Overleeft de Vlaamse film het recordjaar 2008?

Door Marc Holthof, op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Bijna 1,9 miljoen mensen hebben vorig jaar een Vlaamse film in de bioscoop meegepikt. Dat is een absoluut record. In vergelijking met 2007 betekent dit een stijging van 63,3%. Dat is opmerkelijk, daar algemeen wordt aangenomen dat het bioscoopbezoek in België vorig jaar met 6 à 8% daalde. Dit alles maakt dat het nationale marktaandeel voor de Vlaamse film dit jaar in de buurt van 10% zal liggen... en in Vlaanderen zelfs ergens tussen de 15 en 20%.

Die gegevens stonden begin dit jaar in een zegebulletin van het VAF, het Vlaams Audiovisueel Fonds, dat ijverig — en kritiekloos zoals gewoonlijk — door de kranten overgenomen werd onder koppen als '2008 recordjaar voor de Vlaamse film'. Wie verder las dan de openingsparagraaf merkte echter al vlug dat de situatie minder rooskleurig was dan dit stukje marketingretoriek suggereerde. Want dat recordjaar was geheel en al aan een film te wijten, Loft van Erik Van Looy. Dat 'gigantische' succes van Loft kan overigens gemakkelijk gerelativeerd worden. Met een voorbeeld van erg dichtbij. Een andere Vlaamse regio heeft het namelijk twintig keer beter gedaan dan het 'échte' Vlaanderen. En niet met een pseudo-Amerikaanse thriller zoals Loft, maar met een heuse regionale film. Meer dan twintig miljoen toeschouwers zagen tot nu toe Bienvenue chez les Ch'tis. 600.000 mensen uit het departement Nord-Pas de Calais, zeg maar Frans-Vlaanderen, deden dat zelfs in de allereerste week toen deze aimabele komedie er exclusief in première uitkwam. Dany Boon — die zelfs een paar woordjes Vlaams spreekt in deze 'Franse' film — en zijn filmploeg werden op de Grote Markt van Rijsel ontvangen alsof zij een voetbalploeg waren die de Champion's League had gewonnen. Erik Van Looy kan daar voorlopig alleen van dromen.

Toch werd Loft ondertussen de beste bekeken Vlaamse film aller tijden met — in midden februari — 1.082.480 toeschouwers. En dat is een pak meer dan het vorige grote succes: Koko Flanel — het aantal toeschouwers en kwaliteit hoeven in de Vlaamse film geenszins recht evenredig zijn. Het eerder geciteerde zegebulletin van het VAF merkt wat verder zelf op dat 'het gigantische succes van Loft even buiten beschouwing gelaten 2008 qua bezoek eindigde in het verlengde van wat de voorbije jaren qua verkochte tickets werd gehaald'. Status quo dus. De cijfers voor andere 'toppers' zijn veel bescheidener: Aanrijding in Moscou haalde 180.000 bezoekers, gevolgd door twee Studio 100-titels die mikken op kinderen: Anubis en het pad der 7 zonden (164.327) en Samson & Gert: Hotel op stelten (134.678). Het VAF gaf geen cijfers voor wat zij in hun prioriteitennota de 'eigenzinnige films' noemen, die dan nog vaak — zoals (N)iemand van PatriceToye — behoorlijk onhandig uitgebracht werden of — zoals Unspoken van Fien Troch — maar meteen in het alternatieve circuit gedumpt. Meer dan een paar duizend toeschouwers kan het niet zijn. Het succes van de Vlaamse film is dan ook zeer relatief, en in 2008 (en 2009) eigenlijk helemaal afhankelijk van één blockbuster: Loft. Iedere bioscoopuitbater, ja iedere kleine zelfstandige, kan u vertellen dat het geen comfortabele situatie is om voor uw omzet af te hangen van één succesproduct, dat er daarenboven straks gegarandeerd niet meer zal zijn. Voeg daar de zich uitdiepende economische crisis bij en het plaatje is al meteen heel wat somberder.

Nochtans zijn er de laatste jaren goede initiatieven genomen, met de oprichting van het VAF als belangrijk voorbeeld. Het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw, kortweg VAF, was de opvolger van het Fonds Film in Vlaanderen. Het werd bij decreet opgericht door de Vlaamse regering in 1999 en ging in september 2002 concreet van start. Een andere belangrijke maatregel was het invoeren van een systeem van tax shelter. Sinds eind 2006 beschikt Vlaanderen met Cultuurinvest zelfs over een investeringsfonds voor cultuurgebonden activiteiten en ondernemingen. En — last but not least — is er de samenwerking met televisie. Over dat laatste is er dertig jaar of langer gezeurd, en iedereen was er van overtuigd dat het — zoals in het buitenland — dé oplossing was om de Vlaamse film een basis te geven in de breedte en, vooral, om jong en minder jong talent een kans te bieden om vlugger of regelmatiger een film te maken. Die samenwerking is er uiteindelijk ook gekomen, merkwaardig genoeg niet met de voor de hand liggende en (met het oog op de toekomst) veilige partner, de VRT.

Nee, op 6 oktober 2003, tijdens het Filmfestival in Gent, stelde cineast en kortstondig programmadirecteur van VTM Jan Verheyen namens de commerciële omroep het project Faits Divers voor. Het was de bedoeling om een serie televisiefilms te realiseren, die allemaal los staan van elkaar, maar die wel zouden gepresenteerd worden onder de gezamenlijke noemer Faits Divers. Die benaming gaf ook al aan dat het om waar gebeurde verhalen moest gaan of om verhalen die waar gebeurd zouden kunnen zijn. Die _Faits Divers-_reeks bleek een succes: het artistieke eindresultaat mocht er zijn en de publieke respons was overwegend positief. Ook al zaten er enkele mindere films tussen, het algemene niveau van de reeks was goed, met uitstekende acteerprestaties en een prima technische uitvoering. Toch lieten script en regie soms nog wel wat te wensen over. Als je dus heel streng was, was eigenlijk alleen Vidange Perdue van Geoffrey Enthoven met veteraan Nand Buyl in de hoofdrol een echte ontdekking.

Er is er dus sinds 2002 heel wat gebeurd. Eerst leek alles inderdaad rooskleurig te worden zoals de zegebulletins van het hoofdkwartier van de Vlaamse film suggereren. Maar toen kwam de crisis. En plots blijken de troeven van de Vlaamse film enorme zwakheden te zijn. Wat na Loft met de bezoekersaantallen? Dat kan alleen maar bergaf... Of erger: wat gaat er overblijven van het tax shelter-systeem? Zal Cultuurinvest nog partners vinden nu de crisis zich uitdiept tot een heuse depressie? 'Crisis knaagt aan Tax Shelter' kopte de krant De Tijd op 26 februari. De investeringen via het _tax shelter-_systeem in de Vlaamse film zijn al met 47% gedaald. In 2007 haalde men 9,4 miljoen euro aan risicokapitaal op via de tax shelter. Vorig jaar was dat bedrag gezakt tot 5 miljoen, of een daling van 47 procent.

En hoe zit het met VTM of beter VMMa, de Vlaamse Mediamaatschappij? Al voor de crisis, in 2007, haakten ze af voor een documentaire versie van Faits Divers, een reeks die Faits Divers Doc moest gaan heten. Eind 2008 raakte bekend dat de VMMa personeel ontslaat en door de dalende reclame-inkomsten ook verder op andere kosten bespaart. 'Daar zijn we al een hele tijd mee bezig. Zo programmeren we in onze avondblokken al langer meer (goedkope - mh) buitenlandse (Amerikaanse - mh) series', zegt directeur-generaal Peter Quaghebeur. Zullen zij, geconfronteerd met dalende reclame-inkomsten, verder de Vlaamse Film kunnen/durven/mogen blijven steunen? 'De VMMA heeft ontslagen aangekondigd, en ook de VRT moet besparen. Als die maatregelen ten koste gaan van het engagement van de omroepen voor de Vlaamse film verliezen we nog eens twee belangrijke steunpilaren', constateerde voorzitter Peter Bouckaert van de Vlaamse Filmproducentenbond in De Tijd.

De euforie over de Vlaamse film bij in- en outsiders steunt dus voor een groot deel op het succes van Loft en de goede publieke respons op Faits Divers. Maar euforie is gevaarlijk in deze tijden. De Vlaamse film is en blijft een ventje op lemen voeten. Idealiter grijpt men deze barre economische tijden als mogelijkheid aan om hem te laten opgroeien, te consolideren en crisisbestendig te maken. Daarvoor is een nauwere samenwerking met de VRT absoluut nodig. Samenwerking met privépartners en investeerders is leuk als het goed gaat, maar niet in crisistijden. Dan is het aan de overheid om het vertrouwen te herstellen door te investeren (en niet door te bezuinigen). Dat wist John Maynard Keynes al, dat weet Barack Obama. Het VAF gaat nu samenwerken met Canvas voor een reeks van zes documentaires over taboes. Eerder werd er ook al een soortgelijke overeenkomst met de RTBF ondertekend (een merkwaardigheid in ons voor de rest communautair verdeeld land). Op een paar witte raven na is het van de prehistorie geleden — van de tijd van Meeuwen sterven in de haven en De man die zijn haar kort liet knippen — dat onze staatstelevisie nog eens op een systematische manier bij de productie van Vlaamse films betrokken was.