Humppa-Metal

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Sinds het begin van de jaren 1990 domineert Scandinavië de wereld van de extreme metal. Zo is Noorwegen de bakermat van black metal, een muziekstijl die zeker in de beginjaren gespeeld werd door zelfverklaarde duivelaanbidders die er niet voor terugschrokken hun haat tegenover christenen kracht bij te zetten door het platbranden van kerken. Eén land hield zich jarenlang afzijdig: Finland. Tot het zich bijna tien jaar geleden op verpletterende wijze in het strijdgewoel stortte. Met agressie. Maar vooral: met humor.

Dansen op metal? Het kan. Meer zelfs, het ontstaan ervan is traceerbaar tot een exacte, zij het ietwat wazige nacht in een repetitieruimte in Helsinki in maart 1997. Gitarist Teemu Raimoranta en keyboardspeler Jan Jämsen lagen er te slapen na een avond Finse gezelligheid. Jan werd halfdronken wakker en begon op keyboard een folkmelodie te spelen die op verzoek van Teemu omgezet werd naar de traditionele humppa-stijl, de typische Finse volksmuziek die verwantschap vertoont met Duitse polka en die grotendeels een imago van suffig folkloristisch vermaak en bejaarde, dikbuikige accordeonspelers met zich meedraagt. Aangezien zowel Jan als Teemu actief waren in extreme metal (zo was Teemu gitarist bij de compromisloze black metal-band Impaled Nazarene), werden er spontaan door massieve distortionpedalen gehaalde elektrische gitaren en brutale zanglijnen aan toegevoegd. Het resultaat: humppa-metal. De band: Finntroll. Ze waren er die dronken nacht in geslaagd een totaal nieuw metalgenre te creëren dat hen uit dat kleine repetitiehok op nummer twintig in de Finse album charts zou brengen en dat onder andere al geleid heeft tot een optreden op Graspop Metal Meeting in Dessel voor elfduizend hossende headbangers.
Finntroll heeft dan wel een aantal bands in het kielzog gekregen zoals Ensiferum en Korpiklaani, maar aan de vooravond van hun tienjarige bestaan blijven ze het genre onaantastbaar domineren. De twee stichtende leden zijn er intussen niet meer bij. Jan Jämsen, roepnaam Katla, kreeg een tumor op zijn stembanden en moest na verschillende operaties en behandelingen in juni 2002 zijn microfoon definitief opbergen. Teemu Raimoranta, roepnaam Somnium, werd toen hij pas vijfentwintig was de dupe van zijn rijkelijk van alcohol voorziene levensstijl, voor velen nog steeds de metal way of life. In 2003, bijna exact zes jaar na het opstarten van Finntroll, sloeg hij dronken van de Pitkäsilta-brug in Helsinki te pletter op het ijs. De band die ze hadden opgericht bleef echter bestaan en perfectioneerde de stijl die Finntroll zo uniek maakt: een combinatie van black metal en traditionele Finse humppa-muziek.

ÜBERHUMPPA

De basis van humppa-metal bestaat uit een strakke ritmesectie, die nog het best te vergelijken valt met een Oktoberfest op speed of hillbillies die in een bezeten tempo het ritme in hun kruiken blazen. Finntroll had het in eerste instantie dan ook over trollish hoedown metal, waarbij trollish op de thematiek sloeg en hoedown op het karakter van en de ambiance in de muziek. De Oktoberfest-tuba, waarvan het karakteristieke geluid tot de naam ‘humppa’ heeft geleid, is wel grotendeels vervangen door een basgitaar. De bas wordt begeleid door de kenmerkende supersnelle black metal drums die in de iets stevigere stukken het allerminst gezapige tempo van om en bij de vijftien aanslagen per seconde halen. De hierdoor gecreëerde agressie wordt dan weer ondersteund door de ritmegitaar, waardoor ruimte vrijkomt voor de leadgitaar en een hele resem folkinstrumenten. Die plaatsen door Finse, Russische en Oosterse folk geïnspireerde melodielijnen bovenop de razende trollensoundtrack. Accordeons, violen, mondharpen, piano’s en een hele orkestbak blaasinstrumenten maken het geheel wat melodieuzer maar ondersteunen merkwaardig genoeg ook de agressieve klank, waardoor de bandleden het aanschijn van razende trollen krijgen die in een allesverwoestende maalstroom van geluid de hele zooi in stukken willen slaan. Die indruk wordt fijntjes afgewerkt door de in de beginjaren naarstig aangetrokken strijdgewaden van dierenhuiden en de met onbestemd vuil besmeurde gezichten van de bandleden, waardoor ze recht uit de zompige moerassen van Finland leken te komen. De schel geschreeuwde teksten over trollen die mensen als slachtvee behandelen, maken het plaatje dan compleet.
Agressief dus, en toch. De heren (vrouwen moeten in de metalwereld spijtig genoeg niet meer doen dan zwijgen en mooi zijn of pseudo-etherische Weltschmertz kwelen) mogen dan het tempo drastisch opgevoerd hebben, humppa is en blijft feestmuziek. De traditionele versie die nog steeds op allerlei volks- en oogstfeesten wordt gespeeld, is verwant aan jazz, polka en snelle foxtrot en wordt doorgaans aan 250 tot 280 beats per minute gespeeld. Humppa, een naam die in de jaren 1950 aan de muziekstijl en de daaraan verbonden volksdans gekoppeld werd door radiomaker Antero Alpola, staat in Finland per definitie voor Wein, Weib und Gesang. De interesse voor humppa mag dan in de afgelopen decennia al verschillende keren gedaald zijn, door de opgewektheid heeft de muziek al evenveel revivals en herinterpretaties gekend. Finntroll werd bijvoorbeeld voorafgegaan door het meer salonfähige Eläkeläiset, wat zoveel betekent als ‘de gepensioneerden’, een groep twintigers die sinds 1993 door middel van een hele reeks gimmicks de klassieke humppa opnieuw populair maakte bij feestende jongeren in onder meer Finland, Duitsland en Polen. Ze hielden het tot in 1999 vol om in elke songtitel het woord humppa, polkka of jenka (de naam voor de meer melancholische Finse volksmuziek) te verwerken. Het meest bekend zijn ze echter voor de humor die ze in de muziek brengen, onder meer door alcoholische drank te verstoppen voor hun publiek in de concertzalen en door hun coverversies van bekende pop- en metalsongs. Zo zijn er humppa-covers van ‘Viva Las Vegas’ van Elvis Presley (‘Humppaleka’), ‘Barbie Girl’ van Aqua (‘Humppabarbi’), ‘Ace of Spades’ van Motörhead (‘Sorvarin Humppa’) en ‘Enter Sandman’ van Metallica (‘Soramonttuhumppa’). Precies dat door alcohol gevoede Finse gevoel voor humor is een eigenschap die door Finntroll op geheel eigen wijze in hun muziek geïncorporeerd werd.

HEADBANGEN OP KLOMPEN

Op muzikaal vlak mag Finntroll dan al schatplichtig zijn aan subgenres als black, death, folk en viking metal (met groepen die respectievelijk houden van satan, geweld verheerlijken, folk in een metalen jasje gieten en zich hedendaagse volgelingen van Odin wanen), toch heeft de groep zich precies omwille van die overtrokken ernst inhoudelijk van deze genres gedistantieerd. Finntroll wil zijn eigen ding doen en heeft daarbij zonder onderscheid een (deels gespeelde) hekel aan iedereen die dat in de weg staat: christenen, satanisten, metalbands … en Finnen. Door de introductie van de onwaarschijnlijk vrolijke humppa in extreme metal met brutale teksten over trollen geeft Finntroll eigenlijk meteen prijs waar het hen om gaat: de metalclichés worden zodanig in het absurde getrokken dat wat overblijft een parodie wordt op alles en iedereen, zichzelf en extreme metal incluis. Eigenlijk willen ze maar één ding: drinken en feesten als een bezeten dweilorkest. Hedendaagse metal bestaat nog steeds grotendeels uit in het zwart gestoken bands die dezelfde leidmotieven al jarenlang herhalen: dood, foltering, pijn, enzovoort. Bij Finntroll moet er gelachen en gedanst worden. Om dat te onderstrepen worden een aantal inconsequenties fijntjes doorgevoerd. Zo komt de naam ‘Finntroll’ van het scheldwoord dat Zweedse vikingen vanuit hun mythologische verachting voor trollen aan de toenmalige inwoners van Finland toekenden. Merkwaardig genoeg zijn de teksten van Finntroll opgesteld in het … Zweeds. Deels omdat het de moedertaal is van stichter Jan Jämsen, die deel uitmaakt van de Zweedssprekende minderheid in Finland, maar vooral omdat het damn trollish (sic) klinkt. Finntroll kiest er in tegenstelling tot de serieuze folkmetalbands bovendien niet voor om zich tekstueel te laten inspireren door de rijke literaire traditie. Zo wordt de Kalevala (het Finse nationale epos vol mondeling overgeleverde volkspoëzie dat de hoeksteen vormt van de nationale identiteit van het pas in 1917 onafhankelijk geworden Finland) resoluut terzijde geschoven en worden eigen mythen en sagen gewoon verzonnen. De hoofdfiguur wordt op die manier niet een of andere incarnatie van Odin, maar Rivfader (scheurvader), een verzonnen trollenkoning die gefantaseerde avonturen beleeft waar het bloed grandioos van af spat. Finntroll gebruikt dus het vertrouwde ‘medium’ van de extreme metal om een rauw gevoel voor humor aan te spreken dat de metalwereld altijd al in zich heeft gedragen. Het tolerantieniveau van metalfans voor zwarte en politiek incorrecte humor is bijvoorbeeld heel wat hoger dan dat van de gemiddelde medemens. Wat als shockerend kan worden ervaren, is voor veel metalfans louter een bron van amusement. Ze zijn daardoor vaak liefhebbers van bloederige horrorfilms en zijn niet vies van leedvermaak, zeker wanneer het personen betreft die door hun eigen stommiteit in een absurde, penibele situatie verzeild zijn. Metalfans hanteren echter nog steeds grenzen, zij het zelf opgelegde grenzen die sterk kunnen afwijken van die van de doorsnee burger, zodat er wel degelijk nog sprake is van een apart gevoel voor humor en geen afwijking in, bijvoorbeeld, delinquentietolerantie.
Finntroll spreekt dit aparte gevoel voor humor aan zowel door de vorm (humppa) als de inhoud, die nog het best te vergelijken valt met splatter movies die door een overdaad aan rondvliegende ledematen onmogelijk serieus genomen kunnen worden en op die manier zuiver entertainment worden. Finntroll is brood en spelen, bier en metal, met om de zoveel tijd een nieuw album (het volgende is volgens de officiële website gepland ergens tussen nu en 2105) en vooral veel feestoptredens. Die parodie op metal wordt niet door iedere headbanger gewaardeerd. Sommigen beschouwen metal nog in die mate als een deel van hun identiteit dat ze humor als een persoonlijke belediging opvatten. Hun identificatie met een bepaald metalgenre en het daarin vervatte wereldbeeld gaat immers zo ver, dat ze elke afwijkende interpretatie van dat genre als een persoonlijke aanval interpreteren. Dit is zeker zo bij aanhangers van black metal, een genre dat uitblinkt in elitarisme, zelfprofilering en de minachting voor andere metalgenres. Dat levert op metalforums bijvoorbeeld al jarenlange verhitte discussies op over wie zichzelf een ‘echte’ metalhead mag noemen, discussies gekenmerkt door een opmerkelijk gebrek aan zelfrelativering.
Gelukkig redeneert niet elke metalfan zo en was de tijd hoe dan ook rijp voor humor. De periode dat black metalbands journalisten opdroegen te schrijven dat geen van de bandleden ooit lachte, blijkt al een tijdje achter de rug. Zelfrelativering mag gelukkig, voornamelijk door gebruik te maken van het favoriete wapen van metalbands: de parodie, die zich zowel richt tegen wat gemakshalve de burgerlijke wereld genoemd kan worden, als tegen zichzelf. Goddess of Desire, een Nederlands ensemble dat uitblinkt in het vervaarlijk rondzwaaien met zwaarden en ander wapentuig, speelde tijdens een concert in Nijmegen in september nog een levenslied in de stijl van Frans Bauer. De black metalband Carpathian Forest trad al op met twee corpulente danseressen van zeer gezegende leeftijd. En Garmenhord, een Belgische band die een variant op folk metal speelde, vierde het uitbrengen van een nieuwe cd door het podium te versieren met strobalen en rieken, het neerknuppelen van concertgangers met opblaasknotsen en het uitdelen van rapen en uien aan het hongerige publiek. Bijzonder soort humor, maar nu zonder meer aanvaard in de metalscene.

DE FINNTROLL-SAGA

De aparte invalshoek verklaart uiteraard slechts gedeeltelijk hun succes. De metalscene heeft wel meer bands gekend die door een of andere parodie of het uitvergroten van clichés kortstondig succes kenden, maar ze verdwenen doorgaans al even snel als ze gekomen waren. Finntroll is echter allesbehalve een one trick pony. Ze zijn er telkens weer in geslaagd om gevarieerde, technisch uitstekend uitgevoerde albums af te leveren, in die mate zelfs dat folkmuzikanten hen om advies komen vragen. Het zijn dan ook rasmuzikanten die door jarenlange ervaring zo’n brede kennis opgebouwd hebben dat ze de structuur van metal en humppa perfect hebben doorgrond en samenbrengen tot gelaagde en aantrekkelijke songstructuren. De nummers kunnen daardoor niet alleen rekenen op een directe slagkracht, ze blijven bij herhaalde beluistering ook probleemloos overeind en verrassen telkens weer. Bovendien is Finntroll een van de creatiefste bands die ik ken. Ondanks de veelvuldige personeelswissels is de spontane chemie tussen de bandleden immers quasi onnavolgbaar, waardoor de muziek een virtuositeit meekrijgt en in de eerste plaats drijft op sfeer. De strak gespeelde nummers zijn telkens weer meeslepend en melodieus en fascineren door hun pakkende ritmes en onverwachte tempowisselingen. Hierin zit dan ook de grote kracht van Finntroll: het bijna argeloos tentoongespreide vakmanschap staat volledig ten dienste van muziek die opzweept en weer neerslaat, duwt en trekt, en die vooral niet pretendeert iets meer te zijn dan het resultaat van de fantasie en het plezier van een paar Finse kerels.

Vlak voor ze hun tienjarige bestaan vieren, staat Finntroll nu voor hun mogelijk moeilijkste opdracht: het bewaren van hun unieke karakter. Door hun wereldwijde aanhang, die zich uitstrekt tot in Canada en Japan, dreigt de band zichzelf te overgroeien. De naam is een begrip geworden, een merknaam zelf. Sjaals, polsbandjes en muismatjes worden op kruissnelheid geproduceerd. De band richt zich nu voornamelijk op het spelen in grote zalen en op festivals die tienduizenden bezoekers trekken. Er werden daardoor al toegevingen gedaan, onder meer op het vlak van kostumering die meer mainstream is geworden, zoals ook dreigt te gebeuren met de band zelf. De productiemachine moet immers renderen en nieuwe afzetmarkten moeten gevonden worden omdat het klassieke metalpubliek verzadigd dreigt te raken. Maar nu bevinden ze zich nog steeds op het hoogtepunt van hun succes en gaat Finntroll gewoon door met waar ze het best in zijn: feesten. Op 29 december speelden ze als headliner in Hof ter Lo in Antwerpen, met als een van de supporting acts Sodom, een absolute legende in de metalwereld. Wat de status van Finntroll in de metalwereld nog maar eens bevestigt. En er komt een dvd ter gelegenheid van hun tienjarige muzikale loopbaan.
Trollen bestaan, ze komen uit Finland en voorlopig lijkt er geen houden aan.

DISCOGRAFIE

Rivfader (1998) (demotape)
Midnattens widunder (Season Mist America, 1999, cd)
Jaktens tid (EMI, 2001, cd)
Visor om slutet (EMI, 2003, mcd, akoestisch album als eerbetoon aan Somnium)
Trollhammaren (EMI, 2004, mcd)
Nattfödd (EMI, 2004, cd)

www.finntroll.net