Hoe maak je de bibliotheek weer relevant?

Door Krist Biebauw, op Fri Oct 28 2016 11:47:46 GMT+0000

Het laatste decennium is er veel geschreven over bibliotheken in het algemeen en openbare bibliotheken in het bijzonder. Daar zijn goede redenen voor want wereldwijd daagt de digitalisering de kern van bibliotheekwerk uit. Toegang tot informatie was lang het alleenrecht van bibliotheken, nu vormen zoekmachines een comfortabel alternatief. Bovendien zorgen demografische en sociologische veranderingen dat bibliotheken de aansluiting met een deel van de bevolking lijken te verliezen. Reden genoeg voor polemiek.

Polemiek leidt zelden tot nuances. Grof gesteld zijn er drie scherpe stellingnames. Zo vinden velen dat de bibliotheek zichzelf aan de nieuwe realiteit moet aanpassen door zich op een efficiëntere dienstverlening te richten terwijl anderen de bibliotheek willen herdefiniëren als een ontmoetingsplek, een ruimte om in gezelschap te werken, te studeren of deel te nemen aan activiteiten. Een kleinere groep blijft vooral de waarde van de bibliotheek als cultuurhuis benadrukken, waarbij de aanwezigheid van een ruime (literaire) collectie een waarde op zich is.

73_Biebauw_krook.jpg

Polemiek is leuk én noodzakelijk, maar daarnaast is er ook de realiteit. Het leenmodel van openbare bibliotheken kent wereldwijd een achteruitgang. In Nederland daalde het aantal uitleningen en het aantal leden de laatste jaren drastisch. In Vlaanderen is de situatie minder dramatisch, o.a. door een ander organisatiemodel, maar ook door het feit dat Vlaanderen een (nog) kleine(re) markt is. We leven echter op “geleende tijd”. Ooit haalt de realiteit van andere landen ons (allicht versneld) in. Bovendien gaat de digitalisering in versneld tempo verder. Tien jaar geleden waren sociale media nog embryonaal, ondertussen zijn ze dagelijkse realiteit voor de meesten. Sindsdien zorgde de introductie van tablets en apps voor een ware revolutie in de omgang met technologie. Het veranderde het leesgedrag. Mensen lezen niet minder dan vroeger, maar beduidend minder gestructureerd, gestuwd door wat bovendrijft via sociale media op hun “devices”. Onze cultuur zelf verandert ingrijpend door de digitalisering.

Economische vs. sociale bril

Die veranderde realiteit dwingt tot keuzes. Veel bibliotheken, vooral in Nederland, kijken – zonder dat zo te benoemen – door een economische bril naar de bibliotheek. Ze houden strak vast aan het leenmodel en proberen de bijhorende dienstverlening zo efficiënt mogelijk te realiseren. Als je naar de leencijfers kijkt, levert dit vaak winst op korte termijn op.  Nederlandse bibliotheken zijn trendsetter in het zogenaamde “winkelconcept”. De bibliotheek wordt uitgebaat als een winkel, waarbij kleinere bibliotheken geschrapt worden om te investeren in een beperkter aantal “mooi” vormgegeven uitleenplekken met ruime openingsuren. Er wordt daarbij  ingezet op efficiëntie in de werkprocessen, met minder personeel voor assistentie, en waarbij de collectie sterk wordt afgestemd op de markt.

Andere bibliotheken bekijken de uitdagingen door een sociale bril. Ze ontwikkelen alternatieve modellen, gericht op secundaire functies en op andere noden:de “verblijfsbibliotheek” (comfort) of de “belevenisbibliotheek” (activiteiten, experiences). De aandacht verplaatst zich van collectie (en de bijhorende dienstverlening) naar andere aspecten. Dat heeft duidelijk consequenties voor het leenmodel. Bibliotheken die zich zo profileren verliezen leners, maar ook het succes op die andere functies is onzeker. Loopt men hier niet het risico van een makkelijk marketingconcept, dat vrij snel verdrongen raakt door de volgende hype, the next big thing?

Van informatieschaarste naar -overvloed

En natuurlijk zijn er bibliotheken die stug voortboeren, die hun instituut als culturele waarde positioneren en blijven investeren in collectie en bemiddeling. Ik wil hier zeker niet te negatief over doen. De bibliotheek blijft ook voor mij in de eerste plaats een cultuurhuis, geen sociale instelling en nog minder een marktplaats. Maar de openbare bibliotheek is ook geen archief, waar collecties bewaard worden voor de eeuwigheid. Daar zijn nu eenmaal gespecialiseerde bewaarbibliotheken voor. Een openbare bibliotheek – what’s in a name? – heeft wel degelijk een maatschappelijke functie. De openbare bibliotheek moet zichzelf herdenken vanuit haar ontstaan.

book sculpture van Alicia Martin

Die oorsprong zit stevig vervat in de arbeidersontvoogding, ons DNA is – met een lekker ouderwets woord – de volksontwikkeling. Bibliotheken die ingebed waren binnen sociale bewegingen dienden “lectuur”, “informatie” en “cultuur” beschikbaar te maken voor de gewone man. Op de vraag hoe je boeken binnen ieders bereik brengt, was het leenmodel een geweldig antwoord. Een succesverhaal van méér dan honderd jaar. Maar ondertussen zijn boeken (verhoudingsgewijs) niet meer zo duur en is informatie altijd en overal beschikbaar. Van schaarste zijn we in een tijd van informatieovervloed beland. Het is duidelijk dat het leenmodel geen antwoord op deze nieuwe uitdaging biedt. Toegang tot informatie is niet langer het probleem, wel het vinden van goede en kwalitatieve informatie. Mensen zien door de bomen het bos niet meer, worden door commerciële zoekmachines gemanipuleerd (in functie van verkoop, vanuit bevestiging van hun zoekgedrag,…), kunnen informatie niet interpreteren of in de juiste context plaatsen.

Een bibliotheek die zijn basistaak vandaag herdenkt, moet juist (meer) inzetten op het versterken van mensen in een kennissamenleving, op het oriënteren in de veelheid aan informatie en op het verbinden van informatiebronnen tot betekenisvolle gehelen. Kennis is geen accumulatie van feiten en weetjes, maar eerder een web dat de relaties tussen die feiten verbindt. De bibliotheek geeft niet louter toegang tot informatie, maar creëert de voorwaarden om van informatie tot kennis en cultuur te komen. Ze faciliteert en stimuleert dat leerproces. Hetverzamelen van informatie, het faciliteren van toegang is pas zinvol in het kader van zo’n leerproces. Dat betekent dat de bibliotheek de context van informatiebronnen duidelijk maakt (betrouwbaarheid, kwaliteit) en op zo’n manier met elkaar in verband brengt dat thema’s en onderwerpen verhelderd worden. In de Gentse bibliotheek ontwikkelen wij daarom een content managementsysteem dat onze medewerkers toelaat om informatie met elkaar te verbinden, waardoor publieke dossiers ontstaan die mensen kunnen helpen om zich te oriënteren in bepaalde thema’s. Het gaat dus niet louter om een aanbod, maar om interactie met de bezoeker, om maatwerk, om het inspireren, om het delen en creëren van kennis en cultuur.  De collectie staat nog altijd centraal, maar niet meer louter in functie van ontlening. Het gaat niet om aankopen, verwerken en ontlenen, maar om actief werken mét de collectie en mét het publiek.

Het leenmodel was een succesverhaal van méér dan honderd jaar, maar ondertussen zijn boeken niet meer zo duur en is informatie altijd en overal beschikbaar. Het is duidelijk dat het leenmodel geen antwoord op deze nieuwe uitdaging biedt.

Dynamische bibliotheek

De bibliotheek is heel lang een statisch model geweest, waarbij het aanbod voor iedereen gelijkaardig was: kasten met boeken, volgens een doordachte logica geordend, wachtend op leners. Deze passieve bibliotheek is niet meer houdbaar. De samenleving is dermate dynamisch geworden, dat elke instelling die relevant wil blijven deze dynamiek moet leren hanteren. De bibliotheek moet een actieve organisatie worden, die bewust in interactie treedt met de diversiteit aan leefstijlen in onze samenleving. Kennis en cultuur ontstaan in interactie. Kennisverwerving is voor een groot deel individueel, maar ook ten dele een sociaal gegeven. Hetzelfde geldt voor cultuurcreatie en –participatie. De bibliotheek kan dus niet meer aan de zijlijn staan wachten op leners, maar moet in dialoog treden en de inbreng, de noden en verwachtingen van bibliotheekgebruikers volwaardig meenemen in haar werking.

Bibliotheken moeten wat mij betreft wél blijven investeren in kwaliteit eerder dan in kwantiteit, zeker ook wat personeel betreft. Bibliotheken zijn altijd goed geweest in het plaatsen van boeken en andere informatiedragers in een samenhangende collectie. Vanuit die samenhang wisten (weten) zij leners goed te adviseren. De uitdaging is nu om dit met een veelheid van bronnen te doen, die bovendien in toenemende mate digitaal zijn. Vanuit deze uitdaging kunnen bibliotheekmedewerkers niet gereduceerd worden tot “opzichters” in een publieke ruimte. Kwalitatieve ondersteuning vormt juist de essentie van de bibliotheek.

Bibliotheken moeten noodgedwongen veel aandacht hebben voor noden van verschillende groepen in de samenleving. Een democratische samenleving vergt burgers met de kennis en vaardigheid om met gefundeerde argumenten met elkaar het gesprek aan te gaan. Vanuit die vaststelling blijft aandacht voor taal en lezen primordiaal omdat veel kennisoverdracht in onze samenleving talig is. Goed kunnen lezen is essentieel om te functioneren in de huidige kennismaatschappij. Onderzoek toont aan dat het lezen - in een stimulerende leesomgeving - al op heel jonge leeftijd belangrijk is, omdat het taalvermogen zich in een vroeg stadium ontwikkelt. Bovendien helpt lezen om de hersenen te structureren. Er is een directe link tussen beter en meer lezen en meer en makkelijker leren. Lezen is dus niet alleen een bron van plezier, maar essentieel om het leervermogen te stimuleren (en te onderhouden).

73_Bib_krook.jpg

Het spreekt voor zich dat de bibliotheek hier – samen met het onderwijs - inzet op het stimuleren van taalbeheersing, verbeeldingskracht en uitdrukkingsvaardigheid van jonge kinderen. Wij voorzien daarom boekenpakketen in crèches, waarbij de opvoeders opgeleid worden om met die boeken aan de slag te gaan. We organiseren daarom voorleessessies in kansarme gezinnen en meertalige voorleesmomenten in onze buurtbibliotheken. De bibliotheek moet als gebouw, als dienstverlening, als werking, het belang van het lezen illustreren, dat lezen faciliteren en focussen op het lezen als interactie – en wel voor alle leeftijden (levenslang leren).Wie een boek leest, gaat immers in conversatie. Met de auteur, met andere lezers, maar natuurlijk ook met zichzelf: hoe interpreteer ik dit, hoe gebruik ik de ideeën die ontstaan bij het lezen. Investeren in de cultuureducatieve opdracht van de bibliotheek is essentieel. Laat meteen duidelijk zijn dat óók de ervaren lezer in die bibliotheek een belangrijke bezoeker blijft, met het recht op een kwalitatieve, gediversifieerde, gelaagde collectie die ook ons literair patrimonium prominent in het vaandel blijft dragen.

De keuze voor een toekomstbestendige bibliotheek impliceert ook een blijvende investering in technologie. Technologie hoeft immers niet alleen een alternatief te zijn voor de bibliotheek, ze kan er ook de versterking van zijn. Langzaam zal de bibliotheek het leenmodel los moeten laten, gewoon omdat het aan relevantie verliest. Een toekomstbestendige bibliotheek evolueert mee met een veranderende samenleving en met veranderende technologische mogelijkheden. Ze behoudt als openbare instelling haar relevantie voor het publiek door te veranderen met de tijd, maar niet sneller dan de tijd. Ze leert de zekerheden van het verleden te lossen en nieuwe mogelijkheden te omarmen. Het gaat niet om de rekken en de planken, maar om het realiseren van de maatschappelijke opdracht om mensen tot kennis en cultuur te brengen.

Krist Biebauw is directeur van bibliotheek in Gent

Dit artikel is een reactie op de opinie van Chris Ceustermans: 'de neergang van de stedelijke bibliotheek'. Lees hier ook het interview met Eli Neiburger, deputy director van de openbare bibliotheek in Ann Arbor, Michigan, VS.