een heerlijk 'politiek' maal, zullen er zich wel niet in verslikt hebben. Alweer doodjammer. Als we het potentieel hebben om met 'klein rechts' (tegenover die ene 'monsterpartij') effectief een taal te delen, waarom gebruiken we die dan niet?

EEN CRÈMEKE VOOR DE ZIEL

Maar goed, ik wou constructief denken. Dat lijkt vandaag ook dé zaak, in tijden waarin die ondertussen vijftienjarige vraag 'wat met rechts?' nog nooit zo dicht bij de vraag lag 'hoe moeilijke kunst verdedigen tegen allerlei belagers die haar willen afschaffen?' (er zijn natuurlijk meer belagers dan enkel 'rechtse' populisten, maar zij vallen buiten de focus van deze gedachtegang). Van die tweede vraag zou je verwachten dat het theaterveld er toch zeker een beetje van wakker ligt. Wil het ook effectiefeen antwoord zoeken, of echt uitnodigen tot debat, dan is volgens mij een nieuwe reflectie over de eerste vraag een van de mogelijke paden. Dat pad leidt via drie zijbaantjes weg van de rechtse draak, naar haar publieke nest.

  1. Sjostakovitsj toont alvast één interessante piste. De Paepe vindt niet alleen een interessante metafoor waarmee hij volwassenen een kritisch — zij het karikaturaal — beeld van de huidige rechts-populistische visie op cultuur voorschotelt. Hij neemt voor kinderen de heldere verdediging op van 'moeilijke kunst'. Na zijn inleidende rede trekt Yves De Pauw samenzweerderig het doek weg dat over de muzikanten van Prima La Musica ligt, en laat hij hen zijn verdere monoloog illustreren met stukjes uit de preludes, symfonieën en strijkkwartetten van Sjostakovitsj — en niet als het muzikale behangpapier dat je wel eens ziet in ander jeugdtheater. Nee, deze voorstelling nodigt het jonge publiek uit om ook echt te luisteren naar klassieke muziek, door ze in een narratief kader te plaatsen. Dimi legt bijvoorbeeld uit dat zijn werk klinkt zoals het klinkt, omdat het zijn ziel uitdrukt, diep gekwetst als ze is door de oorlog, zijn strijd met Kristalin en de dood van zijn geliefde Nina. Zo helend hoopt hij dat zijn complexe muziek ook op zijn toehoorders werkt: 'als een crèmeke voor de ziel'. Kleine oren worden vanzelf gespitst. En zelfs een verbouwereerde Kristalin raakt uiteindelijk tot tranen toe bewogen door Dimi's Prelude 22. De piste die Prima La Musica uitzet, is dat ze mensen inwijdt in elitaire kunst, tastbaar uitlegt wat haar belangrijk maakt.

  2. Cruciaal in een antwoord op 'rechts' is dus voor wie je speelt. Sjostakovitsj doet dat in het brede circuit van culturele centra, maar nog effectiever is de oefenreeks van Vreemde grootmoeders (Sering) in de Antwerpse dienstencentra. Deze monoloog door Mostafa Benkerroum, op basis van een gelijknamig boekje van Mim El Messaoudi, schetst hoe de zoon van een Vlaamse moeder en een Marokkaanse vader kennismaakt met de culturele gebruiken in Marokko. Voor een publiek met een aardig aandeel Vlaams Belangstemmers, gaf dat in de nagesprekken nogal wat vonken. En die wil Benkerroum nu mee integreren in de uiteindelijke versie van zijn monoloog. Zo wordt theater gered, stel ik me voor. Zo gaan kunstenaars constructief met verrechtsing om: waar het nest van de veelkoppige draak benaderd wordt met open vizier. Alle regisseurs dus de wijken in? Ook in eigen kerk kan het daveren. Waarom voor het reeds overtuigde theaterpubliek niet op een artistiek verantwoorde of metaforische manier het cordon sanitaire in vraag stellen? Of meteen het eigen 'Linkse Onvermogen' zelf? Voor kunstenaars die vrij van alle politieke spelposities echt tegen de actuele haren willen instrijken, ligt daar een open doelkans. En dan alleen maar hopen dat het niet zover komt als die keer in 1998, toen de bekende Zweedse regisseur Lars Norén drie gedetineerde neo-nazi's een vrij forum bood in zijn Sju tre. Na een woedende mediastorm kozen twee van zijn acteurs na een voorstelling ook nog het hazenpad, waarbij ze een bank overvielen en twee agenten afknalden. Maar het debat was er.

  3. Rechtse thema's en vormtalen recupereren op eigen terrein, plaatst het theater midden in de wereld, waar het zich vanzelf noodzakelijker maakt. Norén leerde alvast dat het geen vrijblijvend spel is. Maar het wordt misschien tijd dat ook wij er in ons starre 'linkse' denken minder voor in ons broek doen. Ik moet denken aan de fascinerende manier waarop Michael Moore in zijn Fahrenheit 9/11 de vuile trucs van de rechtse indoctrinatie gebruikte tegen de rechtse macht zelf. Het kan zeker intelligenter, dat klopt. Maar wat ik uit zo'n documentaire meedraag, is dat we naast artistieke meerwaardecriteria als 'subtiliteit' en 'complexiteit' ook eens meer gaan nadenken over een criterium als 'effectiviteit'. Wat willen we met onze stukjes precies bereiken bij ons publiek? En natuurlijk kan kunst de wereld niet redden, maar erover zwijgen, is haar bedenkelijke tendensen eigenlijk bevestigen. Dát hebben de tweewekelijkse brainstormers in Monty alvast begrepen. Hun poging om samen iets te doen, is misschien nog de beste piste tegen versplinterend 'rechts'. Maar als ze daar zouden stoppen, zal dat maar weinig sporen nalaten in het stedelijke debat. Ik wens hen onverwachte artistieke metaforen voor (tegen) het ongenoegen, voldoende inzicht in de veelkoppige draak, een open vizier om haar nest tegemoet te treden, veel zin in een debat naast de scène, en de juiste woorden om daarin woorden als 'rechts populisme' of 'linkse kramp' wel in de mond te nemen. Liever dat dan een zoveelste multicultureel feestje. Want wat vandaag op het spel lijkt te staan, is de kunst zelf.