Stemmen in je oor: podcasts in Vlaanderen
Door Heleen Debruyne, op Thu Apr 28 2016 22:38:44 GMT+0000Sinds we Serial hebben ontdekt, weet heel audiofiel Vlaanderen wat het woord podcast betekent. Of toch min of meer. Maar wat maakt podcast anders dan de goede, oude radio? En waarom rommelt het vooralsnog niet in ons taalgebied?
Een van mijn betere herinneringen aan een lang vervlogen relatie is de stem van Ira Glass. Zijn metalige en een tikje betweterige keelgeluid vulde ons appartement met grote en kleine verhalen. Het waren uren waarin we los van de tijd leefden. Ira Glass is de stem van This American Life, de populairste Amerikaanse podcast. In elke aflevering wordt één thema vanuit verschillende invalshoeken behandeld. This American Life behoudt op onweerstaanbare wijze het evenwicht tussen luchtig en pertinent: de verhalen zijn soms hilarisch of ontroerend, maar ze schuwen ook de onderzoeksjournalistiek en het maatschappelijke debat niet. Zo passeren in een recente aflevering over ouder en wijzer worden verschillende bijdragen de revue: een hilarisch verhaal over puberale overgangsrituelen, maar ook een beklijvende passage waarin een zwarte vrouw de historische zwaarte van racisme pas leert kennen wanneer ze er voor het eerst open over spreekt met haar moeder, en een stuk over leren omgaan met Alzheimer.
Via This American Life leerde ik nog een andere podcast kennen: Radiolab. Daarin weven Jad Abumrad en Robert Krulwich bevreemdend boeiende verhalen waarin de dagelijkse realiteit wordt bekeken door de lens van nog weinig bekend wetenschappelijk onderzoek. De stemmen van die presentatoren – in het Engels, tamelijk onvertaalbaar 'hosts' – en hun gasten zijn al jaren trouwe gezellen tijdens anders geestdodende activiteiten: treinritten, joggingrondes, bergen afwas. Voor zover ik wist, was ik de enige in mijn vriendenkring die naar podcast luisterde. Ik was mijn shows trouw en ging niet verder op zoek naar nieuwe auditieve parels.
Maar sinds vorig begin vorig 2015 kon ik er op social media allerhande niet meer naast kijken: podcastmaagden waren ineens verknocht aan Serial. Daarin bijt ex-This American Life- medewerkster Sarah Koenig zich vast in een vergeten rechtszaak. Ze kreeg Adnan Syed in het vizier, die veroordeeld werd voor de moord op zijn high school sweetheart, en ze vroeg zich af of hij misschien onschuldig opgesloten zat. In elke aflevering maakt Koenig je deelgenoot van haar erg goed geresearchte zoektocht naar de waarheid. Serial was verslavend. De halve wereld ging voor de bijl, en toen de halve wereld zich door alle afleveringen had gevreten, ging ze op zoek naar nieuw luistermateriaal. Na jaren in de luwte staat het medium nu, schijnbaar ineens, op de kaart.
The return of the podcast
Nochtans zijn podcasts niet nieuw. Het is simpelweg een manier om audio-materiaal makkelijk van het internet over te brengen op een drager. De term werd in 2004 gemunt door The Guardian en is een samenraapsel van de ondertussen al afgevoerde iPod en 'broadcast '– hoewel je toen natuurlijk ook op andere MP3-spelers naar podcasts kon luisteren. Het zit al in de naam vervat: het succes van het medium is onlosmakelijk verbonden met Apple. In 2005 maakte het bedrijf het mogelijk om podcasts te downloaden in iTunes, waardoor de luistercijfers de lucht in schoten. In 2005 riep The New Oxford American Dictionary 'podcast' uit tot woord van het jaar. Grote Amerikaanse radioshows, zoals This American Life, begonnen hun materiaal in een gewijzigde vorm online te gooien. Bloggers en onafhankelijke radiomakers gingen druk aan het podcasten.
Maar zo rond 2009 daalde de interesse weer. Mensen gingen steeds meer online video's bekijken of series streamen. Gevestigde podcast-waarden kabbelden gezapig voort, maar er gebeurde weinig nieuws in het wereldje. Tot 2014 dus: het eerder genoemde Serial prikkelde aflevering na aflevering miljoenen nieuwe luisteraars, die na de seizoensfinale op zoek gingen naar andere podcasts om de leegte te vullen. Ira Glass schoof zelfs aan bij de gigantisch populaire Tonight Show om het genre te duiden.
Voor dat hernieuwde succes zijn verschillende verklaringen te bedenken. 'Mensen willen verhalen consumeren, ook wanneer ze bezig zijn: aan het koken, in de auto op weg naar het werk,' vermoedt Emily Condon, production manager van Serial. Podcasts zijn ook stukken goedkoper om te produceren dan audiovisueel materiaal. Bovendien heeft Apple het genre in 2014 alweer een stevige duw in de rug gegeven, door een Podcast-App te ontwikkelen die standaard op al hun apparaten zit – zoek het paarse icoontje. Een podcast downloaden kost maar een paar klikjes moeite meer. Windows Phone heeft nu ook zo’n ingebouwde app en voor Android zijn er ondertussen equivalenten als Pocket Casts en Podcast Addict. Veel podcasts zijn trouwens ook gewoon online te streamen – handig wanneer je niet onderweg bent.
Intimiteit met een verhaal
Maar waarom zetten mensen die graag geluid in hun oor willen, niet meer gewoon de radio op? Om dat ten volle te voelen, moet je eens een podcast beluisteren. Het medium werkt helemaal anders dan radio. Live op de radio wordt de luisteraar er regelmatig aan herinnerd naar welke zender hij of zij aan het luisteren is, welke presentator aan het praten is, wat het volgende programma is, welk weer het buiten is en welke gast op de gang staat te wachten om geïnterviewd te worden. Podcasts daarentegen zijn gemaakt om in een vacuüm te beluisteren, los van de interne logica van een zender. Ze zijn bevrijd van de dwingende hedendaagsheid.
Podcasts zijn ook erg intiem: de stem van de presentator in je oor voelt nabijer dan de stem van de snelle interviewer op de radio. Podcast-hosts houden zich niet krampachtig vast aan zogezegde objectiviteit: ze zijn openlijk betrokken vertellers, die hun visie op het verhaal dat ze brengen niet proberen te verbergen. Of ik me al dan niet laat meeslepen, hangt dan ook vaak af van het uiterst subjectieve criterium: mag ik die mens aan de andere kant van de microfoon? In Serial lucht Sarah Koenig haar twijfels over de schuld of onschuld van Adnan voortdurend bij het publiek. Ze staat je toe diep in haar hoofd te kruipen en gunt je een blik op de interne keuken van haar onderzoek. Serial is geëngageerde journalistiek, maar probeert dat engagement niet te verbergen. Ook Ira Glass deelt vaak zijn persoonlijke fascinaties of zijn visie op de verhalen die hij brengt.
Sommige makers vinden podcasts zelfs een volwaardige kunstvorm. 'Je zou ze kunnen vergelijken met auteursdocumentaires’, aldus Katharina Smets. Zij is onafhankelijk radiomaakster en geluidskunstenares, werkte onder andere voor de VPRO, Klara en Radio 1 en ontwikkelt momenteel met Wouter Deprez een nieuwe podcast. 'Podcasts, of audio-verhalen in het algemeen, hebben hun eigen wetmatigheden, een eigen verhaalstructuur, die anders is dan in film en al helemaal anders dan op de radio. Het is niet zomaar wat geklets waar je muziek onder kleeft.' Een goede podcast is, kortom, meer dan twee talking heads die in real time een film bespreken, of een radioprogramma dat integraal op het internet wordt gezwierd. Het taalgebruik is vaak zorgvuldiger, en bijdragen van sprekers worden achteraf grondig gemonteerd. Smets: 'Het is ook een erg talig medium, maar op een andere manier dan literatuur. De taal is directer. Je mag de luisteraar niet overspoelen met lange melodische zinnen. Maar je moet er wel een sfeer mee weten te scheppen, beelden op te roepen. Sonorisatie is daarbij ontzettend belangrijk: omgevingsgeluiden, goede muziek, een score die mee de sfeer bepaalt.' Haar beschrijving doet wat denken aan de hoorspelen die de VRT in de 20ste eeuw vaak produceerde, al is volgens Smets de stijl van vertellen en monteren enorm geëvolueerd. 'Vergelijk Schipper Naast Mathilde met Mad Men: we noemen die ook allebei een televisieserie, maar ze voelen erg anders aan.'
Podcasts zijn in de Lage Landen vooral nog hobby- of zijprojecten van enthousiaste creatievelingen.
Ook zelf heb ik een bescheiden podcast, Vuile Lakens, een uit de hand gelopen hobbyproject. Anaïs van Ertvelde en ik verkennen daar op een journalistieke en tegelijk persoonlijke manier verschillende onderwerpen over lichaam en seksualiteit – het zijn een soort radiofonische essays. Daarvoor bakenen we eerst een thema af, waarrond we onderzoek gaan doen. Daarna zoeken we de juiste mensen om te interviewen, schrijven een script, nemen onze praatjes op en monteren de boel aan elkaar, gemixt met muziek die we speciaal hebben laten maken. Als het niet meteen goed is, duiken we terug onze geïmproviseerde studio in. Om wat we willen zeggen helder uit te leggen zonder de aandacht van de luisteraar te verliezen, gaan we door een tijdrovend proces van knippen en plakken. Podcasts maken is, om het met een misschien al te gehypet woord te zeggen, storytelling.
Vooralsnog komen de mooist gemaakte en best beluisterde podcasts uit de Verenigde Staten. De kwalitatief hoogstaande Nederlandstalige – en vooral Vlaamse – podcasts waar de makers ook nog eens van kunnen leven, zijn erg dun gezaaid. Er is het druk beluisterde Mosselen om half twee, maar dat is eerder een praatprogramma. De populariteit van die show heeft vermoedelijk ook meer te maken met de persoonlijkheid van host en komiek Xander de Rycke dan met de interesse in onze contreien voor het medium. Podcasts zijn in de Lage Landen vooral nog hobby- of zijprojecten van enthousiaste creatievelingen.
Middelen gezocht
Hoe komt dat? Laten we even inzoomen op het Amerikaanse podcastlandschap. In de Verenigde Staten is er niet één grote publieke omroep, maar een heel lappendeken van kleine omroeporganisaties. Die krijgen sinds jaar en dag een toelage van de overheid, maar dat is lang niet voldoende om hun werkingskosten te financieren. Ze hebben noodgedwongen veel ervaring met het aantrekken van private sponsors en het maken van reclamespots. Op die expertise kunnen de podcastmakers die verbonden zijn aan die omroepen beroep doen. Het medium wordt ook steeds populairder bij reclamemakers: bij sommige producten past de intimiteit van een stem in je oor beter dan een televisiespot of een vervelende banner op het internet. Sommige podcasts roepen de luisteraars ook regelmatig op om een vrije donatie te doen. Op die manier stroomt er genoeg geld naar de podcastmakers om tijd, mankracht en creativiteit in hun werk te injecteren. Podcasts als This American Life, Radiolab of Serial hebben voldoende middelen om te werken met uitgebreide redacties, goed materiaal, erg getalenteerde freelancers en technisch onderlegde monteurs. Dat alles draagt ontegensprekelijk bij tot de verklaring voor de hernieuwde populariteit van het genre: de hoge kwaliteit, die in de Verenigde Staten blijft groeien.
De plotse populariteit van Serial heeft ook bij ons iets aan het bewegen gebracht, ervaart Katharina Smets. 'Het heeft zeker een effect gehad, al moet ik mensen nog vaak uitvoerig uitleggen wat ik nu precies doe. Maar eens ze het medium kennen, blijven ze wel plakken. Dat merk ik aan het publiek van de luisteravonden die ik organiseer: die zijn na zo'n avond erg geprikkeld om podcast en andere vormen van audio te gaan verkennen.'
_Serial _heeft dus een kleine opening gemaakt, waar lokale makers in zouden kunnen springen. Sommigen doen dat ook, zoals Chris Bajema, een Nederlandse radiomaker die met crowdfunding genoeg geld bij elkaar scharrelde om zijn Man met de Microfoon te produceren, en intussen ook steun krijgt van het Nederlandse Mediafonds. In die podcast trekt hij met een microfoon door zijn Amsterdamse wijk om verhalen rond een thema te sprokkelen. Toch is zijn opzet niet in de eerste plaats journalistiek: hij durft feit en fictie te verweven. De Nederlandse publieke omroep trekt ook onafhankelijke podcastmakers aan, zoals Jair Stein, die in Toendra doodgewone mensen over hun bijzonderheden laat vertellen. In Vlaanderen gebeurt dat nog niet. Katharina Smets voelt, als onafhankelijke maker, de nood aan een kader. 'DeBuren en de Brakke Grond steunen mijn luisteravonden, maar het is nog steeds geen evidentie om subsidies voor een podcast-reeks aan te vragen. Wouter Deprez en ik zijn nu druk aan het rondkijken om onze reeks gesponsord te krijgen. De openbare omroep zou een mooie rol kunnen spelen om het genre bekender te maken en makers aan te trekken.'
VRT in podcastland
De VRT dus; welke rol kan die spelen? Sinds een jaar of tien brengt de publieke omroep bepaalde radioprogramma's in ‘podcastvorm’ naar de luisteraar, weliswaar op vrij onelegante wijze: sommige programma's worden vandaag nog steeds precies zo op het internet gezet als ze live in de ether weerklinken. Dat kan je bezwaarlijk nog een podcast noemen. Maar achter de schermen van de VRT begint toch wat te wriemelen. In mei wordt de eerste reeks van Ward Bogaert en Philip Heymans gelanceerd. De omroep schreef ook een wedstrijd uit om podcast-talent op te sporen – de winnaars krijgen ondersteuning om hun idee uit te werken. Els Van de Sijpe, manager VRT Radio, zegt dat de omroep graag mee op de kar wil springen. 'Podcasts zijn de laatste jaren inderdaad populair geworden, maar Vlaanderen hinkt nog wat achterop. Als je ziet welk segment van onze luisteraars er interesse voor heeft, blijft dat beperkt. Toch vinden we het interessant om met het medium aan de slag te gaan: het is een nieuwe vertelvorm, die uitstekend past in ons mobiele tijdperk. De podcast die we in mei uitbrengen komt onder de vleugels van Radio 1: het is onze meest woordelijke zender, daar past het medium goed bij.' Inzetten op nieuwe vormen van media staat trouwens expliciet vermeld in de beheersovereenkomst van de VRT.
Toch blijft de omroep voorzichtig: een groot podcast-offensief wordt nog niet gelanceerd, en veel geld wordt voorlopig niet vrijgemaakt. Enkel Radio 1-reporters Ward Bogaert en Philip Heymans werden een paar weken vrijgesteld van hun andere taken om aan die podcast-reeks te werken, waar ze nog weinig over kwijt willen. 'Als reporter voor de radio stoten we op zoveel geweldige verhalen die we niet kwijt kunnen in het radioformat, maar in een podcast wel de ruimte kunnen geven die ze verdienen’, vertelt Bogaert. ‘Het zijn verhalen van heel gewone mensen, van overal uit het land, die allemaal iets bijzonders te vertellen hebben. Een journalistieke waarde hoeven die kleine verhalen niet te hebben, maar ze zeggen wel allemaal iets wezenlijks over onze samenleving. We hebben telkens ruim twintig minuten om een verhaal vol complexe nuances te brengen. We willen één verhaal per aflevering brengen, het wordt dus geen vervolgverhaal zoals Serial.'
De VRT wil nu afwachten wat die eerste reeks teweegbrengt, maar Els van der Sijpe wil het medium ook wat bekender te maken. 'Zo zetten we, tegelijk met de lancering van de podcast, ook een aantal filmpjes online. Veel mensen weten nog niet wat een podcast is en hoe het precies werkt. We willen laten zien hoe makkelijk het is.' Evengoed staat de VRT ondertussen open voor voorstellen van onafhankelijke makers. 'Net zoals we dat doen met programma-voorstellen, toetsen we die aan allerlei criteria: past het binnen de zender? Wat is het doelpubliek? Enzovoort.'
Wezenlijke vragen
Op een afstandje van het grote publiek is er dus vanalles aan het broeien in podcastland: live luisteravonden van eigen bodem worden druk bezocht en steeds meer mensen blijven zich op Amerikaanse podcasts storten. Ook de VRT is het genre aan het besnuffelen. Toch ziet het er niet naar uit dat we in Vlaanderen gauw een podcast van het kaliber van Serial zullen krijgen – er zijn nog geen structuren waarbinnen makers met ideeën hun ei kwijt kunnen zonder er zelf financieel aan ten onder te gaan. Adverteerders en sponsors lijken het medium nog niet te kennen. Er zijn nog geen geijkte procedures om subsidies voor het genre aan te vragen. De VRT zou middelen kunnen vrijmaken om de weg voor het genre te plaveien, maar wil eerst afwachten wat zijn eigen eerste worp teweeg brengt.
Nochtans zou het medium ook in dit – toegegeven, belachelijk kleine – taalgebied een verrijking zijn. De genoemde Amerikaanse podcasts vertellen niet alleen maar mooie verhalen, maar stellen zich ook wezenlijke vragen over de maatschappij waarin ze gemaakt zijn. Dat kan omdat ze los van de mallemolen van het dagelijkse nieuws mogen bestaan. En dat maakt de thema's die ze aansnijden en de vragen die ze oproepen, vaak beter doordacht en dus pertinenter. Bovendien zijn ze, anders dan televisie of film, geen aanslag op al je zintuigen tegelijk – door enkel stemmen en geluiden te horen, gaat er een nieuwe laag in je verbeelding draaien.
Een paar fijne podcasts, voor wie door Serial heen zit:
**This American Life - **Een gevestigde waarde: elke aflevering wordt één thema behandeld, waarrond verschillende verhalen – zowel fictie als non-fictie – verteld worden. This American Life schuwt ook de onderzoeksjournalistiek en het maatschappelijke debat niet. De snedige en tegelijk peinzende Ira Glass praat alles op onnavolgbare wijze aan elkaar.
**Radiolab - **Hosts Jad Abumrad en Robert Krulwich zijn erg nieuwsgierig. Naar filosofie, geschiedenis, en wetenschap. Ze behandelen zwaarwichtige thema's als tijd, Zuid-Afrika en placebo's op een speelse manier.
**StartUp - **Ex-medewerker van This American Life Alex Blumberg verliet zijn radiostal om, jawel, zelf een podcast-bedrijfje op te richten. In StartUp maakt hij je deelgenoot van zijn moeizame zoektocht naar investeerders. Het volgen van zijn zakelijke geploeter is vreemd verslavend.
**Invisibilia - **Lulu Miller en Alex Spiegel vertellen over de onzichtbare krachten die ons leven beheersen: gehoor, de invloed van machines op ons leven. Daarbij maken ze harde wetenschap uiterst behapbaar.
**Toendra - **Korte maar meeslepende docu's van de VPRO, over bijzondere en doodgewone mensen. Vooral heel mooi gemonteerd.