Vooruit (2): klaar voor de hergeboorte?

Door Evelyne Coussens, op Sun Jan 22 2017 22:10:01 GMT+0000

Toen algemeen directeur Stefaan De Ruyck op 18 november aankondigde Vooruit te verlaten, had dat iets van een zoenoffer. Nog los van de realiteit lijkt De Ruyck te zijn uitgegroeid tot het symbool van een oude bedrijfscultuur die een Kunstinstelling van de toekomst niet meer past. Toeval of niet: wanneer hij in maart verhuist naar het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, plant Vooruit een meerdaagse ‘relaunch’ als platform-in-de-wereld. Twee mind switches streven naar een nieuw type instelling.

Er waait tegenwoordig een frisse wind door Vooruit, van aan de bar tot in de kantoren. ‘Het is weer leuk’, klinkt het in de wandelgangen. Het zal een aantal recente ex-werknemers wrang in de oren klinken, want een paar maanden terug leek Vooruit nog een ‘dier dat zijn wonden likt’. De jongste vijf jaar ging het Gentse kunstencentrum door een moeilijke periode (zie deel 1 van dit dubbelluik), met medio 2016 als klap op de vuurpijl het vertrek van een aantal programmatoren en de turbulenties rond artistiek leider Khadija El Bennaoui.

74_coussens_Trappen (c) Karin Borghouts.jpgDe kern van het probleem zat evenwel dieper, besloten in de vraag rond de identiteit van Vooruit: is het een huis van de kunsten of een kunstenplatform in de stad? In die zin lijkt de erkenning als Kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap achteraf gezien niet alleen financiële rust te hebben gebracht, maar ook bijgedragen te hebben tot inhoudelijke helderheid: als kersverse Kunstinstelling heeft Vooruit simpelweg de opdracht zich dienstbaar op te stellen tegenover kleinere organisaties in het Gentse kunstenveld en de stad zelf. En dat betekent: aanvaarden dat ook niet-artistieke drijfveren en invloeden, zoals in elk huis met vele kamers, de ‘anima’ (Alessandro Baricco) van Vooruit ‘besmetten’. Sinds september zit de nieuwe transitiebeweging, die het huis zowel inhoudelijk als qua people management moet revitaliseren, op kruissnelheid.

Hoe plat is plat?

Het eerste domein van die interne hervorming is dat er op een andere manier moet worden gedacht, overlegd en beslist – vanuit de organisatie als geheel. Na intensieve bevraging van het personeel legde consultancybureau Kwadraet meerdere mogelijke organisatie- en leiderschapstructuren op tafel, maar de baseline was: het moet horizontaler. En als een extern bureau dat zegt, komt de boodschap aan.

Zo bestaat er sinds de zomer niet langer een executief van afdelingshoofden in Vooruit. en is er in de plaats een coördinatieteam gekomen van veertien mensen die wekelijks samenkomen om samen af te stemmen over de dagdagelijkse werking van de organisatie. Tijdens een intake-overleg beslissen vertegenwoordigers van alle domeinen (artistiek, communicatie, schoonmaak, techniek, horeca…) of de vragen die wekelijks binnenkomen rond zaalhuur of evenementen, haalbaar zijn qua workload – als housekeeping de zaal niet schoon krijgt, of techniek is overbelast, is het njet. Al geldt deze nieuwe structuur nog niet als officieel, er is op die manier toch al meer horizontaliteit in de organisatie geslopen. De Ruyck: ‘We hebben meer nood aan knowhow van de werkvloer. We zaten in een situatie waarin we dachten dat de afdelingshoofden die hadden, maar er was te weinig doorstroming.’

Het idee is om de programmatie deels te laten invullen door gastcuratoren, maar ook om ze te laten bevruchten door verschillende mensen in huis.

Dan is er nog het transitieteam zelf, dat wordt geleid door twee leden van de raad van bestuur: Lien Van de Velde en Raf Vandenbussche. Wie zich overigens afvraagt waar de raad van bestuur de afgelopen jaren uithing, staat niet alleen. ‘Dat passeerde, en het bleef maar passeren’, schampert een medewerker. De raad ontving verschillende keren signalen van het personeel, ‘maar ze voelden blijkbaar echt niet aan wat er aan het gebeuren was.’ Voorzitter Paul Teerlinck pareert: ‘Het is niet de taak van de raad van bestuur om zich te bemoeien met het operationele niveau. We hebben inderdaad gemerkt dat er een divergentie was ontstaan tussen leidinggevenden en de vloer, maar je probeert dat eerst op te lossen via de geijkte kanalen. Het bevragen van het personeel behoort niet tot de taken van een bestuur. Dat twee leden van de raad op dit moment het transitieproces trekken, is hoogst uitzonderlijk.’

Met het transitieteam worden elke twee weken labo’s georganiseerd rond de vraag wat de visie en de waarden van Vooruit zijn en hoe die in de praktijk kunnen worden gebracht. In het najaar van 2016 gebeurde dat nog intern, gaandeweg wil het team de deuren openzetten om ook externen daarover te bevragen. De finaliteit is een prototype van een nieuwe organisatiestructuur, die klaar moet zijn tegen de re-launch in maart 2017.

Het is dus nog vroeg om met resultaten te komen, maar het lijkt er in ieder geval op dat het model van programmatoren met domeinspecialisaties doorbroken zal worden ten voordele van meer transversale, tijdelijke teams. Marieke De Munck, programmator Stad en Transitie: ‘Het idee is om de programmatie deels te laten invullen door gastcuratoren, maar ook om ze te laten bevruchten door verschillende mensen in huis. Een meer fluïde manier van werken dus, waarbij het eigenaarschap van de programmatie breder wordt gedeeld dan door één programmator.’ Op zijn best is zo’n gesharede verantwoordelijkheid gewoon een natuurlijke manier van samenwerken, waarbij spontaan beroep wordt gedaan op de expertise van alle medewerkers.

Wie wordt de baas?

Maar een instelling behoeft naast een organische ook een officiële structuur, en zeker met het vertrek van Stefaan De Ruyck komt de kat écht op de koord. Inspraak is hip, maar is het haalbaar om een Kunstinstelling van de omvang van Vooruit ook echt te laten aansturen door een breed coördinerend platform? En wat dan met de politieke vertegenwoordiging, het ‘gezicht’ naar de buitenwereld, het lobbywerk in de wandelgangen? Kan een veelkoppig directieorgaan de functie van algemeen directeur vervangen? Artistiek medewerker Matthieu Goeury: ‘Men roept altijd dat het niet kan, maar niemand heeft het ooit geprobeerd.’ Ex-medewerker verhuur Rik Vandecaveye is voorzichtiger: ‘Op zich geloof ik wel in een meerkoppig directieteam, maar het is complex. Er is zoveel regelgeving dat je in een klassiek patroon wordt gedwongen, het hele bestel is erop ingesteld.’

74_coussens_café © vooruit.jpgDaar raakt hij een teer punt: Vooruit kan wel op zijn eentje het organisatorische warm water uitvinden, maar daarom is het omringende bestel nog niet mee. Kan dat wel: een Kunstinstelling die horizontaal functioneert, binnenskamers én naar de stad toe? De Ruyck: ‘Ik zie nog veel structuren in de sector die verticaal georganiseerd blijven. Dit is een testcase van een organisatie die het anders probeert te doen.’ Het optimisme is oprecht, maar is het ook legitiem? Voor de raad van bestuur lijkt de sprong naar een meervoudig directieteam vooralsnog te groot. Lien Van de Velde: ‘Ik denk niet dat je zonder één sterke figuur kan, zonder iemand die de eindbeslissing neemt, strategisch denkt, netwerkt.’

De raad denkt dus in de richting van een nieuwe algemeen directeur, al zal diens functiebeschrijving anders moeten zijn dan die van De Ruyck. Van de Velde: ‘Het moet iemand zijn die het horizontale bevordert, en niet zelf alle touwtjes in handen neemt.’ Iemand die horizontaal denkt in een verticale job dus, iemand die ‘analyseert, inspireert en de juiste vragen stelt’, zoals econoom en psychoanalyticus Manfred Kets De Vries half december nog liet optekenen in een artikel van Evert de Vos in De Groene Amsterdammer. In het authentizotische model van De Vries is een leidersfiguur iemand die zorgt voor een daadwerkelijk door waarden gedreven organisatie. Het ‘managen van betekenissen’ is daarbij een van de belangrijkste rollen van de leider: ‘Want mensen werken voor geld, maar ze zijn bereid te sterven voor de goede zaak.’

Terug naar eigenaarschap dus, naar een doorgedreven transparantie op alle niveaus, niet alleen over het wat, maar vooral over het waarom van wat er gebeurt. It’s no rocket science, zegt Matthieu Goeury: ‘Als je een grote organisatie wil laten draaien, moet je met iedereen praten en van grond tot top uitleggen waarmee je bezig bent.’

Dienstbaarheid als missie

En niet alleen van grond tot top, ook van binnen naar buiten. Een tweede mind switch betreft de gedachte dat elke ‘gebruiker’ van Vooruit, van de kunstenaar tot de event-organisator, behept moet zijn met de waarden van Vooruit. Op die manier wordt iedereen inhoudelijke partner, en zijn de gedeelde waarden de toetssteen om partnerschappen aan te gaan of te beëindigen. Goeury: ‘In het verleden was er een grote afstand tussen verhuuractiviteiten en de eigen artistieke werking: we verhuurden onze zaal, maar connecteerden te weinig met de huurders. In de toekomst willen we kieskeuriger zijn. We streven naar minder, maar wel betere partners – er zijn geen drie deuren meer, iedereen komt binnen door dezelfde deur.’

Het belang van het artistieke wordt niet teruggedrongen, maar juist uitgebreid: het ‘artistieke’ wordt iets wat zich uitstrekt over alle betrokken partners. Voor De Munck is zoiets de evidentie zelve. ‘Natuurlijk is het artistieke superbelangrijk, maar als groot kunstenhuis kan je vandaag niet langer alleen dat verhaaltje vertellen.’ Zo bekeken gaat het toch om een vorm van downscalen, of beter gezegd: om een bredere sharing van het eigenaarschap over de eigen activiteiten, door die minder exclusief voor zichzelf te houden. Het huis doet minder (alleen), maar gaat meer partnerschappen aan, zoals concreet met Campo of het beeldend kunst-platform Gouvernement. Het is een manier van groeien door te delen. Goeury: ‘Onze eigen activiteiten slanken af, maar de activiteiten van de partners worden ook “onze” activiteiten. Het is ons antwoord op het onhoudbare ikke ikke van het neoliberale model.’

Het huis stelt zichzelf zes imperatieven als opdracht: support, experiment, connect, engage, reflect, celebrate.

Kernvraag blijft natuurlijk: wat zijn die ‘betekenissen’ waarover bijvoorbeeld Manfred Kets de Vries spreekt, wat zijn de waarden waarvan het hele huis en al zijn partners doordrongen moeten worden? Na het maandenlange gewroet om in het subsidiedossier een overtuigende visie uit de pen te knijpen rolt midden november op twee uur tijd een nieuwe missietekst voor Vooruit uit de printer. Het statement opent met een zelfdefinitie: ‘Vooruit is een centraal platform in een rijk netwerk van artiesten en organisaties uit tal van sectoren. Geïnspireerd door een turbulente wereld en een kunstensector in beweging, met een hedendaagse blik op de toekomst, versterkt Vooruit de kruisbestuiving tussen de kunsten en de lokale en globale gemeenschap.’ Daarna volgen zes imperatieven die het huis zichzelf als opdracht stelt: support, experiment, connect, engage, reflect, celebrate.

Vergelijk die visie met de typering van Vooruit in het advies van de beoordelingscommissie van vier jaar geleden: ‘Vooruit is als kunstencentrum al jaren een van de belangrijkste spelers in het kunstenveld en neemt een prominente positie in bij de uitbouw en de bevraging van de rol en het functioneren van de kunstencentra. (…) Ecologie, duurzaamheid en maatschappelijke relevantie zijn partners in het denken.’ Een aantal van die ‘partners in het denken’ lijken intussen toch serieus te zijn opgeschoven naar het centrum van de aandacht. De korte missietekst van 2017 is nu doorspekt met woorden die wijzen op dienstbaarheid: steun bieden, ruimte bieden, een gastvrije ontmoetingsplek zijn, tijd maken, verbinden…

74_coussens_vooruit (c) Jan Lietaert_resized.jpg

Solidariteit als vraagstuk

Het programma van de re-launch van 13 tot 19 maart, opgevat als een ‘werkweek om de toekomst te herdenken’, maakt de intenties van de nieuwe beheersovereenkomst concreet. Het huis plooit in verschillende fasen steeds breder open, van een interne team launch via een uitnodiging naar de artistieke sector naar een uitwisselingsdag met Hart boven Hard voor cultuursector en middenveld, en een take-over van studenten. Van een ‘muziekdag’ – waarin de verhouding tussen commercieel en experimenteel wordt bevraagd – tot een dag waarbij Vooruit samen met Victoria Deluxe naar buiten trekt, de stad in. De werkweek eindigt met een ‘wilde brunch’ op zondag, open voor al wie wil meedenken over de rol van een Kunstinstelling in de stad: een format dat Goeury op regelmatige basis hoopt te herhalen.

Hoe kan je dat neoliberale verhaal weer sociaal maken, en kan Vooruit daarin een voortrekkersrol spelen? Dat is de echte uitdaging

Als deze re-launch van Vooruit lukt, wordt het huis de eerste Instelling in Vlaanderen die op die manier wordt hervormd – binnenshuis en naar de buitenwereld toe. Dat zou wel eens een heugelijk voorteken kunnen zijn. Waar Stefaan De Ruyck de nieuwe personeelsstructuur een ‘testcase voor kunsthuizen’ noemde, ziet iemand als Marieke De Munck het openplooien van zowel de personeelsstructuur als de inhoudelijke focus als een oefening die veel breder gaat, als een testcase voor het samengaan van een economisch-liberaal verhaal met een solidair en sociaal verhaal.

In dat geval gaat het nu eens niet over de vraag hoe je een kunstenhuis rendabeler maakt, maar wel over de vraag hoe je een rendabele organisatie opnieuw doordringt van solidariteit. De Munck: ‘Hoe kan je dat neoliberale verhaal weer sociaal maken, hoe kan je daar een waardendiscours in terugbrengen? En kan Vooruit daarin een voortrekkersrol spelen? Dat is voor mij de echte uitdaging.’

Ook Kathleen Melis, in 2013 ontslagen als hoofd planning en vandaag aan het werk bij de Sociale Innovatiefabriek, is optimistisch. ‘In mijn jobontmoet ik dagelijks vernieuwende projecten die een antwoord proberen te bieden op de maatschappelijke uitdagingen. De hoge ‘sense of urgency’ die de ecologische en economische crisis meebrengt, wakkert de creativiteit aan en stimuleert transitie. Ook in Vooruit moest de crisis blijkbaar totaal zijn, voordat de zaadjes die wij plantten, konden ontluiken.’ Hopelijk kan op dat braakland nu écht iets nieuws bloeien.

Dit is het tweede deel van een dubbelluik over Vooruit. Lees hier deel één.

Evelyne Coussens studeerde klassieke filologie en theaterwetenschappen, en schrijft als freelance cultuurjournalist voor de krant De Morgen en verschillende cultuurmedia.