Het culturele geheugen van Frankrijk

Door Jan Baetens, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Frankrijk, Franse cultuur, cultuur in Frankrijk: voor de geglobaliseerde Vlaming en Nederlander komt de kennis over die onderwerpen hoe langer hoe meer op indirecte wijze tot stand. We zweren allemaal bij Derrida, Deleuze, Rancière en Badiou (om even het voorbeeld van de filosofie te nemen), maar het liefst in vertaling. Wie kan nog vijf levende Franse cineasten noemen, los van namen zoals Besson en Ozon die meedraaien in het geglobaliseerde filmbedrijf?

Een Franse schilder is maar echt als hij of zij exposeert in Tate Modern of Moma. En hoe meer onze directe toegang tot de Franse cultuur erodeert, hoe afhankelijker we zijn van clichés en visies die met geen enkele realiteit meer overeenstemmen. Voor wie zich in dit plaatje herkent, zal deze Dictionnaire als een geschenk uit de hemel komen. Tezelfdertijd zal het ook een verrassing van formaat zijn, want het beeld van cultuur in het Frankrijk van vandaag (en onmiddellijk meer over deze termen die bedrieglijk eenvoudig lijken) is heel anders dan velen zouden verwachten.

'Culture is ordinary', zei Raymond Williams al in 1958, en dit woordenboek met zowat 300 artikels over de meest diverse onderwerpen is daarvan een mooie illustratie. Het thema is niet 'de Franse cultuur', maar wel 'cultuur in Frankrijk', meer bepaald cultuur zoals gedacht vanuit de dagelijkse beleving van de Fransman die zowel actief als passief met cultuur bezig is, van het luisteren naar de radio of het ontvangen van reclameboodschappen tot het kijken naar andere culturen of het zoeken van een nieuwe plaats tegenover diverse invloeden van binnen en buiten (bv. rockmuziek, verstedelijking, feminisme, politiek en maatschappelijk engagement). Elk lemma biedt een beknopte definitie van het culturele fenomeen dat wordt belicht (en het gaat over fenomenen, niet over personen) en gaat daarna dieper in op oorsprong en evolutie om dan telkens te besluiten met een status quaestionis en een overzicht van nieuwe onderzoeksthema's. Een selectieve bibliografie rondt elk artikel af (met een gemiddelde lengte van 3 à 4 pagina's, telkens op twee goed bedrukte kolommen), en volledig achteraan het boek staat een prima gemaakt zaken- en personenregister. De publicatie slaagt erin om zowel wetenschappelijk verantwoord te zijn (bijna alle lemma's zijn geschreven door autoriteiten in het veld) en zeer leesbaar te blijven voor een breed geïnteresseerd publiek. Kortom, dit boek is een model in het genre.

Maar welk genre? 'Hedendaagse cultuurgeschiedenis' is een discipline die sinds de jaren 1980 een grote vlucht heeft gekend en in zekere zin de plaats inneemt die cultural studies in de Angelsaksische wereld bekleedt. Men doet het Franse onderzoek echter onrecht aan door het te vergelijken met buitenlandse modellen, want de hedendaagse cultuurgeschiedenis à la française is een heel eigen vorm van cultuuranalyse, zowel qua methode als qua object. Heel eigen én heel goed, want het bilan dat hier wordt gepresenteerd, zowel retrospectief als in vivo, is indrukwekkend. Frankrijk is nog altijd in staat een zeer gedegen, maar tegelijk zeer open en dikwijls sprankelende combinatie van geschiedschrijving, cultuurwetenschap en maatschappijanalyse te ontwikkelen. Hedendaagse cultuurgeschiedenis heeft immers een zeer Franse inslag, en het hele wetenschappelijke project dat hier wordt voorgesteld toont dat op alle mogelijke manieren.

De focus op de Franse cultuur is nooit navelstaarderig of chauvinistisch

Zo is er allereerst het object: hedendaagse cultuurhistorici richten zich in de allereerste plaats op het eigen land, weliswaar met oog voor de plaats van Frankrijk in de wereld, maar zonder het eigen land 'op te lossen' in de globaliseringsgolf. En dat is een verademing en een verrijking op een moment dat de meeste cultuurwetenschappers 'spontaan' de eigen traditie omruilen voor 'globale' thema's en objecten. Dit woordenboek (maar in feite gaat het eerder om een encyclopedie) biedt daarom niet alleen alle usual suspects aan, maar ook en vooral heel onverwachte lemma's zoals 'legerdienst' (de algemene dienstplicht is een republikeins gegeven, en 'contemporain' in deze context betekent natuurlijk 'sinds <st1:metricconverter productid="1789'">1789'</st1:metricconverter>), 'jacht' (ook in Frankrijk een ideologisch beladen praktijk) of 'arbeider' (in Engelstalige publicaties van dit thema zou men vergast worden op ellenlange vertogen over 'Marxism' of 'commodifiction', in dit boek daarentegen staat de omgang met de 'bronnen' centraal, zoals het historici betaamt). De focus op de Franse cultuur is echter nooit navelstaarderig of chauvinistisch. De objectieve toon valt bijzonder aangenaam op en ook politieke correctheid is opvallend afwezig (de bijdrage over voetbal doorprikt bijvoorbeeld de mythe van 'blanc, black, beur' die rond het nationale elftal wordt geweven).

Even belangrijk is het feit dat alle (zowat 150) medewerkers aan Franse instellingen vebonden zijn, en dat de sturing van het wetenschappelijke onderzoek vanuit de overheid niet wordt verhuld. Onderzoekslijnen worden verbonden aan personen en instituten, en de kracht die uitgaat van de aanwezigheid van de staat wordt (impliciet) overal zeer positief gewaardeerd. Dat de prikkels die uitgaan van deze interventie geen dode letter blijven, kan trouwens uit dit boek zelf worden afgeleid: de hedendaagse cultuurgeschiedenis vertegenwoordigt een school die in heel Frankrijk stevig ingebed is en waar synergieën tussen onderzoekers en centra geen loze woorden blijven.

Dictionnaire d'histoire culturelle de la France contemporaine (sous la direction de Christian Delporte, Jean-Yves Mollier, Jean-François Sirinelli), Paris: PUF, 2009, coll. Quadrige, 928 p.