Vechten tegen de competitie

Door op Sun Jul 26 2015 03:29:12 GMT+0000

Bokshandschoenen aantrekken als nieuwe vorm van verzet. Dat is wat het Nederlandse collectief de Nieuwe Helden tracht te doen met zijn voorstelling van Fight Club. Want vechten leidt, hoe vreemd het ook mag klinken, tot een nieuwe ontmoeting, als alternatief voor een op competitie gedreven ik-cultuur. Ieder mens wil uiteindelijk toch geraakt worden? Dat kan bij De Club 3.0, letterlijk en figuurlijk.

‘Toen ik mijn tegenstander in een houdgreep op de grond had, wou ik dat hij me aankeek, zodat we tot een ontmoeting konden komen. Ik draaide zijn hoofd naar me toe zodat we in elkaars ogen konden kijken. Toen ik zijn blik opving, was het goed. Ik heb ervaren dat een houdgreep niet veel verschilt van een omhelzing. Je hebt iemand vast. Je omvat het lichaam. En er is iets van oplettendheid dat je hem niet beschadigt.’ Koos De Heer, organisatieadviseur en fervent voorstander van het pacifisme, nam in juli 2014 deel aan de theaterversie van Fight Club op het Over het IJ Festival in Amsterdam. Hij begreep meteen dat vechten bij De Club 3.0 niets met overmeesteren te maken had. De schijnbare tegenspraak tussen vechten en ontmoeten fascineerde hem.

67_noteris_gevecht.jpg

Het lijkt paradoxaal om al vechtend de heersende competitieve relatie tussen jongeren het hoofd te bieden, maar dat is precies waar Stichting Nieuwe Helden, een collectief dat kunstprojecten op touw zet in de publieke ruimte, op uit is. Het is geen klassieke voorstelling, eerder een ‘welkom bij de Club’-benadering met als regel: Wie de ruimte betreedt, wordt automatisch deel van de opvoering. Er wordt gevochten, gedebatteerd en gereflecteerd over de betekenis van het vechten. De Club 3.0, die deze zomer toert door Estland, zoekt samen met generatiegenoten naar antwoorden op vragen als: Wie zijn wij? Waar staan wij voor? En vooral: Waar willen we vóór vechten?

Voorbij de destructie

In de filmklassieker Fight Club (1999) van David Fincher start een stelletje zoekende mannen een gevechtsclub op. Niet omdat ze ruzie hebben, niet om te tonen hoe sterk ze zijn of om punten te scoren. Nee, ze willen vooral zichzelf tegen komen via de andere. In Fight Club is destructie de enige weg naar vrijheid en naarmate de film vordert, loopt het geweld uit de hand. Fight Club brengt desalniettemin een generatie in beeld die hoopvol zoekt naar voelen, behoren en bestaansrecht. En Stichting Nieuwe Helden wilde met de film aan de slag.

Het ‘blaas alles op’-concept zouden ze aanpassen. ‘In de jaren 1990 was je tegen het systeem; het breken, er tegenaan schoppen of opblazen.  Wij hebben het gevoel dat onze generatie iets meer op zoek is naar iets anders’, aldus Lucas De Man, artistiek leider van Stichting Nieuwe Helden. Het waren de gevechten die de film bijzonder maakten. De vechtersclub in de film zag het licht nadat de twee hoofdpersonages ‘spontaan’ op de vuist gingen om hun frustraties te uiten en de verrukking van het vechten ontdekten. De Nieuwe Helden wilden ook weten wat vechten met een mens deed. Ze namen de proef op de som en nodigden enkele vrienden uit voor een vechtsessie in de achtertuin van hun ouders. Matrassen werden op de grond gelegd, een voorraad water stond klaar, samen met wat bananen en Dextro-energie.

67_noteris_Fight Club, Brad Pitt.jpg‘Het was aanvankelijk een klungelig en wat vreemd gebeuren’, vertelt De Man. ‘Ik stond tegenover een vriend die ik moest bekampen. Ik twijfelde eerst nog even. Maar toen, nog voor ik iets kon uitbrengen, kwam hij met een soort van Pokemon-attack. Alle aanwezigen vochten die avond. Enkelen onder ons ervaarden na afloop een soort van rust.’ Die buitengewone ervaring van rust was voor de Nieuwe Helden de triggerom hun generatiegenoten met lijfelijk vechten te confronteren.

Want de Nieuwe Helden geloven dat jongeren zich opgejaagd voelen door het idee dat ze succesvol moeten zijn. ‘Ze worden overstelpt met vindingrijke ideeën en spannende verhalen van succesvolle twintigers en dertigers. De continue vergelijkingsdrang onder leeftijdsgenoten brengt enorm veel stress, angst en verkramptheid met zich mee.’ De Man gaat verder: ‘Ze hebben constant het gevoel dat ze moeten: je moet succesvol zijn, je moet de juiste keuze maken, je moet weten wat je wil, je moet realistisch blijven en je moet genoeg seks hebben.’ Hoe kan je dit het hoofd bieden? Volgens de Nieuwe Helden door er fysiek en mentaal tegen te vechten.

‘Oh nee, een meisje’

Bij aanvang van de Club 3.0-voorstelling gingen vrijwilligers elkaar te lijf. Telkens stapten twee worstelaars in doordeweekse kledij de boksring in. Ze vochten een robbertje en deelden zo nu en dan rake klappen uit. De opeenvolging van geïmproviseerde knokpartijen in de zweterige vechtlokalen begeesterde het publiek.

Wat betekent vóór iets vechten? En wat is het verschil met tegen iets vechten?

Judith Straetemans, communicatiemedewerkster van het kunstencentrum Vooruit, wist wat Club 3.0 met het vechten wilde bereiken en zette zich schrap op de matten.‘’Oh nee, een meisje’ zei mijn vechtpartner toen we tegenover elkaar werden gezet in de ring. Het werkte als een rode lap op een stier. Ik stond daar met mijn 1m68, maar in de ring voelde ik me geen klein meisje. Ik wou geen medelijden, geen begrip, geen sorry als hij te hard zou slaan. Ik wou vechten. Van persoon tot persoon. Niet om te winnen, maar om te voelen. Ik sloeg onmiddellijk door, hij wat afwachtend. Tot ik hem opjutte dat het wel wat harder mocht.’

Straetemans was niet de enige die zich tijdens de voorstelling vrijwillig opgaf om te vechten. Een tiental andere leeftijdsgenoten betraden ook de ring. Of de vechtpartijen steeds een vorm van rust teweegbrachten, is uiterst twijfelachtig. Wat de Nieuwe Helden wel probeerden, was vechten op verschillende niveaus te benaderen: fysiek, maar ook mentaal. Want na het lijfelijk vechten, bezonnen de jongeren over de betekenis van het vechten: Wat betekent vóór iets vechten? En wat is het verschil met tegen iets vechten?

Voor of tegen

Vóór iets vechten is, als het ware, verzet bieden tegen de antithese. Het is een moedige vuist maken voor iets waar je hardnekkig in gelooft. Of het nu gaat over barricades bestijgen om je verontwaardiging te uiten of over het niet-aflatend vechten voor de liefde van je leven. Vechten vóór iets is steeds de moeite waard. In De Club 3.0 gaven jongeren aan te vechten voor meer empathie en verbondenheid. En tegen het opbod van prestaties, het hooghouden van de schijn en de zelfcensuur die ermee gepaard gaat.

67_noteris_club 2.jpg

Vechten voor iets staat symbool voor verzet. Voor je niet bij de situatie neerleggen en actie ondernemen, in zijn meest letterlijke vertaling. Want de vechters van vandaag zijn de motoren van de geschiedenis. Vechten voor iets kan politiseren en de onverschilligen wakker schudden. Of mensen terug bij elkaar brengen en een verbinding mogelijk maken die het ‘ik’ niet verloochent, maar die ook een eerlijk contact aangaat met de medemens. In die zin is met elkaar op de vuist gaan een manier om verzet te bieden tegen de instrumentele relaties die we aangaan.

Paul Verhaeghe, Vlaams psychoanalyticus en hoogleraar aan de universiteit van Gent, beschrijft in zijn boek Identiteit hoe de focus op het individu een malaise teweegbrengt in de identiteit van mensen. Hij neemt een kentering waar in het gevecht dat we voeren: ‘We vechten niet meer in een groep in functie van een bepaald ideaal tegen een andere groep die ook vecht voor haar lezing van de goede zaak. We vechten nu tegen elkaar. Een mooi voorbeeld komt uit het voetbal: een voetbalploeg zou moeten vechten voor de overwinning tegen een andere ploeg, maar in vele gevallen krijg je nu elf individuen die allemaal proberen uit te blinken, vaak ten koste van elkaar.’

Al vechtend een kwetsbaar contact teweegbrengen in tijden van competitie en individualisme, is geen onnozelheid.

Voor of tegen iets vechten. Het verschil tussen beide is cruciaal. Koos De Heergelooft dat we moeten vechten vóór iets, omdat daarin de ultieme kwetsbaarheid schuilt: ‘Als je ergens voor vecht, dan is het de moeite waard om alles op te geven. Alles opgeven betekent ook, althans figuurlijk, naakt tegenover elkaar staan. Ik begreep ineens waarom de Spartanen naakt met elkaar streden.’

Dat pure contact is noodzakelijk, vindt psychiater Dirk De Wachter. In zijn nieuwste boek Liefde. Een onmogelijk verlangen? pleit hij voor het kunnen tonen van kwetsbaarheid. Volgens hem uit de essentiële liefdevolle verbinding zich in de kwetsbaarheid van de ander, niet in de competitieve winnende relatie. Maar dat wordt bijzonder moeilijk gemaakt in de Facebook-cultuur, want iedereen moet altijd leuk en vrolijk zijn. Valt daartegen te vechten?

Sierlijke kanteling

Het gevecht dat De Club 3.0 wil tonen, is anders dan in een sportclub, waar winnen en techniek centraal staat. Anders dan thuis vechten met je broer om de familieband te testen en ook nog anders dan een gevecht op straat, dat met agressie gepaard gaat. Het vechten bij de Club gaat niet om punten behalen, agressie of geweld. Vechten staat net voor geweldloos verzet tegen de instrumentele relatie die jongeren aangaan, hoe vreemd dat ook moge klinken.

Of we nu met z’n allen de bokshandschoenen moeten aantrekken, is nog maar de vraag. Wel was De Club 3.0 een poging om de angel te tonen. Al vechtend een kwetsbaar contact teweegbrengen in tijden van competitie en individualisme, is geen onnozelheid. Net als bij een judogreep ga je op zoek naar het juiste kantelpunt om met een eenvoudige en sierlijke beweging de situatie te doen omkeren.

www.stichtingnieuwehelden.nl

Liza Noteris (1985) studeerde Communicatiewetenschappen en Internationale betrekkingen aan de KU Leuven. Ze is cultuurjournaliste en schreef onder meer voor Apache.be en De Groene Amsterdammer.