Stel je voor …

Door Thomas Janssens, Jorre Vandenbussche, op Thu Sep 03 2015 12:22:28 GMT+0000

Stel je voor dat we het kunstenaarschap van morgen bedenken als open source. Dat we ons midden op het maatschappelijk kruispunt plaatsen. Dat we zoeken naar een meer intensieve relatie met ons publiek. Dat we een andere methode ontwikkelen om ons werk te bedenken, te presenteren en breder in te bedden. Kunstenaars zijn niet van gisteren. Stel je voor dat we kunstenaars van morgen worden.

Minstens in de podiumkunsten stoot het klassieke model op zijn limieten. Een voorstelling maken binnen de vier muren van het repetitielokaal, dat product door een verkoopbureau laten slijten aan cultuur- en kunstencentra, die er op hun beurt publiek voor moeten genereren: voor die jarenlange evidentie hebben de centra steeds minder ruimte, tijd en geld. Daardoor gaan de wetten van de markt steeds sterker spelen: wie al bekend is, trekt meer volk en wordt dus meer geprogrammeerd, want programmatoren moeten volle zalen kunnen presenteren aan het gemeentebestuur. Ook de Vlaamse Gemeenschap beschouwt het blijkbaar niet langer als vanzelfsprekend om alles van waarde te ondersteunen met subsidies. Zelfs al krijgt je subsidieaanvraag een dubbel positieve beoordeling van de ministeriële diensten en de commissies, dan nog is ondersteuning niet meer gegarandeerd. De gekende paden raken overwoekerd door andere belangen dan artistieke.

Vele kunstenaars en gezelschappen vinden dat we onszelf anders moeten organiseren, op alle gebied. Niemand heeft een pasklare oplossing. Maar begint niet alles bij onszelf verbeelden hoe zo’n ander en meer open kunstenaarschap eruit zou kunnen zien? Daar zijn we kunstenaars voor.

Extra voeding

Stel je voor dat we ons werk van bij de kiemfase openbreken en laten bevruchten door ideeën van buitenaf, en het niet laten eindigen wanneer het licht op scène uitgaat. Dat we naar verbintenissen zoeken door vragen te stellen. Denk aan Joris Luyendijk, die voor zijn blog over de banksector vertrok vanuit een beginnersvraag. Hij legde die voor aan experts en uit die gesprekken kwam zijn volgende vraag, en zo verder. Stel je voor dat ook wij rond een thema dat wij urgent vinden in de samenleving, een specifieke vraag gaan stellen aan mensen uit diverse sectoren. Daarbuiten lopen nu eenmaal vele ervaringen rond die samen veel meer weten dan wij alleen, die ons veel intenser kunnen voeden.

Begint niet alles bij onszelf verbeelden hoe zo’n meer open kunstenaarschap eruit zou kunnen zien? Daar zijn we kunstenaars voor

Stel je voor dat die gesprekken dienen als voedingsbodem voor de tekst en de vorm van onze voorstellingen. Een voorstelling wordt dan onze subjectieve mededeling over dit topic. Stel je voor dat de ervaring van het vertellen van verhalen op die manier intenser wordt, zowel op het moment zelf als achteraf. Dat die ervaring minder snel gaat vervluchtigen. Stel je voor.

Stel je voor dat we over die thema’s niet alleen met individuen en middenveldorganisaties gaan praten, maar ook met bedrijven. Dat we daar niet zozeer om geld gaan vragen, maar elkaar beter leren kennen en gaandeweg ontdekken wat we van elkaar kunnen leren, wat we onderling kunnen uitwisselen. Dat kan kennis zijn, maar ook een vorm van materiële ruil, stel je voor. Zeker, de juiste ingang vinden is niet evident.Kleine gezelschappen kunnen niet hetzelfde bieden als Toneelgroep Amsterdam. Maar misschien valt er minstens te zoeken naar kleinschalige, inhoudelijke verbintenissen? ‘Breng de beleving naar het bedrijf’, krijg je dan weleens te horen. Natuurlijk zijn er veel soorten ‘beleving’ en moeten we er heel secuur over waken meester te blijven van de inhoud van ons werk. Toch voel je in gesprekken dat het juist die immateriële waarde is die sommige bedrijven interesseert. Stel je voor.

Nieuwe weefsels

Stel je voor dat we tegelijk proberen om rond ons werk een zo divers mogelijk publiek samen te brengen, met ook mensen die zelf niet direct de weg naar voorstellingen vinden. Dat we mensen en groepen bij elkaar brengen die elkaar zelden ontmoeten, laat staan samen zouden praten over de thema’s die wij aanboren. Stel je voor dat de nawerking van een voorstelling minstens zo belangrijk wordt als hoe we ze bedenken: de mensen die we vooraf afzonderlijk hebben ontmoet, kijken samen naar de voorstelling en gaan achteraf met elkaar in gesprek over het thema.

Stel je voor dat we daarmee iets zouden kunnen bijdragen aan een sterker maatschappelijk weefsel. Een politieke stellingname. Mensen samenbrengen en het verschil vieren, niet uitvlakken. Natuurlijk gaan we daarmee niet alle samenlevingsproblemen oplossen, maar algemeen maatschappelijk zitten we op een interessant moment. Mensen zijn vandaag op zoek naar directe betrokkenheid. Ze willen weten waar hun voedsel vandaan komt, waar hun kleren gemaakt worden, zijn nieuwsgierig naar andere methodes om hun werk te organiseren. Dat voel je in alle gesprekken die je voert. Er is een grote nieuwsgierigheid en openheid. Stel je voor.

Stel je voor dat we dan toch eens echt en oprecht gaan nadenken over alternatieve vormen van financiering. Van crowdfunding kun je je afvragen of het niet steeds hetzelfde netwerk aanspreekt en of het de inhoudelijke betrokkenheid van mensen op lange termijn eigenlijk wel verhoogt, laat staan dat je er nieuwe mensen mee aanspreekt. Maar stel je voor dat je naar een coöperatieve kan evolueren, en met al die gesprekspartners samen de doelstellingen kan bepalen van een breder financieel betrokken collectief. Stel je voor.

Absolute subjectiviteit

Wij hebben het ons voorgesteld. Met ons nieuwe teksttheatergezelschap MAELSTROM spelen we nu een eerste voorstelling over het thema macht, waarvoor we zijn gaan praten met organisaties als PEN Vlaanderen of Vredeseilanden, met een prof sociologie van de Universiteit Gent en met de groothertog van Flandrensis, een micronatie. Met sommigen hebben we al een concrete samenwerking, met anderen zitten we in de opstartfase. Verder begonnen we gesprekken met de Sociale InnovatieFabriek, met The Shift (een netwerkorganisatie voor duurzame samenwerking tussen profit en social profit) en met Onder Boven Nemen, dat ondernemers en zelfstandigen wil verenigen die zich verzetten tegen een strikt economische kijk op onze samenleving. We zijn benieuwd hoe die contacten zullen evolueren. Ze voeden ons.

Wij hebben geen zin meer om alleen in de repetitieruimte te zitten

Voor het presenteren van onze voorstellingen kunnen we van de geijkte paden afgaan, en alles zelf gaan organiseren, maar plekken als cultuur- en kunstencentra staan niet voor niets in het centrum van onze steden. Waarom zouden we ze opgeven?Zij kunnen juist een heel verbindende rol spelen. Zij hebben de expertise en het netwerk. Zij kunnen ons enorm helpen de juiste gesprekspartners in de lokale context te vinden. Het stemt ons hoopvol dat er ook bij een aantal programmatoren wel degelijk interesse is in een andere manier van samenwerken.

Zitten we op een kantelpunt tussen een oude filosofie van authentieke autonomie van de kunsten en een nieuwe praktijk die meer vertrekt van maatschappelijke samenwerking? Beide hoeven elkaar niet in de weg te zitten. Het is niet omdat je als kunstenaar vertrekt vanuit een authentieke autonomie, dat je geen maatschappelijke samenwerking wil. Zo zwart-wit is het niet. Wij hebben gewoon geen zin meer om alleen in de repetitieruimte te zitten. Wij willen de wereld intrekken, de dialoog van bij het begin aangaan. Alleen moet de absolute subjectiviteit voorop blijven staan. Dat is net wat wij aan het maatschappelijk debat kunnen toevoegen: een totaal subjectieve kijk op een bepaald thema of onderwerp. Wij zijn geen kunstenaars van gisteren. Wij hopen kunstenaars van morgen te zijn. Open source.

Kind van de zon, de eerste voorstelling van MAELSTROM, ging in première op 26 september en speelt nog het hele najaar in en rond Antwerpen.