Omzwervingen langs La Phrase

Door Arne De Winde, op Sat Jul 25 2015 16:35:00 GMT+0000

Sinds december 2014 slingert zich, op een witte band van 9 cm breed, een zin door Mons. Dagelijks wordt eraan bijgeschreven, aan een tempo van ca. 30 meter per dag. Aan het einde van Mons 2015, culturele hoofdstad van Europa, zal hij ongeveer 10 km lang zijn. La Phrase, zoals het project heet, bestaat uit talloze citaten en teksten van auteurs met een of andere link met Mons. Wat heeft deze verkapte zin ons te vertellen, behalve wat hij zegt?

_La Phrase _ontsluit het literaire erfgoed van de stad en exploreert haar turbulente geschiedenis. Tegelijk is de zin vooral ook een uitnodiging, een appel aan passanten en bewoners om – al was het maar heel even – stil te staan, te lezen en idealiter ook te repliceren. De bezielers van dit project, de Franse auteur Karelle Ménine (tevens coördinator van de literaire projecten van Mons 2015) en de internationaal gerenommeerde grafisch ontwerper en typograaf Ruedi Baur, zijn ervan overtuigd dat literaire taal de publieke ruimte kan her(uit)vinden. ‘Transformatie’ is dan ook het thematische ordewoord van Mons 2015. Hoe dat er in de praktijk uitziet? Met pen en fototoestel zwierven we langs het traject, op zoek naar het finale punt achter La Phrase.

67_de winde_mons_001.jpg

I.

Een strip van woorden doorkruist de stad, verspringt van façade op façade, van straat- naar hoeksteen, van vensterbank naar stoeprand. ‘Vers dansants’ vormen een grillige rondo, graviteren om de Grand Place heen, de lieu vide van het stadweefsel. Wie volgt kan niet anders dan zwerven, weg en richting verliezen.

II.

De band schept een verband, verstrikt gebouwen, straten en wijken. Maar doet ze dat ook met mensen?

III.

_Un paysage vif s'ébat. _Het urbane landschap is getekend, wordt bezet met letters, punten en haken. Het lief en leed waarin de stad deelt, wordt uitgespeld. Alsof de stenen konden spreken. Een witte uitbloei.

67_de winde_mons_002.jpg

IV.

Vandaag is rood, de kleur van de woede.

1893, Avenue de Jemappes. Het land ligt plat. De hunnen staan aan de poorten. Neerknallen die handel. Entre Mons et le Borinage il y'a une barrière de sang.

Oproep aan de Slaven: ‘Quelle est la meilleure condition du bien social, une organisation spontanée et libre ou bien une organisation disciplinée et méthodique. Vers laquelle de ces conceptions vont vos préférences?’ (Karelle Ménine) ‘L’organisation disciplinée et méthodique en attendant que l’autre soit possible, ce qui me paraît un rêve. Je suis en fait de politique générale de l’avis de Joseph de Maistre, le rêve de Bakounine n’étant pas encore réalisable.’ (Paul Verlaine)

Naast deze zinsneden aan de poort van een voormalig jezuïetenklooster – later een school genoemd naar Marguerite Bervoets (1914-1944, onthoofd in Wolfenbüttel) – hangt een plaat waarop staat: 1793, hier sprak Danton.

67_de winde_mons_003.jpg

V.

Steeds weer raken we verstrikt in vicieuze cirkels. En zo hapert ook plots het parcours, blijven we maar als dollemannen rond de nor van Mons tollen (waar ook Verlaine, de absolute spilfiguur van La Phrase, twee jaar vastzat nadat hij zijn vriend Rimbaud had beschoten). Het 122 maal herhaalde woord 'engendrer' (voortbrengen) zet een autogeneratieve dynamiek in gang, een schijnbaar eindeloze kettingreactie, die steeds weer bij het woord 'ciel' aanvangt:

‘Les lignes engendrèrent les croisements et les croisements engendrèrent les hasards et les hasards engendrèrent les amours et les amours engendrèrent les fêtes et les fêtes engendrèrent les cercles et les cercles engendrèrent les mathématiques et les mathématiques engendrèrent les erreurs et les erreurs engendrèrent les corrections et les corrections engendrèrent les punitions et les punitions engendrèrent les aigreurs et les aigreurs engendrèrent les crimes et les crimes engendrèrent  les potences et les potences engendrèrent la haine et la haine engendra le noir et le noir engendra la crainte et la crainte engendra le fer et le fer engendra les rangs et les rangs engendrèrent les captures et les captures engendrèrent la torture et la torture engendra la désobéissance et la désobéissance engendra la dénonciation et la dénonciation engendra l’avilissement et l’avilissement engendra l’enfer et l’enfer engendra la plainte et la plainte engendra les chœurs et les chœurs engendrèrent le frisson et le frisson engendra la conscience et la conscience engendra la justice et la justice engendra les lois et les lois engendrèrent l’agora et l’agora engendra le respect et le respect engendra l’humain et l’humain engendra les créations et les créations engendrèrent les chef d’œuvres et les chef d’œuvres engendrèrent le silence et le silence engendra la poésie et la poésie engendra la liberté et la liberté engendra l’oiseau et l’oiseau engendra le ciel…’ (Karelle Ménine)

Dat we de vicieuze cirkel van schuld en boete doorbreken, veronderstelt – zoals Heiner Müller al wist – une erreur, een misschien verlossende fout of hapering: ‘Gesucht: die Lücke im Ablauf, das Andere in der Wiederkehr des Gleichen, das Stottern im sprachlosen Tekst, das Loch in der Ewigkeit, der vielleicht erlösende Fehler.’ Wij wandelaars zelf zijn het die de permanente ommegang kunnen en moeten doorbreken, op zoek naar nieuwe wegen en woorden. We hebben er genoeg van en gaan op zoek naar een nieuwe lijn, die nieuwe kruispunten en dus nieuwe keuzes en risico's met zich meebrengt.

Maar laten we ook niet al te zelfzeker zijn. Wat het eindeloze continuüm werkelijk onderbreekt, is een andersoortige typografie die zegt: 'AUSCHWITZ GROSS-ROSEN SACHSENHAUSEN RAVENSBRUCK MAUTHAUSEN'… Betonnen platen en een heiligmakend wandmonument doen niets meer dan afdekken, dichtmetsen: ‘1940-1945 ETAIT ICI L'ENTREE DE LA PRISON HITLERIENNE'.

Tegenover ‘le Rien’ (een gedicht van Karelle Ménine over het uitzichtloze travakken van het lompenproletariaat – en zijn hedendaagse nazaten), tegenover het afgrondelijke lijden van de ‘muette meute’ (de stomme meute), plaatst Ménine steeds een 'desondanks': ‘Une fleur écrasée en chemin / toujours se repousse néanmoins.’ (Karelle Ménine)

67_de winde_mons_004.jpg

VI.

Uit La Phrase spreekt het vaste geloof dat poëzie de mallemolen – of beter ons – even halt kan doen houden, de normale gang van zaken kan verstoren. Net daarom wantrouwt men de dichter en wil men niet liever dan hem dood verklaren: ‘FOUTU? LE POÈTE? C’EST PIRE: IL ÉCRIT.’ (KARELLE MÉNINE)

‘NE FUYEZ!’, verzoekt Karelle Ménine dan ook de kopschuwe pendelaar aan het begin van het traject. Ga de confrontatie aan, lees, lees, lees al was het maar een flard, en ervaar hoe het vrije woord ook vrij kan maken – zo lijkt ze wel (tegen beter weten in) te bezweren.

‘CHANGER AU MIEUX LE PIRE, À LA MÉCHANCETÉ, DÉPLOYANT SON EMPIRE, OPPOSER LA BONTÉ...’ (PAUL VERLAINE, BONHEUR, 1885-93) ‘07.01.15: LIBERTÉ D'EXPRESSION JE CRIE TON NOM.’ (KARELLE MÉNINE)

_La Phrase _berust op een samenspel tussen 'inviter' en 'inventer': ze is een – zo wordt in het promomateriaal veelvuldig beklemtoond – ‘niet-opdringerige’ uitnodiging om uit te vinden, en preciezer om zichzelf en zo ook stad en wereld heruit te vinden.

_‘Le langage, né d’une bataille, _

_invente, s’invente, voyelle, compose, absorbe _

_ce qui, ce que, tout ça, ici en cette rue-ci. _

_Ecrit à plusieurs sur un manifeste de papier : _

_inviter à une autre humanité que ça.’ _

(Karelle Ménine)

67_de winde_mons_005.jpg

VII.

Mooi, mooi. Maar wat vermag een melancholisch vers van Paul Verlaine te midden van permanente multimediale verstrooiing? Of volstaat het al dat een gejaagde passant even inhoudt en een flard opvangt? Hoe kan La Phrase meer zijn dan decoratief behang?

Op de gevangenismuren lazen we: 'Woorden scheppen zinnen zinnen scheppen ideeën ideeën scheppen vragen vragen scheppen gesprekken…' Wat La Phrase wil, is dus niet alleen gelezen, maar ook beantwoord en besproken worden. Is literatuur dan bij machte de agora te animeren? Misschien ga ik er al te cynisch vanuit dat zich op straat geen spontane hermeneutische cirkels of clubs ontwikkelen.

Maar, los van wat mijn medeburgers zeggen en doen: Waarom mag ik in deze publieke vrijruimte geen alcoholstift ter hand nemen en zelf een vers of commentaar plegen, de zin voortzetten? Of, waarom mag ik bij wijze van lukraak voorbeeld dat mij mateloos irriterende, pathetische gezwam van Arthur Rimbaud niet even rechtzetten, schrappen of, ja, van de wand rukken, want 'Fuck, wat heeft die zagevent mij vandaag nog te zeggen?'

67_de winde_mons_006.jpg

VIII.

3 mars 2015 - Lettre ouverte au (trop grand) adorateur des mots:

Salut à toi, simple passant

Salut à toi, cher anonyme

Salut à toi, grand admirateur de "La Phrase"

Comme tu as pu t’en rendre compte, cela fait quelques mois que quelque chose d’inédit, de subtil, de délicat, serpente sur les murs de ta ville. Cela t’a interpelé, peut-être même touché, au plus profond de toi. C’est d’ailleurs exactement ce que nous cherchons, nous la petite dizaine de personnes à travailler sur ce projet. Hé oui, tout ça ! "La Phrase" ce n’est pas que trois peintres, il y a un énorme travail de fond derrière… Certain(e)s travaillent même depuis plusieurs mois, voire même plusieurs années sur ce projet. Alors dis-toi que c’est toutes ces personnes que tu touches, profondément, lorsque tu t’intéresses à cette fantastique épopée. Réussir à disséminer un peu de poésie et de littérature dans la vie et le cœur de chacun, sans s’imposer, voilà notre ambition.

Mais voilà, arracher des morceaux de "La Phrase" n’est peut-être pas la meilleure manière de manifester ton intérêt pour le projet! Oui, oui, nous savons qu’elle est très belle, mais il faut laisser tout le monde en profiter… C’est d’ailleurs pour ça qu’elle s’écrit dans la rue et pas dans un musée. Elle s’offre à tous. Alors en te permettant de la dégrader, ce n’est pas que la petite équipe littérature que tu blesses, mais bien toute la communauté.

La Phrase n’est pas rédigée que pour être lue, elle s’envole également sur les murs et trottoirs de la ville pour être discutée. Alors qu’elle te plaise ou te déplaise, qu’elle te touche ou te laisse indifférent, qu’elle t’émeuve ou t’énerve, s’il te plaît, ne la dégrade pas mais contacte-nous pour t’exprimer. Nous ouvrons ici une brèche pour le dialogue dans l’espace public, ce serait vraiment dommage de la boucher.

Merci à toi, l’humble piéton

Merci à toi, cher concitoyen

Merci à toi, amoureux de la poésie

67_de winde_mons_007.jpg

IX.

Raak niet aan La Phrase, of je raakt aan mij, aan wij.

Maar schoon is het toch wanneer de strook vervelt en vervalt, wanneer ze vervaagt en vervuilt door slepende schoenzolen en borduurtartende autobanden, wanneer ze barsten en breuken vertoont, wanneer ze verweert op de kinderkopjes, wanneer korrel, gruis en reliëf door het mastieken behangsel prikken, wanneer een onverlaat zijn gsm-nummer op haar achterlaat, smachtend naar echt contact. (Misschien wil hij wel praten over een van de regels die hem raakte?) Dat zijn de momenten waarop leefruimte en tekstruimte elkaar af- en aantasten, waarop woorden en dingen interageren.

67_de winde_mons_008.jpg

X.

_La Phrase _is een echoruimte, waarin de meest diverse stemmen weerklinken – of ook wel, weer klinken, want veelal gaat het om vergeten geluiden die terug aan het licht en de lucht komen: ‘Sortir les mots des livres, leur redonner de l'air.’ De zin zet ook een polyfoon klankenspel in, waarin verschillende talen (Frans, dialecten, Grieks, Duits, Russisch, etc.) en registers (poëzie, proza, politierapporten, krantenberichten, dagboeken etc.) interfereren.

Auteur en curator Karelle Ménine is degene die de stemmen van onder meer Paul Verlaine, Guy de Maupassant, Fernand Dumont, Stefan Zweig, Maurice Maeterinck laat botsen. Ze laat de woorden niet alleen in elkaar grijpen, maar grijpt ook zelf in. Haar verzen bevragen, zorgen voor een ware joute – woordenwisseling.

Maar zoals steeds zijn het de vaak toevallige glossen die het sterkste weerwoord bieden. Een pallet kleiklinkers van bouwmaterialenhandel Wienberger op de versregel ‘invente, s’invente, voyelle, compose, absorbe, een achtergelaten vuilzak bij het vers ‘Adieu, cher moi’, … : steeds weer dringen die tekens van de stad zich op, dringen ze binnen.

67_de winde_mons_009.jpg

XI.

‘Ici passera la phrase’, zegt een raam. _La Phrase _is dus niet, ze is in wording. Ze is een onaffe beweging – ‘RIEN N'EST TERM’. Schriftuur is een handbeweging die voltrokken moet worden. Geen hand is zo vast dat ze niet steeds weer – hoe minimaal ook – afwijkt van het vastgelegde letter-type – in dit geval Ruedi Baurs Garage. In die zin doet de zin inzien dat lezen steeds ook kijken is, dat schrijvers in se Schrift-Steller zijn, diegenen die schrifttekens in een ruimte plaatsen.

67_de winde_mons_010.jpg

XII.

_La Phrase _tart de grenzen van de (on)leesbaarheid. Het lettertype trekt de aandacht op zich, letters worden samengedrukt en uitgerekt.

Gehecht als we zijn aan de lineariteit van de zin weten we even niet wat doen wanneer die ver- of afspringt, wanneer hij zich plots verdubbelt en in tegengestelde richtingen loopt, wanneer we niet meer weten waar begin, waar einde, waar vervolg is. Het is op zo'n momenten dat we ons noodgedwongen aan de leiband van de poëzie onttrekken, ‘sous tutelle poésie’ (Karelle Ménine).

Ten aanzien van die tekenwemeling kan je niet anders dan lezen in staccato, je betrapt jezelf erop luidop te fezelen, aarzelend letters en woorden uitspellend. ‘Quelqu’un chante. Molto moderato. Chuchotement.’ (Karelle Ménine, librement inspiré du carnet personnel de Paul Verlaine, 1882-­83)

Praten tegen de muren. Stoten op de wanden van het onbegrip. In spiegelschrift staat te lezen/kijken: ‘J’ai appris très tôt que la logique pouvait rendre odieux au monde.’ (Je parle aux murs, Les paradoxes de Lacan, 2011). Ook ik heb pas laat begrepen dat de logica geur aan de wereld kan verlenen,

odeur corporelle,

odeur d'ail,

odeur de brûle,

odeur de roussi,

odeur de gaz,

odeur de décomposition…

67_de winde_mons_011.jpg

XII.

_La Phrase _tekent verzet aan tegen het afbrokkelen van de taal. Zo stoten we op een verhaal uit 1940 van de Bergense surrealist Fernand Dumont die in 1945 in Bergen-Belsen omkwam. De parabel beschrijft hoe letter na letter in onbruik geraakt, hoe de taal door ons aller onachtzaamheid gaandeweg krimpt. Uiteindelijk komt men tot de vaststelling dat ‘on assistait à la disparition mondiale de l’alphabet.’ (Fernand Dumont, L’usage de la parole, 1940).

67_de winde_mons_012.jpg

XIII.

Vanaf december 2015 zal niet meer bijgeschreven, maar in tegendeel gewist worden. Er zullen steeds meer lege plekken ontstaan – maar misschien begint net daar de echte dialoog? Misschien ontstaan daar spontane aanvullingen, nieuwe verhalen? Of misschien smeken mensen zelf om het behoud van een vers dat met hun vensterbank – en henzelf – vergroeid is geraakt? Misschien spreken woorden losgerukt uit hun verband, lukraak verspreid over de gehele stad, ons des te sterker aan, zetten ze ons aan tot fabuleren? Of zullen ook die sporen uiteindelijk vervagen en verdwijnen zoals een ‘poète solitaire’ qui ‘virevolte’ ‘dans l’ouragan pervers des habitudes quotidiennes’? (Karelle Ménine)

Wie zal het zeggen.

XIV.

Et je vous dis : de vous à moi quelle est la route? (Paul Verlaine, Sagesse, 1881)

_Arne De Winde is literatuurwetenschapper aan de KU Leuven (FWO – Vlaanderen). Ode de Kort is beeldend kunstenaar. Samen maakten ze dit visueel essay tijdens een residentie van rekto:verso in Mons, 6-9 juli 2015 (met steun van Théâtre Le Manège Mons en Wallonië-Brussel Toerisme - _info@belgie-toerisme.be)

Lees hier de rest van ons relaas over Mons 2015, Culturele Hoofdstad van Europa!