Vooruit naar morgen!

Door Wouter Hillaert, Eric Corijn, op Sun May 29 2016 11:02:02 GMT+0000

Wie zich geen vooruitgang kan voorstellen zonder kerncentrales of een pensioenleeftijd op zevenenzestig jaar, moet maar eens gaan kijken naar Demain. Meer dan één miljoen mensen hebben de documentaire intussen gezien. Met een budget van 1,4 miljoen euro, voor een belangrijk deel bijeengehaald via crowdfunding, hebben makers Cyril Dion en Mélanie Laurent een pracht van een manifest gemaakt. Met vele levende voorbeelden maant Demain ons aan om ons sputterende vooruitgangsdenken dringend heruit te vinden.

‘Zeg niet afval, zeg resources.’ Mannen met helmen triëren aan de lopende band het vuilnis van San Francisco. Slechts 20% gaat nog in de oven, de rest wordt klaargestoomd voor recyclage. Niet zonder trots toont medewerker Robert Reed voor de camera hoe organisch afval met tuinafval wordt gemixt tot compost, om te verkopen aan de boeren. Hij graait erin, toont zijn buit. ‘In deze morzel zitten meer beestjes dan er mensen op aarde leven.’ Bijna brandt hij zijn hand aan de hitte. Als kijker kan je niet anders dan besluiten: hier gloeit het, hier gist het, hier is de eindeloze reststroom van het industriële consumptietijdperk omgeturnd tot de belofte van iets nieuws.

_Demain _zit vol met zulke scènes: opgetogen burgers die vertellen over hun nieuwe passie en expertise voor een andere toekomst, afgewisseld met experts, veelzeggende cijfers en simpele sfeerbeelden van wat ze doen – op het land of in de klas, op straat of tijdens de dorpsraad. Door die nadruk op dienstbare talking heads oogt de film als een klassieke documentaire, maar Dion en Laurent aarzelen niet om af en toe ook zichzelf en hun eigen noodzaak voor de film mee in beeld te brengen, waardoor hun beeldvoering ook een persoonlijk verhaal wordt. Zo zoekt hun camera na elk hoofdstukje weer dezelfde utopische wolkenhemel op, waartegen ze in dialoog even de inhoudelijke lijn samenvatten en weer doorgaan. Zelfs uit de heel aanstekelijke muziek van de Zweeds-Franse popzangeres Fredrika Stahl spreekt een even educatieve als wervende ondertoon: ‘The whole world is on hold now. Believe we can change for the better, make some good things go down the line!’ Demain wil informeren, maar vooral enthousiasmeren. Het is een film waar je vrolijk van wordt, waar je vol energie van buitenkomt.

72_Corijn1_© Cinéart_700.jpg

Een medicijn tegen Tina

Won de documentaire daarom in Frankrijk de César voor beste documentaire film 2016? _Demain_gaat voor in wat straks misschien een nieuwe optimistische turn in het documentaire genre zal blijken, met in zijn slipstream Michael Moores nieuwe Where to Invade Next, die ook drijft op good practices van over de hele wereld. Het zijn activistische films zoals An Unconvenient Truth (2006) van Al Gore, maar ze gaan veel verder dan een kwalijke zaak ontmaskeren of politici voor hun verantwoordelijkheden plaatsen. Demain laat liever zien hoeveel concrete alternatieven er bestaan voor het huidige systeem, en wat we daar met z’n allen voor kunnen doen.

Demain gaat voor in wat straks misschien een nieuwe optimistische turn in het documentaire genre zal blijken

Die constructieve intentie beperkt zich dan ook niet tot het witte doek. Intussen is er ook de website www.demain-lefilm.com en het boek Demain, un nouveau monde en marche (Actes Sud). Ze maken de documentaire mee tot een hype, deel van de wereldwijde heropstanding van het zoeken naar alternatieven, naar een andere toekomst – op de op en neer gaande golven van Latijns-Amerikaanse experimenten en Arabische Lentes, van Occupy tot Podemos, van Syriza tot Les Nuits Debout. Het gloeit, het gist, het broeit. Het zijn allemaal signalen van een ontluikend nieuw vooruitgangsdenken.

Aanleiding voor de film was de schokkende voorspelling van tweeëntwintig wetenschappers die in 2012 in Nature aankondigden dat een groot deel van de mensheid door de ecologische ontwrichting van de planeet het jaar 2100 niet zou halen. Cyril Dion en Mélanie Laurent vroegen zich af wat daartegen te doen viel, en vertrokken met hun crew op een road trip naar mogelijke oplossingen. In vijf hoofdstukken – landbouw, energie, economie, democratie en onderwijs – en in tien landen – van Indië tot IJsland – zochten ze alternatieve praktijken op. Experts van allerlei slag laten hun licht schijnen op complementaire munten, hernieuwbare energie, permacultuur, anti-autoritair totaalonderwijs, stadslandbouw … Onder hen de Belgen Olivier De Schutter over de voedselcrisis, David Van Reybrouck over democratie en Bernard Lietaer over alternatieve muntsystemen.

Concrete voorbeelden en goede duiding tonen overtuigend aan dat onze voedselvoorziening te organiseren valt in een veel directere verhouding tot de natuur, dat post-carbon energieproductie geen fabeltje hoeft te zijn en dat het monopolie van de geldeconomie lokaal doorbroken kan worden. Je kan daar de hele tijd voor of tegen zijn, maar het doet verrassend goed om los te komen van het verstikkende carcan van het dominante TINA-verhaal: There Is No Alternative.

Van vooruitgang naar verknechting

De geschiedenis van het klassieke vooruitgangsdenken is genoegzaam bekend. Het stoelt op het handelingsperspectief dat de mens verwierf in de culturele revolutie van de renaissance. Toen ontvoogden we ons van Gods wil, vergrootten wetenschap en techniek onze greep op de natuur en maakten redelijkheid en zelfbeschikking de wereld maakbaar. De cyclische tijd van dag en nacht, van seizoenen en getijden, werd gewisseld voor een lineaire tijd van verleden en toekomst. Ineens kreeg het zin om plannen te maken, om ergens naar te streven.Je leven was niet langer een gegeven, wel een mogelijkheid. Het waren al die elementen van de moderniteit die samenkwamen in de (achttiende) eeuw van de verlichting en hun praktische doorbraak kenden in de verschillende golven van industrialisering in de negentiende en twintigste eeuw. Niemand kan zeggen dat die grondige veranderingen geen echte vooruitgang hebben opgeleverd.

Demain geeft in één adem mee antwoord op de drie planetaire uitdagingen die vandaag op de agenda staan

Alleen heeft het verlichte vooruitgangsdenken lang niet op alle vlak zijn belofte waargemaakt. Zo bleef de economie buiten het redelijke plan van de verlichting, en is de democratie eigenlijk nooit verder geraakt dan de natie – dat verklaart bijvoorbeeld de crisis van de EU. Om maar te zwijgen over alle vormen van uitbuiting, onderdrukking en geweld die onder de vlag van vooruitgang verdedigd zijn, van kolonialisme tot de Holocaust. Niet toevallig stelde het postmodernisme van de jaren 1980 niet alleen die uitwassen, maar ook het eigenlijke grote verhaal van vooruitgang scherp in vraag. Dat leidde tot frisse deconstructies, maar liet tegelijk toe dat het industriële fordistische idee van de maakbaarheid vergleed tot de pijnlijke willekeur van het neoliberalisme. Wat ooit begon als de redelijke bevrijding van het menselijke individu, lijkt nu uitgelopen op de vrije verknechting aan een redeloze beurseconomie. Vooruitgang of achteruitgang?

_Demain _beperkt zich tot enkele snelle plaatjes van die verknechting: traag aanschuivende auto’s op dichtgeslibde klaverbladen, ellenlange batterijen met legkippen, een rijtje ingepakte mannetjes die pesticiden uitstrooien over een immens graanveld. Massaproductie en machinale schaalvergroting als anonieme disciplinering. ‘Industriële boerderijen zijn heel goed in geld produceren, maar heel slecht in voedsel produceren’, getuigt Charles Hervé-Gruyer in Demain. Hij legt uit hoe hij op zijn eigen Ferme du Bec Hellouin nabij Rouen, dankzij permacultuur, per hectare zoveel meer productiviteit en kwaliteit is gaan realiseren dan de traditionele agro-economie. Zijn herwonnen eigen initiatiefrecht legt veel betere resultaten voor dan wat het (post)industriële vooruitgangsstreven presteert voor de aandeelhouders.

72_Corijn_Demain_03_700_© Cinéart.jpg

Het einde van de geschiedenis?

Hoe is het zover gekomen, als we even dieper gaan zoeken? Veel is gelegen aan de beperkte vooruitgang die het vooruitgangsdenken zelf gekend heeft. Al te lang werd er vertrouwd op het initiële geloof dat wetenschap en nieuwe technologie ‘uit zichzelf’ de mensen uit de duisternis zouden halen. Zelfs de arbeidersbeweging nam in de tweede helft van de negentiende eeuw het verlichtingsidee van de industriële burgerij gewoon over. Ze voegde aan het geldende credo van productiviteit en private accumulatie wel de sociale gelijkheid en de eerlijke verdeling van die vooruitgang toe, maar bleef haar nieuwe politieke macht funderen op precies dezelfde technische en wetenschappelijke middelen. Dat leidde tot een meer sociaal model dat de kans kreeg zich te bewijzen in twee vormen: het Scandinavische model dat de sociale welvaartstaat combineerde met de vrijemarkteconomie, en het Sovjet- en Chinese experiment van de planeconomie. Allebei kraken ze nu onder de logica van de neoliberale mondialisering, met steeds meer slachtoffers.

Vandaag is het rationele vooruitgangsdenken dan ook in crisis. Een breed gedragen alternatief programma voor het liberale kapitalisme is niet voorhanden. Zitten we nu dan echt aan ‘het einde van de geschiedenis’ dat Hegel al voorspelde? Velen zoeken heil in een terugkeer naar de religie en het geloof in bovennatuurlijke krachten, en/of naar een onderwerping aan de natuurwetten. Zij verwachten ‘vooruitgang’ van dynamieken buiten de menselijke zelfbeschikking. Het is een gelatenheid die extra onverantwoordelijk voelt in het licht van de destructieve effecten van de neoliberale mondialisering. En dat maakt het crisisgevoel alleen maar prangender. Je ziet het ook aan onze films, observeert in Demain Rob Hopkins, auteur van The Transition Handbook. ‘Zij laven zich aan een verbeelding vol uitroeiing, zombies, atoomrampen en kleine Gremlins. Maar waar zijn de films die de problemen oplossen? Die hebben we niet.’

Voeding voor de hoop

Demain breekt de ban, en geeft in één adem mee antwoord op de drie planetaire uitdagingen die vandaag op de agenda staan. Allereerst is er onze totaal onhoudbare verhouding tot de natuur, als desastreuze bijwerking van een al te antropocentrisch model: biodiversiteit neemt af, lucht en water zijn vervuild en fossiele en andere grondstoffen worden schaars, waardoor het klimaat ons nog slechts enkele jaren geeft voor een onomkeerbare structurele omslag.

Niet toevallig vertrekt Demain van het voedselvraagstuk. Dat is niet alleen een kwestie van overbevolking, overconsumptie en uitputting van grondstoffen, maar ook van een verregaande privatisering die de toegang tot voedsel steeds moeilijker maakt. Olivier De Schutter legt haarfijn uit hoe de industriële voedselproductie en vooral de genetische modificatie in handen van monopolies als Monsanto het onmogelijk maken de wereldbevolking te blijven voeden. Eén mogelijk antwoord zoekt Demain in Detroit. Gold die stad ooit als het walhalla van de fordistische auto-industrie, in 2013 ging ze failliet aan de opmars van lageloonlanden en de kredietcrisis van 2007. Detroit liep leeg, de meest kwetsbare bewoners bleven achter. Maar in de film leidt een trip langs verlaten en vervallen straten naar D-Town Farm, een voorbeeld van zelfvoorzienende stadslandbouw: lokaal, biologisch en sociaal divers. Romantisch is het niet, nuanceert trekker Malik Yakini. ‘Op een powerpoint ziet stadslandbouw er altijd heerlijk uit, maar in de praktijk is het hard labeur.’

Toch gelooft Yakini dat hier de toekomst verbouwd wordt. Terwijl voedsel in de VS gemiddeld 2400 kilometer aflegt tot de gebruiker, groeit het hier nu gewoon om de hoek. Ook in het Britse Todmorden zet het burgerinitiatief Incredible Edible de hele publieke ruimte productief in voor voedselproductie voor en door locals. Nieuw is dat op zich niet. Volgens historische gegevens werden in het verleden zelfs hele wereldsteden gevoed via lokale productie. Maar binnen de huidige mondiale machinaties voelt die herlokalisering van de voedselproductie in de westerse hemisfeer zonder meer revolutionair.

De zon en de wind sturen op het eind van de maand geen elektriciteitsrekeningen

Enkele casussen van energietransitie laten op hun beurt zien hoe er stevig bespaard kan worden op energieverbruik, en welke alternatieve energiebronnen zich aandienen. IJsland schakelt over op geothermie en hydro-elektriciteit en in La Réunion staan zonne- en agro-energie in voor meer dan een derde van de voorziening – ‘De zon en de wind sturen op het eind van de maand geen elektriciteitsrekeningen’. Ook Kopenhagen stoot dankzij windturbines al 40% minder CO2 uit dan in 1995, en wil tegen 2025 helemaal klimaatneutraal worden. In 2050 moet heel Denemarken volgen. Tegelijk schetst urbanist Jan Gehl hoe zo’n transitie gepaard gaat met een heel andere aanpak van stedenbouw en ruimtelijke ordening. Zo willen ze in Kopenhagen tegen 2025 ook 75% van alle verplaatsingen te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer zien gebeuren. Het zijn missies die haaks staan op het Vlaamse en Belgische beleid, dat wil blijven inzetten op private eengezinswoningen, liefst op een aparte kavel en met één of twee bedrijfswagens voor de deur. In eigen land blijkt morgen nog altijd een beetje van gisteren.

Van de klas tot het kieslokaal

Een tweede planetaire uitdaging is de wereldwijde ongelijkheid waarmee de moderniteit ons heeft opgezadeld: ruim 40% van de rijkdom is toebedeeld aan 0,7% van de wereldbevolking, de volgende 42% aan nog eens 7,7%. Bijna 70% armen moet het stellen met 3% van de rijkdom, terwijl er slechts een kleine 14% middenklasse overblijft die een vijfde van de rijkdom mag verdelen. En aangezien de economie van een geprivatiseerde wereldmarkt draait om de koopkrachtige vraag, richt ze zich ook veeleer op luxegoederen dan op noodzakelijke voorzieningen in arme landen. Zolang deze schrijnende ongelijkheid blijft bestaan, zal ook de economische scheefgroei verdergaan.

Ook hier geeft Demain concreet aan hoe belangrijk het is om zowel onze consumptiepatronen te veranderen als totaal andere productiewijzen in te voeren. Ecologische en sociaal duurzame bedrijfsvoeringen zoals die van het papierverwerkende bedrijf Pocheco nabij Lille zijn al een eerste stap. Maar volgens Bernard Lietaer moeten we ook breken met het monopolie van de geldeconomie, die de motor is van privatisering, winstbejag en accumulatie. Zo maakt de eigen alternatieve munt van de coöperatieve WIR Bank in Zwitserland ruim 60.000 kmo’s minder afhankelijk van crises in de wereldeconomie, en liet de burgemeester van Bristol zijn loon uitbetalen in Bristol Pound, een eigen munt die de lokale economie helpt bevorderen. Het is in zulke omgevingen dat vormen van deeleconomie pas echt kunnen floreren naast en tegenover de private markt, legt Jeremy Rifkin uit. Maar dan moeten we durven decentraliseren en leren denken op een duurzame lokale stadsgewestelijke schaal. Een andere economie moet op de juiste schalen werken. Daar is beleidsmatige planning en bovenlokaal overzicht voor nodig.

72_Corijn_Demain_12_700© Cinéart.jpg

En zo komen we tot de derde grote uitdaging: democratie en samenlevingsopbouw. De orde van nationale staten uit de negentiende eeuw is vandaag een territoriaal begrensde mentale kaart geworden, die van elke migratie, elke vluchtelingenstroom, elke culturele of religieuze diversiteit vanzelf een probleem maakt. Die politieke knoop vraagt niet alleen om een nieuwe bestuurlijke verbeelding voor Europa, maar ook voor een nauwere betrokkenheid van burgers. ‘Politiek draait niet alleen om politici’, zo klinkt het in Demain. David Van Reybrouck argumenteert tegen het carcan van de verkiezingen als enig middel om de macht van het volk uit te drukken. Hij bepleit meer participatieve alternatieven om de macht van de bureaucratie te breken. De IJslandse bevolking toont hoe dat kan: ze brak de macht van de banken en liet door vijfentwintig gewone burgers een nieuwe grondwet schrijven. Ook in het Indische dorp Kutthambakkam geldt op lokaal vlak zelfbeheer: de burgers discussiëren mee op de gemeenteraad.

Tegelijk vereist zo’n herovering van democratische controle van onderuit natuurlijk ook een ander onderwijssysteem: minder gericht op functionele eindtermen en professionele vaardigheden, meer op de ontplooiing van burgerschap. Het is goed om in Demain de concrete uitwerking van het zo geprezen Finse onderwijs aan het werk te zien. Leraars zitten tussen de leerlingen te eten, zijn vaak met z’n tweeën in de klas, geven minder uren les dan in vele andere landen, maar bereiken wel betere resultaten. Hun klaslokalen lijken veeleer ateliers, waar leerlingen naast klassieke vakken ook leren koken en naaien. Finland investeert in zijn intellectueel kapitaal door voluit te investeren in de creatieve mens op de schoolbanken én voor de klas. Vooruitgang begint bij verbeelding.

Een andere wereld is mogelijk

_Demain _toont dus dat het anders kan. Maar waarom gebeurt dat dan niet? Zeker nu meer dan de helft van de wereldbevolking in steden woont, vragen de ecologische uitdagingen en de sociale ongelijkheid om een radicale verandering, om een meer waardenbewust begrip van vooruitgang. En niet alleen voor de mens, ook voor zijn omgeving. ‘Dit is het cruciale moment’, zo hebben onderzoekers Anthony Barnosky en Elizabeth Hadley van Stanford University de film ingeleid. ‘Vandaag zien we een snellere uitroeiing van soorten dan toen een asteroïde de dinosaurussen wegvaagde. Tijdens ons eigen leven verdrievoudigde de wereldbevolking. Over twintig jaar zal watertekort tot ongeziene migraties leiden.’ Als de nood zo hoog is, waarom beginnen we er dan niet gewoon aan?

Ook deze vraagstelling blijft nog sterk gevangen in oude vormen en ideeën. Vroeger verliep vooruitgang steeds volgens één patroon. Bij de jagers-verzamelaars, in de slavenmaatschappij, onder de feodale landbouw van grootgrondbezitters: steevast ontwikkelde zich in de poriën van de oude samenleving een nieuwe productiewijze, tot die sterk genoeg was in een omwenteling dominant te worden. Maar dat veranderde met het industriële kapitalisme. Vanaf toen bleef het vooruitgangsdenken stoelen op dezelfde wetenschap, dezelfde technologie en hetzelfde idee van productiviteit. De strijd ging voortaan om wie er achter het stuur van de auto mocht en die desnoods een ander kleurtje mocht geven. Maar de auto zelf bleef de auto, en die moest blijven rijden. Steeds bleef men vooruitgang denken in min of meer dezelfde groeitermen en ging de machtsstrijd tussen de winnaars en de verliezers, tussen de onderdrukkers en de onderdrukten. Zo kon er binnen de poriën van het kapitalisme geen alternatieve samenleving groeien. Hoogstens werkte men aan het nodige bewustzijn bij de ‘onderdrukten’ om de front seat te veroveren. Emancipatie ging voor op vooruitgang.

Misschien is vooral die vorm van vooruitgangsdenken vandaag in crisis: de gedachte dat het volstaat om het stuur over te nemen om de bestaande samenleving met een ander politiek programma in een nieuwe richting te leiden. Het is de gedachte dat onderdrukte sociale groepen via strijd voor hun onmiddellijke belangen ook meteen vooruitgang in de hand kunnen werken. De gedachte dat antisystemisch denken vooral gaat over macht en tegenmacht, over politieke regimes, over strategie en tactiek, over stellingen en loopgravenoorlogen (Gramsci) – in plaats van over een totaal ander model van leven. Wat dat betreft laat de twintigste eeuw ons verweesd achter. De Sovjet-Unie, China, de westerse welvaartstaat: geen enkel systeem heeft de gedroomde utopie benaderd. Alle ‘alternatieven’ uit de twintigste eeuw zijn leeggebloed, terwijl het kapitalisme wereldwijd is ingesijpeld in alle geledingen van mens en maatschappij, en de sociale strijd achter het syndicalisme, feminisme of postkolonialisme lijkt niet zo makkelijk te integreren. Kortom, de evidenties van weleer houden niet langer stand.

Sterft, gij oude vormen en gedachten …

Wat Demain daarom doet, is de auto aan de kant parkeren. De film zet een paar stappen terug en vertrekt vanuit een veel bredere diagnose, om dan van daaruit naar oplossingen te zoeken die buiten de dominante denkkaders vallen. Sceptici zullen er altijd zijn: vormen een volksraad in Kutthambakkam of wat zonnepanelen op Île de la Réunion niet al te kleine rimpels op de stroom van de tijd? Nee, dat Demain ook alternatieven toont voor bedrijven, voor hele steden en nationale schoolsystemen, maak het argument van de film juist heel sterk.

Het denken over vooruitgang kan niet langer bouwen op een groot gelijk, op een vast programma

Al die kleine en grote praktijken geven niet alleen vorm aan een alternatieve maatschappijvisie, ze zijn ook nog om andere redenen van levensbelang. Erg opvallend aan Demain is dat ze niet gedragen worden door partijpolitieke militanten, en dat ook de ondervraagde denkers zelden verwijzen naar de grote klassiekers. Dat is een kanteling. Het denken over vooruitgang kan niet langer bouwen op een groot gelijk, op een vast programma, op een voorgeschreven antwoord op de vraag. Deze good practices vertrekken liever vanuit een heel concrete problematiek, en laten zien dat andere en betere manieren van doen wel degelijk binnen bereik liggen. Nog meer dan ideeën brengen ze solidariteit in de praktijk. Het zijn testcases die kunnen tonen waarin ze beter zijn dan het huidige systeem, en zo vormen ze ook leeromgevingen. Ze bieden ruimte voor nieuwe analyses die verder gaan dan wat vijzen bijdraaien aan de oude inzichten. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat we het verleden niet langer in detail moeten blijven onderzoeken, omdat de heersende politiek nog vooral op continuïteit is gebouwd.

Nu is het zaak die praktijken uit te breiden en er dwarsverbindingen tussen te leggen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen tot een nieuw maatschappelijk ‘kamp’. Gramsci parafraserend moeten we stellen dat de crisis er net in bestaat dat de oude wereld stervende is, terwijl de nieuwe nog niet geboren kan worden. In dat interregnum gaan morbide en innoverende fenomenen vandaag samen en komt het erop aan om met een klare kijk te kiezen voor de juiste weg … vooruit. Eén ding is zeker: morgen zal er niet uitzien als gisteren. Er is ook geen blauwdruk van de eindbestemming, alleen wegen ernaartoe. Sí se puede!

Eric Corijn is cultuurfilosoof en sociaal wetenschapper en hoogleraar stadsstudies aan de Vrije Universiteit Brussel. Wouter Hillaert is cultuurjournalist en kernredacteur van rekto:verso. Beiden zijn actief binnen burgerbeweging Hart boven Hard.