Heeft Afrika (de) toekomst?

Door Virginie Platteau, op Wed Feb 04 2015 14:52:46 GMT+0000

‘The white man’s gaze heeft afgedaan.’ De Nigeriaanse auteur Ben Okri gelooft voor de toekomst veel meer in het beweeglijke denken van Afrika dan in de strakke westerse ratio. Die gedachte spookt ook door de ‘creatieve documentaire’ N – The Madness of Reason van Peter Krüger, die in maart in de zalen komt. De film reconstrueert het verhaal van een man die de Afrikaanse werkelijkheid obsessief in kaart brengt, maar daarbij ook veel van de intuïtieve kracht van Afrika miskent. Okri schreef de teksten voor de film. Een gesprek over madness, reason en de glanzende, dunne lijn ertussen.

N – The Madness of Reason is opgebouwd rond Raymond Borremans, een Franse muzikant die in 1929 naar Afrika emigreerde, op de vlucht voor zijn oorlogsherinneringen. Hij wijdde zijn leven aan het samenstellen van de eerste encyclopedie over deze nog onbekende wereld. Hij wou westelijk Afrika in kaart brengen en definieerde, mat en categoriseerde alles wat hij er tegenkwam. Mierensoorten, gebruiken en tradities, de geschiedenis van stammentwisten, planten, voedingsgewoontes … Door het inventariseren van al die kennis groeide ook zijn hoop op eeuwige roem en erkenning, maar hij stierf al toen hij pas aan de letter ‘N’ was gekomen. Zijn encyclopedie is onafgewerkt, maar in N blijft zijn geest rondzwerven in West-Afrika, gevangen tussen leven en dood, tussen verleden en heden. Een Afrikaanse vrouw die rusteloze geesten helpt vrede te vinden, probeert hem ter bestemming te brengen. Maar Borremans’ geest kan de wereld nog niet loslaten, wordt geconfronteerd met geweld en burgeroorlog, en is er kapot van. Zijn encyclopedische mentaliteit was gesteld op het trekken van lijnen, het afgrenzen, opmeten en definiëren om te categoriseren. De onvoorspelbaarheden van de realiteit blijken heel wat moeilijker te beheersen. Dit is het verhaal van een man die probeert zijn onvervulde levenswerk af te maken vanuit de dood, en uiteindelijk het inzicht lijkt te verwerven dat hem bij leven ontging.

65_Okri_Mother at sea_700.jpg

Zowel fotografisch als muzikaal (de soundtrack van N is van Walter Hus, met bijdragen van onder meer Fatoumata Diawara) grijpt N sterk aan. De film is een audiovisuele symfonie met veel lagen en een grote narratieve rijkdom, rond de rede en de gekte die de inspiratie vormden voor Borremans’ monumentale project. Zwevend tussen droom en realiteit, poëtisch en bij momenten bevreemdend, verkent N de confrontaties tussen de westerse geest en Afrikaanse spiritualiteit. Peter Krügers keuze voor die mix tussen fictie en documentaire is bewust, en sluit aan bij het inhoudelijke thema. Spiritualiteit laat immerseen veel rijker gelaagde realiteit toe dan wat we kunnen zien, en Afrika heeft een lange en diverse traditie daarin. De film problematiseert het objectiveren, het registreren en catalogiseren dat altijd een reduceren inhoudt. Het opdelen en begrenzen leidt ook letterlijk tot conflicten, dat wordt pijnlijk duidelijk in scènes van identiteitscontroles, geweld en burgeroorlog. Altijd blijft er een zekere ongrijpbaarheid die de westerse registrerende geest niet kan bevatten en nooit zal kunnen vastleggen. ‘Als regisseur en scenarist was het mijn bedoeling om via het leven van dit ongewone personage een zekere geestesgesteldheid te analyseren; een manier van denken en gedragen die representatief is voor de westerse idealen.’ Al heeft Raymond Borremans echt bestaan, Krüger beoogde dus geen biopic.

Het beste blijft onzichtbaar

Krügers reis van lange adem – hij werkte acht jaar aan het filmproject – kan gezien worden als een poging om het verleden anders te benaderen dan de gekende, bevooroordeelde beeldvorming van westerse media over kolonialisme en de periode erna. Hier glijdt de camera met voice-over als een geest over Ivoorkust, Mali en Senegal, gevangen tussen heden en verleden. Hij toont beelden van moderne maar verpauperde steden, teloorgegane architectuur en vluchtelingenkampen. De beelden suggereren hoe het geheugen een soort van schroothoop is met achtergelaten schuld en spijt, met primitieve drums, bezwerende gezangen en nachtmerrieachtige soundscapes die samenkomen in een overweldigende treurzang op de situatie in dit deel van West-Afrika.

Spiritualiteit laat een veel rijker gelaagde realiteit toe dan wat we kunnen zien, en Afrika heeft een lange en diverse traditie daarin

De spirituele gids van Borremans, tekstueel gevoed door Ben Okri, maant hem aan om te stoppen alles te willen definiëren en liever ‘de wereld te zien zoals hij is’. De lichaamloze stem van Borremans is niet alleen. De stilzwijgende geesten van het verleden spoken ook in de verlaten gangen en langs de afbrokkelende muren van de gebouwen waar hij de waarheid probeert te ontdekken, maar waar de tijd in enkele decennia een waas over heeft gelegd. De hete stoffige lucht is zwaar van spijt en rouw, en de schrille boventonen van onderdrukking zijn onvermijdelijk, want zo inherent aan Afrika’s geschiedenis. Alleen doorheen Borremans’ etherische reis kunnen we getuige zijn van een wereld die aan het verdwijnen is, die weggevaagd wordt door de ‘witte wind van de vergetelheid’. Borremans’ geest begrijpt niet waarom hij de ellende en het lijden moet aanzien. Hij lijkt niet los te kunnen of willen komen van het doel dat hij met zijn leven had: classificeren en registreren, objectiveren en ordenen. Maar, zo wordt hem verweten door de vrouw die zijn spirituele gids is: ‘You were never truly involved’. Hoezeer Afrika Borremans ook intrigeerde, hoe sterk het obsessief vergaren van kennis hem ook beheerste, er bleef altijd een afstand, een gebrek aan betrokkenheid. De geest van Afrika, haar dynamische werkelijkheid, heeft hij nooit echt begrepen. ‘Le meilleur est invisible, car il pénètre les rêves et l’inspiration du monde.’

65_Okri_Borremans puppet_700.jpg

Als de geest van Borremans uiteindelijk uit de wereld van de levenden wordt verdreven, blijft zijn gedachtegoed wel doorleven. Zijn uitgeefster voltooide de encyclopedie en tot op vandaag wordt zijn werk in ruime zin verdergezet door historici, etnografen, geografen en zoveel andere wetenschappers. Is zijn strijd tegen de vergetelheid, Borremans’ ambitie om het continent dat hem ontving iets terug te geven en eeuwige sporen na te laten, dan geslaagd? Of is vooral het opdringen van een westers ideaal met succes voleindigd? ‘Un jour tu connaîtras l’extase de la ligne courbe.’ Het is een aanmaning voor Borremans, en voor het westerse publiek.

Peter Krüger vertelt dat in de jaren na de onafhankelijkheid veel intellectuelen zijn vertrokken uit Senegal, Ivoorkust, Mali … De grote moderne Afrikaanse steden verschillen slechts weinig van westerse metropolen, maar wat sterk heerst, is het gevoel dat de Afrikaanse cultuur en achtergrond niet mogen worden opgegeven, niet mogen verdwijnen in de maalstroom van de moderniteit. Logischerwijs groeit daaruit een verlangen om bijvoorbeeld de lokale bevolking weer vast te leggen in hun tradities, om ze zo te bewaren. Zelf willen mensen, tegenstrijdig genoeg, vaak niets liever dan uit hun geïsoleerde, traditionele gemeenschap te breken. Wat moeten we er dan mee, met die nood om de werkelijkheid vast te leggen en te bewaren?

Het belang van een geschift kantje

Voor Ben Okri gaat het om een heel westers concept: een halt toeroepen aan de beweging, de stroom, de constante evolutie. De voormalig Booker Prize-winnaar merkt in Afrika een explosie aan creatieve energie. Kunst ziet Okri zelf ook als een migratiestroom, een constante beweging. De geschiedenis, de tijd is een rivier. In Afrika gaat alles om mobiliteit, doorstromen, migratie, de plasticiteit krijgt er steeds nieuwe vormen. Er zijn weinig of geen gefixeerde monumenten of standbeelden. Het vastzetten en ter plaatse houden van wat als kunst wordt gezien, is typisch westers. Je ziet het bijvoorbeeld ook aan de absurde willekeur van de soms loodrecht getrokken landsgrenzen binnen dat ene grote continentsdeel, een opdeling die pas ontstaan is bij de onafhankelijkheid van de verschillende republieken, die daarvoor als geheel l’Afrique Occidentale Française (AOF) werden genoemd. Maar de context verandert voortdurend: politiek, sociaal, economisch, technologisch … En bijgevolg verandert ook de betekenis van de dingen. Dit is waar kunst ons continu aan herinnert, aldus Okri. Ze kadert iets en maakt dat frame tegelijk voorlopig. De randen van de context veranderen de hele tijd, en dus verdedigt Okri dat ook het kader voortdurend uiteen getrokken moet worden.

Dat appel aan veranderlijkheid past in een breder gedeeld denken. Ook politiek filosoof Achille Mbembe (Kameroen) vindt het idee dat je terug moet naar het verleden om de ware, authentieke Afrikaanse cultuur te vinden, baarlijke nonsens. ‘In het denken en spreken over Afrika blijven we maar dezelfde ideeën en vooroordelen herhalen, terwijl alles rondom ons continu aan het veranderen en evolueren is. Het Westen kijkt nog steeds met een exotiserende blik naar Afrika.’ Die exotisme-blik heeft Peter Krüger zeer bewust trachten te vermijden. Naar eigen zeggen kon het verhaal zich net zo goed in India afspelen. Het gaat hem immers om de ideeën, de contrasten en de complementariteit van ingesteldheid, eerder dan om een bevestiging van clichés en vooroordelen over Afrika.

In het denken en spreken over Afrika blijven we dezelfde ideeën en vooroordelen herhalen. Het Westen kijkt nog steeds met een exotiserende blik naar Afrika

De kracht van kunst is net aan te tonen dat de dingen niet noodzakelijk hoeven te zijn zoals ze zijn. ‘To see the madness and yet walk a perfect silver line.’ Dat is zowat het credo van Ben Okri’s leven en kunst. ‘Alles wat moeilijk, onmogelijk en belangrijk is, heeft een geschift kantje, een edge of madness. Daarvoor moet je niet terugdeinzen, het bevat ook een grote kracht. Dat is wat de echte kunstenaar, de verhalenverteller moet zijn: een goede gids, een heldere geest die in helse chaos een perfecte zilveren lijn kan trekken. Het is wat ik heb geprobeerd in de groeiende waanzin van de wereld in deze film: een lijn van helder, gezond verstand.’

De dingen kaderen en aflijnen is dan niet alleen een gebrek, maar ook een kracht. Het heeft gezorgd voor het voortbestaan, de welvaart en de mentale helderheid van de westerse beschaving. Dat is heel duidelijk in de film: Borremans heeft met zijn project van kennisoverdracht voor onderwijs en vooruitgang gezorgd. Het toekennen van namen en categorieën maakt de werkelijkheid beheersbaar. Toch gaat er altijd iets verloren. Wat buiten de definitie valt, wordt uitgesloten. Het is een vorm van geweld, van overheersing. Alleen kan het woord niet worden afgeschaft, weet Okri. Het gevaar van de puur redelijke benadering is hetzelfde als het gevaar van geloof. Wanneer het extreem wordt en te veel uitsluit, bedreigt dat elke openheid. Tegelijk is Okri ferm: ‘Ik pleit absoluut niet te allen tijde voor matigheid. Matigheid is belangrijk voor een samenleving, maar ook saai. De mensheid heeft haar grootste verwezenlijkingen niet bereikt met matigheid. Wel met een klein beetje gekte en vooral met veel liefde.’

De toekomst is rijker, altijd

‘Our future is greater than our past.’ Deze hoopvolle slotzin uit een gedicht van Ben Okri staat op een zuil van de Memory Gate aan de ingang van Hyde Park in Londen. Als ik hem vraag of hij dat poëtisch bedoelt voor de mensheid in het algemeen, of voor Afrika, wordt hij fel: ‘Het is niet alleen poëzie, dat is gewoon wiskunde! Het lijkt een stelling, een daad van geloof zelfs, maar eigenlijk is het gewoon een redelijk feit. De toekomst is rijker, altijd.’ Zoiets als het universum dat blijft uitdijen? ‘Zoiets, ja. Laat Afrika zelf zijn eigen lot bepalen. Wat het van de moderniteit wil of net niet, laat Afrika dat zelf maar uitzoeken.’

65_Okri_Rebels_700.jpg

Peter Krüger vraagt zich af of dat realistisch is, in het licht van de neo-kolonisering door China, de dreiging van ebola en alle andere problemen en conflicten. ‘Misschien moet die revolutie nog komen’, bedenkt Krüger. ‘Wij hebben altijd de neiging om te focussen op de problemen van westerse economische tendensen en de invoering ervan in andere landen. Daar probeert de film juist van af te stappen. Hij gaat veel meer over een culturele en menselijke confrontatie dan over economische verhoudingen.’

Het idee dat Afrika een labo voor de toekomst is, leeft breed. Omgaan met superdiversiteit is in Afrikaanse metropolen al geruime tijd een evidentie. Ondanks alle onheilsberichten die we steevast krijgen, is het volgens Okri eigenlijk wonderlijk dat er niet nog veel meer conflicten en burgeroorlogen zijn. In Nigeria alleen al worden meer dan driehonderd talen gesproken. Het extremisme van Boko Haram buiten beschouwing gelaten, lukt samenleven er wonderwel, ook al wil Okri de problemen en het dagelijks geweld in steden als Lagos niet verbloemen. De geschiedenis van de destructie in Afrika is breed gedocumenteerd. Veel minder bestudeerd is de geschiedenis van creatie: hoe mensen erin slagen een leven op te bouwen in een context van puin en vernieling. ‘Die energie is heel sterk in Afrika’, beweert ook Achille Mbembe. ‘The world is catching up with Africa, not the other way around.’

Wole Soyinka, eveneens Nigeriaans auteur van onder meer de recente verhalenbundel Of Africa en de film Culture in Transition, signaleerde dit al enige tijd geleden. De eerste Afrikaanse winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur (1986) meent dat niet alleen grondstoffen en mankrachten uit Afrika hebben geholpen om andere gemeenschappen in (neo-)koloniale landen op te bouwen. Ook dynamische processen, perceptie, aanpassingsvermogen of gewoon manieren van leven en handelen variëren van volk tot volk, ook in hun structuur en intermenselijke relaties. Dit alles vormt mogelijke onderwerpen en middelen voor uitwisseling – niet zo onderhandelbaar als petroleum of hout, coltan of uranium, maar niettemin herkenbaar als wat de intermenselijke waarde van een volk definieert. Dit zou weleens kunnen bijdragen tot een oplossing voor het existentiële vraagstuk van afgelegen gemeenschappen, en zelfs van het menselijk overleven op aarde, als het maar breed bekend en gevalideerd werd.

Soyinka betreurt dat zoveel mensen, eeuwen na de tijd van de Rede en Verlichting en zijn onderliggende geest van onderzoek en invraagstelling, het Afrikaanse continent nog steeds bestempelen als achtergesteld en des duivels. Een continent dat niet alleen momenteel een puur economische groei kent van 5-6%, maar er nota bene ook met glans in geslaagd is om een rijk en duurzaam tapijt te weven van intuïtieve krachten, verhalen en stemmen. ‘Maar hebben die zich superieur wanende westerlingen ooit geprobeerd om zulke geloofssystemen te begrijpen, erin door te dringen? Neen. Hun bronnen bleven missionaire stelligheden, overtuigende zendbrieven. Ondanks dit alles overleeft Afrika toch, nog steeds, om de wereld iets te leren, en dat zonder missioneringsdrang.’

Woede als drijvende kracht

Dat er een nieuwe dynamiek opgang maakt in verschillende landen in Afrika, valt niet te ontkennen, ook al wordt er in Europa weinig over bericht. Lagos is al heel lang een kloppend centrum van cultuur en literatuur, tegelijk is het tegenwoordig ook een metafoor voor chaos en alles wat disfunctioneel is. Nairobi, ook een hub van technologie, fashion en vooruitgangsdenken, steekt het naar de kroon maar slaagt daar niet helemaal in wegens kleiner. Maar Lagos groeit en leeft en wordt vaak het New York van Afrika genoemd. Er worden veel boeken uitgegeven, auteurslezingen kennen bijval, een nieuwe generatie schrijvers lijkt er op te staan. Nigeria heeft een rijke traditie van literatuur, al zijn boeken er pas sinds 1930 beschikbaar, toen er papier voorhanden was en de rijke orale traditie ook geleidelijk werd vastgelegd. Het betekende – zoals N duidelijk maakt – een vooruitgang en tegelijk een inperking, want toegenomen scholing en de opkomst van kranten, conferenties en universiteiten zorgden voor een kanteling weg van traditie naar meer realisme.

Het idee dat Afrika een labo voor de toekomst is, leeft breed

Nigeriaanse auteurs gingen steeds meer schrijven in de stijl die van geschreven literatuur verwacht werd, met verhalen die handelden over het Nigeria zoals het met eigen ogen te zien was. Yoruba-schrijvers pasten zich aan en vervingen alle geesten en feeën uit hun orale traditie door menselijke personages. De gesprekken tussen mens en dier die zo natuurlijk waren in de oorspronkelijke niet-realistische verhalen, werden weggelaten. Zo verdwenen typische elementen uit de verhaalcultuur van de Yoruba of de Hausa-stammen. Verwijzingen naar eigen culturele kenmerken en eigen stijlen verwaterden meer en meer, ten voordele van bredere thema’s, waardoor een nieuwe literaire traditie ontstond. Ben Okri legt uit hoe de zogenaamde ‘eerste generatie’ vooral schreef over blanken, kolonisatie, de onafhankelijkheid. Een daaropvolgende generatie had het vooral over ideologie, religie, politiek, corruptie, justitie, met uitsluitend menselijke personages en concrete symbolen.

65_Okri_Vieux Farka_700.jpg

De hedendaagse Afrikaanse schrijvers kennen en waarderen de grote namen als Soyinka, Okri en Chinua Achebe wel, maar kiezen nieuwe onderwerpen. Politieke onafhankelijkheid of nationale strubbelingen kunnen hen nog weinig schelen, liever hebben ze het over persoonlijke onafhankelijkheid en individuele strijd. Er is een hele wereld die ze onder woorden willen brengen, een post-ideologische, post-terreur, post-cyber wereld van urban struggle en steeds veranderende identiteit. De huidige generatie heeft vooral te maken met woede, frustratie over gebrek aan vervulling. Die woede, dat besef, die beklemming is een belangrijke drijvende kracht in de nieuwe kunstenbeweging in Nigeria, onder meer beïnvloed door hiphopartiesten en comedians. Het is een hele nieuwe generatie die een stem vindt, net als in Somalië, Kenia of Zuid-Afrika, ook bij veel Nigeriaanse schrijvers buiten Afrika, zoals Teju Cole in New York of Chika Unigwe bij ons.

Van een echte renaissance wil Okri niet spreken, de literatuur was er immers altijd al, zij het dan sluimerend onder de dictatoriale regimes. De ongeletterdheid is nog steeds zeer groot, boeken zijn niet altijd overal verkrijgbaar in het land, (literatuur)onderwijs wordt zeer bedreigd door Boko Haram. Ook over de stem van de nieuwe generatie valt voorlopig nog niet veel te zeggen. De toon ervan bepalen vraagt tijd. Vele nieuwe auteurs zijn uitgeweken en schrijven vanuit de VS of Groot-Brittannië, waar ze een groter publiek bereiken, soms tot ergernis van de collega’s thuis in Nigeria, voor wie dit niet altijd even fair aanvoelt. ‘Maar het belangrijkste is de inherente kwaliteit van hun werk’, aldus Ben Okri. ‘Het wordt tijd om auteurs uit Afrika, India, Zuid-Amerika breed te erkennen en te waarderen voor de eventuele schoonheid en de kwaliteit van wat ze schrijven, in plaats van hen enkel aandacht te geven vanwege hun politieke of “exotische” thema’s.’

Intuïtie is de nieuwe rede

Er zijn nieuwe generaties aan het opstaan die een forum willen en zullen krijgen, vervolgt Okri. ‘Hun benadering van de realiteit zoals die zich voordoet, zal misschien anders zijn, maar net als in de film N zie je aan zoveel tekenen dat the white man’s gaze als zodanig heeft afgedaan. Dat geldt niet alleen voor kunst of literatuur, je ziet het op zoveel vlakken. Ook wat technologie betreft, bijvoorbeeld. Heel veel goed opgeleide Afrikanen hebben een natuurlijke feeling voor technologie, omdat die veel gelijkenissen vertoont met delen van het Afrikaanse denken. Dat zie je ook bij Indische topingenieurs en IT-specialisten. De technologie van vandaag overstijgt soms het menselijk bevattingsvermogen. Afrikanen zijn geneigd om dergelijke zaken veel vloeiender te benaderen, ze houden niet louter vast aan paradigma’s, logaritmes of als/dan-redeneringen. Ze staan open voor suggesties van transcendentie – ook in puur technologische zin, denk aan the cloud – en verrassing, ze zijn sterk en creatief als ze met onverwachte mogelijkheden te maken krijgen. Intuïtie is voor hen een extensie van de rede. Dat zal the madness of reason die nu heerst mettertijd wel leren.’

Misschien krijgt Okri gelijk, zoals hij het hoopvol en wie weet profetisch zegt in zijn gedicht Turn on your light, dat begint met ‘The new era is already here’ en eindigt met ‘Infect the world with your light / Help fulfill the golden prophecies / Press forward the human genius / Our future is greater than our past.’

Virginie Platteau schrijft en is redactielid van rekto:verso.

N – The Madness of Reason loopt in de Belgische zalen vanaf maart 2015.