Jeffrey Eugenides: redder van de liefdesroman

Door Yasmijn Jarram, op Sat Mar 17 2012 08:08:51 GMT+0000

Jeffrey Eugenides’ The Marriage Plot (2011) is een roman over de impact van de literatuur en de taal der liefde op de romantische beleving van zijn personages en lezers. Ondanks de deconstructie en pastiche van het huwelijk als een voorgekauwd complot, blijven de protagonisten ongeneeslijk romantisch. Hun verlangens ontvluchten de voorschriften van de huwelijksplot, zonder finale ontknoping.

Pulitzer Prize winnaar Eugenides realiseerde zowel een hedendaagse bewerking van de negentiende-eeuwse huwelijksplot als een postmoderne deconstructie van het liefdesverbond als romantisch ideaal. Een citaat van François de la Rochefoucauld (1613-1680) fungeert als motto: ‘Er zijn mensen die nooit verliefd zouden worden, als ze niet ooit over liefde hadden horen praten’. De Franse schrijver leek zich daarmee af te vragen in hoeverre wij in onze beleving en vormgeving van liefde worden beïnvloed door de (fictieve) verhalen die we erover kennen. Ook Eugenides’ roman draait om liefde, literatuur en de verwantschap tussen lezen en verlangen, met een bijrol voor religie. Dat alles leidt tot een dramatische maar nooit sentimentele liefdesgeschiedenis, waarin de schrijver zelf latent aanwezig is.

51_Jarram_c_Grant_Delin.jpgStudies over (romantische) liefde zijn er bij de vleet, maar waar anders dan in het leven zelf vindt de ware exploratie van dit thema plaats? In de roman. Terwijl de negentiende-eeuwse Victoriaanse roman het unieke, innige verbond met de ander verbeeldde en romantiseerde, is de vanzelfsprekende verhouding tussen de roman en de liefde nu zelf het onderwerp geworden van de literatuur. The Marriage Plot kijkt zo een grote uitdaging voor de literatuur in de ogen: is de roman nog altijd de plek waar de romantische liefde een authentieke plot krijgt?

VERLIEFD OP BARTHES

De vertelling gaat van start op de prestigieuze Brown University (Providence, Rhode Island, VS) in 1982. Met een aanstekelijke mengeling van ironie en ontzag schetst Eugenides de intellectuele tijdsgeest op de letterenfaculteit, waar Franse postmodernisten als Derrida, Lyotard en Deleuze in semiotiekcolleges zowel door docenten als studenten worden verafgood. Een van hen is de wat tuttige Madeleine Hanna, die eigenlijk verzot is op Victoriaanse literatuur en geen enkele affiniteit heeft met de trendy filosofen die de literatuur dood verklaren en verhalen reduceren tot ontzielde tekensystemen. Na het zoveelste onbegrijpelijke college vlucht Madeleine de bibliotheek in, waar ze stiekem gaat zitten lezen in een willekeurige negentiende-eeuwse roman: ‘Wat een verrukking als de ene zin logisch uit de vorige voortkwam! Wat een verrukkelijk schuldgevoel gaf dit schandelijk genieten van een verhaal!’ (In een interview verduidelijkt Eugenides de literaire semiotiek met een mop: ‘What do you get when you cross a semiotician and a godfather? An offer you can’t understand.’) Madeleines voortdurende strijd tussen intellect en sentiment vormt een rode draad in het boek en is bovendien toepasbaar op metaniveau.

Ondanks haar afkeer van de postmoderne theoretici is er één werk waarmee Madeleine meteen een innige band voelt, namelijk Barthes’ Fragments d’un discours amoureux (1977). Barthes stelt daarin dat liefde een cultureel concept is, iets wat wij in ons hoofd construeren op basis van liefdesverhalen die we gelezen hebben. Terwijl Madeleine dit boek ontdekt, wordt ze in het echte leven verliefd op haar charismatische (en – zoals later blijkt – bipolaire) medestudent Leonard Bankhead. Hoewel ze zich terdege bewust is van Barthes’ intentie de romantische liefde te deconstrueren, interpreteert ze zijn woorden naar eigen believen: ‘In plaats van haar fantasieën over de liefde te verdrijven had het boek die nog versterkt, waaruit bleek dat ze niet alleen een romanticus was, maar een slecht literair criticus bovendien.’ Wanneer ze Leonard voor het eerst hoopvol de liefde verklaart, wijst die triomfantelijk op een passage uit haar geliefde boek: ‘De figuur [“ik hou van je”] verwijst niet naar de liefdesverklaring, naar de betekenis, maar naar het herhaalde uiten van de liefdesschreeuw. Als de eerste betekenis eenmaal achter de rug is betekent “ik hou van je” niets meer.’ Daarop slingert Madeleine het boek naar zijn hoofd en ze beëindigt zo hun prille relatie. Tijdelijk, want ongeveer een jaar later treden de twee in het huwelijk.

Is de roman nog altijd de plek waar de romantische liefde een authentieke plot krijgt?

Literatuur, Fragments in het bijzonder, functioneert voor Madeleine als gids en houvast. We leren haar aanvankelijk zelfs kennen via een beschrijving van de boeken in haar studentenkamer. Ook de derde hoofdpersoon, de ernstige en ietwat sullige Mitchell Grammaticus die al jaren verliefd is op Madeleine, zoekt in de (religieuze) literatuur naar antwoorden op de typische vragen die pas afgestudeerden bezighouden. Wat ga je doen, waar ga je wonen en met wie, wat kun je, en vooral: wie ben je? Zowel Madeleine als Mitchell en Leonard experimenteren met verschillende versies van zichzelf. Hun zoektocht naar een persoonlijke identiteit, de manier waarop ze een positie innemen ten opzichte van leeftijdsgenoten, ouders en docenten, en hoe ze aan hun verwachtingen proberen te voldoen: het zijn stuk voor stuk kenmerken van de negentiende-eeuwse bildungsromans die Madeleine zo graag leest. Niet voor niets vangt The Marriage Plot aan op Graduation Day: de dag waarop de protagonisten head first worden gelanceerd in het volwassen bestaan, klaar of niet. Ook de gedetailleerde, zeldzaam realistische uitwerking van de protagonisten is karakteristiek. Of het nu gaat om Madeleines meisjesonzekerheden, Mitchells hunkering naar liefde of de duizelingwekkende processen die zich in Leonards manisch-depressieve hoofd afspelen.

UIT-GEHUWELIJKT

51_Jarram2.jpgOndertussen werkt Madeleine aan een volstrekt onmodieuze scriptie over de huwelijksplot, het wat belegen literaire gegeven uit de genoemde Victoriaanse romans van schrijvers als Austen, Eliot en de gezusters Brontë, waarin het vinden en uiteindelijk huwen van de ware man centraal staat. Het was het onbetwiste hoogtepunt van de romankunst, volgens Madeleines scriptiebegeleider: in die tijd had schrijven immers nog relevantie – de roman bezong het huwelijk, zoals het epos dat deed met de oorlog. De vrouwenemancipatie (met name het recht tot echtscheiding) betekende volgens hem dan ook de mokerslag voor de huwelijksplot, waarna zowel roman als huwelijk nog maar weinig voorstelden. Want wat doet het ertoe met wie je trouwt als je uiteindelijk toch weer kunt scheiden? Het werpt de interessante vraag op of de huwelijksplot inderdaad zo achterhaald is. Er wordt immers nog altijd geschreven over het huwelijk, dat weliswaar niet meer de ultieme levensvervulling is, maar nog altijd deel uitmaakt van de meeste mensenlevens. Toch is er alvast een duidelijk verschil te vinden in het wisselende dramatische gehalte: Tolstojs Anna Karenina die zich van het leven beneemt na de scheiding van haar geliefde zou door de hedendaagse lezer als een tikkeltje extreem worden beschouwd. In de oorspronkelijke tijd en context lijkt deze uitkomst echter bijna vanzelfsprekend: natúúrlijk springt ze voor de trein, na alles wat haar overkomen is.

Maar hoewel echtscheiding vandaag al lang niet meer het ergste is wat een vrouw kan overkomen, mede dankzij haar inmiddels bereikte economische onafhankelijkheid, blijft de zoektocht naar de ware springlevend in onze moderne samenleving. Via realityshows op televisie, datingsites op internet en de onverminderd populaire romcoms worden pathetische liefdesqueesten in geuren en kleuren tot ons gebracht, vooral tijdens de kerstdagen. En wat te denken van de eeuwig succesvolle bouquetromannetjes uit de supermarkt? Blijkbaar bestaat er een niet aflatend verlangen te worden meegesleurd in een smeuïg verhaal, ook al zijn onze sociale leefomstandigheden totaal veranderd. Dat is ongetwijfeld mede te verklaren door de universele liefdesverhalen die we van kinds af aan te horen krijgen: sprookjes over prinsen en prinsessen die steevast nog lang en gelukkig leven. Ze zijn zo diepgeworteld in onze cultuur dat een (onbewust) effect op onze verwachtingen van de liefde onvermijdelijk lijkt.

PLOT TEGEN VERSTIKKING

Het motto van Madeleines scriptie, afkomstig van Anthony Trollope, waarschuwde al: ‘Gelukkige liefde bestaat alleen aan het einde van een Engelse roman’. The Marriage Plot koppelt de ogenschijnlijke gedateerdheid van de huwelijksplot en het imagoprobleem van de romantische liefde in onze tijd aan de kwestie van het einde van de roman. Het kan niet anders of de mislukking van de liefdesplot moet ook tot een vertrouwensbreuk tussen de roman en de lezer leiden. Sprekend voorbeeld hiervan is de jonge feministe die Mitchell ongelovig aanstaart wanneer hij een boek van Hemingway uit zijn tas haalt: ‘Lees je dat echt?’

Toch slaagt The Marriage Plot erin om de deconstructie van de liefdesroman te deconstrueren, oftewel te reconstrueren, tot iets wat je een literaire bouquetroman zou kunnen noemen. In het dynamische en complexe karakter van zijn driehoeksverhouding geeft Eugenides de huwelijksplot (en zichzelf) op subtiele wijzevleugels. De twee liefdesrivalen, Mitchell (de Godzoeker), en Leonard (die er alles aan doet om niet uiteen te vallen) doorlopen weliswaar verschillende spirituele reizen, maar voeren beiden een strijd die samenhangt met de romantische drang naar het andere en de ander. Eugenides laat zien dat Mitchells voortdurende reiken naar de ander wellicht een vermomde vorm van eigenliefde is, en dat alles wat Leonard ondergaat om de eenheid van zijn ‘zelf’ te bewaren juist tot de lokroep van de ander leidt. Het aanvankelijk vermakelijke, herkenbare verslag van een ontluikende campusliefde ontaardt door Leonards meedogenloze ziekte geleidelijk in een wrang relationeel drama. De parallel tussen de manie van de huwelijksplot – de koppige zoektocht naar de zielsverwant in de liefde – en de manie in het hoofd van Leonard, die verzinkt in een labyrintisch zelf, lijkt de kracht van de liefde onafhankelijk te maken van een echtverbintenis als grande finale.

In het dynamische en complexe karakter van zijn driehoeksverhouding geeft Eugenides de huwelijksplot (en zichzelf) vleugels

Waar het huwelijk de Victoriaanse vrouw redding moest bieden, dwingt het Madeleine in de ondankbare rol van redder. Madeleines ambigue positie zorgt ervoor dat de roman het risicogehalte van de liefde omarmt, en zo weerstand biedt aan het fatalistische besef van het bedrog omtrent de huwelijksplot. Zo voelt zij zich enkel door de verzorging van Leonard – waarin ze net zo goed gevangen zit – zinvol en uitzonderlijk. Ze moet zich daarvoor evenwel een weg banen door het ‘donkere bos’ van zijn geestesgesteldheid. Hetzelfde geldt voor de auteur, die tijdens het schrijven de gevoelswerelden van zijn drie protagonisten moet loskoppelen – niet alleen van een verstikkende huwelijksplot, maar ook van de opvatting dat romantische begeerte louter bedrog is, zelfs al bestaat die bij gratie van de fictie.

We moeten in Eugenides, de romanschrijver die zich opwerpt als redder van de liefdesroman, ook een rest van ironie lezen met betrekking tot onze tijd: er is geen goeroe die eigenhandig het geluk van écht contact kan verzekeren. Waar Madeleine Leonard niet zal kunnen redden, weet deze roman ons van slechts één valse waarheid te verlossen: de gedachte dat fictie vroeger een betere, authentiekere gids in de liefde was.

Yasmijn Jarram is freelance auteur, redacteur en kunstcriticus.