O dierbaar Amerika

Door Jeroen Rombaut, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Net nu alles wat naar Amerikaans patriottisme ruikt, meteen in de Bush-prullenmand wordt gemikt, bezingt Sufjan Stevens ongegeneerd zijn liefde voor God en vaderland. Niet de Goede Vader uit de misdienaarlyriek of de toornige variant die dreigt met hel en verdoemenis, wél de God die er ook maar het beste van probeert te maken. Stevens doet dat nu eens engelachtig, dan weer bitterzoet, maar altijd even glorieus. Na zijn briljante optreden in de AB Box vorig jaar, is op 5 november een uitverkochte Vooruit aan de beurt. Gaat heen en komt bekeerd terug.

Ambitieus baasje, die Sufjan Stevens. Hij heeft zich voorgenomen om over elke Amerikaanse staat een plaat te maken en ziet zijn teller voorlopig op 2,5 staan. Eerst was er Michigan in 2003, waarop hij de mythes en helden van die staat bezong. In 2005 volgde Come On Feel The Illinoise (kortweg Illinois), zijn opus magnum tot nu toe op het vlak van inspiratie en erkenning. Verder bewijs van Stevens' creatieve hoogdagen is het recent verschenen The Avalanche, een album vol 'afleggertjes' van Illinois, maar eentje dat netjes naast zijn grote broer kan staan.

Is zijn vijftig-staten-project een zoethoudertje voor de muziekpers of bittere ernst? Maakt niet uit: wat vaststaat, is dat Stevens productief genoeg is om deze tour de force voor elkaar te krijgen. Naast zijn 'reguliere' werk vindt Stevens namelijk nog de tijd om als gastmuzikant rond te fladderen en zelfs elk jaar een kerstalbum op te nemen.

Vóór Illinois werd Stevens weleens het best bewaarde geheim van de folkpopscene genoemd. Dat is lichtjes overdreven. Stevens was gewoon nog niet klaar voor het echte werk. Hij kreeg de kans om zich in de luwte voor te bereiden op Illinois. Want die plaat is de vermenigvuldiging der delen van Stevens' vroegere werk. Experimenten met banjo, klokkenspel en andere exotisch klinkende instrumenten van platen zoals A Sun Came (1999) en Enjoy Your Rabbit (2001), de lyrische bespiegelingen van en over Michigan (2003) en het akoestische metier van het religieus geïnspireerde Seven Swans (2004): op Illinois komt het allemaal prachtig samen. Hoewel zijn vroegere platen ook hun verdiensten hebben — ze vingeroefeningen noemen zou ze oneer aandoen — etaleert Stevens op Illinois pas echt zijn kunnen als liedjesschrijver en componist.

foto: Denny RenshawFLUISTERLIEDJES

Stevens maakt luisterliedjes die aan je ribben blijven kleven. Zijn stem zorgt ervoor dat de luisteraar zich nooit helemaal op zijn gemak voelt. Stevens zingt niet, hij fluistert. De ene keer zoetgevooisd, de andere keer ingehouden dreigend. Vaak wisselen beide aspecten elkaar af in één en dezelfde song. Zo ook in 'John Wayne Gacy, Jr.' (op Illinois), over de gelijknamige en beruchte seriemoordenaar en -verkrachter die in de jaren 1970 meer dan dertig jongens vermoordde en in zijn kruipkelder begroef. Het is een wiegeliedje als voorbode van een nacht vol koortsdromen. Tijdens een eerste, nietsvermoedende luisterbeurt had ik het nummer nog bestempeld als 'schattig, moet ik straks nog eens opleggen', maar een uur later ontplooide de bloedstollende tekst zich in al zijn glorie. Een aimabele man uit een van de voorsteden van Chicago, geliefd door iedereen die hem kent, ontpopt zich als de reïncarnatie van de moordende clown uit 'It' van Stephen King: 'He dressed up like a clown for them / With his face paint white and red.' Met niets meer dan een piano, een gitaar en zijn stem, schept Stevens op nauwelijks vier minuten tijd een universum waarin de luisteraar heen en weer wordt geslingerd tussen fascinatie en afschuw. Op het eind besluit Stevens: 'And in my best behaviour / I am really just like him'. Of: 'In het diepst van ieders gedachten schuilt er wel een Andras Pandy'.
Stevens' sterkte als muzikant is dat hij simpele melodieën zo aankleedt dat ze een extra dimensie krijgen. Blijkbaar heeft hij het zeldzame talent om feilloos aan te voelen wat een song nodig heeft. Driekwart van zijn songs zijn opgebouwd uit simpele akkoordenschema's, die elke beginnende gitarist met een beetje volharding onder de knie krijgt. Maar het is de manier waarop Stevens de instrumenten gebruikt, die het verschil maakt. Op Illinois schudt Stevens de ene na de andere glorieuze melodie uit zijn mouw. Nu eens kaal gearrangeerd ('John Wayne Gacy, Jr.'), dan weer rijkelijk georkestreerd met klokkenspel, vrouwelijk koor, gitaar, strijkers en synths. Het typevoorbeeld van die weidsere sound is 'Chicago', een van de mooiste songs die ik de afgelopen jaren heb gehoord. Een klokkenspel leidt zachtjes in voor strijkers en gitaren en drums, die zes minuten lang zoetjesaan opbouwen, om uiteindelijk te exploderen in een maalstroom van trompetten, cimbalen, hemels achtergrondgezang en een zichzelf herhalend pianomotiefje. 'Chicago' is het relaas van hoe je met je geliefde de Verenigde Staten kunt doorkruisen, opeengepakt in een bestelwagentje, en elkaar toch niet vindt, samen onderweg. De weg is maar een excuus om elkaar niet in de ogen te kijken en te zeggen waar het op staat.
Voorlopig krijgen banjo, akoestische gitaar en trompetten nog altijd een prominente plaats in vele nummers. Religieus getint, banjo? Wie dan meteen denkt aan de dreigende godsdienstwaanzin van Sixteen Horsepower, komt bedrogen uit. En wie het meer in de richting van de misdienaarlyriek van Up With People gaat zoeken, laat deze muziek het best links liggen. Want Stevens mengt pop, folk, jazz, funk en zelfs marsmuziek en slaagt er telkens in om het vooral als zichzelf te laten klinken. Hem vastpinnen op een bepaalde stijl (pop? folk? singer-songwriter? devote folkpopcountry?) is dan niet alleen een moeilijke evenwichtsoefening, maar ook verspilde moeite.

VERHALEN

Stevens heeft niet veel woorden nodig om te zeggen wat hij wil zeggen. Want Stevens schrijft geen songs, hij schrijft verhalen, met quasi toevallig een bloedmooie melodie eronder. En in elke song staat geen woord te veel, of op de verkeerde plaats. Het woord 'songsmid' lijkt speciaal voor hem uitgevonden. Zijn literaire achtergrond is daar misschien niet vreemd aan. Naar eigen zeggen wou Stevens schrijver worden, maar vond hij geen uitgevers bereid om zijn verhalen over de staat Michigan te lezen, laat staan uit te geven. Uit armoe viste Stevens fragmenten uit zijn literaire probeersels op en weefde hij er melodieën rond. In zijn muziek zijn expliciete literaire verwijzingen dan ook nooit ver weg. Zoals 'A Good Man Is Hard To Find' (op Seven Swans), naar het prachtige, gitzwarte kortverhaal van Flannery O' Connor, als een knipoog naar een collega die het wel heeft 'gemaakt'.

Samen met zijn vader richtte hij het platenlabel Asthmatic Kitty op en bracht zijn eerste platen in eigen beheer uit. Met succes. Luc De Vos bedankte ooit tijdens een optreden uitvoerig zijn ex-docente Woordenschat omdat ze hem finaal had 'gebuisd'. Naar eigen zeggen had ze zo zijn glorieuze carrière als vertaler getorpedeerd en hem (ongewild) het laatste zetje richting rocksterdom gegeven. Ik hoop dat Stevens hetzelfde gevoel had toen Illinois in 2005 collectief de hemel in werd geprezen en in zowat elk eindejaarslijstje opdook.

Illinois en The Avalanche zijn prachtalbums die nu nog altijd maar mondjesmaat hun geheimen prijsgeven. Stevens' mix van pop, folk en country is de ideale soundtrack bij zijn verhalen over Amerika, haar inwoners, natuur en geschiedenis. Stevens heeft het uiteraard ook over de grootsheid van zijn vaderland. En wanneer hij het over God heeft, is Stevens ook 'leep' en getalenteerd genoeg om de meeste van zijn teksten multi-interpretabel te maken. Je weet nooit zeker of hij het nu over God of over het prachtige meisje van de buren heeft. Dat laat hij — ook in interviews — maar al te graag in het midden.

foto: Denny RenshawHet woord 'conceptalbum' is dus nooit veraf, en dat is Illinois ook, maar deze plaat is meer dan dat. Ze beklijft pas echt wanneer hij de Amerikaanse 'vergezichten' laat voor wat ze zijn en zingt over UFO-spotten ('Concerning the UFO Sighting Near Highland, Illinois'), regionale feestdagen en mooie meisjes met botkanker ('Casimir Pulaski Day'), plaatselijke seriemoordenaars ('John Wayne Gacy, Jr.'), of vileine stiefmoeders en krokodillen ('Decatur, or, Round of Applause for Your Stepmother!'). Hij heeft het dus vooral over small-town America en doorweeft zijn songs met vaak grappige anekdotes of treffende typeringen van gewone Amerikanen. Stevens schept zo een beeld van Amerika op mensenmaat. Hij vertelt geen grote politieke verhalen en neemt zeker geen stelling in. De boodschap is duidelijk: Stevens bezingt de mooie en donkere kanten van zijn vaderland, zonder daarom te gaan preken. Net zoals de film Short Cuts (Altman, 1993), waarin de levens van volslagen onbekenden elkaar toevallig kruisen en Gods wegen eens te meer ondoorgrondelijk blijken, heeft Stevens het over kleine gebeurtenissen, kleine mensen, allen met hun eigen muizenissen. Wat op het eerste gehoor een verzameling leek van losse impressies, faits divers die hoogstens vermakelijk klinken, ontplooit zich zo tot een prachtige lappendeken waarin alles samenhangt, al is het maar met een fijne naad. Juist door zijn microscopische aanpak, legt Stevens veel meer bloot over het 'echte' Amerika dan zovele artiesten die maar dooremmeren over de highway, of de state lines. Zo doorprikt hij de mythe van het weidse, onaantastbare land waar alles 'bigger than life' is. Live covert Stevens zelfs vaak het Amerikaanse volkslied, ook in Europa. Hij doet dat met zoveel oprechtheid, zonder enige zweem van ironie, dat hij er mee wegkomt.

LIVE

Live klinkt Sufjan Stevens kaler, uitgepuurder dan op plaat. Dat is waarschijnlijk het gevolg van technische en financiële beperkingen (hoe sleur je een blazerssectie en strijkkwartet mee op tournee als je geen 'A-list-artiest' bent?). Illinois werd bijna volledig eigenhandig door Stevens gecomponeerd, ingespeeld en opgenomen. Maar live laat hij zich bijstaan door zijn vaste begeleidingsband, 'The Illinoisemakers', die toch wat meer body aan zijn muziek geven dan wanneer hij solo de zaal zou trotseren. Overmorgen mogen we naar eigen zeggen veel nieuw materiaal verwachten, en misschien een paar kerstnummers. Sinds een jaar of vijf brengt Stevens namelijk elk jaar een kerstalbum uit. Eind deze maand verschijnt dan nog een vijfdelige cd-box met de kerstalbums van de voorbije jaren. Een geschenk uit de hemel of spielerei? Het wordt het eerste, zet de kerstboom maar klaar.

DISCOGRAFIE

A Sun Came (Asthmatic Kitty, 1999)
Enjoy Your Rabbit (Asthmatic Kitty, 2001)
Michigan (Asthmatic Kitty/Sounds Familyre/Rough Trade, 2003/2004)
Seven Swans (Sounds Familyre/Rough Trade, 2004)
Illinois (Asthmatic Kitty/Rough Trade, 2005)
The Avalanche (Asthmatic Kitty/Rough Trade, 2006)
Songs For Christmas (Asthmatic Kitty, 21 november 2006)