Het Israëlisch-Palestijns conflict in feit en fictie

Door Johannes De Breuker, op Mon Oct 21 2013 07:16:21 GMT+0000

Het Israëlisch-Palestijns conflict blijft niet alleen de wereldpolitiek, maar ook filmmakers heftig beroeren. Zo verschijnen nu tegelijk de confronterende Belgische documentaire Thank God It's Friday en het intrigerende Israëlische drama Omar. Beide films bekommeren zich om de jeugd in het conflictgebied. Hoe treden zij de toekomst tegemoet?

Eerder dit jaar bogen The Attack (2012, Ziad Doueiri) en The Gatekeepers (2012, Dror Moreh) zich al over de eeuwige schuldvraag in het Israëlisch-Palestijns conflict. In de documentaire Thank God It's Friday van Jan Beddegenoodts en Niel Iwens en het drama Omar van de Nederlands-Palestijnse regisseur Hany Abu-Assed (Oscarnominatie voor Paradise Now, 2005) wordt nu ingezoomd op de jongere generaties. Ondanks al die aandacht blijft de diepere grond van het conflict voor buitenstaanders moeilijk te vatten. Zelfs veel Israëli’s en Palestijnen begrijpen niet, of willen niet begrijpen, wat er aan de hand is. Pleitbezorgers van beide kampen profiteren van deze gebrekkige kennis en herleiden de complexe geschiedenis tot een goed-fout verhaal waarin zij het slachtoffer zijn en de ander de vijand. Vandaar ook dat Israël zenuwachtig reageerde op de publicatie van de trailer van Thank God It's Friday op YouTube. De verschillende partijen zijn zich immers terdege bewust van de draagwijdte van nieuwe media.

Wat trekt filmmakers zo aan in dit conflict? De een spreekt uit persoonlijke ervaring, terwijl de ander eerder handelt vanuit een sociaal engagement. Wat de motivatie ook moge zijn, het conflict is nooit een onschuldig onderwerp. De strijd is inmiddels zo gemediatiseerd en gepolariseerd dat elke film of documentaire tot verhitte discussies leidt. Zowel op als naast het scherm is het quasi onmogelijk om geen kamp te kiezen. Welke standpunten nemen Thank God It's Friday en Omar al dan niet in? Een kijk op het conflict in feit en fictie.

VRIJDAG PROTESTDAG

Het Palestijnse dorp Nabih Saleh en de aanpalende Israëlische nederzetting Neveh Tzuv liggen op een steenworp van elkaar. Toch zijn het twee aparte werelden

De Israëli's en de Palestijnen zitten sinds enkele maanden terug rond de tafel voor officiële vredesgesprekken, maar tegelijk zijn er geruchten over een derde Intifida die zou worden voorbereid. Een van de grootste pijnpunten zijn de nederzettingen of jisjoevs die Israël blijft neerplanten in bezet Palestijns gebied. Net daarop zoomt Thank God It's Friday in. Bijna twee jaar lang verzamelden Beddegenoodts en Iwens footage van het dagelijkse leven in het Palestijnse dorp Nabih Saleh en de aanpalende Israëlische nederzetting Neveh Tzuv. De dorpen liggen op een steenworp van elkaar in de streek rond Ramallah op de Westelijke Jordaanoever. Toch zijn het twee aparte werelden.

58_DeBreuker_TGIF.jpgIn hun documentaire gaan de makers op zoek naar precies dat contrast. In de proloog wordt de kijker snel up-to-date gebracht door enkele nieuwsreporters die het probleem tussen Neveh Tzuh en Nabih Saleh uit de doeken doen. Vaak is dat een gemakkelijkheidsoplossing, maar hier worden de stand-ups van de nieuwsreporters mooi in het verhaal gepast. Zij verslaan immers de vertoning van de documentaire die we te zien krijgen. Zo slaan de makers twee vliegen in één klap: ze realiseren een efficiënte expositie én benadrukken de bijzondere nieuwswaarde van het verhaal.

De absurde discrepantie tussen Neveh Tzuf en Nabih Saleh wordt in het tweede deel slim uitgewerkt door de vrijdagen waarop de titel alludeert, in beide gemeenschappen naast elkaar te leggen. Terwijl ze het gezegde 'thank God it's friday' in de Israëlische nederzetting alle eer aandoen – ze moeten zich voorbereiden voor de sjabbat, hun wekelijkse rustdag – staan diezelfde vrijdagen voor de Palestijnen in het teken van protest. De 'officiële' aanleiding voor dit wekelijkse protest dateert uit 2009, toen Neveh Tzuv de waterbron van Nabih Saleh innam. De achterliggende reden van de marsen is echter de bouw van nederzettingen die de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties als illegaal beschouwt. Door in te zoomen op het geschil tussen deze twee kleine gemeenschappen, wordt het Israëlisch-Palestijns conflict tastbaar en begrijpelijk.

TRANEN EN DEFAITISME

Terwijl het conflict vaak geframed wordt vanuit zijn religieuze tegenstellingen, legt Thank God It's Friday de nadruk op de materiële verschillen

De stuwende kracht doorheen de documentaire zijn de wisselende point of views, ingezet door een enthousiaste dame die ons rondleidt in het 'paradijselijke' Neveh Tzuf, 'the most beautiful Yisjuv in Israël'. Terwijl de getuigenissen eerst nog onschuldig lijken, zorgen de sprekende beelden en intelligente contrastmontage gaandeweg voor een gecompliceerder beeld. Zo zien we tijdens de verklaring van twee jonge inwoners van de nederzetting – ze vertellen dat het een vrijdag als een andere is – de camera van het gesprek afdwalen om stil te houden bij het Israëlische leger dat in actie komt. Hoe normaler de vrijdag voor de inwoners van de nederzetting, hoe abnormaler wij hun realiteit(szin) beginnen te vinden.

58_DeBreuker_TGIF2.jpgTerwijl het conflict vaak geframed wordt vanuit zijn religieuze tegenstellingen, legt Thank God It's Friday de nadruk niet op ideologische abstracties, maar juist op wat we zelf kunnen zien: de materiële verschillen tussen het 'paradijselijke' Neveh Tzuf en het 'oorlogsgebied' Nabih Saleh. De ene bewoner ligt onbezonnen aan de rand van het zwembad te genieten ('The pool, that's really something else’) of naar het gefluit van de vogels te luisteren, terwijl de andere oog in oog staat met het Israëlische leger en zijn kinderen ziet opgroeien in armoede. Beddegenoodts en Iwens bouwen rond dit contrast een spanningsboog op die stapsgewijs uitmondt in een dramatische apotheose.

Van een catharsis is er tijdens de epiloog geen sprake. Wel wordt de metafilmische laag afgerond door beide kampen nog eens te bekijken: het ene tot tranen toe geroerd, het andere geneigd tot defaitistische conclusies. Van ‘er is geen hoop als je dit ziet’ tot een gedecideerde ‘nee’ op de vraag of de documentaire iets kan veranderen. Finaal heeft Thank God It's Friday niettemin het potentieel om de kijker te sensibiliseren, maar een documentaire – die bovendien ook te weinig buiten de grenzen van het genre kleurt om zich esthetisch te onderscheiden – zal het echter niet makkelijk hebben om een breed publiek te bereiken.

HET CONFLICT ONTSPOORT

Terwijl de documentairemakers voor de harde realiteit gekozen hebben, hekelt Hany Abu-Assed in Omar dezelfde strijd tussen Israëli's en Palestijnen met fictieve wapens. Door een film als fictie te bestempelen, vergroot je de groep geïnteresseerden zienderogen en trek je ook de filmliefhebber aan. Meestal is deze groep minder op de hoogte van de problematiek, maar daarom niet minder gevoelig voor zulke conflicten. Om deze gevoeligheden over te brengen gaat de regisseur van Omar op zoek naar waargebeurde verhalen. Volgens hem vormt het echte leven immers het beste materiaal voor een verhaal.

58_DeBreuker_Omar.jpgTijdens een gesprek met een vriend hoorde Hany Abu-Assed het verhaal van een jongeman uit Ramallah die door Israëlische agenten onder druk werd gezet om zijn vrienden te verraden. Dit verhaal zette Abu-Assed aan tot zijn film over de bakkersknecht Omar. Omar woont in een stad op de Westelijke Jordaanoever die wordt gesplitst door een zwaar bewaakte muur. Deze muur staat zowel metaforisch als fysiek tussen hem, zijn jeugdvrienden en zijn grote liefde Nadia. Wanneer Omar en zijn vrienden Tarek en Amjad, afgemat door de pesterijen van het Israëlisch leger, beslissen om een verzetsactie te plegen, beginnen zij zich te trainen als vrijheidsstrijders. Wat eerst onschuldig en zelfs naïef lijkt, mondt uit in een aanslag waarin ze een Israëlische soldaat vermoorden. De volgende dag wordt Omar door het Israëlisch leger ingerekend. Zij leggen hem een loodzwaar dilemma voor: ofwel verklikt hij zijn vrienden, ofwel gaat hij voor de rest van zijn leven achter de tralies. De film verkent zo de psychologie van de onderdrukking en de impact van het conflict op het leven van jongeren.

Thank God It's Friday kan perfect als voorgeschiedenis van Omar bekeken worden

Terwijl Thank God It's Friday het conflict subtiel in beeld probeert te brengen, schetst Omar op het eerste gezicht een zwart-wit portret.De weinige Israëli's die meespelen zijn immers genadeloze soldaten en politiemannen die hun deontologische boekje ver te buiten gaan. Daarnaast heb je de muur die een weinig tot de verbeelding sprekende metafoor voor de bezetting is. Toch staat deze muur niet op de binaire grens tussen Israëli's en Palestijnen, maar vormt deze de barrière tussen de Palestijnse Omar en zijn gelijkgestemde vrienden. De muur is een obstakel die het vertrouwen tussen de vrienden danig op de proef stelt. Een weinig subtiel symbool, dat wel, maar een duidelijke en overtuigende manier om aan te tonen hoe het conflict het leven van opgroeiende jongeren ingrijpend kan veranderen. Meer nog dan de malafide praktijken van de Israëlische inlichtingendienst, wil Omar het destabiliserende effect tonen van het conflict op de jeugd.

EEN DUBBELE AANSLAG

58_DeBreuker_Omar1.jpgBeide films, hoe verschillend ook in uitvoering, vinden elkaar in de keuze om te tonen hoe het conflict inhakt op het leven van jongeren en hoe ze ermee omgaan. Alle personages proberen de strijd te beslechten door een aanslag te plegen: meteen het moment waarop beide films radicaal van toon veranderen en zich op het pad van een neergangsverhaal begeven. Terwijl in Omar de beweegredenen van de aanslag voor buitenstaanders radicaal lijkt, reikt Thank God It's Friday hier een verklaring voor aan. De documentaire kan perfect als voorgeschiedenis van Omar bekeken worden. De kinderen die Beddegenoodts en Iwens volgen, spelen niet met autootjes of knikkers, maar met ingebeelde geweren en echt vuur. Zo zien we enkele kinderen autobanden in brand steken om ze van een heuvel richting Israëlisch leger te laten rollen. En een peuter werpt stenen: 'Omdat ze het land niet willen terug geven. Tot zij het terug geven, blijf ik stenen gooien.' Deze kinderen en hun (onschuldige) protestacties uit TGIF zijn in Omar uitgegroeid tot volwassenen wiens protesten allesbehalve onschuldig zijn. Zowel het fictieve als het non-fictieve verhaal leidt tot dezelfde conclusie: zo kan het niet verder.

Vooral de documentaire van Beddegenoodts en Iwens doorbreekt de afstand tussen ons en het conflict. Waar je bij Omar alles nog kan afdoen als 'het is maar film', toont Thank God It's Friday de kracht van zien, geloven, begrijpen en voelen. ‘Als iemand je een ontroerend verhaal vertelt, ga je toch niet vragen om het te bewijzen?’ aldus de Joodse Shifra Album in de docu. Dat is thans wat beide films doen: Hany Abu-Assed vertelt het, Jan Beddegenoodts en Niels Iwens bewijzen het. Samen kunnen ze het misschien het verschil maken. Tijd voor een double bill?

Omar (ABC-Distribution) verschijnt in de Belgische zalen op 23 oktober. Thank God It's Friday (Cameltown) speelt op 23 oktober in De Roma in Antwerpen en op 7 november in het Filmhuis Mechelen.

Johannes De Breuker studeerde filmstudies aan de UA en is freelance journalist.