Radiozenders

Door Karel Vanhaesebrouck, op Wed Aug 01 2007 14:23:42 GMT+0000

KONTRO

Tijd voor echte grilligheid?

Karel Vanhaesebrouck

Wie veel en vaak naar de radio luistert, hoort meer en veel van hetzelfde. Hits worden eindeloos herhaald in een schier eindeloze opeenvolging. Minimaal een reclameblok, maximaal een uur, langer duurt het liedje niet. Studio Brussel profileert zich als jong en avontuurlijk, maar de muziekprogrammatie van de zender is in de eerste plaats saai en voorspelbaar. En die verzuchting impliceert geen snobistische zucht naar elitarisme, want dat fenomeen is al even slaapverwekkend.

Velen blijven zonder twijfel op hun honger zitten wanneer het op nieuwe maar vooral ook trendloze muziek aankomt. Nu-punkgroepjes en r'n'b-vedettes die zichzelf zonder de minste ironie herhalen, vliegen je om de oren. Niks aanstekelijker dan energieke, puisterige punkrock, maar een dergelijke muzikale uniformiteit staat haaks op het individualistische etiket dat jongeren steevast opgespeld krijgen. Sociologen weten het al lang: vandaag is het individu een bricoleur, een prutser die zijn eigen identiteit her en der samenstelt, een koppigaard die met de ernst van een verzamelaar stukjes 'ik' sprokkelt. En dat zou even goed gelden voor de hedendaagse muzikale smaak waarin woorden als eclecticisme en eigenzinnigheid niet van de lucht zijn. Ook de platenkast van ondergetekende is het resultaat van een dergelijke muzikale schizofrenie. En toch luistert zowat iedereen naar hetzelfde — ten minste zo lijkt de muziekprogrammatie van diverse jongerenzenders te suggereren. De mens is een groepsdier — ook dat weten sociologen al lang — maar dat hoeft nog niet te beteken dat er slechts één groep is. Zenders als Studio Brussel pretenderen te individualiseren, maar uniformiseren in werkelijkheid. Elke dag van hetzelfde laken een broek. En op de koop toe blijkt de kleur van de broek steevast dezelfde.

De tijd dat een radiozender — ook die voor jongeren — zijn jeugdige publiek moest onderrichten en bijdragen tot de vorming van een Vlaemsche natie is gelukkig voorbij. Alleen al daarom dient elke regeling met betrekking tot een verplicht quotum voor Nederlandstalige muziek radicaal van tafel geveegd te worden. Pop culture is a global thing — le pop, c'est un truc universel! Popmuziek heeft geen last en ook nooit gehad van het oude, romantische Bildungsideaal dat zoveel andere kunsttakken nog steeds en in wisselende mate in bedwang houdt. Popmuziek is in de eerste plaats pretentieloos, een etiket dat echter niet noodzakelijk oppervlakkigheid impliceert. Daarenboven is er ook helemaal niks mis met entertainment: het feit dat iets ontspannends is, wil immers geenszins zeggen dat de kwaliteit ondermaats is, net zoals intellectualisme een voorwaarde is om tot een kunstzinnig eindproduct te komen. Integendeel. Alleen al daarom hoef je als popzender niet steeds opnieuw dezelfde platgetreden paden betreden. Wandelen door de popcultuur is in het beste geval een spannende ontdekkingstocht en dat zou ook een jongerenzender moeten weten. Wie jong is, wil wat en is vooral nieuwsgierig. En die honger kan je nu niet langer stillen terwijl je vroeger kon terugvallen op programma's als het vroegere Update (Studio Brussel) of Villa 65 (VPRO).

Radiozenders voor hedendaagse muziek gaan daarenboven steevast uit van een clichématig beeld van de jongerencultuur. Al te vaak worden adolescenten gedebiliseerd en worden ze aangesproken met een puberaal brabbeltaaltje. Men gaat daarbij dikwijls uit van allerlei marktgericht receptie-onderzoek (cfr. Censydiam) dat dan deze of gene keuze kan en moet legi st1:personnametim</st1:personname>eren. Het belang dat men aan dergelijke marketing-principes hecht, is een legitieme keuze, maar staat wel in schril contrast tot het eigenzinnige imago dat men de luisteraar wil meegeven. Zonder hierbij de naïeve utopist te willen zijn, kan een mens zich toch afvragen of dat het belangrijkste criterium moet zijn van een deels door de overheid gefinancierde radiozender. Overheidssteun impliceert uiteraard verre van moeilijkdoenerij of navelstaarderij, maar een beetje echte grilligheid zou toch geen kwaad kunnen. Want daarvoor zou je per definitie bij een jongerenzender terecht moeten kunnen.

VERSO

Too much of a good thing is wonderful (Andy Warhol)

: Mark Coenen

Wie veel en vaak naar Studio Brussel luistert komt oren tekort. Studio Brussel zendt 168 uur per week uit en bereikt daar dagelijks meer dan 400.000 luisteraars mee. Dat is zes keer zoveel als een zomerse zondag in Werchter, en 2000 keer méér dan een gemiddelde concert van de Lintfabriek van Kontich. En dat dan élke dag.

Overdag willen we een evenwichtig en gevarieerd muziekpalet aanbieden, 's avonds mag het gespecialiseerder (Radar, dubbel zo lang als Update vroeger) en  eclectischer ( De Bom, Hop, Bounce, Court Circuit en Nova bedienen elk deelpubliekjes). Veertien uur dance per week (Switch) en een bouillabaisse van uiteenlopendheid in het weekend (met onder meer het best beluisterde Hit 50 — wat je eigenlijk ook als een genreprogramma zou kunnen omschrijven, als je er goed over nadenkt) maken de week rond.

De filosofie is overzichtelijk: overdag gaan we voor de cijfers, 's avonds werken we aan onze reputatie.  Qua format streven we naar evenwicht en variatie:  StuBru mengt dagelijks een dikke 70 playlistplaten met 5000 songs die in een database zitten, waardoor ze op evenwichtige wijze gespreid worden over de uitzendingen. Elk programma beschikt daarenboven over een aparte samensteller, die ervoor zorgt dat de mens wint, en niet de machine. Aan navelstaren doen we niet: de putjeslucht die daaruit dikwijls opstijgt is niet aan ons besteed.

Eenvoudig empirisch onderzoek leert dat de muziekselectie van StuBru voor een zender met 7,6% marktaandeel uniek is. Bekijk de playlists van bijvoorbeeld 3FM of Radio 1 (BBC): veel meer pap en pop, veel minder dance, techno en (alternatieve) rock. En rij eens een dagje rond in Frankrijk: eczeem krijg je van steeds dezelfde muziekjes, gepresenteerd door schreeuwerige krompraters die denken dat de Kreeftskeerkring door hun reet loopt.

De avondprogrammering van de VPRO op 3FM is veel breder/commerciëler en veel minder gespecialiseerd dan het overdagse format van StuBru: dat zeg niet ik, maar Luc st1:personnameJan</st1:personname>ssen, de norse nestor der golflengtes, die dat programma elke dag presenteert. Platgetreden? I don't think so. En dan zwijg ik nog over programma's als Republica, Easy Bies, Coach Kenneth en All Areas.

De toon op uitzending is dikwijls vrolijk en grappig — of is op zijn minst grappig bedoeld: you win some, you lose some en 't is allemaal niet van universitair niveau, maar je hoort dat de presentatoren zich amuseren en dat ze dat godzijdank niét op de kap van de luisteraar doen.

Als er een spelletje inzit dan proberen we daar leuke vragen bij te bedenken: je moet er niet voor doorgeleerd hebben, maar enige inspanning is vereist.  Wie meewil in het bad amuseert zich; wie een op elk individu afgestemde zender verwacht, dwaalt. Wij maken namelijk geen radio voor hobbyisten. Die kunnen daarvoor terecht op het wwweb.

Een zender is een groep, om met Wannes Vandevelde te spreken. Op élk moment hoor je bij StuBru — hopelijk — de liefde voor muziek: life is music is niet zomaar de baseline van de zender.

Wij zijn niet alleen een "radiozender voor hedendaagse muziek" en  "jongerencultuur" is maar een deel van onze scope. Wij zijn een muziekzender voor iedereen met open oren en ogen, die elke dag zowel zestienjarige kids als dertigers wil bereiken. En zowel studenten als mensen op hun werk — méér dan 50% van de luisteraars luisteren op hun werk — tevreden stellen is een heikele maar ons door de overheid opgelegde opdracht.  En dat we daar moderne marketingtechnieken en onderzoeksmethodes en luisteronderzoeken voor gebruiken: dat lijkt mij normaal. Wij worden gelegi st1:personnametim</st1:personname>eerd door ons publiek, niet door onze eigen smaak. Dat proberen we te doen door elke dag gewéldig kritisch te zijn, maar ook door even gewéldig tegen alle politieke correctheid en muzikaal racisme en hokjesdenken in te gaan. Wij zijn fans van songs, niet van hypes.  Of zoals Mao al zei: laat duizend bloemen groeien. Maar de tuin moet wel onderhouden worden.

Conclusie: alles kan beter, daar zijn we van overtuigd.

Maar als Studio Brussel niet bestond dan moesten ze het uitvinden.