Krant zoekt kunst voor losvaste relatie

Door Tom Van Imschoot, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

KONTRO
KRANT ZOEKT KUNST VOOR LOSVASTE RELATIE. BIJ VOORKEUR VERBODEN, INERTIE VERZEKERD

Terwijl ik naar mijn Raveel staar, daarbij ongewild doorkijk naar die van u, staart me een vlek tegen die me het zicht ontneemt: de illusie van het transparante. Terwijl ik een boek koop, dat verboden heet, koop ik een mythe die zich niet laat lezen: de mythe van het verbod.

Maar ik wil zien. En ik wil lezen.

Het verstandshuwelijk dat kranten als De Standaard en De Morgen recent met de kunst zijn aangegaan, vindt haar grond in een driedubbel profijt. Ten eerste doet het meer kranten verkopen, met name op die dagen dat de acties zijn aangekondigd. Ik kan me moeilijk voorstellen dat een krant als bedrijf iets anders wil, nog minder kan ik in de bestaande economische situatie een reden bedenken om haar dat te willen verwijten. Men kan een stok in de wielen van de trein steken, maar daarmee breekt men alleen die stok. Ten tweede kan de krant zich door haar vrijwillige associatie met de kunst het aura van die kunst aanmeten. Aura mag dan wel een begrip zijn dat aan de kunst zelf ontviel toen Walter Benjamin haar in het tijdperk van haar technische reproduceerbaarheid plaatste, het medium dat de kunst reproduceert weet dat aura (van uniciteit en authenticiteit) wel handig te recupereren (zie ook de drukkunst). Let op: het is de krant (d.i. niet het systeem, maar het volk dat het doet draaien) uiteraard toegestaan in alle ernst sexy te willen zijn, men moet alleen beseffen dat de prijs om naast spraakmaker ook smaakmaker te worden neerkomt op het heffen van een norm waarvan het opdringerig zou zijn om te denken dat die voor alle lezers de standaard is. Gebeten om te weten mag de lezer dan wel zijn, wat hij of zij krijgt, is niet langer objectieve info, maar authentieke klasse (vanwaar kennen wij dat woord?). Ten derde boekt ook de kunst, zij die van haar willen leven, winst door zich te paren aan het oudste medium aller media: het grote bereik van de krant zorgt ervoor dat zij haar sfinxachtige raadselbestaan van weleer eindelijk kan inruilen voor toegankelijkheid, beschikbaarheid en transparantie. Kunst is er immers voor 'iedereen'. Iedereen die daar, sinds De Standaard zijn lezers van gesigneerde Raveels voorzag, uit elitaire of misschien juist populistische overwegingen aan twijfelt, heeft meer kans om met zijn hoofd tegen zo'n Raveel te lopen dan tegen de (klaag)muur die er rond hangt.

Men kan zich afvragen of in het rijtje van belanghebbenden bij het verstandshuwelijk tussen krant en kunst geen belangrijke figuur ontbreekt: de consument die ik daarnet met 'iedereen' veronderstelde en die iedereen ook verondersteld wordt te zijn? Het is waar, dat de kunst vandaag zo dicht bij ons wordt gebracht, dat de media zich ten dienste stellen van wat vroeger toch ten onrechte in het verborgene bleef, beantwoordt aan een cultureel ideaal van transparantie dat in de eerste plaats u en mij in het zonnetje lijkt te willen zetten. Ik herinner mij de 'gewone man' die me vertelde wat het hem deed zo van dichtbij én in eigen huis naar Raveel te kunnen kijken. Wat kan daar tegen zijn? Verre van mij om te ontkennen dat de consument, die untouchable in ons, paria en motor van ons economisch bestel, zichzelf niet op creatieve wijze gelukkig zou kunnen maken met wat hem ter beschikking gesteld wordt. Alleen vraag ik me af of de all-in cultuur die voor alles en iedereen zonder onderscheid een plek in het licht reserveert (kunst, vermaak, u en ik hier), dat niet doet door heimelijk toch weer iets anders uit te sluiten: misschien zelfs de creativiteit die ze in ons exploiteert, de mogelijkheid om geraakt te worden die wij ons met kunst kunnen toebrengen.

Laten we, omdat ik ervan uitga dat lezen een vorm van creatief consumeren is, wat dieper ingaan op de twintigdelige 'Bibliotheek van Verboden Boeken' die De Morgen voor ons samenstelde, een actie die zich verkocht met de ietwat dubbelzinnige slogan '20 boeken die u niet mag lezen'. Waarom dubbelzinnig?

Duidelijk niet vanwege de ironie, iedereen begrijpt dat met het verbod meteen de verleiding gegeven is die ons net wil aanzetten tot lezen. Dubbelzinnig veeleer, omdat het verbod waarvan sprake terugverwijst naar

culturen (vroeger, of elders) die duidelijk niet de onze zijn. Vreemd, hoe kan het ons dan willen verleiden? Misschien, maar hier wordt het dubbelzinnige pervers, omdat de Bibliotheek (woord dat ik met lenen blijf associëren) inderdaad niet appelleert aan onze wil tot lezen, maar aan ons verlangen naar bezit. Knip die bon uit, loop naar de winkel, betaal vijf euro, heb dat boek. Plaats het in de kast, naast zijn gelijken, lees de titel, misschien 'voor later'.

Ik loop wat snel, toch. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat iemand tussen 8 oktober 2003 en 18 februari 2004 week na week het verboden boek las dat De Morgen gaf. Ik mag het niet hopen, maar het kan. Er is bovendien, voor wie zich zou schamen, ook niets tegen het bezit van de collectie. Alleen stel ik mij vragen (zonder in die moderne schandpaal van de ivoren toren te willen worden opgesloten, waar onlangs de Kunst uit werd bevrijd) bij de dynamiek waarmee de cultuur van het 'neutraliseren door incorporeren' zichzelf met haar democratische beschaving feliciteert als zij de 'gewone consument' voor een verraderlijk prikje twintig weken lang van verboden boeken in een uniformpje voorziet (met dank aan st1:personnameJan</st1:personname> Vanriet). In toenemende mate van verwondering omdat het… ten eerste voor ons hoegenaamd niet over verboden boeken gaat, ze zijn overal meer dan verkrijgbaar (het gaat vaak om klassiekers en bestsellers); ten tweede omdat de krant intussen wel het sexy en lekker verkopende aura van het (eertijds) verbodene recupereert (daarom staat bij wijze van alternatieve Index achteraan De Morgen Boeken ook een soort blurb die met een flauwe mix van biografie en parafrase het verbodene van het boek herbevestigt); ten derde omdat het wel heel geniepig is om lacherig te doen over de uitgever die uit geldzorgen pakweg Nabokovs Lolita niet dierf te publiceren (wat een primitieve tijden waren dat) als het motief om dat prachtboek vandaag wel weer uit te geven net hetzelfde is als dat van die uitgever: geldgewin, prestige en betere verkoop; ten vierde omdat  het opzetten van een (bedenkelijk en haast nostalgisch geselecteerde) Bibliotheek (Ik st1:personnameJan</st1:personname> Cremer, hallo) met boeken die ooit of elders verboden waren maar die nu toch 'iedereen' kan lezen, eigenlijk uitmondt in het herinvoeren van een (zogezegd alternatieve) canon die feitelijk niets anders doet dan 'iedereen' opnieuw met een vorm van hoge cultuur opzadelen die zich (als vanouds) laat onderscheiden op basis van bezit; en ten vijfde omdat ik er versteld van sta dat het week na week laten knallen van twintig Canonschoten die al van "bij hun verschijning heel wat stof deden opwaaien" gepaard kan gaan met een bijna plechtige stilte, een roerloosheid, een geruisloosheid, van de kant van de lezers.

U zult zeggen dat geen haan naar de boeken kraait, omdat ze (zoals ik zelf zei) niet meer verboden zijn. Maar dat is slechts oppervlakkig waar. Ze zijn beschikbaar, dat is juist, maar hun beschikbaarheid is nu de mythe geworden die het verbiedt om ze nog als verboden boeken te lezen. Niet dat ik meen dat boeken als die van Zola, Moravia, Boon voor een lezer niet langer grensverleggend kunnen zijn, (ik hoopte dat een hedendaagse pariaseksueel vanuit de nor aan de krant zou schrijven hoe het lezen van Lolita (1955) hem in het diepste van zijn ziel en penis raakte — men zou het vast niet durven publiceren). Ik denk alleen dat de voornaamste grens die overschreven wordt, nu de droom van toegankelijkheid, beschikbaarheid en transparantie de mythe van het verbod voor haar kar spant, die van de culturele inertie is. Dat is geen inertie die iemand persoonlijk moet nemen, het is daarentegen het effect van een cultureel systeem dat, terwijl het u doet geloven dat u er als wellevend consument een plaats in heeft, verbiedt om aan uw geraaktheid meer relevantie toe te kennen dan uw strikt persoonlijke eigen ik reikt. Zo komt het dat geen kat reageert wanneer nochtans op klaarlichte dag decennialange literaire bewogenheid in een postmoderne autodafé verbrand wordt in het gat van de markt. Ook geen vrouw, lang verboden deel te nemen aan het officiële literatuurbedrijf en toch steeds de sekse met de grootste groep lezers, die gemerkt heeft dat in de Bibliotheek van Verboden Boeken slechts één vrouw, Edith Templeton, figureert. Misschien laat het haar koud, en u ook, dat is niet uitgesloten. In zekere zin doet het dat met mij zelf ook, wat kan mij het commercieel te begrijpen beleid van De Morgen of De Standaard feitelijkschelen?

Het is alleen die kou die mij niet koud laat.

Tom Van Imschoot

Blanco Verso

We hebben deze keer geen verso bij de kontro gezocht. Niet omdat er geen kandidaten te vinden zouden zijn (het spreekt voor zich van wel), maar omdat we wilden vermijden dat de discussie weer zou uitdraaien op een conflict tussen kritisch en marktgericht denken. De verso is doelbewust blanco gebleven omdat de lezer zelf misschien maar eens aan het woord moet komen. We stellen het forum van deze blanco verso open aan lezers die, negatief of positief geprikkeld door wat in de kontro staat, hun betrokkenheid op een verboden boek willen neerschrijven. Anoniem, in de eigenlijke hoedanigheid van de lezer, of met naam en toenaam, als criticus. Stijl is persoonlijk. De meest sprekende reacties ontvangen een exemplaar van het eind 2002 heruitgebrachte boek van Roland Barthes, Mythologieën.