Tien jaar kritiek voor niets

Door op Thu Sep 26 2013 12:01:36 GMT+0000

Dit is een speciaal verjaardagsnummer. Dit is een winnaar van de Vlaamse Cultuurprijs. Dit is een bundeltje ideeën over en voor de toekomst. Rekto:verso is veel in één: een beetje gisteren, heel wat vandaag, en nog meer morgen. Nu al tien jaar, gratis en voor niets. Als jij ons blijft lezen, blijven wij schrijven. Ruilhandel is een schone uitvinding. Merci, auteurs. Merci, minister. Merci, lezer.

Maar wat de toekomst brengt? In het Frans hebben ze er twee woorden voor: futur en avenir. Volgens de onvermijdelijke Slavoj Žižek staat futur voor ‘de voortzetting van het heden, de volle verwerkelijking van al bestaande tendensen’, terwijl avenir veeleer zou verwijzen naar ‘een radicale breuk, een discontinuïteit met het heden’. Stel je nu voor dat jij, en alleen jij, op een knop zou mogen drukken om te bepalen welke van die twee toekomsten we krijgen, hier in West-Europa. Welk soort toekomst kies je? Een volgende stap in wat we al hebben en kennen? Of iets totaal anders, waarvan we dus hoegenaamd niet kunnen inschatten wat dat wordt? We dromen vaak van optie twee, maar omdat we die ook vrezen, verkiezen we meestal optie één.

Ook de tien essays en interviews die in dit verjaardagsnummer zijn verenigd, wisselen tussen een paar opvallende tendensen van vandaag doordenken naar morgen en een paar radicale voorstellen opperen voor overmorgen. De toekomst van de filmindustrie, van de kunstkritiek, van de culturele instelling, van het theater, van de digitale media, van de beeldende kunst, van het kunstenaarschap op zich: ze wordt op deze pagina’s even tastbaar als dat ze ongewis blijft. Rekto:verso biedt geen glazen bol. Het gaat ons om de richting van het kijken zelf: vooruit, in plaats van achterom. Toekomstdenken is, veeleer dan duister doemdenken, een denken in alternatieven. Speculatie is er al genoeg. De vraag is hoe het bekende ook anders kan, en wat we daarvoor kunnen ondernemen. Het nieuwe gebeurt, maar je kan het ook helpen gebeuren.

Als deze tien stemmen – zowel oudere heren met wereldfaam als jongere dames nog zonder naam – elkaar ergens in vinden, dan wel dat samenwerking de toekomst is. Van de ‘third mind’ van Arjen Mulder tot de ‘alsof-kunst’ van Sébastien Hendrickx en de ‘halfkunstenaar’ van Peter Sellars: de kunst van kunst maken wordt in de toekomst de kunst van chemie creëren. Verbindingen leggen met andere sferen en domeinen zal het verschil maken tussen wie mee is en wie achterblijft. De economie van individualiteit zal eindig blijken. ‘Het enige waar we zeker van kunnen zijn, is dat het bestaande systeem zichzelf niet eindeloos kan reproduceren’, aldus nog Žižek. ‘Wat er ook na zal komen, het zal niet “onze toekomst” zijn.’

DE TOESTAND BLIJFT KRITIEK

Geldt dat ook voor de kritiek? Die leeft al jaaaren met een onteigeningscrisis, dus geen nood. In de dagelijkse pers – daar gaan we weer – is kritiek verworden tot consumentenadvies. Niet zozeer door de slinkende recensies, maar vooral door hun intentie: simpelweg commentaar plaatsen bij geïsoleerde producten. Alsof economie draait om de aandelenkoers van Inbev. Alsof politiek draait om het prestatierapport voor elk van onze parlementairen. Alsof kunst telkens opnieuw toevallige output levert, en al die cd’s en films en expo’s en voorstellingen geen signalen zijn van een veel breder verband: een oeuvre, een tendens, een esthetica, een maatschappelijke kwestie, een cultuurbeleid. Een tijdsgeest ook. Veel gisteren, heel wat vandaag en een beetje morgen.

De toekomst van kritiek, in een tijd van isolering en atomisering, ligt in verbinden. Het werk verbinden met zijn kritische punt van ‘waarheid’. Muziek verbinden met film, theater met beeldende kunst. Aparte kunstvoorwerpen verbinden met wat we allemaal delen: een bestaan met liefde en dood, maar ook het burgerschap. Kritische geesten verbinden, over sectoren heen. En blablabla als deze verbinden aan een praktijk. (Lees gerust ook de rest van dit nummer.)

Waarom zo nodig verbinden? Ooit was kritiek een vorm van emancipatie. Zola en zijn J’Accuse: de geboorte van de publieke intellectueel. Vandaag wordt kritiek veeleer geassocieerd met irritante opmerkingen door snel ingelezen criticasters. De kruisverhoren in radio- en tv-studio’s. Het gezoem van streverige muggen op zoek naar het bloed van anderen. Van muggenzifters. Kritiek heeft dus een stigmaprobleem. Er is in deze wereld niet zo heel veel ruimte voor gefundeerde en fundamentele kritiek, laat staan kunstkritiek. Van de Vlaamse kunstensubsidies gaat 99,5% naar kunst maken en tonen, en 0,5% naar onafhankelijke kritische reflectie daarover. In Nederland zijn subsidies voor culturele tijdschriften zelfs doodleuk afgeschaft. Maar misschien, heel misschien, ligt dat ook voor een deel aan de kunstkritiek zelf?

Het kunstwerk uiteen halen, het deconstrueren, heeft weinig zin als dat niet gepaard gaat met de zaken samen zetten, met ideeën construeren. De betekenis in het kunstwerk is maar de helft van het verhaal. De toekomst van kritiek is de betekenis van het kunstwerk. Voor jou, voor ons, voor de samenleving die we samen beleven. Betekenis kan enkel betekenis krijgen binnen een verband. Promo is ook betekenisgeving, maar mist context. Tarantino maakt niet zomaar goede of slechte films. Tuymans maakt niet zomaar goede of slechte schilderijen. Tristero niet zomaar goed of slecht theater. Ze maken signalen, contradicties, ontwikkelingen, ideeën in of uit vorm. De kunst van kritiek wordt daarbij steeds meer de kunst van verbanden, verbonden, verbindingen creëren. Van opzicht naar uitzicht, via inzicht. Van scheikunde naar chemie.

Mocht je vinden dat dit tijdschrift daarin mee de toekomst heeft, steun ons graag met een eenmalige bijdrage, zie rektoverso.be. En kom onze tiende verjaardag mee vieren op zaterdag 28 september tijdens Nuit Blanche in de Brakke Grond in Amsterdam, of op zondag 13 oktober in Vooruit in Gent. We beloven boeiende verbindende gesprekken. Want rekto:verso is veel ineen. En de toestand blijft kritiek. Ook de komende tien jaar.