Verzetscinema in Sri Lanka

Door Martin Stoelwinder, op Wed Jun 17 2015 06:22:10 GMT+0000

In Sri Lanka gelden strenge censuurwetten voor de filmindustrie. Wie het verhaal van de burgeroorlog (1983-2009) onverbloemd wil brengen, wordt gedwarsboomd door de overheid. Toch blijven filmmakers zoeken naar manieren om de censuur te omzeilen. Voorlopig zonder veel succes.

Het internationaal gelauwerde Aksharaya (2005) opent met een vrouw van middelbare leeftijd in bad. Haar twaalfjarige zoon komt erbij zitten en alsof dit nog niet onconventioneel genoeg is, vraagt de jongen ook nog om borstvoeding. De moeder twijfelt eerst nog, maar geeft dan toch toe. Later in de film vertelt de jongen in het openbaar over zijn – althans volgens de heersende normen – abnormale relatie met zijn moeder. De autoriteiten worden gealarmeerd en de jongen slaat op de vlucht. Een dergelijke controversiële inhoud ligt moeilijk bij de Sri Lankaanse overheid. De film is dan ook verboden in eigen land.

HET SPOOK VAN DE OORLOG

De Sri Lankaanse cinema is nog relatief jong. Pas in 1947 worden aan de vooravond van de onafhankelijkheid van Sri Lanka – toen nog Ceylon – de eerste films vertoond die daadwerkelijk werden geproduceerd voor en door Sri Lankanen. Kadawunu Poronduwa (1947) was de eerste speelfilm gemaakt voor een Singalees publiek en voor filmmakers meteen het startschot om geestdriftig films te produceren volgens een vaste formule. Deze melodrama’s met veel muziek en dans waren rechtstreeks geïnspireerd op de Bollywood cinema. Vandaag is Sri Lanka nog altijd het kleine broertje van Bollywood, maar proberen steeds meer filmmakers echte Sri Lankaanse films te maken, naar het voorbeeld van Lester James Peries.

67_Stoelwinder_Still from Igillena Maluwo.jpg

De inmiddels 96-jarige Lester James Peries is in Sri Lanka een grootheid. Zijn baanbrekende Rekava (1956) is een van de eerste films die onafhankelijk werd geproduceerd, zonder inmenging van de overheid. Lester James Peries was van mening dat het toenmalige filmbeleid niet genoeg ruimte bood om de ware Singalese aard te laten zien. Hij deed er alles aan om in zijn films maatschappelijke problemen en sociale ongelijkheden in Sri Lanka aan de kaak te stellen. Rekava werd genomineerd voor een Gouden Palm in Cannes en betekende een grote stap voorwaarts voor de Sri Lankaanse cinema. Maar al staat de Sri Lankaanse cinema sindsdien internationaal op de kaart, in eigen land blijven de films moeilijk toegankelijk voor het grote publiek. De overheid treedt streng op tegen filmmakers die willen verhalen over misstanden in Sri Lanka, zeker als die gaan over de impact van de burgeroorlog op het land.

In Sri Lanka is de meerderheid van de bevolking Singalees, met de Tamils als grootste etnische minderheid. Beide bevolkingsgroepen leven sinds de onafhankelijkheid in 1948 op gespannen voet. Concrete aanleiding voor de burgeroorlog was het verbannen van de Tamilpartij uit het parlement. Dat bracht in 1983 een spiraal van aanslagen en vergeldingsacties op gang, die uiteindelijk aan meer dan 70.000 mensen het leven kostte en bij de bevolking diepe wonden achterliet. Ook politiek ligt de oorlog nog altijd zo gevoelig dat de overheid vreest dat elke kritische kijk op de gebeurtenissen aanleiding kan geven tot nieuwe opstanden of sociale onrust. Elke film die niet strookt met de opvatting van de overheid wordt verbannen. Er wordt zelfs geijverd voor het maken van ‘pro-oorlog films’.

Toch zijn er filmmakers die zich niet laten intimideren en hun kijk op de burgeroorlog in Sri Lanka blijven brengen. Door de burgeroorlog niet centraal te plaatsen, maar als achtergrond op te voeren, proberen ze de censuur te ontwijken. Meestal tevergeefs. Digitale distributiekanalen en filmfestivals zorgen er wel voor dat hun boodschap zich buiten Sri Lanka verspreidt. Films als Aksharaya (2005), Sulanga Enu Pinisa (2005)en Igillena Maluwo (2011) sleepten vele internationale nominaties (en zelfs een Gouden Camera in Cannes) in de wacht, terwijl ze in eigen land verboden zijn.

VERZET VIA EEN OMWEG

Deze drie films stappen af van de beproefde Bollywoodformule in het veelvuldig gebruik van longshots, een statische camera en een traag verteltempo. Wat ze nog delen, is dat ze geen spaander heel laten van iedere vorm van autoriteit en dus impliciet bijzonder kritisch zijn voor de overheid. Regisseur Handagama voert in Aksharaya regelmatig corrupte bewakers of politieagenten op: ze helpen tegen betaling een moordenaar aan een onderduikadres, laten zich omkopen door westerse toeristen en knijpen zelfs een oogje dicht in ruil voor een ijsje. Maar daar blijft het niet bij. De ultieme genadeslag volgt als een museumbewaker een vrouw bruut (en zeer theatraal) verkracht. Kortom, Handagama beeldt de Sri Lankaanse autoriteiten af als een stelletje wellustige en incompetente machtsverslaafden. Een verbod van de overheid kon niet uitblijven. Alleen werd de film officieel niet verbannen vanwege verwijzingen naar de burgeroorlog, maar vanwege de expliciete seksualiteit.

De films stappen af van de beproefde Bollywoodformule in het veelvuldig gebruik van longshots, een statische camera en een traag verteltempo

Jayasundara, de regisseur van Sulanga Enu Pinisa (Het verlaten land), kiest voor een andere aanpak en mijdt excessief geweld. De film speelt zich af tijdens de wapenstilstand in 2002. Sferische natuurbeelden wisselen af met beelden van verwoeste dorpen. Schijnbare momenten van peis en vree worden ruw verstoord door rondscheurende tanks en soldaten die willekeurig opduiken. De oorlog ligt dan wel even stil, het geweld loert overal om de hoek. De film krijgt door het gebruik van de vele long shots een observerend karakter. Alsof Jayasundara de kijker uitgebreid de mogelijkheid wil bieden de gemoedstoestand van de burgers van dichtbij te observeren en het gestuntel van de overheid te aanschouwen. Een mooi voorbeeld daarvan is een haast poëtische scène waarin twee legertrucks op elkaar af rijden over een veel te smalle zandweg. Minutenlang halen de chauffeurs de gekste capriolen uit om elkaar te kunnen passeren. Voor de kijker zit er niets anders op dan te wachten tot de chaos voorbij is.

Diezelfde observerende techniek hanteert Jayasundara ook bij een veel minder onschuldige confrontatie tussen een soldaat en zijn slachtoffer. Het slachtoffer zit gevangen in een juten zak, terwijl de soldaat hem dient te vermoorden met een ijzeren pijp. Schieten is immers verboden tijdens het staakt-het-vuren. De man blijft voor de soldaat volkomen anoniem. Lees: iedereen kan het slachtoffer worden van het overheidsgeweld. Ondanks de wapenstilstand is Sri Lanka nog altijd overgeleverd aan de grillen van het Singalese overheidsleger. Toen zijn films werd verbannen wegens vermeende anti-oorlogse inhoud, was dat voor Jayasundara reden genoeg om een emigratie te overwegen, maar hij woont nog altijd in Sri Lanka.

SYMBOLISCHE STATEMENTS

Terwijl Jayasundara de film voor zich laat spreken, tracht Pushpakumara zijn Igillena Maluwo te verdedigen. Hij beweert dat de film de burgeroorlog zo geloofwaardig mogelijk probeert te portretteren. Toch belandde ook hij op de zwarte lijst. De overheidssoldaten lijken in Igillena Maluwo immers geen idee te hebben waar ze mee bezig zijn. Zo worden de kussens van schoolbussen dagelijks opengesneden om te controleren of er geen wapens worden meegesmokkeld, wat nooit het geval is. Verder vervelen de soldaten zich vooral. De wanorde bereikt zijn piek als de overheid besluit om wapens uit te delen aan de inwoners, zodat ze zichzelf kunnen beschermen. Tegen wie is een raadsel. ‘The government is giving weapons to everybody.’ Cynische reactie: ‘Good. At least they will have something to do.’ De burgeroorlog zelf wordt nergens vernoemd, maar de familiedrama’s die aan bod komen, zijn er stuk voor stuk het indirecte gevolg van.

67_Stoelwinder_War image Sri Lanka. Photo by South Asia Journal.jpgPushpakumara is opvallend mild voor de Tamil-bevolking. Een oude Tamilman wordt voortdurend belachelijk gemaakt en in de gaten gehouden door de Singalese inwoners. De oude man wekt sympathie op bij de kijker, terwijl de Singalezen hem behandelen als een potentiële terrorist. De Tamiltijgers hebben met hun agressieve en nietsontziende manier van oorlogsvoeren de volledige Tamil-bevolking in een kwaad daglicht gesteld. Pushpakumara kiest geen partij. Hij stelt het Singalese overheidsleger voor als een zootje ongeregeld, terwijl de Tamiltijgers te werk gaan volgens het adagium ‘het doel heiligt alle middelen’.

Pushpakumara probeert de gevolgen van de burgeroorlog symbolisch te verbeelden via een verliefd koppel dat over de treinrails loopt. De man – een Singalese soldaat – loopt over de linkerrail en de vrouw over de rechterrail, terwijl ze elkaar in evenwicht houden met behulp van zijn machinegeweer. Hun relatie staat voortdurend op scherp. De schoolbus is inmiddels zo goed als leeg. Zelfs de bestuurder zit er niet meer in. De bus hobbelt voort, zonder bestemming of doel, en al haar passagiers haken af. De oorlog is dan wel voorbij, maar Sri Lanka en haar inwoners hebben het trauma nog steeds geen plek weten te geven.

Elk op hun manier verzetten de drie films zich tegen de overheid, maar de vraag blijft met welk effect. Het is moeilijk in te schatten in hoeverre de Sri Lankaanse inwoners de films hebben kunnen bekijken. De toekomst van cinema in Sri Lanka ziet er bovendien allesbehalve rooskleurig uit. Bioscoopbezoek en -inkomsten gaan de laatste jaren hard achteruit. De standaardformules lijken hun beste tijd te hebben gehad en de huidige overheid censureert, ondanks haar verkiezingsbeloften, alles wat ook maar in de buurt komt van een politiek statement. De oorlogsdocumentaire No Fire Zone: The Killing Fields of Sri Lanka (2013) werd verbannen omdat er beelden te zien zijn van de overheid die bombardementen uitvoert. Prompt werd de documentaire echter gratis online gezet in India. Tot nader order moeten filmmakers die naar politieke hervormingen en creatieve bewegingsvrijheid snakken, het met dit soort kleine overwinningen doen. Op een veld vol bloed is verzet een trage bloem.

Martin Stoelwinder is recent afgestudeerd als filmwetenschapper. Hij schrijft over film, populaire cultuur en sport.