R.I.P. La Harvey

Door op Mon Oct 31 2011 12:50:20 GMT+0000

Met Let England Shake, waarmee ze onlangs nog de prestigieuze Mercury Prize 2011 won, heeft rockfenomeen P.J. Harvey zich volgens velen nogmaals heruitgevonden. Onze muzikale mini-essayist Rudi Laermans houdt het liever bij een markante persoonsontdubbeling: als afscheid van La Harvey, die hij nadrukkelijk onderscheidt van P.J. Harvey, wier oeuvre niet samenvalt met dat van La Harvey.

Op haar recente cd Let England Shake, een opvallend politieke plaat, draagt P.J. Harvey zichzelf ten grave als de exuberante diva die vooral uitblonk in dramatische liefdesliedjes. Misschien neemt Anna Calvi deze rol, waarmee P.J. natuurlijk nooit helemaal samenviel, voortaan over. Er is P.J. Harvey, de chanteuse die regelmatig een nieuwe muzikale weg inslaat, vaak samen met producer-muzikant John Parish; en er is La Harvey, het vrouwelijke rockicoon dat het cliché ‘hartverscheurend’ van een nieuw lichaam voorzag. In het universum van La Harvey wordt groots en meeslepend geleefd, en vooral onophoudelijk bemind in het passionele register. Liefhebben is zich totaal verliezen in de ander, zonder reserve of berekening: begeren is zich offeren. Geen inspanning is te groot om het object van verlangen te veroveren, ook al verplicht ze tot een tijdelijk verblijf in onchristelijke wateren. ‘I’ve lain with the devil/Cursed God above/Forsaken Heaven/To bring you my love’, kwinkeleert La Harvey op het gelijknamige openingsnummer van To Bring You My Love, de plaat waarmee ze definitief doorbrak. Even intens als het bezongen begin van een relatie klinkt elk geëvoceerd einde. Een sputterende verhouding kan enkel uitlopen op haat en wraakgevoelens: de weggaande man pleegt verraad, aan de zingende furie en nog meer aan de Zaak van de Liefde. Indien La Harvey ook maar de helft zou hebben gemeend van wat ze ooit zong, stond ze allang niet meer op het podium en luisterden we naar de overlevensberichten van een illustere psychiatrische patiënte.

49_Laermans_PJ.jpegLiefde is in de voormoderne wereld van La Harvey behalve een zinderende allegorie een slagveld van constant botsende krachten zonder gezicht of individualiteit. Niet het tweemaal nadenkende ego maar de temperamenten regeren, met een onontkoombaar gewicht dat afwisselend euforisch en diepdroef stemt. Liefde is alles verterende passie is fatum: het verlangen sleurt mee, overmeestert, woekert tot het lijf en geest volledig heeft ingekapseld. La Harvey verstemt het allemaal con brillo en laat ons zo geloven in de mogelijkheid van emotionele grandeur. Op het  tv-scherm verdrinkt de liefde gedurig in de verzeepte banaliteit van de soap of de ranzigheid van reality sex en puntloze porno; in de songs van Harvey bloeit de begeerte open als een opeisende belofte die noodzakelijk wordt gebroken, een seculier geloof dat ten volle moet worden beleden in het lucide besef dat er geen verzekerende god bestaat. Wat telt is de ervaring van zelfverlies in zowel de eerste omarming als het definitieve afscheid: alleen minkukels koesteren het sneue sprookjesgezegde ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. La Harvey, dat is kortom romantische edelkitsch in een barokke versie. Of ze daarom ook een feministe kan heten, valt te betwijfelen (ze heeft het zelf altijd geloochend).

‘Ik hou van jou’ is, dixit Umberto Eco, het prototype van een postmoderne uitspraak. Je citeert een al ontelbare keren gestameld zinnetje van niemendal, en je doet het met of zonder succes: je bent een performer zonder toneelstuk. Niks originaliteit, maar wel een onbestemde en daarom spannende toekomst. Het komt erop aan de zin op te laden met de overtuigingskracht van een singulier lichaam. Jij moet spreken, ook al geldt weer eens de wet dat de grote Ander – de cultuur, de symbolische orde – jouw geprevel regisseert. La Harvey doet voor hoe het moet. Les één: zoek een variatie, duik in het Grote Woordenboek der Romantische Metaforen en diep er een vervlogen zin uit op als ‘you are my black hearted love’. Les twee: spreek hem uit – bijna krijsen mag ook – met een zweem van hartstocht die doet vermoeden dat je op het punt staat te verdwijnen in een extase zonder weerga. Les drie: laat in het midden of je levenskreet niet ook een doodsreutel is, kwestie van het gewild dramatische effect te bekrachtigen. Les vier: smiespel bij succes na de liefdesdaad iets als ‘I wish this moment here forever’. Liefde is absoluut of niet, daar komt het inderdaad allemaal op neer. Wie ook maar een moment twijfelt, is bij voorbaat verloren en wacht de mediocriteit van hypotheek, babyluiers en goedkeurend knikkende ouders. Je zal eeuwig branden in het vagevuur der middelmatigheid omdat je de onmogelijkheid van een definitieve verlossing niet als een reddende mogelijkheid hebt geleefd.

La Harvey is een Everywoman die uiteindelijk niet een man maar de begeerte zelf begeert

Op ‘Black Hearted Love’, de heftige opener van A Woman A Man Walked By,  is P.J. the drama queen in grote doen. De meteen in huis vallende gitaarlijnen bakenen een scène af waarop haar niet eens zo uitzonderlijke stem voluit kan schitteren. Zo werkt het meestal. De muziek is een minutieus geregisseerde setting die mee het personage van de door passie verteerde vrouw moet geloofwaardig maken. Daarom geen drukke arrangementen, maar spaarzame akkoorden en minimale melodielijnen: La Harvey is in wezen een traditionele singer-songwriter. Elke song is een performance, in de volle zin van het woord: de opgeroepen gevoelens bestaan alleen doorheen de verhevigde presentie van hun representatie. Alles theater en doen alsof, met de aan opera verwante kracht van een hyperreëel simulacrum dat de vraag naar een mogelijk origineel doet vergeten. De ‘ik’ die zingt is dan ook een iedereen en niemand, een Everywoman die uiteindelijk niet een man maar de begeerte zelf begeert: ze verlangt ernaar te verlangen. La Harvey ensceneert, incorporeert en dramatiseert inderdaad schaamteloos een overbekende gemeenplaats, een platitude uit de romantische mythologie die de massacultuur doordesemt. Ironie kent ze niet, het postmodernisme heeft aan haar geen klant. Al zingend bewoont ze een culturele fantasie die ze keer op keer transformeert tot een reëel fantasma. Het klinkt altijd geweldig.

49_Laermans_PJ380.jpgEthos, logos en pathos zijn de drie middelen van overtuiging, zo onderwees Aristoteles al in zijn Ars Rhetorica. Bij La Harvey gaan pathetiek en ethiek naadloos in elkaar over. Een haast heilig moeten stempelt haar teksten en zang: je moet geloven in de romantiek, je dient te leven als een heldin in een zelfgeschreven roman. Geen passie zonder fiducie in passie, geen verhevigde realiteit zonder fictie of theatraliteit: La Harvey belijdt de lof van de volgehouden zelfenscenering zonder vaste bodem of gelukkig einde. Waarachtigheid is in haar wereld een plausibele leugen die ook de liegster zodanig betovert dat ze vergeet wat ze doet. Het is het recept van de hysterie, die ook Freud als een typisch vrouwelijke neurose diagnosticeerde. De teruggetrokken levende P.J. Harvey is uiteraard geen hysterica. Ze geeft enkel gestalte aan een modern scenario dat, als een heuse vampier, aanhoudend op zoek is naar geschikte lichamen binnen emotioneel geladen situaties en relaties. Verlangen is een demon die ongevraagd in je komt gevaren: dat is de hypergecodeerde boodschap, en P.J. haar gewillig medium. Ze acteert als een eersteklas leerlinge uit de school van Stanislavski, met een ‘magic if’ waaruit iedere zweem van ‘doen alsof’ volledig is gebannen. In haar liefdessongs, soms ook op het podium, leeft ze het begeesterende leven dat niemand ook echt kan leven, maar zowat iedere Westerling tot aan de middelbare leeftijd constant bespookt als een gemankeerde mogelijkheid. La Harvey verzelfstandigt de romantische ideologie tot het gladde theaterstuk dat dit burgerlijke dispositief altijd al was. De verandering in schouwspel kan bevrijden of betoveren, of na een tijdje gewoonweg vervelen. Wie ook nog meent dat La Harvey het meent, is een verdwaasde puber.

Verlangen is een demon die ongevraagd in je komt gevaren: dat is de hypergecodeerde boodschap, en P.J. haar gewillige medium

Als sociale kunstvorm is het theater zo goed als dood, daar kunnen zelfs de enthousiaste recensies van Loek Zonneveld of Wouter Hillaert niets aan veranderen. Ook de filmzaal is niet langer een rituele plek waar we ons, beschut door de eenzaamheid van de donkere zaal, collectief kunnen overgeven aan de identificatie met bovenmaatse, quasimythische personages. Het imaginaire spel van verdubbeling en het theatraliseren van culturele clichés vindt thans zijn brandpunt in de popcultuur. Theater verhoudt zich daartoe of zal niet zijn – maar dat hebben legio theatermakers natuurlijk al langer begrepen. Ze proberen tevergeefs te concurreren met het popspektakel, waarin enkel de overdrijving waar is en alleen het over de schreef gaande gebaar kan overtuigen. La Harvey doorziet en imiteert het met een onwaarschijnlijke souplesse. Voortdurend verschuift ze de spelregels, vaak minimaal en zonder ze ooit echt te breken: ook White Chalk, haar verstilde pianoplaat uit 2007, is een onversneden popproduct. Conceptuele precisie plus de gespeelde emotionele diepgang van de operadiva: La Harvey maakte oerburgerlijk romantisch muziektheater met de middelen van de popmuziek. Haar heropstanding uit de doden nu al bejubeld.

Rudi Laermans is gewoon hoogleraar aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de KULeuven. In rekto:verso schrijft hij over zijn passie voor muziek.