Oorlog, verzet en herinnering

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Verbazing alom. Met 250.000 verkochte exemplaren kende Alone in Berlin, de heruitgave van Hans Fallada's Jeder stirbt für sich allein (1947), recentelijk veel succes in de Engelstalige wereld. Duitsland herontdekt zijn literaire verleden, met dank aan de Engelsen.

Alone in Berlin, dat nu als Alleen in Berlijn ook in het Nederlands opnieuw uitgegeven wordt, is een goed boek. Het is niet zomaar een tijdsdocument over het kleinburgerlijke Duitse verzet in de Tweede Wereldoorlog. Het is een schitterend geschreven boek in een nieuw-zakelijke, modern aandoende stijl, dat de concurrentie met pakweg Coe of Franzen moeiteloos aankan.Fallada-AlleeninBerlijn_HR

Fallada schreef de roman Jeder stirbt für sich allein kort na de Tweede Wereldoorlog, op basis van authentieke verhoorverslagen van de Gestapo. Primo Levi noemde het de beste roman die ooit over het verzet in Duitsland werd geschreven. Het boek vertelt het verhaal van Otto en Anna Quangel. Dat koppel, dat zich ver van de politiek probeerde te houden, krijgt in 1940 het bericht van de soldatendood van hun zoon. Het is voor hen een aanzet om politiek actief te worden. Ze verspreiden op een knullige manier vlugschriften tegen het Hitlerregime. Ze worden gevat, belanden in een helletocht van verhoren en gevangenissen, en bekopen hun daden uiteindelijk met de dood. Het boek gaat over de machteloosheid van het individu tegenover de staat, maar ook over de moed van de enkeling om vast te houden aan de eigen waarden en waardigheid.

Alleen in Berlijn is daarom geen geschiedenisroman, maar een herinneringsroman over de kleine man onder het naziregime. Voor die vermenselijking is niet alleen de Angelsaksische wereld nu pas klaar. De nuances die Fallada aanbracht, waren ook in Duitsland omstreden. Zijn diepe mededogen geldt niet alleen voor de verzetslui, maar ook voor de nazi’s. Hij vergoelijkt het extreemrechtse gedachtegoed nooit en bestrijdt niet dat iedereen een keuze gemaakt heeft voor hij actief deelnam aan het regime, maar hij probeert wel aan te tonen hoe ver die politiek van het dagelijkse leven van de gewone man stond.

Alleen in Berlijn is een schitterend geschreven boek dat de concurrentie met pakweg Coe of Franzen moeiteloos aankan

Veel eerder, in 1932, had Fallada in zijn Kleine man, wat nu? al eens zo’n ingetogen en ontroerend portret geschilderd van de gewone mensen in Berlijn in volle economische wereldcrisis. In dat boek wordt de voedingsbodem voor het nationaalsocialisme subtiel geschetst. De parallellen met de reacties van de gewone man in de huidige economische crisis zijn zo frappant, dat het bij een gezamenlijke lezing van Kleine man, wat nu? en Alleen in Berlijn duidelijk wordt dat het laatste ondertussen ook te lezen is als een waarschuwing: met een crisis als voedingsbodem kan een volledige bevolking snel een vaag nationalistisch discours aanvaarden als enige mogelijke waarheid. De waarschuwing is duidelijk. Wie wil reageren of protesteren, moet dat doen als het nog kan en mag, niet als het te laat is.

Het was ook de frustratie van Fallada zelf dat hij in de jaren dertig geen duidelijke politieke positie had ingenomen. Zelfs zijn Kleine man werd in de oorlog verder uitgegeven. Alleen werd het personage dat lid was van de Sturmabteilung vervangen door een voetballer. Hij schreef enkel neutrale, romantische werken in die periode. Pas in 1947 vond hij zijn genuanceerde, kritische stijl terug. Kort daarna stierf hij op 53-jarige leeftijd aan een ongelukkig leven vol drank en drugs.

Overal wordt nu de vraag gesteld vanwaar dit grote succes komt. Dat is niet de goede vraag. Af en toe is er een boek dat zo goed is, dat het maar een zetje nodig heeft om zichzelf te verkopen. Een kleine marketingingreep, de toevoeging van de stadsnaam aan de titel, vermag veel. Berlijn boomt, ook in Engeland. De vraag is dus eerder waarom het boek zestig jaar lang geen succes had. Het antwoord lijkt banaal: de tijd was er niet rijp voor. De oorlogswonden deden lang pijn, er werd louter in zwart-wit gedacht over de Hitlertijd. De werkelijkheid werd herleid tot een oorlogsfilm waarin de goeden het winnen van de slechten. Pas nu we echt een generatie verder zijn, en ook de voetbalwedstrijd Engeland-Duitsland op het WK in Zuid-Afrika niet meer gezien werd als een heruitgave van de oorlog, is er enige voedingsbodem voor een genuanceerde terugblik.

Ook in Duitsland moet de roman herontdekt worden, vindt onder andere Die Zeit. De krant suggereerde om de weerstandsroman van Fallada opnieuw uit te geven en grapte dat de uitgever het dan maar moest beschouwen als een Duitse vertaling uit het Engels. Hoewel Fallada's boeken nog vrij vaak gelezen worden, hebben literatuurcritici hem decennialang zijn kleinburgerlijke, neutrale literatuur uit de Hitlertijd verweten. Ironisch genoeg overstijgt net zijn literatuur óver de kleinburgers dat vooroordeel met verve . Met de nieuwe verfilming die er zit aan te komen, zal die heruitgave er zeker komen. En met de nuancering van de geschiedenis van de Duitse bevolking, mag ook Fallada’s plaats in de literatuurgeschiedenis gecorrigeerd worden. Met dank aan de Engelsen.

Hans Fallada, Alleen in Berlijn, Cossee, Amsterdam, 2010. ISBN: 978 90 5936 297 0