Magique Marrakech

Door Daan Bauwens, op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Toenmalig Vlaams minister van cultuur Bert Anciaux legde op 12 april van dit jaar in aanwezigheid van dolenthousiaste camera's en een handvol celebrity's de eerste steen van het Vlaams-Marokkaanse culturenhuis Daarkom. Die steenlegging vormt zonder twijfel een buitenkans voor cultuurminnend Vlaanderen, want in de creatie van dat huis ligt een nieuw theatraal genre verborgen: het postkoloniale drama. Een prelude op wat niet zal zijn, aan de hand van Marokko's mooiste prentbriefkaart: de riad.

Het decor voor dat drama: de riad, het Arabische woord voor 'tuin', maar ook de gangbare term voor een Arabisch paleis. Een levende variant van de klassieke Romeinse villa. Vier muren zonder ramen naar de buitenwereld, met kamers op verschillende verdiepingen gerangschikt rond een centrale open patio, vaak met bassin of fontein en vier fruitbomen. Versierd met Arabesken en Moorse hoefijzerbogen, witte zuilen en klimplanten.

'ON N'A PAS BESOIN DE REVER CE SOIR'

Magie. De Marokkaanse koloniale droom: gezeten in een hangende tuin kijk je neer op ezelskarren, stof en bedelaars. Binnen de muren van de riad is het muisstil, koel, ordelijk en groen. Buiten heerst wanorde, hitte en droogte. De wirwar van straten, gangen en bogen heet de 'medina'. De medina is een middeleeuws mierennest, waar, in het geval van Marrakech, iedereen wanhopig op zoek is naar geld of eten: dát is het uitzicht dat de riad in aanbieding heeft. Marokkanen dromen van het leven binnen in de riad, terwijl Europese toeristen dagelijks doelloos rondlopen om mooie foto's te maken van stoffige, schilderachtige armoede. Niet dat het ooit anders is geweest. In de medina verloopt het leven zoals duizend jaar geleden. Met als enige verschil dat kamers waar vroeger Arabische handelaars en sultans zichzelf te slapen legden, nu voorbehouden zijn aan rijke Europeanen. Sinds twee decennia halen vooral schatrijke Parijzenaars de verwaarloosde riads vanonder het stof. Ze maken er luxeoorden van voor andere schatrijke Europeanen. En zo wordt stilaan een nieuwe, postkoloniale kunstvorm geboren: oosterse architectuur, bedacht en uitgewerkt door Europeanen. Ze geven er gestalte aan Arabische sprookjes, kinderdromen van duizend-en-een-nacht. En als we er even bij stilstaan, moeten we toegeven dat ook dit nooit anders is geweest: riads zijn altijd al Moors én Europees geweest. En Joods. De mooiste riad van Marrakech heet Riad Farnatchi, is quasi onbetaalbaar (behalve voor moderne goden als Russel Crowe, Angelina Jolie of Scarlett Johansson) en ligt in het midden van een labyrint van smalle straten en rood stof. Farnatchi is het toonbeeld van de moderne riad: state-of-the art Europees en Marokkaans design. Elk meubelstuk is ontworpen door Europese, Arabische of Berberse designers, op maat van deze specifieke riad.

DE ARCHITECTONISCHE HOOFDDOEK

In de oude medina van Marrakech zijn meer dan achthonderd riads die dienstdoen als luxeoord voor toeristen. Zonder die riad loopt de toerist verloren in de medina: dat is geen plek voor toeristen. De draaiende beweging van de altijd stappende massa's doorheen de straten doet het hoofd van de Europeaan snel tollen. Dus heeft hij nood aan een oase van rust, als verdediging tegen de onbegrijpelijke bewegingen van de Arabische wereld. Ondertussen begrijpt de modale Marokkaan evenmin waarom de Europeaan eigenlijk is gekomen en waarom dat hij voor zijn pure plezier voor één nacht meer neertelt dan twee gemiddelde maandlonen.

De oude medina strekt zich uit rond de Al-Koutoubia, de centrale moskee van Marrakech die vanuit elk district van de stad zichtbaar is. Vooral vanuit riad Tarabel heb je een heel mooi uitzicht op de minaret. Tarabel is Frans-koloniaal zonder meer. Toen de grootmoeder van manager Léonard overleed in een klein kasteeltje in Tarabel, dicht bij Toulouse, kwam Léonard op het idee drie grote Franse stillevens te verschepen naar Marrakech om ze een plaats te geven in zijn zopas aangekochte riad. 'Ja, ik weet het niet, ik dacht dat dat wel iets speciaals zou geven.' Fatah, de dertigjarige boy van de riad en vader van een dochter, begrijpt er weinig van en biecht me op dat hij ook geen pogingen meer doet om het te proberen te begrijpen.

Maar we hadden en hebben het nog steeds over de riad: het zijn Léonard en Elsa die me vertellen wat een riad echt betekent. Om te beginnen beschouwen de mensen van de medina de medina als één huis, waar iedereen samen leeft en het recht heeft alles over iedereen te weten. De mensen van de medina leven als de medina zelf, in elkaar gekronkeld en vergroeid, in een gemeenschap die evenzeer beschermt als bedreigt. De riad (vier muren zonder ramen naar de straatkant) is privacy voor wie het zich kan veroorloven. Daarom geldt overal in de Arabische wereld de eeuwenoude 'wet van de hemel': niemand heeft het recht de patio van een ander binnen te kijken. Dat is taboe. 'La seule façon de vivre, c'est vivre caché', zegt Léonard. Elsa van Tarabel gaat nog een stap verder in de verklaring van de riad (bassin of fontein en vier fruitbomen): 'Het is een reconstructie van de buitenwereld. De riad was een vogelkooi voor de vrouwen voor wie het verboden was op straat te komen. Hier hadden ze zicht op de hemel, het geluid van stromend water en via de bomen hielden ze bij welk seizoen het was.'

POURQUOI, FRANÇOIS?

Aan de andere kant van de centrale moskee bevinden zich de uitgestrekte golfvelden van Amelkis. Marrakech is goed op weg de 'golfhoofdstad' van de wereld te worden. De volledige vallei wordt omgeploegd, platgestreken en voorzien van irrigatienetwerken. Want het kan nogal droog zijn in Marokko. Golf Amelkis is net als het bekende La Palmeraie een gated community voor de Marokkaanse elite. Tussen de golfvelden staan reusachtige witte villa's in modernistische stijl, langs de binnenkant versierd op Marokkaanse artisanale wijze. De villa waar ik verblijf lijkt op een tempel. Je moet een steile trap beklimmen, tussen twee religieuze pijlers, om binnen te komen in een hal waar een lichtbol van twee meter diameter het licht in meer dan tienduizend kleine stippen doet uiteenvallen op de muren. Als een verstilde explosie. Dit zijn nieuwe riads: hier wonen Marokkaanse industriëlen en Europese rijken, die dagen-, weken- of maandenlang golf spelen tegen een surreële achtergrond waar palmbomen vreedzaam onder de besneeuwde toppen van de Hoge Atlas staan. Op een veilige afstand van de armoede in de medina. Verder gebeurt er nooit iets en is het er bijzonder, bijzonder stil. Een bedreigende en tastbare stilte, die enkel doorbroken wordt door de R&B van de buren. De zonen van de eigenaar van Sidi Ali, het meest gedronken mineraalwater van Marokko, hebben hun zwembad gevuld met papa's drinkwater en houden een feestje met zeer bevallige Sheherazades in zwarte bikini, drie dagen lang.

Wat die Sheherazades betreft: het verhaal over oude en nieuwe riads is nog niet af. Eén belangrijk element ontbreekt nog. François, eigenaar van Riad Andalouse, doet me de schokkende waarheid inzien. Op de eerste verdieping van die riad, dat een imitatie van het Alhambra lijkt, hangt een schilderij van Iman (Arabisch voor 'geloof'), de vrouw van David Bowie, in een groene djellaba met kap en ontblote rechterborst. Naast het bassin hangt nog een schilderij: een vrouw met hoofddoek heeft haar hemd wijd open, en de zijkanten van haar volle borsten zijn zichtbaar. Tussen haar wijd open benen, omwikkeld door lichte gewaden, gaapt een kleine zwarte jongen met fez. Er staan drie vrouwen achter een muur te staren naar voorbijvarende boten. Aan de linkerkant van het tafereel wandelt een kleine zwarte jongen voorbij die onder zijn witte kleed naar zijn kruis grijpt. Pourquoi, François? 'Weet je, Daan,' zegt François mistroostig, 'vroeger was het hele Midden-Oosten het paradijs van duizend-en-een-nacht. Er is echter heel wat veranderd. Als je nu uitgaat, word je meteen omringd door massa's hoeren.' François heeft gelijk, in de bars van Marrakech zijn moderne Sheherazades elke nacht opnieuw op jacht naar rijke mannen, die zich één of twee of drie vrouwen per nacht kunnen permitteren (Marrakech is na Thailand de drukst bezochte bestemming voor het sekstoerisme). Of dat erg verschilt van het middeleeuwse Marrakech, is niet meteen duidelijk. Wat ondertussen wel duidelijk is, merci beaucoup François, is de rol die de riad met zijn patio en centrale bassin speelt in dat erotisch oriëntalisme. Het centrale bassin bestaat meestal voor de helft uit trappen, waardoor de belangrijkste functie van het bassin niet zwemmen, maar baden is. Voor en na het baden heb je zeker een halve minuut nodig om het bassin in- of uit te stappen, een trage beweging die van op elk balkon van de riad goed te volgen is. De laatste riad die dienstdeed als pornoset werd twee jaar geleden gesloten door de politie. Maar dat is nooit gebeurd en daar zwijgen we over. Waar het allemaal op neerkomt: Marokko is ondenkbaar zonder riads. Want iedereen moet kunnen dromen (van een beter leven). Uit noodzaak.

Dit is een samenraapsel van ideeën die het nieuwe Vlaams-Marokkaanse culturenhuis Daarkom liever niet publiceerde. Begrijpelijk, misschien. Toch: het is de schaduwzijde van een land dat cultuur hoofdzakelijk ziet als marketing, terwijl het zichzelf uit egoïsme wijsmaakt dat luxetoerisme de motor van ontwikkeling is. Het enige wat rest is een toeristische prentkaart, voorzien van een blinkend 'picture-perfect Morocco let's go!'. Voor Daarkom zal het de uidaging zijn niet dezelfde weg op te gaan, om, als het werkelijk een engagement wil aangaan met de Marokkaanse gemeenschap in België én Marokko, te strijden tegen die oppervlakkigheid en taboes te doorbreken. Dat zou mooi zijn. Want Westerlingen kijken te vaak de andere kant op wanneer het versteende Marokkaanse of Arabische taboes betreft.