Stilte als standpunt
Door Nina de Vroome, op Mon May 26 2014 12:40:06 GMT+0000Stil verzet, hoe klinkt dat? Kan het nog bestaan, als de schaarse aandacht die ons rest vooral naar de luidruchtigen gaat? Wel, laat iedereen maar lawaai maken. Hoe voller de werkelijkheid, hoe meer kans voor de stilte om haar verborgen kracht te tonen.
Een vrouw houdt een stuk wit papier omhoog. Haar arm leunt op de schouder van een politieagent. Ze houdt het verkreukelde papier vast met haar blote hand. In haar andere hand draagt ze haar kanten handschoen. Deze dame roept iets, terwijl de politieagent haar beheerst gadeslaat. Maar wat ze roept, is een raadsel. Dat is te zien op een van de foto’s uit de serie Taking Time van Elín Hansdóttir. De IJslandse kunstenares verzamelde een groot aantal foto’s van demonstraties, waarop ze alle borden en spandoeken wit maakte. Wat blijft er over van de identiteit van een protest wanneer er geen woorden meer te lezen zijn? Wat betekenen die witte vlakken?
Meestal gaat een protest gepaard met veel geluid en met geschreven of gescandeerde woorden. Niet zelden lopen gezichten door de gebruikte stemkracht rood aan. Protesteren is een vuist maken, tot actie oproepen. Deze roep is een machtsvertoon. Over de hele wereld komen groepen mensen samen om te tonen dat ze met hun ideeën niet alleen zijn. En doordat ze niet alleen zijn, kan de kleine macht van alle individuen samengesmeed worden tot een imposante kracht. Hun stemgeluid weerkaatst tegen de ruiten en stroomt over de huizen tot in de buitenwijken. Het is de kracht van allen die tégen zijn en die geloven dat ze met hun stemmen een invloed kunnen uitoefenen op de wereld. ‘Kom in actie!’ ‘Laat uw stem gelden!’ Hét symbool van verzet is het uitroepteken.
Sprekend zwijgen
Maar wanneer de tekst en het lawaai worden uitgewist, gebeurt er iets bijzonders. Zo vroeg Geert Wilders, de beroepsprovocateur van de Nederlandse politiek, ooit 40 minuten spreektijd aan in de Kamer, die hij wilde gebruiken om het parlement eens goed over zichzelf te laten nadenken. Hij bleef achter het spreekgestoelte staan en hulde zich in stilzwijgen. Zijn weigering om te spreken wekte bij zijn collega’s grote frustratie op. Verscheidende Kamerleden verlieten de zaal, terwijl enkelen zelf de spreektijd probeerden over te nemen. Volgens het spreekreglement mag echter niemand de vooraf aangevraagde spreektijd van een Kamerlid onderbreken. Pas na 20 minuten kon de voorzitter Wilders’ stilteprotest beëindigen, nadat ergens diep in de reglementen een bepaling was gevonden die toestond de spreektijd voortijdig te beëindigen wanneer die niet werd gebruikt om te spreken.
Er moet een sfeer van luisteren worden gecreëerd voordat stilte werkelijk hoorbaar wordt
Op originele wijze was Wilders erin geslaagd chaos te creëren. Op zich is zwijgen natuurlijk geen noemenswaardig gedrag. Talloze uren heeft de voorman van de PVV in zijn zetel gezeten en gezwegen. Door echter te zwijgen achter het spreekgestoelte, werd hij een activist. Door te zwijgen op een plek die enkel bestaat in functie van het spreken, werd de dialoog monddood gemaakt.
Dat is een belangrijke voorwaarde voor de kracht van stilte: er is een kader nodig dat je ernaar doet luisteren. Anders krijgt de opgeroepen stilte geen inhoud. Mocht ‘4’33”’, het bekende stille muziekstuk van John Cage, een aanvang nemen wanneer de toehoorders nog met elkaar aan het praten zijn, zou de stilte nooit kunnen klinken. Pas wanneer de dirigent gewichtig naar het publiek buigt, zich omdraait, zijn stok omhoog brengt en deze vol inspanning laat rusten, kan het publiek de stilte beluisteren als muziek. Er moet een sfeer van luisteren worden gecreëerd voordat stilte werkelijk hoorbaar wordt.
Stille dreiging
In landen met een meer autoritair bewind moet je dat kader zelf afdwingen. Zo werd de kracht van stilte vorig jaar in Turkije heel anders gebruikt dan bij de persoonlijke pr-stunt van Geert Wilders. Na een periode van massale demonstraties tegen het steeds repressievere regime van Recep Tayyip Erdoğan, verbood de regering iedere vorm van protest. Protestanten met spandoeken werden opgepakt en er werd een samenscholingsverbod opgelegd.
Maar te midden van die sociale onrust ging een man op het Taksimplein staan. Hij zei niets en bewoog niet. Hij staarde naar een spandoek met het gezicht van Kemal Atatürk op, de oprichter van het moderne, seculiere Turkije. Hij deed dit helemaal alleen. Pas toen men opmerkte dat hij er na een tijdje nog steeds stond, gingen enkelen bij hem staan. Steeds meer mensen volgden. Iedereen stond met het gezicht naar de afbeelding van Atatürk gewend. Niemand had een spandoek bij zich, niemand schreeuwde. Het werd een massale herdenking van de seculiere, democratische staat waarvan deze burgers droomden.
In een interview met de BBC achteraf noemde deze Erdem Gündüz zich geen demonstrant of verontwaardigde burger, maar een artiest. Omdat hij in het dagelijkse leven een performer is? Misschien ook wel omdat hij de geldende regels niet anders invulde, maar erbuiten ging staan. De actie op het Taksimplein was voor hem een artistieke actie in lijn met zijn artistieke discours. Op meerdere foto’s is te zien dat hij zich 8 uur lang nauwelijks heeft bewogen: ook al veranderde de samenstelling van zijn medeperformers/demonstranten, hij stond nog steeds tussen hen met zijn tas voor zich, met zijn handen in zijn zakken en met een slip van zijn hemd uit zijn broek. Op een foto is te zien hoe mensen flessen water, een pak koekjes en zelfs bloemen voor hem hebben neergezet. Alsof hij een monument was.
Wanneer de discussie eerder al luidkeels is gevoerd, wordt stilte vanzelf een argument
Gündüz werd gezien als een stille aanvoerder, als een leider van het stilteprotest. En rond hem verzamelde zich een massa losse individuen die dezelfde gedachte deelde. Zonder te praten, wist iedereen waar hij of zij voor stond en in welke groep men zich bevond. Want wanneer de discussie eerder al luidkeels is gevoerd, wordt stilte vanzelf een argument.
Ook de politie begreep de draagkracht van deze mysterieuze bijeenkomst. Om 2 uur ‘s nachts werd iedereen van het plein verwijderd. Ook al bewogen zij zich niet en maakten zij geen lawaai, de mensen waren een bedreiging geworden. Er ging geen fysieke, maar een mentale dreiging van uit. Voor een regering die elke steun vanuit de bevolking dreigde te verliezen, was die veel gevaarlijker. De politie vatte het passieve protest op als een demonstratie, omdat ook zij inzag hoe het niet-spreken werd aangewend als een nieuwe stap in de communicatie met de regering.
Monddood in opstand
Een andere foto die deel uitmaakt van Taking Time, toont een zee van witte spandoeken en een man die op een stoplicht is geklommen. Baldadig steekt hij zijn vuist in de lucht. Zoals de demonstranten in Istanbul van elkaar wisten waarvoor zij de straat op kwamen, weten ook deze demonstranten dat ze voor dezelfde idealen strijden, ook al is er geen tekst die hen verbindt. Het is alsof de demonstranten weigeren toe te geven aan de eenvoudige retoriek van protestacties, waarin ideeën in korte slogans worden samengedrukt. De woorden zijn failliet verklaard. Deze foto is een surreëel beeld van een massa die zich als het ware blind achter een gemeenschappelijk standpunt schaart.
Het soort protest dat in het werk van Hansdóttir fictie blijft, bestaat echter ook in de realiteit. In 2011 werd in de kleine, Syrische stad Kafranbel een protest gevoerd met witte borden. De demonstranten gedroegen zich als een normale protestgroep; ze liepen door de straten en zwaaiden met hun vuisten. Alleen was er niets te horen en niets te lezen – behalve onderaan de witte borden, waar in het Engels en het Arabisch ‘Occupied Kafranbel’ stond geschreven.
In een filmpje van de betoging lijken de demonstranten te proberen spreken, maar de plakband op hun monden geldt als een symbool van hun macht als burger. Het is bijna een karikatuur van hun werkelijke situatie, want ze verhinderen zichzelf te spreken om te tonen dat zij net in het dagelijkse leven verhinderd worden te spreken. De repressie wordt uitwendig aangebracht door de demonstranten zelf. Zijzelf zijn een spotprent van hun politieke situatie geworden. Hun belangrijkste standpunt is dat zij monddood zijn en eerst werkelijke politieke inspraak eisen, voor ze hun strijdpunten bekend kunnen maken. Door te tonen hoe hun recht op spreken wordt gefnuikt, dwingen zij hun spreekrecht af.
Daden van durf
Maar soms wil niemand spreken. Soms is stilte de boodschap. Zoals die ene man die op een van de foto’s uit _Taking Time_over straat loopt met een wit bord op zijn rug. Hij lijkt de wereld nietste willen tonen. Alsof hij protesteert vóór de leegte. Alsof hij betrokken is bij het verbond vóór het witte vlak. Soms is het daadwerkelijk een daad van durf om de stilte een plek te geven in het dagelijkse leven.
Zeker voor de media is het hoogst ongewoon om stilte te laten horen, omdat stilte als een gat in het medium is, als een defect. Precies daarom koestert schrijver John Coetzee een weerzin voor interviews, omdat die geen tijd laten om uitvoerig denkwerk te verrichten om een bevredigend antwoord te formuleren.
In de documentairefilm Van de schoonheid en de troost die Wim Kayzer in 2000 over Coetzee maakte, is deze worsteling met woorden voortdurend voelbaar. Kayzer en Coetzee staan op het strand voor een interview. Coetzee haalt een briefje tevoorschijn waarop aantekeningen zijn geschreven. De schrijver weigert om een antwoord te improviseren, om ondoordacht te moeten antwoorden op vragen die Kayzer wel heeft kunnen voorbereiden. Op de voice-over zegt Kayzer: ‘Daar stond je dan. Op zoek naar het perfect geformuleerde antwoord, op niet eens gestelde vragen.’ Coetzee is niet bang voor de stilte. Hij is banger voor de woorden. Als hij vijf zinnen na elkaar zegt, beschouwt hij dat als een lezing.
Soms is het een daad van durf om de stilte een plek te geven in het dagelijkse leven
Op de radio zijn stiltes nog stiller; er is namelijk geen beeld om ze op te vangen. Zo sprak Ruth Joos ooit op Radio 1 met dichter Leonard Nolens over zijn dichtbundel Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen. Ook hij dacht bij ieder woord erg lang na en verontschuldigde zich voor zijn sprakeloosheid, omdat hij het gevoel had ondervraagd te worden. Joos gaf hem de tijd om de stilte te laten bestaan. In een door luistercijfers gedicteerde radiotijd nam ze daarmee een groot risico.
Maar er kwamen veel reacties van luisteraars die geraakt waren door deze stilte. Nolens durfde de stilte te laten horen die zijn denktijd bedroeg. Door getuige te zijn van die tijd, word je deelgenoot van zijn gedachten. Het is als luisteren naar het intieme moment waarop gedachten worden gevormd. Zoals schrijvers witregels gebruiken om ruimte te geven aan hun woorden, wordt stilte een onderdeel van de tekst.
Stil verzet is meer dan niet deelnemen aan de drukte. Het spreekt van stilte niet de passieve, maar de actieve kracht aan: de stilte die openingen vrijmaakt voor wat nog niet onwrikbaar vaststaat. Zo drukt leegte vaak meer uit dan de woorden die op dezelfde ruimte geschreven hadden kunnen worden. Stilte is ontwapenend. En tegelijk kan het een provocatie zijn. Het niet-spreken ontwricht de verwachtingspatronen die bestaan over menselijke interactie. Door te luisteren naar die ‘tussentijd’ kan je als het ware de achterkant van de woorden zien. Door te kijken naar leegte kan je een standpunt vinden dat niet afhangt van onze al te ontoereikende woorden.
Nina de Vroome is documentairemaakster en schrijfster.