Rencontre. Hedendaagse beeldende kunst ontmoet Marokko
Door Lotte De Voeght, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000Het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA) bracht samen met kunstencentrum Moussem een selectie kunstwerken uit zijn collectie naar Rabat. Opdringerige westerse export of een zinvolle vorm van 'samenwerkingsontwikkeling'? Rencontre is in elk geval een waardevol kunsteducatief experiment geworden.
Bab Rouah en Bab El Kebir, de indrukwekkende stadspoorten van de historische omwalling van Rabat, herbergen tot eind juni de tentoonstelling Rencontre, in het kader van het populaire muziekfestival Mawazine. Wanneer je zigzaggend door de levendige medina en langs de kolossale, aardekleurige vestingmuren de zalen binnenstapt, is het contrast groot. Onder het uitgehouwen stenen kantwerk van de immense poorten bots je op de koele aluminium sculptuur van Richard Deacon, op de wassen beelden van Berlinde de Bruyckere of op de mysterieuze steen van Anish Kapoor.
Hoe zijn deze werken hier gekomen? Naar aanleiding van het Moussemfestival Lente 2007 werkte een geëngageerde en enthousiaste groep vrijwilligers van Moussem, een culturele vzw van Vlamingen met Marokkaanse roots, een jaar lang intens samen met het M HKA aan de samenstelling van deze collectiepresentatie. De vrijwilligers deelden enkel hun allochtone (vooral Marokkaanse) achtergrond en hun betrokkenheid bij Moussem. Professioneel werken ze in uiteenlopende sectoren – een administratief bediende, een tandarts, een test-operator, een schoonheidspecialiste, een arts,... – en hadden ze geen enkele affiniteit met hedendaagse kunst.
Voor dit project worstelden ze zich door de depots van het M HKA, leerden ze na te denken en te discussiëren over hedendaagse kunst en selecteerden ze uiteindelijk elk een aantal werken van internationale kunstenaars. Deze werken werden eerst getoond in het M HKA in de tentoonstelling Zonder titel tijdens het Moussemfestival in 2007. De vrijwilligers droomden ervan om ‘hun’ collectiepresentatie ook in Marokko te tonen.
DUBIEUZE SETTING
Maar een dergelijk initiatief is niet helemaal vrijblijvend en zonder risico, om drie redenen. Allereerst is artistieke uitwisseling tussen het westen en Afrika op zich al een problematisch gegeven. Zo wordt de hedendaagse Afrikaanse kunst in Europa vaak nog steeds op één grote hoop geveegd. Wat te lezen valt over hedendaagse kunst in Marokko is meestal opgenomen in overzichten, waarbij nauwelijks een onderscheid wordt gemaakt in kunstbeleving of -productie in bijvoorbeeld Congo, Egypte of Zuid-Afrika.
Artistieke uitwisseling tussen het Westen en Afrika is op zich al een problematisch gegeven.
Dat uit zich ook in merkwaardige overzichtstentoonstellingen, zoals Africa Remix, die de laatste jaren langs de grote westerse musea toeren. En Bozar presenteert deze zomer GEO-Graphics. A Map of Art Practices in Africa, Past and Present: etnografische én hedendaagse kunst uit héél Afrika. Moeilijk om bij dergelijk concepten niet een beetje argwaan te koesteren. Blijkbaar is er nog steeds westerse hulp nodig om Afrikaanse kunst een internationaal platform te bieden? Of andersom, is M HKA nodig om internationaal gerenommeerde hedendaagse beeldende kunst in Marokko te krijgen?
Problematisch kan ook de context zijn waarbinnen zo’n ‘uitwisseling’ wordt geplaatst. Het heeft enkele jaren geduurd vooraleer M HKA en Moussem de juiste partners en de financiële middelen vonden om het project in Rabat te realiseren. Dat het uiteindelijk een plaats krijgt binnen een populair festival is exemplarisch voor het Marokkaanse cultuurbeleid.
Mohamed Ikoubaân, directeur van Moussem, verklaart: ‘Er is wel geld in Marokko, veel geld zelfs, maar er is amper een cultuurvisie. Het overheidsbeleid, een combinatie van theocratie, lichte democratie en verlicht despotisme, investeert graag in festivals: die lokken veel volk en zorgen voor veel visibiliteit. Ze passen perfect in het promoplaatje van de Marokkaanse overheid.’ Lees: van de koning. Het Mawazinefestival, met grote sterren als Elton John, Sting of Carlos Santana, ligt helemaal in de lijn van de personencultus rond Mohammed VI.
'Er is wel geld in Marokko, veel geld zelfs, maar er is amper een cultuurvisie.'
Volgens het Franstalige Marokkaanse tijdschrift TelQuel, dat als een van de zeldzame kritische en onafhankelijke stemmen herhaaldelijk wordt bedreigd en gecensureerd door de Marokkaanse regering, kostte de organisatie van het festival 100 miljoen dirham (zo`n 90 miljoen euro). Geld dat door staatsbedrijven en grote private ondernemingen uit binnen- en buitenland, een ‘mécénat entre amis’, in één festival wordt gepompt, terwijl de rest van de culturele sector in Marokko crepeert.
MOEIZAAM
Tot slot is er de problematiek van de internationale ongelijkheid. Artistieke uitwisseling tussen Europa en Afrika is bijna per definitie een transactie tussen een goed gefinancierde westerse kunstvisie en een armlastige leerling. De tentoonstelling die naar Rabat reist, is zogezegd ‘de grootste tentoonstelling van hedendaagse kunst die Marokko ooit gekend heeft’. Dat zegt iets over de manier waarop M HKA dit project wil presenteren, maar ook iets over de trieste situatie van de structuren voor beeldende kunst in Marokko.
Marokkaanse kunstenaars verzetten zich steeds meer tegen deze afbeelding van Marokko in de westerse media.
Hoewel er vanaf 1999 onder Mohammed VI een flinke stap voorwaarts is gezet, blijft het cultuurbeleid een samenraapsel van toevallige ingrepen. Beeldend kunstenaar Charif Benhelima, van wie twee werken in Rencontre zijn opgenomen, vat de situatie samen: ‘Er ís geld in Marokko, maar het komt nooit tot bij de kunstenaar. Subsidies voor beeldende kunstenaars zijn onbestaande. Veel geld voor beeldende kunstprojecten komt het land binnen via buitenlandse fondsen, via instituten als Goethe, Cervantes en Monde Arabe of via bijvoorbeeld de Franse ambassade. Marokko telt wel een groot aantal private collecties met moderne meesters als Picasso of Matisse, maar meer en meer ook met hedendaagse kunst.’
Benhelima betwijfelt of Rencontre echt de grootste tentoonstelling voor hedendaagse kunst is in Marokko, maar wil het belang ervan zeker niet onderschatten. Hoewel er de laatste jaren veel is veranderd, blijft hedendaagse kunst in Marokko uitblinken in afwezigheid. Dat blijkt ook uit de reacties van enkele jonge kunstenaars die aanwezig waren op de opening van Rencontre. Zij krijgen hier normaal geen Kapoor, Nauman of Pistoletto te zien.
Toch lijkt er van onderuit van alles in beweging. Tot de jaren 1990 wisten we nauwelijks iets over de hedendaagse kunstproductie uit Noord-Afrika en bleef ze ingedeeld in vaste registers als functioneel versus kitch, authentiek versus onecht. Marokkaanse kunstenaars verzetten zich steeds meer tegen deze afbeelding van Marokko in de westerse media en proberen parallelle verhalen te ontwikkelen. Het feit dat veel kunstenaars in het buitenland verbleven, stimuleert de ontvoogding van de beeldende kunst.
Hoewel er nog vooral wordt geschilderd en kunstenaars vaak werken met traditionele materialen als ceramiek, sijpelen sporadisch toch ook conceptuele en videokunst het land binnen. Naast de enkele, veelal klassieke kunstgalerieën in Casablanca, Marrakech en Rabat, ontstaan ook vernieuwende initiatieven zoals de onafhankelijke kunstruimte L’Appartement 22 of het kunstenaarscollectief La Source du Lion. Beeldend kunstenaar Hassan Darsi, stichtend lid van La Source du Lion en medebezieler van Rencontre, wil met dit collectief de hedendaagse kunstscène van Marokko leven in blazen. ‘De autonomie van de kunst is voor mij de hoofdzaak’, zegt Hassan Darsi, en ‘daarom moeten we onafhankelijk kunnen functioneren’.
In het westen 'floreert de beeldende kunst', dus exporteren we die naar minder cultureel ontwikkelde landen?
La Soure du Lion werkt specifiek in de lokale context, met bijvoorbeeld gratis zomerklassen kunst. Via zogenaamde ‘Passarelles’, toegankelijke artistieke interventies, ontsluit het ook het Hermitage Park van Casablanca voor de verpauperde bevolking van de omliggende woonblokken.
Maar of je Marokko nu bekijkt als een plek waar de hedendaagse kunst nog moet aanmeren, of als een plek die strijdt voor haar autonome positie in de internationale beeldende kunstwereld, in beide gevallen doet de intentieverklaring van M HKA bij Rencontre aanvankelijk de wenkbrauwen fronsen. Het museum ziet in de collectietentoonstelling in Rabat een project ‘waarvan het belang niet onderschat kan worden (...). Door het plaatsen van de tentoonstelling op het Mawazine Festival in Rabat wordt een begrip als samenwerkingsontwikkeling in de praktijk omgezet.’ En door ‘een dergelijke verrijkende samenwerking (...) krijgen de kunstenaars én het publiek de kans om elkaar te leren kennen op een manier die zijn voorgaande niet kent.’ Dat klinkt wel erg messianistisch. Vertaald: in het westen floreert de beeldende kunst, dus exporteren we die naar minder cultureel ontwikkelde landen?
AUTHENTIEKE ONTMOETING
Van al die scepsis blijft niet veel meer over nadat je de vrijwillige deelnemers zelf aan het woord hebt gehoord. Rencontre is een van die zeer zeldzame voorbeelden van een geslaagd cultuureducatief experiment in de beeldende kunst. Voor alle deelnemers van het project was hedendaagse kunst aanvankelijk nog onbekend terrein. Maar na een jaar samenwerken met het M HKA waren zij in staat om met een open blik, oprecht engagement en met volle overtuiging een eigen selectie te maken. Wat de tentoonstelling zo bijzonder maakt, zijn niet de kunstwerken op zich. Die kwamen we immers al vaker tegen. Ook de presentatie wordt bijzaak – in de versie in Rabat krijgen de werken nauwelijks ademruimte en mist de installatie een scherpe scenografie. Het zijn de persoonlijke verhalen en de gevoelige interpretaties die van Rencontre een uniek project maken.
De getuigenissen van de vrijwilligers werden via kleine videoschermpjes opgenomen in de tentoonstelling. Bouchra Lechkar vertelt bijvoorbeeld dat haar selectie symbool staat voor de vrouw: ‘Het is een soort eerbetoon aan de vrouw en al haar eigenschappen, zoals schoonheid, kracht, kwetsbaarheid, maar ook geheimzinnigheid, nieuwsgierigheid en soms ook wel gewelddadigheid.’ Zij selecteerde onder andere de keverjurk van Fabre, de spiegels van Pistoletto en The Girl Who Was Never Asked to Marry van Ria Pacquée: ‘Daarbij vroeg ik mij af of ze nu zelfmedelijden wil opwekken met haar triestige blik op de foto, of integendeel, juist het concept van trouwen belachelijk wil maken? Misschien wil ze wel bewijzen dat een alleenstaande vrouw toch ook “haar plan kan trekken” en ze geen man naast zich nodig heeft. Dat zijn vragen die mij bezighouden.’
De Arabische versie van !Vrouwenvragen?, een werk uit 1965 van kunstenaar Jef Geys, leidde trouwens al op de eerste openingsdag tot een woedende uithaal van een mannelijke Marokkaanse bezoeker. Ook het werk van Vladislav Mamishev-Monroe, afbeeldingen van een verklede Paus Johannes Paulus II en Osama Bin Laden, schuwt de controverse niet. Layela Chammam selecteerde dit werk: ‘In de gedaante van Osama Bin Laden had hij (de kunstenaar) zelfs het lef om een markt in Moskou te bezoeken waar op dat moment vooral islamitische marktkramers aan het werk waren!’
Vrijwilliger Farid Darmach ging, vanuit zijn technische achtergrond, bij zijn selectie dan weer af op de vormen, de materialen en de ambachtelijkheid van een werk. Hij koos de betonmolen en gasflessen van Wim Delvoye en de robuuste industriële constructie van Richard Deacon, die de monumentale toegangspoort van de ruimte Bab El Kebir van een prachtige opener voorziet.
Zo ontstaat een keten verhaallijnen, vanuit de persoonlijke ervaring weerspiegeld in de kunst, gebundeld in een tentoonstelling. De praktijk toont dus dat een dergelijke samenwerking wél erg zinvol en relevant kan zijn, ondanks de mogelijke en reële hindernissen. Het zal in de toekomst de uitdaging blijven om het financiële en culturele onevenwicht dat inherent is aan elke samenwerking tussen ongelijksoortige landen, te erkennen en te handelen met de lokale gevoeligheden in het achterhoofd. M HKA en Moussem zijn daar tot op zekere hoogte zeker in geslaagd, door om te beginnen de kosten principieel gelijk te verdelen over België en Marokko en door met partners te werken die een lokale inbedding hebben, zoals La Source du Lion. Volgende keer misschien proberen zonder de hulp van de koninklijke promo?