Liefde, business as usual

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Op een landerige middag in april lag ik suffend in de sofa wat doelloos voor me uit te zappen, toen mijn aandacht getrokken werd door The Oprah Winfrey Show op vijfTV. Ik belandde midden in een gesprek dat Oprah had met de Britse popzanger James Blunt. Ze had hem net gevraagd wat het verhaal was achter zijn wereldhit 'Beautiful'. Opvallend openhartig vertelde hij hoe hij in de metro van Londen zijn ex-liefje na lange tijd toevallig had teruggezien. Ze was vergezeld door haar nieuwe vriend. James is toen niet op haar afgestapt, en zij niet op hem, en ze hebben dus geen woord tegen elkaar gezegd. Maar hun blikken hebben elkaar wel gekruist, even, heel even maar, maar voor zijn gevoel leek het alsof dat moment een leven ('a lifetime') had geduurd. Hij was er helemaal kapot van, maar - zoals hij zingt in het bewuste lied - hij bedacht een plan: zij was en bleef echt beautiful, en dat was true.

SOLDIER OF LOVE

Meteen na de aftiteling besloot ik — en wellicht miljoenen Amerikanen met mij — om onmiddellijk zijn debuut-cd Back to Bedlam in huis te halen. Op de wat esoterische, kitscherige hoes staan symbolische afbeeldingen van het 'volle' leven: mensen, dieren, planten en gesteenten dansend, vierend, lijdend. Op het schijfje zelf staat een geneesmiddel afgebeeld: een pil met daarop de tekst '20 mg James Blunt'. Het vat Blunts muziek mooi samen: oprecht, integer, maar zelfbewust en daardoor ironisch.
De cd staat vol ontroerende liedjes over liefde, vriendschap, verlies, afscheid nemen, enzovoorts. Elk lied even passievol gezongen en smaakvol begeleid en geproduceerd. Zeer persoonlijk en emotioneel allemaal — en daardoor heel universeel.

Blunt onderscheidt zich van andere gevoelige jongens als Damien Rice, Nick Drake of Tom McRae — met wie hij vaak vergeleken wordt — door, moet ik toegeven, de soms nogal voorspelbare confectiemuziek, zijn erg directe, expliciete teksten en zijn eenvoudige rijmen. Een singer-songwriter van de B-categorie, beweren de kenners daarom smalend (een echte kenner herken je aan zijn smalende manier om dingen te beweren). Ik ben het gaarne oneens met de kenners. Kijk, Blunt houdt het gewoon graag simpel: hij suggereert en pretendeert noch in zijn teksten noch in zijn muziek meer diepgang te hebben dan er is. Je kan iemand toch niet iets verwijten wat hij zelf niet suggereert of pretendeert te kunnen of te zijn. Alleen al daarom verdient hij alle lof. En vooral, hij ráákt. In elk nummer meent hij het allemaal heel erg, zonder te vervallen in een faux sérieux. Met kwetsbaarheid als zijn machtigste wapen. Want door zijn kwetsbaarheid te openbaren, wordt hij onkwetsbaar.

BLUNT EN NIETZSCHE: ÉÉN STRIJD

Hoe eenvoudig en pathetisch zijn liedjes op het eerste gehoor ook lijken, de aandachtige luisteraar ontdekt dat ze een prachtige, diepzinnige levenshouding in zich dragen, zonder dat het nadrukkelijk of pedant wordt. Elk lied van Blunt ademt levensbeaming uit, met de tragedie als ideaal. Elk nummer — hoe pijnlijk de inhoud ook — is in wezen een lofzang op het leven en op de confrontatie ermee in al zijn gruwel en vreugde, in al zijn teleurstellingen en meevallers. Leven is lijden en van dat lijden leren houden. Terwijl de stoïcijn of de cynicus aan de rand blijft staan, kiest Blunt ten volle voor het leven, met de antieke wijsheid van 'amor fati' als hulpmiddel. Omhels je lot, heb je noodlot lief, en keer het op die manier om in iets gewenst. 'Het meisje koos voor een andere jongen, en dat doet pijn, maar ik blijf haar beautiful vinden.' Die houding streef je niet na in de hoop om ongenaakbaar in het leven te staan. Integendeel, ze kan net alleen organisch ontstaan als je het lijden — dat het leven vaak is — werkelijk hebt doorgemaakt.
Niet leven lijkt misschien de beste oplossing als je verlost wil worden van fysieke pijn of van al dan niet zelfbedacht verdriet. Maar James leert dat net wél leven even bevrijdend kan zijn. Ja zeggen ondanks alles. Niet uitsluitend loslaten, waar pseudo-boeddhisten zo graag krampachtig aan vasthouden, maar ook en vooral alles toelaten. James Blunt zingt over de pijn van het afscheid nemen, maar even later ziet hij een zonsopgang, staat op, en wandelt. Hoe pijnlijk soms ook, hij blijft de strijd leveren en het spel spelen. Als een eeuwige soldaat met als missie: leven. Hij wordt nooit het slachtoffer. Sterker zelfs, hij overwint, net omdat hij zowel de pijn als het geluk durft te omarmen en voluit te doorleven, tot het einde.

IK LIJD NIET, IK VERTOLK LIJDEN

Mensen met idolen dolen. En omdat ik graag dool, kocht ik — enkele dagen nadat ik de cd in huis had gehaald — ook meteen de dvd erbij, Chasing Time. Er staat een registratie op van een concert dat Blunt gaf in de BBC studio's, en verder nog allerlei clips en een pak interviews. Er zat ook — als 'gratis' extraatje — een live-cd bij. Wat was ik blij dat de amusementsindustrie mij als consument weer zo in de watten legde.

Toen ik het concert op de dvd bekeek, viel me op hoe hij tijdens zijn vertolking van 'Goodbye my Lover' opvallend exact dezelfde emotionaliteit tentoonspreidde als tijdens zijn optreden in The Oprah Winfrey Show. Ik wist niet goed wat ik ervan moest denken. Moest ik me bedrogen voelen door mijn James? Het vreemde was wel — en dat moest ik mezelf toegeven — dat het me desondanks bleef raken wat hij deed … De lieverd bleek gewoon te acteren! En zoals de beste acteurs wórdt hij wat hij speelt, en dat elke voorstelling opnieuw. Hij reproduceert niet, hij herbeleeft het moment elke keer weer even intens. Of geeft alvast die indruk. Want ik weet natuurlijk niet wat hem werkelijk door het hoofd gaat als hij 'Goodbye my Lover' zingt. Misschien is hij gewoon heel technisch aan het denken: 'Nu een heel droevige blik opzetten, nu naar boven kijken, nu wegkijken … ' Weten wij veel wat iemand werkelijk denkt, gelukkig maar.

Nadien bekeek ik ook nog de interviews met James op de dvd. Ook hier dezelfde ervaring. Ik hoorde opnieuw het verhaal hoe hij van eenvoudige soldaat plots een wereldster is geworden. Hij was vredessoldaat in Kosovo geweest, en vorig jaar reed hij nog te paard bij de Koninklijke Garde in Londen. Hij sprak terug op dezelfde, positieve manier over zijn soldatenbestaan — allesbehalve geringschattend, wat me de eerste keer dat ik zijn praatje bij Oprah hoorde ook al voor hem ingenomen had.
Maar toen hij even later in het dvd-interview ook nog eens in dezelfde bewoordingen — bijna letterlijk — als bij Winfrey de anekdote rond de ontstaansgeschiedenis van 'Beautiful' herhaalde, gaf hij me toch wel erg veel redenen om het een beetje verdacht te vinden. Hoewel. Misschien is James Blunt naast acteur/muzikant ook gewoon een goede middenstander. Altijd vriendelijk. En beleefd. James weet heel goed wat hij doet en wat het effect is van zijn woorden en blikken. Maar doet dat iets af aan zijn waarachtigheid? Nee toch? Oprechtheid is toch ook maar een pose? En zo verder denkend begon ik eigenlijk nog meer van hem te houden. Want wat is er mis met jezelf verkopen? Verkopen we niet allemaal onszelf aan elkaar, elke dag opnieuw, op alle mogelijke manieren? Ik betrap er mezelf ook geregeld op anekdotes uit mijn leven tegen verschillende mensen op dezelfde manier na te vertellen. Waarom zou dat voor Blunt anders moeten? Dat ik hem een moment verdacht had gevonden, zei misschien meer over mijn wantrouwige ziel dan over het vermeende cynisme van Blunt. Mijn zogenaamd kritisch zijn berustte gewoon op een onnozel romantisch denkbeeld dat ik bezat over de authentieke kunstenaar. Alsof kunst niet de meest oprechte vorm van liegen is. Alsof zogenaamde authenticiteit een criterium zou zijn om kunst te beoordelen. Op zich al een absurde gedachte: hoe definieer je in godsnaam authenticiteit? Wie heeft ons dat aangepraat? Alsof iemand met louter commerciële motieven niet in staat zou zijn prachtige kunst te maken. Alsof iemand die louter werkt vanuit innerlijke noodzaak (wat dat ook moge zijn, definieer het eens voor mij) per definitie authentieker en dus waardevoller werk zou maken. Gerard Reve (God, de ezel, hebbe zijn ziel) beweerde altijd te schrijven omdat er brood op de plank moest. En verder geen gezeur. Reve was de eerste om te onderkennen dat menselijke motieven altijd onzuiver zijn. Toch schreef hij onmiskenbaar vanuit een innerlijke noodzaak eerlijk en authentiek werk — om in de terminologie te blijven.

Iets is meestal veel dingen tegelijk. James kan én middenstander én acteur én zijn authentieke zelf (wat dat ook moge betekenen) zijn, en dat alles tegelijkertijd.
Wie iets bewust doet, acteert. Wie lijdt, lijdt. Wie bewust lijdt, vertolkt lijden. En als het een beetje meezit, kan je dat lijden zo 'authentiek' vormgeven dat je er nog je voordeel mee kan doen ook.

LIEFDE IS BIG BUSINESS

Het lijden dat Blunt voluit en zonder ironie vertolkt, vindt meestal zijn oorzaak in de liefde. Alle ellende komt voort uit het feit dat we elkaar zonodig willen liefhebben. En uit dat feit komt dan weer alle troost voort. Ter compensatie.

'Tussen de enige waarheden in het leven, de geboorte en de dood, hebben we de prachtige leugen van de liefde nodig', vertelde Josse De Pauw ooit in een interview. Kennelijk is die behoefte aan iets dat groter en krachtiger is dan ons eigen leven zo sterk, dat we het leven pas als betekenisvol beschouwen als het in het teken staat van die leugen. Maar helaas wordt die prachtige leugen vaak door de waarheid van het leven ontmaskerd. Gelukkig kunnen we dan rekenen op de kunst- en amusementsindustrie die ons opvangt met verhalen, beelden en liedjes die ons schoonheid, troost, afleiding en inzicht bezorgen. Ik weet niet of de romantische liefde ons is aangepraat, of dat ze wezenlijk deel uitmaakt van wie we zijn. Waarschijnlijk zijn we wezenlijk wat ons grotendeels is aangepraat.

James gelooft (in) alles, alleen daardoor kan hij aan alles twijfelen, in de traditie van de Griekse sceptici, maar net als hen houdt hem dat niet tegen om blijmoedig alle illusies te omarmen en op de tonen van zijn songs te dansen rondom de leegte, en daar zin, troost en schoonheid in te vinden. Ondanks alles geloven. Omdat enkel de mythe betekenis geeft.
Geloof (of zelfbedrog, zo je wil) maakt buitengewoon kwetsbaar, maar James houdt graag de wonde open. Want zonder die wonde, is de ervaring en de belevenis van het bestaan veel armzaliger.

Als geen ander weet James Blunt ons op de meest indringende en louterende manier te troosten voor ons zelfbedacht verdriet. En omdat hij zich in zijn teksten telkens weer verzoent met zichzelf en de aard van de mens en de natuur, wordt hij nooit verbitterd, cynisch of zwaarmoedig, maar blijft hij op een tragisch-vitalistische manier steeds aandoenlijk hoopvol. Ik geloof James Blunt, omdat ik in hem wil geloven. James is beautiful, en hij is true. Ik wil in liefde geloven. James Blunt is liefde.

We are all so hollow, baby … But we like it!