Kan iemand het kapitalisme redden? Makkelijk zat, met Netwerkman

Door op Wed Jan 11 2012 20:56:39 GMT+0000

Wie zijn ze, wat doen ze? Onder het mom van ‘cultuur moet je leren drinken zoals bier’, liefst met maten, trekt Netwerkman, alias Ervé De Patser, een jaar lang van vernissage over receptie naar première met een format zo fris als zijn lever: op zoek naar culturo’s in de coulissen, om eens kostelijk mee te lachen en te drinken bij het snuiven van de sfeer.

In deze aflevering: geen aflevering. Maar een persoonlijke brief aan de redactie die woedend is, vanuit de buik. Want hoe hip ook: het moet maar eens gedaan zijn met die aanslepende diarree aan dossiers over kunst in mijn eigen lijfblad. Geen kat kan nog onthouden wat in is. Misschien wil rekto:verso een glazen huis voor de kunst zijn. Maar het lijkt meer en meer op een glazen straat, I’m sorry.

Geachte redactie,

Noot kraakt wet. Ik vind het per email verzonden ‘subject’ waarmee u mij thematisch op pad stuurt voor deze vijftigste aflevering van rekto:verso echt niet kunnen – not done nota bene. Om het met mijn goede vriend Pat te zeggen: ‘J’ai déjà Donnez.’ Om de maand ontwikkelt u andere regels. Eerst moet kunst geweldig zijn, dan weer autoritair en nu not done, maar wat is het eigenlijk? Telkens pas ik mij vriendelijk aan, met als motto: ontevreden geld terug, in de hoop om er eens op te kunnen zitten. Maar mijn flexibele houding houdt op waar uw gebrek aan ruggengraat begint. I’m sorry. Want op den duur wordt het wel wat gemakkelijk om kritisch te zijn op kunst, als ik uw blad nu even niet voor de mond neem. Neem er gerust gif op in: niemand kan u volgen, zelfs niet op Twitter – nochtans praktisch als netwerk, publicitair. En dat zeg ik als vriend, zoals bekend! Wat zegt de commissie ‘culturele publicaties’ daarvan? Die mensen hebben van tijdschriften lezen hun lobby gemaakt, maar zij weten echt niet meer waar uw klepel hangt, zeker niet nu de vorm afwijkt van de standaard: ik spreek er genoeg mee af. Pas op, ik zeg niet dat uw lijf- en ledenblad rechtlijniger moet worden, iets kroms kan ook eens. Maar de indruk wekken zou al veelbetekenend zijn. Het volk heeft daar nood aan, of het klopt erop. Al te lang hebben wij geloofd in de strategie van bottoms up. Terwijl het top down moet zijn, ook in zaken van kunst of cultuur. Dat weet het kleinste kind. En een echte kunstenaar is dat, geloof mij gerust. Als rekto:verso dus over iets moet gaan, dan is het ‘over de top’. Anders hebben al de mensen die de bodem van onze cultuur bedekken, geen richtsnoer om zich aan op te hangen.

Vertel dus liever wat er gedaan moet worden, in plaats van te memmen over wat not done is. Wat is dat trouwens, not done binnen de kunst? Kunst waarom men eens kan lachen? Ik zie de pointe niet. Ik ken persoonlijk veel mensen die op dat vlak goed bezig zijn, hoe hellend ook. Dimitri Verhulst bijvoorbeeld, die sinds Mevrouw Verona bergaf gaat – populair bij het volk. U zult zeggen: dat is pathetisch. Maar waarom zou pathos niet hilarisch mogen zijn? Het volk wordt er gelukkig van. Kijk naar mijn favoriete YouTube-artiest, de Griekse technogod Iasos: ‘Playing Splash Happy on 2 keyboards’. Wie daarom niet lacht, kent niets van kunst, I’m sorry. Bovendien zijn tranen niet uitgesloten. Ik ken niemand die met zo weinig middelen zo veel effecten verwekt, allemaal met de glimlach. Het ziet er wat bijeengescharreld uit, maar voor de meeste Grieken is dat zeer identificeerbaar. En zijn wij niet allemaal Grieken, via deze crisis? (Niet toevallig een Grieks woord, overigens, zoals u vrijblijvend kunt navragen bij Hertmans S., de kennis die we in gemeenschap hebben).

Maar bon, ik wijk af. Wat mij eraan herinnert dat ik op een haar na Sjavoj Žižek heb ontmoet, de rock-‘n-rollfiloloog die Marx kan ontledigen vanop de sofa en daar veel gerucht mee maakt. Hij stond daar in zijn hemd, op straat, na een interview met Bert Bultmans van De Standaard, die ik nog goed gekend heb toen hij de opinies maakte in De Morgen, een bedrijf als een ander. Dat moet toch plezant zijn, journalist zijn in Vlaanderen vandaag. Ofwel zijt ge de politiek moe en moogt ge over cultuur en uw kinderen schrijven, Bernard Dewulf achterna, maar dan beter – ik bedoel: via het gebruiken van uw kinderen over uzelf, en dat is wat de mensen graag lezen. Zie onder anderen Bart Eeckhout. Ofwel blijft ge in de politiek, en wordt ge weer wat dikker, maar kunt ge uw vaste en eeuwige standpunt dat het de politiek vandaag aan ideologische strijd ontbreekt, van tijd in een ander blad slijten, dat daarmee dan reclame maakt in het vorige: Walter Pauli, Joël De Ceulaer, Wouter Verschelden, Liesbeth Van Impe, enfin, ik heb hier maar zesduizend tekens. Voor u klinkt dat misschien not done, omdat niemand naar rekto:verso WIL overlopen, maar onder Professionelen zorgt dat voor aangename consensus, en aldus is gans de straat proper.

Wat mij terug bij Žižek brengt, die daar op straat in zijn hemd stond en kennelijk in vorm was. ‘Oe, ge verstaat het nog altijd niet?’, brieste Žižek. ‘Ik wel, meneer Žižek, ik versta dat al jaren’, stotterde Bultmans. ‘Maar onze krant richt zich tot de publieke opinie van breed Vlaanderen, een specifiek soort niche, en onze lezers willen weten waar de klepel hangt, om mee te huilen met de klokken in het bos. Het zou bijvoorbeeld goed zijn als ge zoudt zeggen dat ge de N-VA genegen zijt. Enfin, zoiets, ik maak er dan wel iets van dat erop trekt. Ieder zijn vak, nawaar?’ ‘Bon, ik leg het nog eens uit. Eerst als tragedie, dan als klucht. En schrijf alleen dat laatste op. Dat schijnt wel mij te passen bij de toestand waarin uw journalistiek bedrijf terecht is verzeild.’ Amaai, van een sisser gesproken. Voor de klucht volgde er een imitatie van Kamiel Spiessens, niet te vergeten: over sjosjalisjme en sjuksesj. Maar helemaal heb ik het niet meer afgeluisterd. Ik moest nog naar een première van NVGent, zo’n typisch moment waarop alles samenkomt. En daarover wou ik u tot slot inlichten. In het raam van uw plan om een dossier te maken over wat nog not done is in de kunst – iets waar ik sowieso tegen ben, zoals gezegd – zou ik uw blad immers een voornemen aan de hand willen doen voor 2012, ook al is dat inderdaad not done. Het komt voort uit mijn innerlijke stelling dat er vandaag juist te veel aan kunst gedaan wordt. De markt speelt geen rol meer. Tenzij een abstracte, als ik hier die klucht van Žižek toch even mag hernemen. Mijn nieuwjaarswens is daarom eerder een oproep.

Kan iemand het kapitalisme redden?

Jazeker. De kunst kan dat. En het zou maar normaal zijn als uw blad haar daarin zou steunen, top down. Mijn bewondering voor Wim Opbrouck ging sowieso altijd over stoelen en banken: de manier waarop die man zijn kunst met de zaken van de NVGent weet te rijmen, is ongezien. Niet alleen trekt hij volle zalen aan. Bovendien ken ik niemand die zo goed authentiek speelt. Op de koop toe laat hij daar nu ook nog de bedrijfswereld voor opdraaien. In reactie op de dalende advertentiemarkt, een pijnpunt omdat de mensen dan gaan plassen, is hij voor de voorstelling Hans en Grietje met Lotus (van de speculooskoekjes) in het bos gegaan. Een klassiek sprookje van kunst en commercie, dat kinderen werkelijk aan hun stoel kluistert. Voor elk wat lekkers, dus. En er zit geen reukje aan. Ik stel voor dat rekto:verso daarop inzet, gelijkaardige initiatieven onder de kijker plaatst. Waarom geen reeks genaamd ‘De Lotuskus’? Iedereen moet uiteindelijk iemands gat likken. En dan kan het beter een gat in de markt zijn.

Geef mij eens ongelijk, in alle vriendelijkheid,

Ervé de Patser