Sociaal-artistieke stemmenkoren

Door Wouter Hillaert, op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Nieuwsflash. Er lijkt iets tot bloei gekomen in het sociaal-artistieke werk. U weet wel, al die projecten met mensen die geen echte acteurs zijn maar wel echte problemen hebben, en dus door de ware kunsten minder serieus genomen worden. Dat werk bestaat precies vijftien jaar. Een knappe tussentijdse balans over verworvenheden en nieuwe uitdagingen biedt de beweeglijke theatervoorstelling Vidi Vici van Victoria Deluxe.

Vijftien jaar is de periode die verstreken is sinds het Armoederapport van 1994. Dat stelde, op basis van getuigenissen met kansarmen, dat uitsluiting van cultuur misschien wel de zwaarste vorm van armoede is. Drie jaar voordien had ook Zwarte Zondag de culturele sector wakker geschud uit zijn maatschappelijke winterslaap sinds het wegdeemsteren van het vormingstoneel (dat in vele opzichten sociaal-artistiek avant la lettre was). Moest kunst niet weer de wereld gaan redden?

In praktijk waren het vooral welzijnswerkers die zich cultureel gingen omscholen. Met 'sociaal-artistieke projecten' probeerden ze van kwetsbare mensen de eigenwaarde op te krikken en zo het sociale isolement te doorbreken. Het ging hen om 'stem geven'. Alleen zou het duren tot het aantreden van Bert Anciaux voor ook de overheid ging luisteren. In 2000 kreeg dit pionierswerk een 'experimenteel reglement', een subsidieregeling binnen sociaal-cultureel werk. In 2006 werd het mee in het Kunstendecreet gepiloteerd.

Na vijftien jaar zijn de sociaal-artistieke projecten een sector geworden.

Van een vorm van armoedebestrijding evolueerde de sociaal-artistieke praktijk dus tot een vorm van kunst, zij het met minstens even veel aandacht voor het sociale proces. Nog steeds worden studies, subsidiedossiers en commissieverslagen vol gedebatteerd over die linke verhouding tussen sociaal en artistiek. Er is zopas een eerste doctoraat rond afgewerkt. Met S(O)AP presenteerde Demos vzw een boek waarin de verschillende werkingen eindelijk zelf aan het woord komen.

En Anciaux, de peetvader, investeerde bij de recente subsidieronde in een aanzienlijke middelenverhoging voor structurele werkingen als Victoria Deluxe, De Vieze Gasten en de Unie der Zorgelozen. Het ietwat onderbedeelde Sering uit Borgerhout heeft zelfs een heus internationaal netwerk uit de grond gestampt, van Bagdad tot de Bronx. Na vijftien jaar zijn de sociaal-artistieke projecten een sector geworden.

Trefkracht tien

Maar wat op scène, toch het brandpunt van alle hoge vertogen rond emancipatie, burgerschap, 'empowerment' en gemeenschapsvorming? Vidi Vici van het Gentse Victoria Deluxe toont hoeveel er veranderd is in al die tijd. Vooral de vormkeuzes blijken sterk vereenvoudigd. Aan drie kanten rond een lege scène zitten bijna vijfentwintig mensen op stoelen. De vierde kant, de podiumrand, telt gewoon vier staande micro's.

Weg is de theatrale kadering van een kermis, een voetbalveld of een circustent, metaforen die vroegere projecten soms te zeer tot 'theatertje spelen' dwongen. Weg ook de zoekende mis-en-place van zulke massa's op scène, vaak verlevendigd met het instemmende geknik van de groep bij het betoog van een individu (een truc waaraan je meteen slechte musicals en amateurproducties herkent).

In Vidi Vici is het simpel: als we iets te zeggen hebben, en dat hebben we, komen we het gewoon aan de micro vertellen. Een jonge vrouw komt afgeven op alle sociale diensten die haar dop niet kunnen uitkeren sinds ze verhuisd is. Een volkse dame karakteriseert hoe allerlei begeleidingsdiensten haar deur platlopen. Een introverte jongen vertelt over de vele claxons in zijn hoofd, een vuriger exemplaar wil nu eindelijk eens een repetitiekot voor zijn AC/DC-neigingen. Het zijn klachten, persoonlijke oprispingen, soms simpele anekdotes over 'de crème van 't IJsboerke'.

Bovenal hebben sociaal-artistieke projecten aan overtuigingskracht gewonnen. De spelers zijn straffer geworden.

Niet zelden spreekt er een grote ironie uit en af en toe botsen ze bewust tegen elkaar op, tot gekrakeel. Ook dat is nieuw, of toch voor Victoria Deluxe: sociaal-artistiek werk dat humor, zelfrelativering en zelfs autokritiek ontdekt heeft als de meest geëmancipeerde vorm van betoog. Voortdurend zit de zaal op de rand van de lach, boven de gapende diepte die zich opent wanneer er plots wel iets ontluisterends wordt verteld.

Bovenal hebben sociaal-artistieke projecten aan overtuigingskracht gewonnen. De spelers zijn straffer geworden. Of hun begeleiders, steeds meer artiesten, beheersen beter de kunst om hen elk afzonderlijk in het juiste individuele vormkader te laten 'treffen'. Niet alleen bij Victoria Deluxe. Ook Actuaris van de Unie der Zorgelozen uit Kortrijk, een onderzoek rond de maskerade van mensen en producten, dwong respect af voor het artistieke zelfbewustzijn van elke speler afzonderlijk. Het Gentse koor de Rocsa Singers maakte van zijn nieuwe concert met sololiederen en duosongs een oprecht ontroerende avond, door de loutere kwaliteit ervan.

Beide projecten vertoonden precies dezelfde vorm als Vidi Vici: een ritmisch gesmeerde symfonie van individuele stemmen op zich, zonder al te veel beschermende aankleding. Beweging (in Vidi Vici ballet en dansante playback) krijgt daarbij steeds meer aandacht. Alsof het sociaal-artistieke werk, ergens tussen de historische inspiratie van het volkse variété en de loutere naakte presentatie van verhalen, eindelijk zijn eigen stem heeft gevonden. Zijn klassieke legitimeringsdiscours tegenover 'het echte theater' is ook zo goed als verstomd. Het trekt nu gewoon zijn eigen spoor, als alle pubers van vijftien.

Weg van het doelgroepentheater van weleer, trouwens: in Vidi Vici, net als in die andere projecten, is niet langer duidelijk welke sticker je op de groep zou moeten kleven. Zwart, blank, psychiatrische patiënten, sociaal werkers, sans-papiers, studenten, middenklasse wijkbewoners, armen: alle categorieën gaan op in één collectief van mensen die in theater een fijne manier vonden om zich te uiten.

Zo komt één oudere man in Vidi Vici steeds nieuwe beschouwingen doen over het belang van jazz, filosofische romans, hybride theater. Dat je hem daarom niet kan plaatsen, zegt meer over je eigen blik dan over hem. En het illustreert nog de grootste verovering van die vijftien jaar: het gênante kantje dat sociaal-artistieke projecten vroeger vaak konden hebben, is weg. Of er wordt bewust mee gespeeld, als een artistieke verovering. Voel je als kijker gêne in plaats van respect, dan is het — artistiek én sociaal — niet goed gedaan. Punt.

Stem solo

Toch roept Vidi Vici vragen op. De voorstelling, het resultaat van gesprekken tussen de spelers over 'de verhouding van politici tot de noden van de kleine man', presenteerde zich bewust voor de verkiezingen van 7 juni. Tussen alle oprispingen van net die kleine jan komen telkens twee politici opdraven. De ene doet aan Dedecker denken: vlot en met de nodige decibels oreert hij in rake slagzinnen allerlei vage metaforen over winstinvesteringen, over het belang van u en u en u. De andere is een politica, veel onzekerder in haar hoge idealistische beschouwingen. Een beetje groen, zeg maar. Daarin wordt ze wel telkens scherp geëvalueerd door een opdringerige spindoctor, die principes verdedigt als authenticiteit en aandacht voor het kleine concrete verhaal, terwijl onpopulaire woorden als 'eendracht' verketterd worden.

De sterkere emancipatie van het individu lijkt ten koste te gaan van de coherente dramaturgie van de groep.

Onduidelijk aan Vidi Vici is de visie van de makers op dit hele politieke verhaal. Dat hun spindoctor symbool staat voor alles wat er fout gaat met onze politici, spreekt. Het is een verhaal dat ook They Eat People dit seizoen al bracht: populisme en vormverpakking maken van onze politiek een reclamestunt. Maar vreemd is dat een aantal van die geïroniseerde spindoctor-principes net die van de voorstelling zelf zijn. Authenticiteit, bijvoorbeeld. Een zwarte 'madam' in Afrikaanse klederdracht komt de zaal uitbundig haar geloof verkondigen: precies wat je van haar verwacht. Een meisje met het Downsyndroom mag als volleerde cheerleader dansen op fijne muziek: nog zo'n typische rol.

En kleine concrete verhalen? De voorstelling hangt ervan aaneen. Het zijn in vele gevallen ook de eigen ervaringen van de spelers die ze naar voren brengen. Daarom komen ze juist zo krachtig over, maar zonder hun zelfkritische knipoog bij hun klachten had Vidi Vici een louter anekdotische voorstelling uit de sociaal-artistieke beginjaren kunnen zijn. Met de stem van u en u en u. Tot de slotspeech van de politica. Ze heeft besef gekregen van de noden van mensen die het moeilijk hebben. Daarom wordt ze nu wel als een ideaal opgevoerd. Ze noemt individuele voorbeelden, precies als populisten. Droeg het discours van de spindoctor dan toch een bepaalde voorkeur weg?

Die onduidelijkheid over wat de groep achter Vidi Vici precies wil vertellen (los van de plots over expliciete waarschuwing tegen verrechtsing aan het slot), duidt op een boeiende paradox binnen het tot wasdom gekomen sociaal-artistieke werk. Dat wasdom heeft alles te maken met het doordenken van zijn emancipatieverhaal. 'Deelnemers' zijn niet alleen 'spelers' geworden, maar die spelers worden nu ook 'makers'. Zo werd voor Actuaris, een 'doorstroomproject', vertrokken van schriftjes waarin elke speler zijn eigen materiaal kon aanmaken, om dat dan zelf mee vorm te geven op scène. Dat individualiseringsproces, met regisseurs die zich steeds meer als coaches opstellen, levert de sterkte overtuigingskracht van de soloprestaties, maar ook de gebrekkige samenhang van het collectieve verhaal.

Ziedaar de paradox die je ook voor een stuk in Vidi Vici voelt: de sterkere emancipatie van het individu (solo aan de micro) lijkt ten koste te gaan van de coherente dramaturgie van de groep. Zo dreigen sociaal-artistieke producties louter stemmenkoren te worden: het tegendeel van hun beoogde gemeenschapsvorming en precies waar Vidi Vici de maatschappij voor waarschuwt. Dat is een noodzakelijke fase, maar de uitdaging voor de komende vijftien jaar moge duidelijk zijn: die gesterkte, geëmancipeerde soloverhalen weer verenigen tot één uitspraak, tot een dieper gedragen verhaal. Anders gaat het de kant op van de politiek.

Dit artikel kwam tot stand binnen het Corpus Kunstkritiek van het VTi.