Waar is de verbeelding in ons baltsgedrag?

Door Jeroen Vanheste, op Thu Sep 03 2015 14:24:23 GMT+0000

Onze tijd wordt geregeerd door de demon van de snelheid, de kwelduivel van het nutsdenken die alles meet in getallen. Zelfs ons liefdesleven lijkt er door aangestoken: we doen aan speeddaten en maken elkaar online het hof. Maar gaat er met al die efficiëntie niet ook iets verloren? De ongehaaste liefde kent haar eigen geneugten, waar de wereld van de literatuur een inspirerende blik op biedt.

Vorrei e non vorrei, ik wil wel en ik wil niet, zingt Zerlina wanneer Don Giovanni haar het hof probeert te maken in het beroemde duet uit Mozarts opera. Ze staat op het punt te vallen voor de charmes van de grote verleider, wanneer Elvira, die Don Giovanni’s ware aard uit eigen ervaring kent, tussenbeide komt. Maar niet elke homme des femmes is een onbetrouwbare playboy. Casanova, die andere grootmeester in de kunst van het verleiden, onderscheidde zich gunstig van Don Juan door zich ook ná een verovering hoffelijk te gedragen tegenover zijn dame. Zijn benadering is dan ook instemmend omschreven als het perfecte midden tussen het valse gehuichel van de ijskoude graaf Valmont uit Les Liaisons Dangereuses, die post coitum elke belangstelling voor zijn bedgenotes verloor, en de hoofse aanpak van Petrarca, die onophoudelijk hartstochtelijke sonnetten schreef voor zijn aanbeden Laura, maar nooit tot actie durfde over te gaan. Casanova noemt in zijn memoires 116 door hem verleide dames bij naam: weliswaar heel wat minder dan de ruim duizend successen van Don Juan, maar die bestond dan ook alleen in verhalen en legenden, terwijl Casanova van vlees en bloed was.

De kunst van het verleiden, hoe is het daar thans mee gesteld?

De kunst van het verleiden, hoe is het daar thans mee gesteld?Ooit waren er huispartijtjes, bals, conversaties onder toezicht. Wie meer wilde, moest creatief zijn. Mademoiselle Tony Buddenbrook correspondeerde in het geheim met een gymnasiast door briefjes te verstoppen in een oude holle boom bij de stadspoort van Lübeck. In later tijden waren er danslokalen, bioscoop, stierenavond op woensdag en pantoffelparade met mooi weer. Wat een tijd kostte die hofmakerij vroeger toch, en hoeveel efficiënter verleiden wij vandaag dankzij speeddaten, Relatieplanet en Tinder! Maar was het zoveel minder opwindend om stiekem briefjes te verstoppen en ‘s avonds langs haar huis te fietsen dan het nu is om in Tinder foto’s naar links of rechts te swipen?

Fantasie is nog geen verbeelding

Ulrich, Musils man zonder eigenschappen, vindt in het bureau van zijn overleden vader een verborgen ‘giflaatje’ met wat verboden speeltjes waar de oude man zich in zijn jongere jaren mee vermaakt had, zoals een mannetje dat obscene taal uitslaat als je op zijn buik drukt en speelkaarten die tegen het licht gehouden blote dames tonen. Wie verlustigde zich vroeger niet in het bezit van zo’n geheim schatkistje? Toen ik mijn eerste huis betrok, waar een oud geworden echtpaar een leven lang had gewoond, vonden we onder het zeil in de slaapkamer een aantal nummers van De Lach, ‘Het blad voor de man van nu’: een uitgave met licht erotische verhalen, schuine cartoons en foto’s van filmsterren in badpak. De heer des huizes zal er wat ontspannen uurtjes mee beleefd hebben. De Lach werd opgevolgd door bladen als Chick, de erotische verhalen door expliciete kleurenfoto’s, en die werden op hun beurt verdrongen door videoband en dvd. En welke geheime schatten kunnen we nog in onze giflaatjes verstoppen nu er internetporno is, die geen materiële sporen van onze zedeloosheid achterlaat? Een uitdraai van onze browsergeschiedenis?

68_Vanheste_© Thomas Huyghe_700.jpg

Een verschuiving van woord naar beeld, van inspanning naar gemak. Hoeveel krachtiger zijn de middelen om aan ons gerief te komen en hoeveel gemakkelijker zijn ze te verkrijgen! Maar waren de momenten die Ulrichs vader en onze voormalige huisbewoner beleefden minder genoeglijk dan die van de hedendaagse huisvaders achter pornhub.com? Zijn de 347 filmpjes die je er vindt wanneer je zoekt op ‘big boobs blowjob compilation’ opwindender dan die speelkaart of dat tijdschrift ‘voor de man van nu’? Coleridge maakte het interessante onderscheid tussen twee gerelateerde maar toch heel verschillende menselijke vermogens: fantasie en verbeelding. Fantasie heeft volgens hem te maken met de realisatie van verlangens, verbeelding met de representatie ervan. Fantasie biedt het verlangde rechtstreeks en zonder verdere omhaal: ze voorziet simpelweg in een instant bevrediging die in wezen mechanisch en reproductief is en die we passief ontvangen. Verbeelding daarentegen blijft op afstand door het verlangde te symboliseren, wat een open en actieve houding vergt. Fantasie kan uiteindelijk niet meer dan een surrogaat opleveren, terwijl verbeelding een nieuwe zienswijze of nieuwe ervaring biedt en zo diepere lagen aanboort.

Seks is het blote dat bij de naam genoemd wordt, erotiek het ongenoemde, verhulde en mysterieuze

Dit onderscheid tussen fantasie en verbeelding kan ook toegepast worden als het gaat om seks en erotiek in romans: in het ene geval is er een klinisch realisme van fysiologische beschrijvingen en expliciet taalgebruik, in het andere een terughoudendheid die de lezer aan het werk zet. Seks is het blote dat bij de naam genoemd wordt, erotiek het ongenoemde, verhulde en mysterieuze dat de verbeelding activeert. ‘Vergeet niet je potlood terug te brengen’, zegt in De Toverberg Claudia Chauchat tegen Hans Castorp wanneer ze afscheid nemen na een elektrisch geladen avond. En wanneer we in Koninklijke Hoogheid, een andere roman van Thomas Mann, vermoeden dat een jongedame uit de toneelwereld prins Klaus Heinrich gaat inwijden in de liefde, beperkt de verteller zich tot ‘En verder doen we hier het zwijgen toe’.

De poëzie van de extase

De dingen mogen trouwens ook best bij de naam genoemd worden: want expliciet en poëtisch kunnen heel goed samengaan, zolang de manier van kijken maar persoonlijk is en verrast in de gebruikte beelden. Wanneer in Prousts À la recherche du temps perdu de seksualiteit van de jonge Marcel ontluikt, beleeft hij zijn eerste zelfbevrediging als het vinden van ‘een onbekende weg (…) tot aan het ogenblik waarop een natuurlijk spoor als dat van een slak op de bladeren van de wilde bessenboom ontstond’. Als hij voor het eerst met een meisje heeft geslapen, schrijft hij dat hij ‘niet goed wist waar hij naartoe moest’. En wanneer hij later wat meer ervaren is geworden, spreekt hij over ‘de mysterieuze zachtheid van een penetratie’.

Een soortgelijke sensatie wordt beschreven door Ulrich, die zegt dat hij een gevoel had alsof hij ‘in het donker naar een deur tastte, op een bloedwarme of warmzoete weerstand stuitte en zich daar telkens weer tegenaan drukte, een weerstand die teder tegemoetkomt aan zijn verlangen erdoorheen te dringen zonder plaats voor hem te maken’. Elders lezen we hoe ‘het hartstochtelijk binnendringen in een ander lichaam’ voor Ulrich een voortzetting is ‘van de kinderlijke voorliefde voor verboden en zondige schuilplaatsen’. Zelfs een van de grootste schoften uit de literatuur, Humbert Humbert, weet te fascineren doordat zijn lust zich afspeelt in de verbeelding van Nabokovs parallelle sprookjesuniversum. ‘Ik kwam op een bestaansvlak waar niets ertoe deed, behalve het genotsaftreksel gebrouwen in mijn lichaam’, herinnert hij zich in zijn in de gevangenis geschreven Lolita, of de bekentenis van een blanke weduwnaar. ‘De lichaampjes van Krause kwamen in het stadium van razernij (…) Mijn kreunende mond, heren van de jury, raakte bijna haar blote hals toen ik tegen haar linkerbil de laatste stoot uitperste van de langste extase ooit door mens of monster gekend.’

68_Vanheste_© Thomas Huyghe2_700.jpg

Het gebeurt maar zelden dat erotische taferelen op humoristische wijze worden beschreven: niet alleen het bedrijven van de liefde, maar ook het schrijven erover is kennelijk een ernstige zaak. Des te specialer is de erotische scène in Kafka’s Het Slot waarin K. en Frieda de liefde bedrijven op de vloer onder de tapkast van een herberg, ‘in het plasje bier en de andere rommel waarmee de grond bezaaid lag’, met de twee assistenten toekijkend op de tapkast. De scène is tegelijkertijd absurdistisch en indringend: K. heeft het gevoel ‘dat hij verdwaalde of dat hij zo ver in den vreemde was, als geen mens voor hem, een vreemd land (…) in welker onzinnige verlokkingen je toch niet anders kon doen dan verder gaan, verder verdwalen’. Buitengewoon geestig is ook het hoofdstuk in Felix Krull, de schelmenroman van Thomas Mann, waarin verteld wordt over Diana, een vrouw uit hogere kringen die onweerstaanbaar opgewonden raakt door onontwikkelde jongens. Bloedgeil wordt ze wanneer Felix nog nooit van de god Hermes gehoord blijkt te hebben; ze eist dat deze onnozele knaap haar vernedert en blijft tot haar hoogtepunt in drie talen volzinnen uitspreken. ‘Je kleedt me uit, vermetele knecht?’ ‘Oh la la, dat noem ik hoffelijkheid!’ ‘J’adore d’être humiliée! Je l’ádore! Oh, je t’adore, petit esclave stupide qui me déshonore’.

Mijn Morgengabe voor uw bloempje

‘Ik heb geleefd als een filosoof’, zei Casanova op zijn sterfbed. Misschien moeten we dat opvatten als een advies tot een beetje bezinning en wat meer filosofie in onze hofmakerij. Want wat een zinnenprikkelende speeltjes zijn er tegenwoordig! En in wat een moordend tempo worden ze gebruikt! In een half uur bekijken we met dating apps als Tinder, Lulu en Hinge tientallen profielen en foto’s. En als eenmaal een contact tot stand is gebracht, eist de geprikkelde fantasie dat we zo vlug mogelijk ter zake komen. Waarna we natuurlijk al snel weer verveeld zijn: want wie alleen zijn fantasie aanspreekt en de verbeelding negeert, kan onmogelijk bevredigd raken. Don Juan laat zijn knecht Leporello na elk avontuur de lijst van zijn veroveringen bijwerken, waarna hij zich richt op een nieuw liefdesobject; en zo richten ook wij, chronisch ontevreden met onze amoureuze resultaten, het vizier op weer andere profielen en weer nieuwe foto’s.

Dames! Verbluf uw minnaar door hem tijdens het liefdesspel volzinnen in uiteenlopende talen toe te roepen

Is het dus geen tijd voor een terugkeer van een element van verbeelding in ons baltsgedrag? Voor briefjes in holle bomen, geheime bureaulaatjes, verbloemde formuleringen en een vleugje humor? En misschien ook wat meer hoffelijkheid? Laten we bijvoorbeeld beginnen met de herinvoering van een mooie vroegmiddeleeuwse gewoonte: die van de Morgengabe, ook wel aangeduid als de pretium virginitatis, de prijs van de maagdelijkheid. De Morgengabe was een geschenk dat een man ‘s ochtends gaf aan de vrouw die hem in de nacht daarvoor haar bloempje had laten plukken. Daar zat een economische kant aan, maar toch ook en vooral een poëtische: het was een blijk van waardering voor het genotene en van respect voor de dame in kwestie.

Dames! Verbluf uw minnaar door hem tijdens het liefdesspel volzinnen in uiteenlopende talen toe te roepen.Heren! Verras de door u beminde vrouw door haar de ochtend erna een Morgengabe aan te bieden. Want zonder verbeelding en poëzie in de hofmakerij zal het ons vergaan zoals de oude zeeman in het gedicht van Coleridge: water, water, everywhere, nor any drop to drink.

Jeroen Vanheste is als docent filosofie verbonden aan de Open Universiteit Nederland. Zijn onderzoek richt zich op de raakvlakken tussen filosofie en literatuur. Zijn meest recente boek is De wijsheid van de roman.